Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 17 november 2012, 16:25
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Vrijdag 16 November, Psalm 130: 5-8; Wachten op God.
Wat mij opvalt in de psalm van vandaag is dat de dichter van dit lied niet hoopt op een mooie toekomst, de doorbraak van Gods koninkrijk op aarde, vrede voor alle volken of hoe je droom van Israël ook maar verwoorden wilt. De beeldspraak doet daar wel een beetje aan denken. In gedachten zie je een stad. Op de stadsmuur ijsberen de wachters. Nog is het donker. Wanneer komt de morgen? Maar dan, eindelijk: een streepje licht in het oosten, de horizon licht op. Maar nog is het geen dag. Tergend langzaam wordt de hemel lichter en lichter – totdat eindelijk, eindelijk de zon verschijnt: de nieuwe dag! Daar moet, zo denk je al gauw, toch wel de verrukkelijke toekomst van het vrederijk mee worden aangeduid. Zó verlangend wacht Israël op de doorbraak van Gods koninkrijk. Maar nee, voor wie de psalm aandachtig leest, blijkt al snel dat daar geen sprake van is. Waar ziet de dichter van deze psalm naar uit? ‘Ik zie uit naar den Heer, mijn ziel uit naar hem en verlangt naar zijn woord.’ Dat geeft te denken. Geloven is vooral: wachten op Gód. Zeker, zijn toekomst van vrede blijft een droom. Beloofd is beloofd. Maar die toekomst kan nooit mooier, nooit rijker zijn dan de Heer van die toekomst zelf. Ik zie uit naar een paradijselijk landschapje met vrolijke, altijd en eeuwig vriendelijke agrariërs die met ongesmede zwaarden vruchtbare aarde omploegen; ik zie uit naar de Héér! Niets zal ons zoveel vrede geven als de ontmoeting met Hem. Eenmaal. En nu al.
Ik heb mijn hoop gevestigd op God de Heer die hoort. Mijn hart, hoezeer onrustig wacht op zijn woord. Nog meer dan in de nachten wachters het morgenlicht, blijf ik, o Heer, verwachten uw lichtend aangezicht.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 16 november 2012, 18:37
Onderwerp: bewegingssport.
|
|
|
Je kan ook gaan freewheelen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 15 november 2012, 21:51
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Donderdag 15 November, Psalm 130: 1-4; Bij U is vergeving.
Dat deze psalm roept vanuit de diepe, kon wel eens te maken hebben met het feit dat dit lied een pelgrimslied is, een lied van de opgang. Wie op bedevaart ging naar Jeruzalem, klom de berg Sion op en betrad de treden van de tempel. Hoger en droger ging je, tot je was naar de Eeuwige wilde wonen. Toch zal die aanduiding van diepte niet alleen een geografische typering zijn, leuk bij wijze van toeristische informatie. Die diepte duidt vooral aan hoezeer de dichter weet heeft van depressie. Keer op keer is hij terneergedrukt, zit hij diep in de put. Uit die neerslachtigheid, uit het donkere dal van zijn misère, roept hij tot de Allerhoogste. ‘Uit de diepte roep ik tot u, Heer, Heer, hoor mijn stem.’ Waarom voelt de dichter zich zo ellendig? Is dat omdat hij zwaar gezondigd heeft? Die kant denk je al gauw op; niet voor niets spreekt de psalm over zonden en over vergeving. Toch wordt hier niet gezegd dat de dichter zelf persoonlijk, een grote schuld met zich meetorst. Het zou ook wel eens de last van het volk kunne zijn, de ongerechtigheid van Israël. Hoe dan ook, de dichter gaat gebukt onder alles wat mis is. Depressief wordt hij ervan: zoveel onrecht, zoveel kwaad, in de grote boze wereld en ook in zijn eigen kleine ziel. Hoe de dichter uit deze put komt? Spreekt hij zichzelf moed in door te mompelen: ‘Kop op!’? Nee, hij weet beter. Psalm 130 leeft van het besef dat bij de Eeuwige vergeving is. Dát te weten is een bron van verwondering. ‘Daarom eert men u met ontzag.’ Leve de God van Israël! Hij bedekt de schuld met het kleed van zijn liefde. Sterker nog: Hij zal zijn volk van ongerechtigheid bevrijden.
Zoudt Gij indachtig wezen al wat een mens misdeed, wie zou nog kunnen leven in al zijn angst en leed? Maar Gij wilt ons vergeven, Gij scheldt de schulden kwijt, Opdat wij zouden vrezen Uw goedertierenheid.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 14 november 2012, 20:53
Onderwerp: Weinig geld en toch reizen?
|
|
|
SHANITA130 schreef: | Ja. als je 1 op 20 rijdt ofzo. |
Ik rij 1 op 24
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 14 november 2012, 20:51
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Woensdag 14 November, Psalm 129; Van mijn jeugd af aan.
Er zijn mensen die al op jonge leeftijd veel te verduren krijgen. Je vader was alcoholist en sloeg thuis de boel kort en klein. Je moeder stierf toen je nog maar een kind was. Een o zo vriendelijk oom deed dingen met je die je nooit meer vergat. Of je kreeg een ongeluk en je zit voor de rest van je leven in een rolstoel. Het volk Israël kan erover meepraten. Toen het nog maar heel klein was, een handjevol mensen in Egypte, werd het als slaaf behandeld. Afgebeuld werd het, dat kleine volkje Israël. Later, toen het groter geworden was, werd het niet beter op. Het kwam ver van huis in den vreemde terecht. Het werd opgejacht, in de loop der eeuwen van land tot land verdreven. Het werd geslagen, getreiterd, gedwongen rond te lopen met gele davidssterren op de borst. Het werd gedeporteerd, naar gaskamers geranseld. ‘Dikwijls wed ik gekweld, van mijn jeugd af aan.’ Maar, hoe waar dit alles ook moge zijn, nooit wie dan ook Israël klein gekregen! ‘Gebroken hebben ze mij niet!’ Triomfantelijk klinkt het in de psalm van vandaag. Als een refrein wordt het herhaald: Dikwijls gekweld, dikwijls gekweld, van mijn jeugd af aan, maar nooit gebroken! Laar niemand je wijsmaken dat je altijd slachtoffer blijft. Vergeten kun je al die verschrikkelijke dingen uit je jeugd natuurlijk nooit. Dat hoeft ook niet. Wie ze met alle geweld uit het geheugen probeert te bannen, vraagt om moeilijkheden later. Maar die herinneringen koesteren is minstens zo kwalijk. Je ben al voldoende gekweld: kwel jezelf nu niet nog langer! Ga liever door het leven als een door de Eeuwige gezegende. Hij snijdt de riemen van de slavendrijver door.
