Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 30 augustus 2012, 21:52
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Donderdag 30 augustus, Psalm 104: 5-13; Bronnen zenden beken.
Het grote dierenbos is er niets bij: beken en bergen, vogels en vissen, alles krioelt hier door en over elkaar heen. Het is één en al leven wat de klok slaat. Heel de psalm is één groot schilderij van Gods goede schepping, een paradijs in geuren en kleuren. Bronnen bevoorraden beekjes, fonteinen vullen rivieren, overal in het dal ontspringen nieuwe stroompjes. Watervallen storten zich handenklappend naar beneden – het is één groot feest van vreugde en levenslust. De dieren houden ene vergadering, ze komen van her en der, statig of springend, de woudezels deftig stappend op tapijten van zacht mos. En intussen zingt een cantorij van vogels, het flierefluiten is niet van de lucht! Het kwettert en schettert, het zingt allemaal tot eer van de Heer: liederen overal en zonder tal. Uw bronnen zenden breken… En achter die bronnen? Daar houdt de oerbron zich schuil, de levensbron, die ongekende ader van al wat leeft. God, zeggen wij dan. Maar dat woord is maar een probeerseltje, een petieterig en pover experimentje het grote Geheim een naam te geven. God – wat zegt dat nou? Jahwe, dat lijkt tenminste een beetje op een naam, ook al spreekt geen Jood dat woord uit. De Naam! En wat voor een Naam! Ik ben die Ik ben. De Levende. De Eeuwige. De Bron van alle goed. Die bron is de bron van alle bronnen. En alle beken komen bij die Bron vandaan.
Uw bronnen zenden beken in het dal, zij storten neer als steile waterval, verbreden zich tot rustige rivieren. Van alle kant verzaamlen zich de dieren. Zij komen langzaam nader uit het bos, woudezels stappen op het zachte mos Het water tegemoet om er te drinken. Vogels doen overal hun lied weerklinken.
Laatst aangepast door
|
MARIO216
|
op donderdag 30 augustus 2012, 21:53
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 29 augustus 2012, 21:05
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Woensdag 29 augustus 2012; Psalm 104: 1-4; Op vleugels van de wind.
Prachtige beelden! Ogenblikkelijk moet ik denken aan dat schitterende lied ‘God laat zijn ongekende gang vol donkre majesteit, die in de zee zijn voetstap plant en op de wolken rijdt.’ God die wandelt op de vleugels van de wind en op de wolken rijdt… Maar wat is dat voor een God? Is dat niet een soort Sinterklaas die op zijn schimmel over de daken vliegt? Wat moet ik met die stokoude beelden? Passen die nog wel in onze moderne tijd, waarin wij zó niet meer over God wensen te denken? Is dit geen taal die rijp is voor de schroothoop? Ik zou deze eeuwenoude beelden nog maar niet in de prullenbak stoppen. Ik neem ze als modern mens anno nu gewoon weer op de lippen. Mij is geen indringender taal bekend waarmee wij zouden kunnen omschrijven hoe majesteitijker de Schepper is. Dat God de wolken niet als automobiel gebruikt, begrijp ik heus wel. Maar dat de grote dingen waarover wij ons verbazen, als speelgoed in zijn handen zijn, dat blijft een wonder, waarover je gerust in aloude, óeroude beelden zingen kunt. Zo blijven, wij geloven dat de Schepper van ons leven niet door de eerste de beste storm wordt weggevaagd. Integendeel – Hijzelf heeft de wind en de wolken onder zijn voeten.
Mijn ziel, verheerlijk God om zijne macht. Bekleed is Hij met majesteit en pracht, het licht heeft Hij als mantel omgeslagen, Hij maakt de wolken tot zijn zegewagen. Hij die de hemel uitspant als een tent, Hij bouwt zijn zalen in het firmament. Op vleugels van de wind schrijdt Hij verheven, storm zendt Hij uit, door vuur wordt Hij omgeven.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 28 augustus 2012, 21:16
Onderwerp: Zomaar
|
|
|
Ergens gelezen.
We zijn natuurlijk niet de eersten die nadenken over de grote vragen van het leven. Daarom hierbij de resultaten van een belrondje langs grote denkers uit het verleden. We vroegen hen om een oneliner op die ene grote vraag van deze website. In deze tijden van twitter en facebook hebben we natuurlijk geen tijd om hun boeken te lezen. Gelukkig hadden de meesten hier alle begrip voor. Hier volgen hun antwoorden op de vraag ‘Is dit nu alles?’. Socrates: ‘Dat lijkt maar zo’. Plato: ‘Nee, het gaat om de Idee erachter’. Augustinus: Nee en als je er anders over denkt, schrijf ik een boek tegen je´. Descartes: ´ik twijfel, dus ik denk van niet´ Pascal: ´Nee, al is de god van de filosofen niet alles´ Voltaire: ´De natuur roept ons toe dat Iemand alles gemaakt heeft´ Kant: ´Dat kun je niet weten, dat weet je toch wel?´ Sartre: ‘Ja, absurd he?’ Nietzsche: ‘Rot op – ik heb toch al gezegd dat God vermoord is!´ Kierkegaard: Nee en ironisch genoeg moet je eerst springen voordat je dat ontdekt´ Marx: ´Jazeker en wie anders beweert handelt in opium.´ Feuerbach: ´Je moet je niet inbeelden dat er meer is´. Freud: ´Dat droom je maar!´ Barth: ´Nein!´ Lyotard: ‘Nou, de grote verhalen zijn in ieder geval niet alles meer’. Ook in vroegere tijden zaten de heren geleerden dus al niet op dezelfde lijn…
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 28 augustus 2012, 21:15
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Dinsdag 28 augustus, 103: 19-22; Lof zij de Heer.
De psalm eindigt zoals de psalm begint: ‘Prijst de Heer, mijn ziel.’ Dat is dus heel persoonlijk. De dichter moedigt zichzelf aan de Eeuwige te loven, vanwege alles wat Hij deed en doet. Toch is er een verschil tussen begin en eind van de psalm. Het slot van de psalm is breder, ziet wijder. Het slot van de psalm heeft de hele kosmos op het oog. ‘Prijs de Heer, hemelse machten!’ Hier worden ook de engelen opgeroepen mee te zingen in het grote koor van hen die de Allerhoogste prijzen. ‘Prijs de Heer, al zijn schepselen.’ Breder, hoger en dieper kan het niet. Hemel en aarde worden opgeroepen deelnemers te zijn in die grootste lofzang die de Eeuwige verhogen moet. ‘Prijs hem, overal in zijn rijk.’ Maar uiteindelijk eindigt het dan ook toch weer dat heel persoonlijk waarmee de psalm ook begon: ‘Prijs de Heer, mijn ziel.’ Dit alles heeft mij wel wat te zeggen. Laat ik tot één ding beperken. Ik proef erin dat ik mij nooit achter dat kosmische, dat alles en iedereen omspannende mag verschuilen. Het gaat niet aan alles en iedereen op te roepen God te loven, terwijl wij zelf in dat eerbewijs achterblijven. Daar hebben we soms wel een handje van. Wat vinden dat het geloof in de Eeuwige steeds minder present wordt om ons heen. We vinden dat een opgroeiende generatie zich nauwelijks nog iets aantrekt van de dienst van God. We roepen de hele wereld op trouw en te zijn in de dingen van Christus en zijn rijk – maar dat doen wij zelf? Is mijn eigen ziel nog wel lof van de lofzang? Verbeter de wereld , maar zing eerst nog eens een loflied in je eigen ziel! Je wordt er niet slechter van. Je wordt er béter van: een héél mens.