Zij hebben immer van mijn jeugd af aan, Zo zegge Israël, zij hebben immer, reeds van mijn vroegste jeugd, mij leed aangedaan, maar overweldigd hebben zij mij nimmer.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 13 november 2012, 17:04
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Dinsdag 13 November, Psalm 128; Welzalig.
Wie geen kinderen krijgen kan, maar ze o zo graag zou willen hebben, zal deze psalm niet selecteren voor de rubriek lievelingsliederen. Integendeel. Ik stel me zo voor dat je in dat geval deze psalm wel uit de Bijbel zou kunnen scheuren. ‘Sla maar over,’zeg je dan. ‘Die psalm over je vrouw als een vruchtbare wijnstok, en al die kinderen, keurig om de tafel, zo’n modelgezinnetje – ik kan die plaatjes niet meer zien!’ Wat bezielt toch zo’n psalmdichter met dit soort beelden aan te komen? Hadden ze dan in Israël geen kinderloze echtparen? Wisten ze niet hoe pijnlijk het kan zijn te beseffen dat jij ook graag gehuwd zou zijn, vader, moeder, maar dat het er maar niet van komt – hoe hartverscheurend dat wezen kan? Hoe zwaar zal het de vrome Zacherias en Elisabeth gevallen zijn bij het ouder worden deze psalm te lezen? Reken maar dat zij dolgraag kinderen hadden gekregen. ‘Welzalig is een ieder die God van harte vreest.’ Dat zal waar zijn! Maar vertaald zich dat in beloningen als levenspartner, kinderen, brood op de plank, geluk en voorspoed? In de beleving van het oude Israël was dat inderdaad het geval. En nog altijd kan ik me goed voorstellen dat iemand ql die dingen als een zegen uit Gods hand ervaart. Maar ik realiseer me dat ook Jezus deze psalm gelezen heeft. De woorden voorspoed en geluk kwamen in zijn woordenboek niet voor. Vrouw noch kind had Hij. Maar als er Eén welgelukzalig was, dan Hij wel!
Welzalig is een ieder die God van harte vreest en Hem als zijn gebieder gehoorzaamt allermeest. Verheug u, gij zult eten de arbeid uwer hand. Gelukzalig zult gij heten, u deert geen tegenstand.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 12 november 2012, 21:21
Onderwerp: remmen of niet?
|
|
|
WILLEMIJN232 schreef: | Mijn ervaring met de cmmers die ik in het echt ontmoet heb is dat we gewoon doorpraten waar we gebleven waren maar dan in huiselijke kring....... |
Moeten we nog doen he
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 12 november 2012, 20:28
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Maandag 12 November, Psalm 127; Slaap.
Maak je ook niet druk – het hangt toch allemaal af van Gods zegen. Dat schijnt zo ongeveer de rode draad van deze psalm te zijn. Met al je getob bereik je niets, tenzij de Eeuwige er zijn zegen aan verleent. En van die zegen geldt dan bovendien dat die aan Gods kinderen geschonken wordt in de slaap. Met andere woorden, ga nu maar lekker naar bed, God zal voor je zorgen. Het staat er net niet, maar het grenst aan de droom eenmaal slapend rijk te worden. Is dit wat de psalm zeggen wil? Maar wat moet ik dan met die kinderen in het tweede deel van dit lied? Kinderen zijn een geschenk van de Heer. Dat zal zeker zo zijn. Iedereen die kinderen heeft, maar ook wie geen kinderen heeft, zal (misschien met pijn in het hart) de waarheid van dit woord erkennen. Kinderen neem je niet. Kinderen krijg je. Maar wat heeft dit alles met elkaar te maken met wat God geeft in je slaap? Ik houd erop dat een andere, evengoed mogelijke vertaling de voorkeur verdient: ‘Hij schenkt zijn lieveling de slaap.’ Wie ziet hoe een nieuwe generatie weer oppakt wat een vorige generatie laat liggen, kan met een gerust hart gaan slapen. Je opvolgers staan klaar! Kortom, mens, maak je niet zo druk, denk niet dat alles van jou of van jouw generatie afhangt; Gods trouw strekt zich ook uit over komende geslachten. Ga liggen, ga slapen – de slaap is een geschenk van God.
Voor dag en dauw reeds op te staan en op te zijn tot ’s avonds laat, hard werken voor slechts weinig baat en schamel brood, ’t niets dan waan. Hij geeft het immers wie Hij mint, als in de slaap, als aan een kind.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 11 november 2012, 09:24
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zondag 11 November, Psalm 126; Schoven in de schuur.