Laat heel het machtig koninkrijk des Heren zijn grote naam, grote daden eren. Komt allen tot de lof des Heren saam. Lof zij de Heer in hemel en op aarde, die zijn volk zijn liefde openbaarde, en zegen gij, mijn ziel, zijn grote naam
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 28 augustus 2012, 21:14
Onderwerp: Avondmaal/(volwassen) doop
|
|
|
WILLEMIJN232 schreef: | Volgens mij niet, er moeten toch altijd ambtsdragers bij aanwezig zijn die het Avondmaal mogen bedienen? Kerkordelijk gezien dan..... |
Avondmaal kan ook thuis gevierd worden, na de kerkdienst, wanneer het avondmaal is die zondag. Aanwezig moeten zijn één diaken, één ouderling, en de predikant.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 27 augustus 2012, 21:33
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Maandag 27 augustus, Psalm 103: 13-18; Zoals een vader.
Nee, stil maar, ik weet het wel: er zijn vaders die helemaal niet zo liefdevol zijn. Er zijn er die hun kinderen slaan. Er zijn er die hun kinderen verkrachten. Er zijn er die hun kinderen doodzwijgen en constant negeren. Er zijn van die vaders die je aan de hoogste boom zou willen ophangen, die je… Over zulke vaders gaat de psalm niet. De psalm gaat uit van een situatie die je Goddank als normaal mag beschouwen: een vader die houdt van zijn kind. Dat betekent echt niet dat elke vader altijd maar alles mooi en goed vindt – geen sprake van. Liefde kan kritisch zijn. Liefde kan corrigerend zijn. Liefde kan een heleboel zijn waarop je als kind niet direct zit te wachten. Maar dat neemt niet weg dat al die minder gewenste vormen liefde wis en waarachtig alles met liefde te maken hebben. Liefde is niet zoet. Liefde doet goed – en dat is iets anders. Nu zegt de psalm van vandaag dat God is als een vader die zijn kinderen liefheeft. Hij vergeeft. Hij vergeeft niet dat wij maar mensen zijn, bloemetjes in de tuin – zo bloeien ze, zo zijn ze uitgebloeid, verlept, verdwenen. Je weet na een week of wat niet eens meer waar ze gestaan hebben. De Eeuwige is anders! Van generatie tot generatie is Hij trouw aan wie van Hem houden. Hij is als een vader, die zijn kinderen misschien niet lam- of doodslaat. Hij is als een vader die zijn kinderen niet verkracht, maar ruimte geeft, vrijheid om zelf te zoeken naar wat ziel en zinnen als goed ervaren in dit bestaan onder de zon. Zó is God. En niet anders.
Zoals een vader liefdevol zijn armen slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen God onze Vader, want wij zijn van Hem. Hij weet, dat wij, uit stof aan ’t licht gekomen, slecht leven op de adem van zijn stem.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 26 augustus 2012, 15:48
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zondag 26 augustus, Psalm 103: 6-12; Zo hoog en wijd.
Dat was toen, in de tijd van de psalmdichter, nog wel te belopen. Je deed er een flink aantal dagen over, dat wel. Misschien wel een paar maanden. Maar het kon. Je begon bij de plek waar de zon elke morgen wakker werd. Het oosten, zeggen wij dan plechtig. En je sliep naar de horizon waarachter de zon aan het eind van de dag weer ging slapen. Het westen, kortaf. En die afstand stond dan symbool voor de mate waarin de Eeuwige onze zonden van ons verwijdert. Een heel eind! Reken maar dat wie deze psalm las toen de inkt ervan nog niet droog was, door deze gedachte zeer werd bemoedigd en vertroost. Maar nu wij, eigentijdse mensen, anno vandaag. Wij weten wel beter! Althans, dat denken wij. Wij weten alleen iets méér. Wij weten dat de zon eigenlijk helemaal niet opkomt en een tijdje later weer ondergaat. Wij weten dat de áárde draait en na een dag voor een deel uit het zicht van de zon verdwijnt. Wij weten dat het oosten niet een stuk of wat kilometers van het westen verwijderd is, maar dat het oosten altijd eindeloos ver van het westen verwijderd zal blijven. Die twee bereiken elkaar nooit: de plaats waar de zon opgaat en de plek waar de zon ondergaat. Zóver heeft God van ons de zonden weggedaan! Royaler kan het niet. Guller kan God niet worden. Wat een weteschap, wat een exacte wetenschap: nooit, nooit komt er een einde aan Gods vergevingsgezindheid! Hoe dol- en doorgedraaid jij ook bent, zonde op zonde hopend, schuld op schuld, nalatigheid, altijd weer zal God nog verder doordraaien in zijn alles en altijd vergevende genegenheid. Het is eigenlijk te veel van het goede. Het is niet te geloven. En toch geloof ik het. Omdat de psalm het zegt.
Zo hoog en wijd de hemel staat gerezen boven de aarde, is voor wie Hem vrezen zijn liefde en zijn goedertierenheid. Zo ver verwijderd ’t westen is van ’t oosten, zo ver doet Hij van hen die Hij wil troosten de zonden weg, ja Hij heeft ons bevrijd.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 25 augustus 2012, 14:28
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zaterdag 25 augustus, Psalm 103: 1-5; Gedenk zijn goedheid.
Een mens moet in dit leven z’n boel een beetje bij elkaar houden. Vroeger had ik een grote knijper, die me daarbij hielp. Don’t forget, stond erop. Niet vergeten! Daar klemde je dan brieven en andere, belangrijke documenten tussen. Dingen om te bewaren. Don’t forget. Dat is thema van psalm 103. Mijn vader las die psalm zodra er iemand in het gezin jarig was. En nu doe ik het. Vergeet niet één van zijn weldaden. En dan komt me daar een opsomming, zo breed, zo wijd, zo hoog en diep – één lange lijst van dingen die je nooit vergeten mag. Vergeving gaat voorop. Dat God je schuld vergeeft – zul je eraan denken? Dat Hij je kwalen geneest. Heerlijk toch? Of klopt dat niet? Ben je ziek en blijf je ziek? Dat Hij je redt van het graf, is dat dan geen wonder? Of heb je nog maar kort te leven, terwijl je nog zo jong bent? Dat Hij je kroont met liefde, dat ligt in zo’n geval ook al niet voor de hand. Dat Hij je overlaadt met schoonheid en geluk, dat mag dan zelfs wel een pijnlijke opmerking heten. En dat je jeugd zich vernieuwt als een adelaar – dat is dan al helemaal een lachertje! Wat koop ik eigenlijk voor deze psalm? Met zo’n God ben ik noch niet jarig… Twee dingen. Voor wie van het randje van de dood wordt weggesleurd en na een periode van ernstige ziekte weer opkrabbelen mag, is deze psalm een loflied. Vanuit dat gezichtspunt is deze psalm geschreven. En in de tweede plaats: als het anders loopt, ben ik tóch jarig, gaan de vlaggen niet alleen halfstok maar ook voluit. Waarom? Omdat er ooit Eén was die zelfs gered werd uit het graf, gekroond met trouw en liefde, overladen met schoonheid en geluk én mocht meemaken dat zijn jeugd – Hij was goed 30 – zich vernieuwde als een adelaar.
Zegen, mijn ziel de grote naam des Heren, laat al wat binnen in mij is Hem eren, vergeet niet hoe zijn liefd’ u heeft geleid, gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, die u geneest, die uit het graf uw leven verlost en kroont met goedertierenheid.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 24 augustus 2012, 22:13
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Vrijdag 24 augustus, Psalm 102: 19-29; Midden in het leven.