Vertrekken met verdriet, arriveren met vreugde. Het gaat in deze psalm opnieuw over de ballingschap. Over dat gedwongen vertrek over de ballingschap. Over dat gedwongen vertrek uit de stad van vrede Jeruzalem. Het gaat weer over kwade dagen en over bitterheid, over leven als in een woestijn. Maar dan: de ommekeer. De volken zijn er getuige van: de God van Israël doet iets groots. Het volk van de Eeuwige keert terug! Wat met tranen begon, krijgt nu een finish vol vreugde. Ze komen, ze komen, weer thuis! Tranen van blijdschap, gejubel, lachende gezichten, het halleluja niet van de lucht, vreugde als in de dagen van de oogst – lofliederen als volle schoven. Is dit zo ongeveer het bekende verhaal van ‘eind goed, al goed’? Is dit het afgezaagde sprookje van ‘ze leefden nog lang en gelukkig’? Ik dacht het niet. Hier is iets anders gaande. Hier is niet aan de orde dat na elke nacht de dageraad zich toch weer aandient. Dat zijn dingen die je weet, dingen die je kunt zien aankomen. Maar in deze psalm is het een en al verbazing, een en al verrukking: het was alsof we droomden! Dit hadden we ooit verwacht! We vertrokken met tranen en nu komen we weerom met vreugde! Toen we gingen, moesten we alleen maar loslaten, als een zaaier die het zaad uit zijn handen laat glippen. Maar nu we terugkeren, komen we handen te kort om de schoven vast te houden. Overvloed, overvloed Gods! Wat een rijkdom, wat een zegen, wat een regen van genade!
Wat men hier nu met tranen zaait, wordt eenmaal met gejuich gemaaid. Wie ’t zaad draagt dat hij zaaien zal, gaat wenend voort en zaait het al. Maar bij het feest der eerstelingen zal hij verheugd het oogstlied zingen. Dan keert hij weet te goeder uur en draagt zijn schoven in de schuur.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 10 november 2012, 09:05
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zaterdag 10 November, Psalm125; Rondom.
Welke bergen zijn dat zoal, die bergen die Jeruzalem omringen? Spontaan zie ik bij deze vraag de Olijfberg voor me. Die berg vooral! Prominent is de Olijfberg aanwezig, direct in het zicht vanaf het tempelplein. Als een wachter ligt de Olijfberg aan de oostkant van de stad, de zijde van de zonsopkomst, de kant van de opstanding. De Olijfberg geeft de richting van de toekomst aan. Die berg vooral ligt wakend aan de voet van de Sion, de tempelberg. Slecht de beek Kidron maakt scheiding tussen die twee toppen. Over die beek trok Jezus, na de maaltijd met zijn leerlingen, toen zijn laatste uur aanstaande was. Naar Getsemane ging Hij, naar de Olijvenhof, op de helling van de Olijfberg. Zou Hij aan de psalm gedacht hebben? ‘Zoals de bergen Jeruzalem omringen, zo omringt de Heer zijn volk….’ Daar ging Hij, de stad uit, de berg Sion af, de Kidron over de Olijfberg op. Hij beklom Hem die Hem omringde! Hier ben Ik, mijn God. Ik neem mijn toevlucht tot U, de Levende. Gij omringt mij, zoals de bergen Jeruzalem omringen. Gij zijt voor mij, achter mij, boven mij, onder mij. Gij zijt altijd en overal om mij heen. Hier ben Ik, mijn God. Ik vertrouw mij toe aan U, nu en in het uur van mijn dood. Zou Christus zo hebben gedacht? We weten het niet, maar het zou best eens kunnen. Jezus leefde met de psalmen, Hij kon ze wel dromen, Hij ging ermee naar bed en Hij stond er ook weer mee op. ja, Jezus stond ermee op, Hij verrees met de God van deze psalmen. Wie met zo’n psalm de dood ingaat, zal er ook weer mee opstaan – zowaar als de Eeuwige zijn volk omringt.
Hoog is de Jeruzalem omgeven door bergen sterk en steil- een stad van vrede en heil. Zo is de Here heel hun leven Rondom hen die zijn woord bewaarden, zijn volk op aarde.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 9 november 2012, 08:50
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Vrijdag 9 November, Psalm 124: 6-8; Onze hulp.
Die woorden, die ken ik! Enkele duizenden keren heb ik die nu al uitgesproken, aan het begin van een kerkdienst. Altijd weer een indrukwekkend moment: je belijdt, mede namens allen die aanwezig zijn, dat je van een Ander afhankelijk bent. En tegelijkertijd zeg je dan ook van Wie: het is de Heer die ons helpt! De Heer, met alleen maar hoofdletters. Die hoofdletters duiden de Godsnaam aan, de naam die we meestal weergeven als Jahwe en vertalen met Heer of Here. Vier letters die veelzeggend zijn: Ik ben erbij, Ik ben die Ik ben, de Onbenoembare, de altijd weer Andere, maar tegelijkertijd ook de altijd Betrouwbare. Daar beginnen we de zondagse eredienst mee. Vroeger deden we er onze ogen bij dicht. Waarom eigenlijk? Het zal wel te maken hebben met het feit dat in de klassieke liturgie van de mis de priester deze woorden bad in het zogenaamde trappengebied, het gebied dat hij bad op de trappen van het altaar, voordat hij het heilig dienstwerk begon. Zin de protestanten dienst is dat Bijbelwoord weggehaald uit dat persoonlijk gebed een gedacht als een credo, een wijdingswoord, een votum van heel de gemeente. Zo staat het ook aan het slot van de psalm. Aan het eind van het lied belijdt Israël onomwonden: wij verwachten onze hulp, onze uitredding niet van onszelf en ook niet van welke aardse koning dan ook, maar alleen van de Eeuwige, die bij ons is en bij ons wezen zal. Hij is degene die hemel en aarde gemaakt heeft, de Schepper van al wat leeft. Hij die ons schiep, Hij zal ons bewaren! Soms, als ik deze woorden uitgesproken heb aan het begin van de dienst, krijg ik de neiging direct daarna de zegen uit te spreken, alsof de dienst al is afgelopen. Dan denk ik: wat moet ik nu verder nog zeggen? Alles is eigenlijk al gezegd. Alles. Werkelijk alles. Wat wil je nu nog meer dan weten dat je hulp is van de Heer?