Daar is menigeen bang voor: niet oud worden. Nu is oud worden ook niet alles. De ouderdom komt met gebreken en niemand behoeft te verlangen naar een tijd waarin niemand nog je voornaam kent. Maar het andere uiterste is ook geen feest: midden in het leven te moeten sterven. Ik heb heel wat goede vrienden al jong die weg zien gaan. Ik weet enigszins wat dat is. Het is een grote ellende. Het is schreeuwen naar de hemel. Het is huilen met wie je liefheb. Het is huilen met wie je liefhebt. Het is niet begrijpen, vragen naar het waarom – het is knokken, vechten, met jezelf en met God. De dichter van de psalm is er ook bang voor. Hij ziet het al voor zich: halverwege zijn leeftijd alles voorbij. Hij bidt. Laat het niet gebeuren, o God! Waarom zou U mij wegnemen? U hebt toch alle tijd – U hebt de eeuwigheid! ‘Uw jaren duren van geslacht op geslacht.’ Zo smeekt hij, zo bedelt hij, om langer te mogen leven. Zou de dichter het goed zien? Is het God die ons zulke dingen aandoet? Besluit Hij op een hemelse achternamiddag dat het welletjes is en dat jij nu maar de laatste adem moet gaan uitblazen? Is de Eeuwige algemeen directeur van de firma Leven? Ik dacht het niet. Wij kunnen wel denken dat God voortdurend aan allerlei touwtjes trekt, en de geloofsovertuiging van velen kan die gedachte nu wel onderschrijven, maar daarmee is dat nog niet de laatste waarheid. Ik geloof niet dat God wil dat wij midden in het leven sterven. Hij wil dat wij midden in het dood zullen leven!
Argeloos ging ik mijn wegen. Plotseling kwam God mij tegen, Greep mij aan en brak mijn kracht. Nu richt ik tot Hem mijn klacht: Laat niet midden in het leven mij de duisternis omgeven, Gij, die eeuwen telt als uren, laat mij één geslacht lang duren.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 23 augustus 2012, 21:58
Onderwerp: Vakantie 2012
|
|
|
Nog voor dat ik op vakantie ben geweest al een korte vakantie geboekt tussen de kerst en oud- en nieuw.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 23 augustus 2012, 21:53
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Donderdag 23 augustus, Psalm 102: 10-18; Eeuwig roem.
Eeuwig roem – daar behoef je niet op te rekenen. Hooguit praten de mensen nog een paar jaar na je dood over je. ’t Was toch wel een zus of zo man of vrouw, zeggen de mensen dan. Dan is het voorbij. Voorgoed voorbij. Als je veel hebt betekent, op welk gebied dan ook, kan het iets langer duren. Dan heb je kans dat je na een eeuw nog hier en daar in een naslagwerkje met ere wordt genoemd. Slechts een enkeling overleeft qua naam de wegglijdende eeuwen. Groten in de politiek, kerkvaders, beroemde kunstenaars – maar niet de gewone man. ‘Mijn dagen gaan heen als een schaduw, ik moet verdorren als gras.’Opgaan, blinken en verzinken – dat is het normale patroon. Onze houdbaarheidsdatum is beperkt. Het kan een tijdje goed gaan, maar dan komt toch op een dag de dokter met het bericht dat er niets meer aan te doen is. Je mag afscheid nemen. ‘As is het brood dat ik eet, het water dat ik drink vermeng ik met tranen.’ Zo overgaat het de psalmdichter. Zo vergaat het Israël. Maar dan klinkt als een klaroenstoot, dwars door de klaagzang van deze psalm heen: ‘Maar u, Heer, troont voor eeuwig, uw roem zal duren, geslacht na geslacht.’ Dat is andere taal! Dat is de troost waaraan de dichter zich optrekt. Hij maakt zichzelf niet wijs dat zijn eigen leven toch ook wel íets heeft voorgesteld heeft voorgesteld en dat het allemaal toch niet zo gek is wat hij presteerde. Nee, de eeuwige roem van de Allerhoogste, die is hem tot troost. Dat Hij er zal zijn, van generatie tot generatie, díe gedachte houdt hem op de been. Gods tij, zijn stad zal zeker komen!
Gij, Heer, troont te allen tijde, steeds zal men uw naam belijden van geslachte tot geslacht. Gij zult opstaan in uw kracht. Gij zult ons verlossing schenken, Sion eindelijk gedenken, Tijd is ’t voor uw grote daden, eindelijk tijd voor uw genade.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 22 augustus 2012, 19:38
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Woensdag 22 augustus, Psalm 102: 1-9; Als een vogel op het dak.
Op het dak van de wereld staat een kruis. En op dat kruis, op het dak van de wereld, zit een vogel. Christus, zo heet die vogel. Daar zit Hij, daar hangt Hij, eenzaam. Nooit was iemand eenzamer dan Hij. Zijn vrienden staan spotten om Hem heen. De hele dag wordt Hij gehoond en uitgelachen. Vreemde vogel op het werelddak, wat doe je daar, wat hang je daar, waar is nu die God van je, die je zou bevrijden? Gaat deze psalm over Jezus? Nee. En toch, ja. De psalm gaat over een ongelukkige die dreigt te bezwijken en nu zijn klacht uitstort voor God. Mager, broodmager is hij. Uitgeteerd. Schuw als een vogel op het dak, zo zit hij ineengedoken. Slapen kan hij niet meer. Hij is kapot van alles wat er is gebeurd. Compleet kapot. En wat doet hij nu? Wild om zich heen slaan kan hij niet. Protesteren misschien? Bij wie, bij welke instantie? Ja, bij God, dat zou nog kunnen. En dat doet hij dan ook. Hij roept de hemel aan: de laatste instantie die wellicht nog iets voor hem kan betekenen. ‘Heer, hoor mijn gebed, laat mijn hulpkreet u bereiken.’ Is dat dan nog de vraag: of God hem horen wil? Eigenlijk niet. Maar je vraagt het je toch af, als je je zo eenzaam voelt.
Als een vogel, die in steppen zich wanhopig voort moet reppen, als een witte pelikaan, ver van alle hulp vandaan, als een uil in ’t puin verborgen, wacht ik angstig op de moren. Eenzaam moet mijn hart hier waken als een vogel op de daken.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 21 augustus 2012, 21:16
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Dinsdag 21 augustus, Psalm 101: 5-8; Ik duld hem niet.
Wat gaan we nu krijgen? Intolerantie? Ja, inderdaad: intolerantie. Een mens van de Messias is lang niet altijd tolerant. Sterker nog: een mens die in het spoor van de Messias gaat, is bij tijd en wijle fanatiek intolerant. Zie de psalm van vandaag. ‘Een trotse blik, een aanmatigend hart, verdraag ik niet.’ Er zijn mensen met wie je niet kunt leven. Dat zijn soms buitengewoon aardige, gezellige mensen. Ze praten over van alles en nog wat, ze weten over iedereen wel iets – en dan lang niet altijd de leukste dingen. Maar, wees eerlijk, dat zijn dan ook vaal de meest opzienbare dingen. Roddel is het niet, want het is gewoon de waarheid. Dus vertellen maar, doorgeven, van de een naar de ander. Gemeen? Welnee, het zijn toch geen leugens, het is gewoon zo. Een beetje aangedikt misschien, dat wel. En ook verteld met een air van ‘gelukkig’ maar dat ik anders ben’ – maar verder is alles geheel conform de waarheid. En de waarheid mag gezegd worden, toch? Nee, de waarheid moet soms verzwegen worden. Alles wat een ander belast, alles wat een druk kan leggen op een medemens, moet ik achterwege laten. Laat staan dat ik dingen ga vertellen waarvan ik niet eens helemaal zeker ben. Om van geroddel, leugens en listen maar te zwijgen! Ik moet ook niet tolereren dat anderen in mijn bijzijn zulke dingen doen. Daar is het gat van de deur! zeg ik dan. Trotse blikken, aanmatigende harten, ik verdraag ze niet. Die intolerantie verwacht ik van Israëls koning. En ook van mijzelf.
Verdelgen zal ik uit het land de kwaden, die heimelijk hun naasten durven smaden, in wier verharde hart de trots gebiedt, ik duld hen niet.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 20 augustus 2012, 21:27
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Maandag 20 augustus, Psalm 101: 1-4; Het kwaad kan niet kennen.