Die onze boeien slaakt, het is de Heer. Die voor de vrijheid waakt, het is de Heer. Door zijn verlossing zijn wij vrijgemaakt. Ons heil is in de naam van God de Heer, die God, die aard’ en hemel heeft gemaakt.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 8 november 2012, 03:28
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Donderdag 8 November, Psalm 124: 1-5; Blijf het herhalen.
Ik houd van refreinen. Telkens als je denkt: nu hebben we het gehad, dan komt daar weer datzelfde liedje., het refrein. Dan is het ook net alsof de zingende gemeente extra gemotiveerd wordt om nóg eens flink uit te halen. Krachtiger, luider en soms ook hoger van toon wordt dan herhaald wat al eerder de revue passeerde. Zo’n refrein bevat dan meestal ook de kern van de dingen en functioneert als een onderstreping van het verhaal. Echt een refrein is het niet, het tweede vers van de psalm van vandaag. Maar het lijkt er wel op. Als een refrein wordt herhaald: als God niet voor ons was geweest, wij waren allang vergaan. Het is alsof de dichter van de psalm zeggen wil: je kunt dat niet genoeg onderstrepen. Laat ik het nog maar een keer zeggen, en nog eens en nog eens. Want voor je het weet vergeten we dat. Je gaat algauw denken dat je het zelf gepresteerd hebt. Dat jouw troepen hebben afgerekend met de vijand. Dat jouw slimmigheid korte metten maakte met je tegenstander. Dat jouw… en ga zo maar door. Wij maken onszelf graag wijs dat wij tot heel wat in staat zijn. Oppervlakkig gezien is dat ook wel zo. En het is een beetje overdreven om zomaar, bij het minste of geringste, bij elk applaus, de vinger in de lucht te priemen of te roepen dat ‘alleen aan Hem’ alle eer toekomt. Maar zo is het wel. Nog geen woord kun je spreken of je ontvangt daartoe de kracht van de Eeuwige. Nog geen stap kun je zetten of je hebt het te danken aan de hulp van de Levende. Wij denken al te snel dat we tot heel wat in staat zijn. Grotere bescheidenheid zou een zegen zijn.
Laat Israël nu zeggen blij van geest: Indien de Heer niet bij ons was geweest, toen vijandschap rondom was opgestaan, indien de Heer niet bij ons was geweest, Hij, onze hulp, wij waren lang vergaan.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 7 november 2012, 09:54
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Woensdag 7 November, Psalm 123; Mijn oog.
Ogen. Ogen spreken broekdelen. Ogen vertellen van liefde. Of van haat. Ogen stralen. Of schieten vuur. Soms spreken ogen niet. Soms zwijgen ze. Soms kijken ogen alleen maar, heel aandachtig, bang iets te missen. De ogen van een slaaf, bijvoorbeeld. Of je nu slaaf bent of slavin, knecht of lakei, dienstbode of hulp in de huishouding, je wilt vanuit zo’n positie toch eigenlijk maar één ding: dat je chef, dat mijnheer of mevrouw, tevreden is. Daarom volg je met je ogen elke aanwijzing, heel alert. Het kleinste signaal ontgaat je niet Zo zegt de psalm, is het nu ook met mij, met Israël, volk in den vreemde. We zijn de arrogantie van machthebbers spuugzat. Maar wat doe je ertegen? Je kunt alleen maar hopen dat God er een eind aan maakt. En daarom sla je de ogen op, naar de Eeuwige, die in de hemel woont. Je houdt je aandacht op Hem gericht, zoals een knecht of en dienstmeisje heel aandachtig volgt met welke gebaren mijnheer of mevrouw duidelijk maakt wat gedaan moet worden. Als een butler, als een ober zie je elk teken, hoe subtiel ook. Je weet: alleen van onze Heer kan redding komen. Alleen Hij kan me bevrijden uit de hand van wie mij haten. Je zou willen dat je altijd deze instelling had. Meestal is het omgekeerd. Meestal voelen wij ons de baas van God. Meestal vinden wij dat Hij op ónze signalen moet reageren. Meestal verwachten wij dat Hij ons op onze wenken bedient. Maar wij zijn geen klanten in zijn zaak. Wij zijn helpers in zijn huishouding.
Tot U, die zetelt in de hemel hoog, hef ik vol hoop mijn oog. Zoals een knecht let op zijn heren wenken of hij zijn gunst wil schenken, zoals het oog der dienstmaagd vol vertrouwen rust op de hand der vrouwe, zo zien wij op tot God, den Heer, tot Hij ons weer genadig zij.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 6 november 2012, 16:57
Onderwerp: kreet van de week
|
|
|
Dan Stanford: “Ervaring is wat je opdoet als je niet krijgt wat je hebben wilt."
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 6 november 2012, 09:05
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Dinsdag 6 November, Psalm 122; Kom ga met ons.
Ik ken massa’s mensen die helemaal niet blij zijn als de klok luidt. Er zijn nogal wat kinderen die liever thuis blijven als het kerktijd is. Trouwens, voor veel volwassenen is het blijkbaar ook geen pretje: lege kerkbanken geven te denken. In de psalm is dat anders, totaal anders. Daar staat iemand te juichen, alleen al bij de oproep: ‘Kom, we gaan, we vertrekken richting Jeruzalem! Ga je mee?’ Nu is er een groot verschil tussen kerkgangers en tempelgangers. Die bedevaart naar Jeruzalem maakte je hooguit een paar keer per jaar. En als je dan in Jeruzalem was, dan was het ook echt feest: zang en dans, lampen en lichtjes, eten en drinken, een feestvierende menigte. Dat is in onze kerken anders. Een pepermuntje tijdens de preek is de enige versnapering en het zingen kan ook wel iets vrolijker. Aan de andere kant: je kunt niet elke zondag een compleet feest vieren, zoals dat het geval kon zijn met duizenden pelgrims in Jeruzalem. Een kerkdienst is per slot van rekening niet veel meer dan een eenvoudige samenkomst in de huiskamer van de gemeente. En toch… als je die wekelijkse gang naar de kerk als een bedevaart wilt zien, als een ‘optocht’, een tocht opwaarts, dan ligt toch een vergelijking met de tempelgangers voor de hand. We gaan óp! We heffen ons hart omhoog, tot God. En in gedachten zie je al voor je: de toekomst van de Eeuwige, het nieuwe Jeruzalem, waarin het nieuwe Jeruzalem, waarin het leven dag in dag uit één groot feest zal zijn.