Onthouding – dat is een kernwoord in het leven van de Messiaanse mens. Wie koninklijk leven wil, en profetisch, en priesterlijk, die moet goed onthouden waarvan hij zich onthouden moet. Nee, aan seks denk ik niet, al denk ik er nu wel even aan. Met seksualiteit heeft deze onthouding niets te maken. Met celibatair leven heeft deze onthouding niets van doen. Koningen, priesters en profeten waren in Israël gehuwde mannen. Toch leefden ze in onthouding. Ze onthielden zich van onrecht en bedrog, van list en van leugen. Althans, dat was het doel waarnaar zij streefden. Wie zich daar niet van onthield, stond in de hofannalen, de Koninklijke notulen, niet goed aangeschreven. Integendeel. Op een mens van God moet je kunnen rekenen. Dat was toen zo. En dat is nu nog zo. Een christen wil het kwaad niet eens kennen. Om het woord niet te kennen, moet je je onthouden. En dat valt deze kwade dagen om de drommel niet mee. Dat valt voor de duvel net mee! Want die duvel wil niets liever dan dat wij het kwaad wél kennen. Goéd kennen. En dan kénnen in de bijbelse zin van het woord: er gemeenschap mee hebben, ermee omgaan, er deel aan hebben. Kansen te over, in deze moderne tijden. Ongezien kun je alles zien. Onopgemerkt kun je alles opmerken. Mobiel, digitaal, on line. Je maakt jezelf wijs dat je er part nog deel aan hebt, dat je er geen cent aan uitgeeft – maar intussen zit je vooraan in de rij van de voyeurs en speel je met je creditcard hoog spel. De man van de psalm niet. ‘Het kwaad wil ik niet kennen.’ Ik ken een man – hij schreef ook psalmen – die dat even vergeten was. Hij speelde overspel. Hij pleegde moord. Hij heeft het geweten, toen zijn geweten wakker werd. Ik zou er niet aan beginnen. Alleen al daarom niet. Wie het kwade niet kent, die is pas een vent!
Onrecht en schande, afval van den Here, ik haat het, ja ik zal het van mij weren. Ik wil niet kennen wie zijn boze hart in ’t kwaad verwart.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 19 augustus 2012, 10:22
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zondag 19 augustus, Psalm 100: 4-5; Goed.
God is tof. Dat zeg ik niet. Dat zegt de psalm. Zo staat het er in het Hebreeuws. God is tof. De Heer is goed. Er staat niet: goed dat er een God is. Zo in de trant van: je moet er toch niet aan denken dat er geen helder pakket normen en waarden zou bestaan. Iedereen zou voor het vaderland weg gaat stelen en overspelen, roven, moorden, liegen en bedriegen – vreselijk! Dus: goed dat er een God is. Zal er uiteindelijk toch nog gerechtigheid zijn op aarde… Dat mag allemaal waar zijn, maar dat staat niet in deze psalm. Hier staat niet dat het goed is dat er een God is, hier staat zelfs niet dat God goed is. Hier wordt namelijk niet zomaar over ‘God’ gesproken – hier wordt, die Ene, de Eeuwige, met naam en toenaam genoemd. De Heer, staat er. Eigenlijk is dat geen naam. Hooguit een aanduiding van een mysterie. In het Hebreeuws zijn het vier letters. JHWH. Die vier letters betekenen helemaal geen ‘mijnheer’ of iets dergelijks, maar ‘Ik ben er bij.’ Oftwel: Ik ben er! Ik ga met je mee. Daarom zou je ook, wat sommigen doen, die naam kunnen vertellen met: de Eeuwige. Of: de Trouwe. En nu wordt hier, in deze psalm, die Naam gebruikt en van die Naam wordt gezegd dat die goed is! ‘Ik ben erbij’ is tof! Goed. Onvoorstelbaar goed, zegt de psalmberijming. Dat staat er wel niet, maar het drukt wel heel mooi uit hoe extatisch de psalmist hier wordt. Hij wil er een feest van maken, daar in de tempel. Laat het maar juichen en jubelen, laat het maar schetteren en schallen daar in de voorhoven van het heiligdom. Heerlijk! Want de Eeuwige verdient het. Hij is tof! Zijn liefde is overstelpend. Zijn trouw gaat maar door: van grootouders naar kleinkinderen, van geslacht op geslacht. Halleluja!
Want God is overstelpend goed, die ons in vrede wonen doet. Zijn goedheid is als morgendauw: elk nieuw geslacht ervaart zijn trouw.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 18 augustus 2012, 09:36
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zaterdag 18 augustus, Psalm 100: 1-3; Dienstvaardig.