Hoe sprong mijn hart omhoog op in mij, toen men zeide: ‘Gord u aan om naar des Heren huis te gaan! Kom ga met ons en doe als wij! Jeruzalem dat ik bemin, wij treden uwe poorten in, u, Godsstad, mogen wij ontmoeten! wel saamgevoegd en wel gebouwd, o schone stede, die wij groeten.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 5 november 2012, 10:14
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Maandag 5 November, Psalm 121: 5-8; Gaan en komen.
Het Hebreeuwse woord dat hier wordt gebruikt voor wat in onze vertalingen ‘bewaren’ heet, het werk van de ‘wachter’, is een woord dat ik menigmaal in Israël aantrof op tafeltjes in restaurants. ‘Gereserveerd’. In onze taal van de psalm: ‘Bewaard’. Dat is nu precies wat de psalm over de Wachter van Israël wil zeggen. Hij bewaakt, Hij bewaart ons leven, Hij reserveert je. En dat doet Hij zolang wij leven. Van de wieg tot het graf. Ja, dat staat er in feite! Gaan en komen, zo lees ik in de vertaling. Maar in het Hebreeuws staan er ook woorden die worden gebruikt voor geboren en begraven worden. Uitgaan, uit de moederschoot. En ingaan, in de aarde, in het graf. De psalm ziet op het eind dus verder dan onze pelgrimsneus lang is. Het gaat niet alleen over vertrekken en weer thuiskomen. Het gaat ook over geboren worden en sterven. Het gaat over heel die pelgrimsreis die ons leven is. Van die reis wordt nu gezegd dat de Eeuwige je reserveert. God zij gedankt en geprezen: Hij zet zijn volk apart! Hij bestemt het voor een bijzondere taak op deze aarde. Israël zal zijn lof zingen, wereldwijd, voor het oog van alle volken. Maar een soortgelijke opdracht kreeg ook de gemeente van de ware Israëliet, Jezus, de Gezalfde. Ook wij zullen een stad op een berg zijn, een licht op de korenmaat. Daartoe heeft de Eeuwige ons gereserveerd. In de doop krijg je daar een teken van. In het doopwater is onze aanstelling getekend, onze roeping bevestigd: Hij haalde je, uit het water van de moederschoot. Hij haalt je eenmaal ook uit de diepe doodsjordaan. Van de wieg tot het graf zal de Eeuwige je bewaren.
De Heer zal u steeds gadeslaan, Hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt. Hij zal uw komen en uw gaan, wat u mag wedervaren, in eeuwigheid bewaren.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 4 november 2012, 09:32
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zondag 3 November, Psalm 121: 1-4; Mijn herder zal niet slapen.
Mijn trouwpsalm! Ónze trouwpsalm! Ik zie achterom. Heeft de Eeuwige echt niet af en toe een oogje dichtgedaan? Is Hem werkelijk niets ontgaan in al die jaren? Eerlijk gezegd heb ik weleens gedacht: God, waar bent U nu? Waarom grijpt U niet in? Slaapt U soms? En dan nog eens wat: heb ik nooit gewankeld? Ik zou het van mezelf absoluut niet durven zeggen. Naar mijn eigen gevoel heb ik keer op keer op het punt gestaan om te vallen. Ik wankelde soms als een standbeeld dat ter aarde dreigt te storten. Hoe kan ik nu met heel mijn hart geloven dat deze psalm het bij het rechte eind heeft? De dichter is op weg naar Jeruzalem. Een gevaarlijke reis! Op de hellingen van de bergen van Jeruzalem houden zich struikrovers schuil. Elk moment kunnen ze van de heuvels afrennen en de nietsvermoedende pelgrims kort en klein slaan, beroven en halfdood langs de kant van de weg laten liggen. De dichter van de psalm ziet op tegen de reis, als tegen een berg. Vele bergen ziet hij, huizenhoog. Wie zal hem helpen, als de nood aan de man komt? Voor hem staat vast: de Eeuwige zal hem terzijde staan. Hij zal zijn voet voor wankelen behoeden. Israëls wachter sluimert noch slaapt. De Goede Herder zal wakker zijn over zijn kudde! Geloof ik dat? Ik zou er niet op kunnen vertrouwen als ik Jezus niet kende. Hij, de Goede Herder, sliep bij tijd en wijle. Zie Hem onder zeil, aan boord van de boot waarop zijn leerlingen in een zwaar gevecht met de elementen zijn! Golven en wind ranselen het schip. En Christus? Hij slaapt. Hoe is het mogelijk? Hij wist: onze hemelse Vader blijft wakker. Altijd. Ook al zien wij daar helemaal niets van.
Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen aan, waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van mijn Here, die dit alles heeft geschapen. Mijn herder zal niet slapen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 3 november 2012, 22:08
Onderwerp: wat heb jij voor het laatst gekocht?
|
|
|
PIETER649 schreef: | Marlies Dekkers weer?
ik ben net ff naar t buitenland gereden voor n broodje shoarma |
Toch wel je paspoort getoond
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 3 november 2012, 16:20
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zaterdag 3 November, Psalm 120; Te lang al.
Nu krijgen we een groot aantal pelgrimsliederen, liederen ‘van de opvang’. Wie naar Jeruzalem trekt, betreedt de berg des Heren. En bij de tempel ga je bovendien ook nog eens de trappen op. Opwaarts, dus! Het hart en het hoofd omhoog! In dit eerste lied uit die reeks van vijftien pelgrimsliederen is er trouwens geen sprake van opgewekte pelgrimszang. Het is een lied vol kommer en kwel. De dichter zit ver van huis en moet dag en dag uit verkeren met mensen die de vrede haten. Dat valt niet mee. Zodra je één woord over vrede spreekt, staan zij als het ware al klaar met hun wapens. Wat kun je anders dan verlangen naar huis, naar Jeruzalem, de stad van sjaloom? ‘Te lang al woont mijn ziel bij mensen die vrede haten.’ Te lang. Een mens is niet gauw tevreden. De meeste mensen vinden al snel iets te lang. Of juist te kort. Dat laatste geldt bijvoorbeeld van het leven hier op aarde. Het leven vinden we allemaal veel te kort. Het vliegt voorbij en het zou eigenlijk allemaal veel langer moeten duren. Mag ik in dat hoenderhok van onvrede eens de knuppel van de dag-tekst gooien? Daar komt ie: ‘Te lang al woont mijn ziel bij mensen die vrede haten.’ Ik bedoel: waar is ons verlangen naar het koninkrijk van God, naar dat nieuwe Jeruzalem dat ons is beloofd? Wie toch een beetje hart in z’n lijf heeft en dagelijks de hartverscheurende taferelen ziet op foto’s in kranten en op televisie, de wanhoop van vluchtelingen, de pijn van slachtoffers, die zou toch wel op z’n knieën in de richting Gods toekomst willen kruipen? Het leven te kort? Je zou haast zeggen: het leven duurt veel en veel te lang!
Wee mij, want ik ben een ontheemde, ik lijd hier in een land van vreemden, reeds al te lang slijt ik verlaten mijn leven bij wie vrede haten. Vrede, behoedster van het leven, u heb ik heel mijn hart gegeven. Vrede, hoezeer ik voor u pleit, hun woord is haat, zij gaan ten strijd.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 3 november 2012, 12:13
Onderwerp: Vertrouwen
|
|
|
Ergens gelezen:
Vertrouwen Dat was me het weekje wel, zeg. De Sandy-storm in Amerika, Mark en Diederik zijn het eens over grootse plannen en meneer Bram mag geen advocaat meer zijn. De emoties slingeren alle kanten op: angst, ontzag, verdriet, wanhoop, blijdschap, scepsis, verontwaardiging, vertrouwen, wantrouwen, opluchting. Dat zijn er een hoop binnen een paar dagen. Storm Sandy leidde mijn gedachten even terug naar de momenten dat ik in Little Rock in het halletje van mijn huisje de tornado’s en zware windstoten zat af te wachten. Angst voor wat zou kunnen komen, gevolgd door opluchting dat het voorbij was en dat we het er heelhuids vanaf hadden gebracht. De stroomstoring destijds leidde wel tot leuke contacten op straat. Maar ik kan me voorstellen dat de natte, koude straten in New York wat minder aantrekkelijk zijn. Ook vanwege het gevaar geëlektrocuteerd te worden door kapotte stroomkabels. Mark en Diederik hebben een knap staaltje werk geleverd. Na al die mediastilte is de mediagekte losgebarsten: zorgpremies van twintig tot vierhonderd tachtig euro per maand. Studiefinanciering verdwijnt. Het verhogen van de pensioenleeftijd wordt wat versneld. Hypotheekrenteaftrek wordt ook voor bestaande huizenafbetalers verminderd. Pas vanaf achttien jaar alcohol mogen drinken. Werkloosheidsuitkering kun je maar een jaar krijgen straks. Daar tegenover: overheidsfinanciën op orde, minder belasting betalen over je loon en wellicht kunnen wij, de jongere generatie, ooit ook nog met pensioen. Wat een vermaak was er dan ineens over Bram die een beetje erg slordig omging met zijn boekhouding (had hij die?), de belastingdienst liever negeerde en zijn cliënten blijkbaar bedreigde in plaats van voor ze op te komen. Advocaat van de duivel. Of van zijn eigen portemonnee. Als je je duurbetaalde advocaat al niet kunt vertrouwen... Zo aan het eind van deze turbulente week waarop veel mensen onzeker zijn geworden over hun toekomst, of ze een nieuw huis zullen krijgen na de verwoestende storm, of je kinderen over een paar jaar nog kunnen gaan studeren (of jij zelf), of je straks nog naar de dokter kunt als je ziek bent, of je nog rond zult kunnen komen, of je nog een huis zult kunnen kopen, of het ooit ophoudt met de bezuinigingen die je regelrecht in je portemonnee treffen, komt er over mij een soort rust. Je druk maken over de toekomst is normaal, maar leidt nergens toe. Kijk eens naar de vogels: zij zaaien en maaien niet, hebben geen voorraden en toch zorgt hun hemelse Vader voor ze. Kijk eens naar de bloemen; zij werken niet en toch zijn ze beter gekleed dan koningen. Als God zelfs dingen die zo vergankelijk zijn zo mooi maakt, zal Hij jullie dan niet met nog grotere zorg omringen?! Iedereen maakt zich zorgen over eten en drinken en kleding. Heb vertrouwen; je hemelse Vader weet dat je ze nodig hebt en zal voor je zorgen.” (vrij vertaald naar Mattheus Hoofdstuk 6 vers 19-34). Geef jezelf of iemand die zich zorgen maakt eens een bosje bloemen, een vetbol. Kijk hoe mooi de vogels, de bloemen zijn, geniet ervan en vertrouw!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 3 november 2012, 11:55
Onderwerp: kreet van de week
|
|
|
Blijf niet hangen in wat vroeger was.....
Om bij dit topic te blijven....
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 2 november 2012, 18:03
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Vrijdag 2 November, Psalm 119: 169-176; Een smekeling.
Psalm 119, de langste uit het psalmboek, besluit met een dwalend schaap. ‘Ik was een schaap en had de weg verloren.’ Geen humbug, geen uitspraak – niets van dat al, aan het eind van dit lied. Het is een en al verootmoediging wat hier de klok slaat. Nederigheid van hart. De dichter van de psalm, zeg maar Israël in ballingschap, weet hoe het allemaal zover gekomen is. Een mooi verhaal is het zeker niet. Het is het verhaal van een verloren schaap. Dom geweest. Stom geweest. Het zweeg toen het had moeten spreken. Het heeft de geldgraaiers stilletjes hun gang laten gaan, met alle gevolgen van dien voor de sociaal zwakken. De rijken werden steeds rijker, de armen steeds armer. Alsof er geen Thora bestond, zo leefde Israël, in de dagen voorafgaande aan de ballingschap. Dan gebeuren er de gekste dingen. Dan ben je niet wakker meer, dan dut je in, als volk, als gemeenschap. Als de lijnen niet meer strak getrokken worden, als iedereen maar een beetje aanrommelt, dan begint het overal te rommelen. Dan heb je niet meer in de gaten door welke vijand je wordt bedreigd. En voor je het weet zit je ver van huis, in den vreemde. ‘Ik was een schaap, en had de weg verloren.’ Het boetekleed siert de dichter. Niet als heer of meester nadert hij tot de Eeuwige. Als een smekeling, zo komt hij. ‘Laat mijn smeekbede tot u doordringen.’Geen pretenties meer, geen beroep op eigen inzicht – hooguit de belijdenis: van uw geboden alleen verwacht ik mijn heil, die wil ik niet vergeten. De langste psalm die de goedheid van Gods geboden bezingt, eindigt met een smeekbede. Een mens die gaat op de weg van de Eeuwige wordt nooit een verwaande kwast, maar meer en meer een smekeling, een bedelaar die beseft: alleen van Gods genade kan ik leven.
Een smekeling, zo kom ik tot uw troon: Leg met uw woord beslag op mijn gedachten Opdat ik in het licht der waarheid woon. Laat niet vergeefs mij op uw bijstand wachten. Leer mij uw wet, die goed is, waar en schoon, dan loof ik U bij dagen en bij nachten.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 1 november 2012, 21:39
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Donderdag 1 November, Psalm 119: 161-168; Zevenmaal daags.
Zevenmaal – dat is nogal wat! In menig gezin is het al een geweldige prestatie om de boel één keer per dag even stil te krijgen voor de afsluiting van de maaltijd. Een korte lezing uit de Bijbel, kort gebed – voor velen is dat alles al een brug te ver, veel te veel gevraagd. Zevenmaal – dat is leuk voor monniken en nonnen in een klooster; daar doen ze dat nog, letterlijk: zevenmaal per dag schuilen zij weg in de kloosterkerk, om psalmen te zingen. ’s Morgens in alle vroegte, als de zon nog niet eens is opgegaan, luidt de eerste klok. En dan volgt daarop, als in het ritme van de hartslag, gedurende heel de dag een reeks van gebedstijden. Totdat de zon weer onder is en in de avond de Completen worden gezongen, gebeden op de drempel van de nacht. Zevenmaal – ja, in kloosters kan dat nog. Maar twee hoog achter in de Schildersbuurt? Kom er maar eens om als de ganse dag in jouw fabriek een popzender lawaai uitbraakt. Zevenmaal? Nog niet aan éénmaal kom je toe… Toch zou het een zegen zijn: bij elke maaltijd, even een moment van bezinning. Waarom wel voedsel voor de maag en geen voedsel voor de bezinning. Waarom wel voedsel voor de maag en geen voedsel voor de ziel? En dan het ochtend- en avondgebed: samen met die drie maaltijden kom je dan al op vijf keer per dag. En als je dan ook nog eens ’s morgens bij de koffie en ’s middags bij de thee een korte dankzegging zou uitspreken, zomaar stilletjes, terwijl je weer terugloopt naar je werkplek… Dan zou je precies doen wat de psalm ons voorhoudt. Ik zeg niet dat het zo móet. Ik zeg alleen dat het zo kán. Zevenmaal daags. Je kunt slechtere medicijnen voorgeschreven krijgen…
Zevenmaal daags zeg ik uw goedheid dank, rechtvaardig is uw wet en mij ten zegen. Dit geeft mijn loflied innigheid en klank. Zij die uw wet beminnen, gaan uw wegen. Zij wandlen voort in vrede, vrij en frank, geen struikelblok, geen onheil houdt hen tegen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 31 oktober 2012, 21:09
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Woensdag 31 Oktober, Psalm 119: 153-160; Dagelijks brood.
Vandaag, 31 oktober: Hervormingsdag. Lang niet overal wordt deze dag gevierd. In rooms-katholieke kring vanzelfsprekend al helemaal niet. Stel je voor: Luther was geen hervormer; hij was een afvallige, een ketter! Ik stel me zo voor dat menigeen in de Rooms-Katholieke Kerk de dagtekst van vandaag zeer waarderen kan juist met het oog op protestanten. “Ik zie de afvalligen en weerzin vervult mij, want zij houden zich niet aan uw woord.’ Moet je die beeldenstormers nu eens tekeer zien gaan! Intussen leefde in het andere kamp een soortgelijke leven: hun dikke buiken verraden al dat ze van waarachtige godsvruchtig weinig begrepen hebben! En dan de pausen in Rome, met hun pracht en praal… Wie kan daar nog de Geest van Christus in ontwaren? De gelofte van armoede? Een lachertje! De gelofte van het celibaat? Laat de minnaressen en huishoudsters het niet horen! En wat te denken van de aflaathandel? Voor vergeving grof geld laten betalen, om met dat kapitaal een kathedraal in het Vaticaan te kunnen bekostigen – een schande is het! We moesten met z’n allen vandaag maar een toontje lager zingen. Reformatie en Contrareformatie, protestanten en katholieken, we hebben allemaal boter op ons hoofd. We konden beter ons sámen schamen en sámen psalm 119 zingen. Wie in dat oude lied met die ‘afvalligen’ worden bedoeld? Alles die Gods goede geboden met voeten treden. Hoe anders de dichter, het ware, oprechte Israël! Voor het volk van de Eeuwige zijn Gods geboden als dagelijks brood. Om van te smullen! Voor zulke protestanten en katholieken is elke dag: hervormingsdag!
O Here, uw barmhartigheid is groot. Laat uw bevelen mij tot leven wekken. Talrijk zijn mijn vervolgers, zie mijn nood, maar ik blijf steeds mijn handen naar U strekken. Want uw geboden zijn mijn daaglijks brood, ik haat ze die zich aan uw woord onttrekken.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 30 oktober 2012, 20:52
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Dinsdag 30 Oktober, Psalm 119: 145-152; In de lange nachten.
Soms lukt het niet. De slaap wil niet komen. Of je slaapt eventjes en dan, midden in de nacht – je hoort iets: een geluid, een windvlaag, toch geen onraad? Je bent wakker, klaarwakker, en de slaap wil niet meer komen. En dan? De situatie waarin de psalmdichter zich bevindt, is veel ernstiger. Hij ligt wakker vanwege sluwe vervolgers. Ze hebben hem bijna te pakken. Ga dan maar eens rustig slapen…. Wat doe je dan, als je zo ligt te tobben? Je gaat je bed uit, je drinkt een glaasje water, je kijkt eens wat er nog in de koelkast ligt, je zet de televisie aan, je kijkt naar de herhalingen van het journaal, je zapt langs oude films en ranzige reclames die blijkbaar het daglicht niet kunnen verdragen. Ja zulke dingen doen wij. Maar de psalmdichter doet iets anders. ‘In de uren van de nacht houd ik mijn ogen geopend en overdenk ik uw woord.’ Dat is andere kost! Hier is iemand aan het woord die zijn bed niet uitgaat. Stil blijft hij liggen. Hij knijpt zijn ogen niet dicht, in een krampachtige poging toch de slaap weer te vatten. Hij stelt geen schaapjes. Hij kijkt met open ogen naar de Goede Herder. Hij overdenkt Gods woord. Hoe je dat precies doet? Misschien ken je een Bijbelgedeelte uit je hoofd en zeg stilletjes die woorden op. Misschien zie je in gedachten de kinderen van Israëls, gaande door de Rode Zee, op weg naar Kanaän. Misschien zie je ze zitten in Babel, in ballingschap, trouw aan Gods goede geboden, levend van zijn beloften, levend van zijn beloften. Misschien volg je in gedachten Jezus op zijn weg van stad naar stad, kinderen zegenend, zijn brood delend met wie weinig te eten heeft. Ook al zou de slaap niet komen, uitgerust zul je opstaan, fris als de nieuwe dag!
Nog voor het morgengrauwen roep ik luid; Heer, kom te hulp, ik blijf uw woord verwachten. Naar uw beloften zien mijn ogen uit des avonds laat en in de lange nachten. Wanneer Gij uw genadig oor ontsluit word ik weer levend na mijn bange klachten.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 29 oktober 2012, 21:45
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Maandag 29 Oktober, Psalm 119: 137-144; Al ben ik klein.
Klein is fijn – maar zo af en toe zou iedereen toch wel graag iets groter willen wezen. Soms heb je het gevoel dat je niet meetelt, dat zo ongeveer alle andere mensen groter zijn dan jij. Misschien niet letterlijk, niet lijfelijk, maar wel figuurlijk: belangrijker, aanzienlijker, meer geliefd. In onze samenleving heb je dat gevoel al heel gauw wanneer je overtuigd christen wilt zijn. ‘Jij naar de kerk, elke zondag? Man, wat ouderwets! Geen seks zodra je een relatie hebt? Wat bekrompen! Nooit een keertje flink doorzakken na een avondje stappen, lekker laveloos op je bed je roes uitslapen? Wat achterlijk!’ In gedachten zie ik Paules, de apostel. Klein – das hij. Niet voor niets heette hij Paules. ‘De kleine’ betekent die naam. Ontelbare malen heeft men pogingen gedaan hem nog kleiner te krijgen dan hij al was. Hij is gekleineerd, uitgelachen, halfdood gestenigd, opgesloten. Maar in al die omstandigheden bleef Paules trouw aan zijn Zender. Hij had maar één passie: het evangelie van zijn Heer wereldwijd verkondigen. Niets liever wilde hij liever. Alle volken moesten het horen: hoe groot is Gods genade is voor ieder die gelooft. Paules verkondigde een God die een zwak heeft voor het kleine. Niet alleen de eerste, niet alleen de beste staat bij onze hemelse Vader hoog genoteerd; ook – en soms denk ik wel eens: vooral! – de minste mens, de geringtse, de kleinste! Dus: wanhoop niet wanneer mensen op je neerkijken. In Gods koninkrijk staan nedrigen van hart hoog genoteerd. Bij God zijn de kleinste de grootsten.
Uw woord is louter en volkomen rein. Uw dienaar houdt steeds in hoge ere. Al word ik ook veracht, al ben ik klein, met uw beloften blijf ik stil verkeren. Heer, uw gerechtigheid zal eeuwig zijn, uw wet is waar, uw recht zal triomferen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 29 oktober 2012, 21:44
Onderwerp: kreet van de week
|
|
|
Michael McDaniel: "Je bestijgt de ladder van het succes niet met je handen in je zakken."
|
|
Naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|