Ik moet voor de Heer dienstvaardig zijn. Goed dat ben ik graag. Tot uw dienst, Heer! Zegt U maar wat ik vandaag voor U kan doen. En wat zegt de Heer, volgens de psalm? Prima, beste broeder, zo mag ik het horen – dien Mij dan maar met vreugde! Ik protesteer zo vriendelijk en eerbiedig mogelijk. Met vreugde, mijn God? U weet niet half wat U dan van mij vraagt! Ik kan toch moeilijk op commando blij zijn? Ik houd bovendien helemaal niet van die vrije, blije christelijke types, die de ganse dag maar ‘blij, blij, mijn hart is altijd blij’ lopen te wezen. Ik ben zo vrolijk niet, qua karakter. U mag me veel vragen; dat ik netjes mijn werk doe, dat ik mensen help en van tijd tot tijd een goed woordje doe voor U, maar niet dat ik dat ook nog met een opgewekt gezicht doe. Zo leuk is het leven nu ook weer niet, goede God. Dat mag allemaal zo zijn, de psalm vraagt om vreugde. Vreugde op commando. Hoog bevel! Van de gedachte dat dit niet kan, wenst de psalm niet te horen. Het moet, en daarmee uit. En waarom? Omdat God het verdient. De Allerhoogste verdient het allerbeste. Dus: ons blijmoedig hart. En als je dat niet hebt, dan maak je het maar. Zo moeilijk is dat ook nu weer niet. Per slot van rekening heb je toch wel enige reden om droefenis in te ruilen voor vreugde. Je bent een schaapje van zijn kudde! Misschien een zwak schaap, misschien een dom schaap, maar een je bent er een. En van wat voor een kudde! En met wat voor een herder! Mooier kun je het niet krijgen. Meer argumenten om je ziel eens hartig toe te spreken en tot blijdschap aan te zetten, had je nog nooit en zul je ook nooit meer krijgen. Mens, je bent er een van Hem! Loof de Heer, met alles wat in je is.
Juicht Gode toe, bazuin en zingt. Treedt nader tot gij Hem omringt, Gij aard’ alom, zijn rijksdomein, zult voor den Heer dienstvaardig zijn.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 17 augustus 2012, 10:38
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Vrijdag 17 augustus, Psalm 99: 6-9; Vol genade.
Dat eerste, dat is mooi: dat God de kinderen van Israël antwoord gaf. Via mannen als Mozes, Aäron en Samuël gaf de Eeuwige zijn woorden, zijn wetten. Prima, een mooie gedachte! En dat is ook heel best: dat de Eeuwige Israël de zonden vergaf. Zo is God, denk je al gauw als je dit leest. Typisch God! Groot en goed, vol van genade, een en al barmhartigheid. Maar dan komt dat derde onderdeel van de tekst van vandaag. ‘Een God die hun misdaden strafte.’ Dat is minder. Dat is zelfs onbegrijpelijk. Dat kan toch niet, zo redeneer je al gauw met een beroep op wat je ooit uit de Bijbel leerde. God vergeeft en vergeet. Zodra Hij de zonden vergeven heeft, praat Hij nergens meer over. Dan is alles vergeven en vergeten. Nooit komt Hij er meer op terug. En dan zal deze psalm ons nu wijsmaken dat God , na de vergeving van zonden, Israël alsnog strafte vanwege die misdaden. Klopt niet! Kan niet! Onuitstaanbare gedachte! Ik vrees dat het wél klopt. Ik vrees dat het zo nog altijd gaat. Het kwaad straft zichzelf. Je mag geloven dat oprecht berouw over alcoholmisbruik door de Allerhoogste wordt beantwoord met zijn volmaakte vergeving. Maar dat neemt niet weg dat de straf van een leveraandoening blijvend letsel geeft. En zo zouden er nog veel meer voorbeelden te noemen zijn van wat de gevolgen van onze zonden zijn.
Here, onze God, bitter was hun lot. Gij hebt hen verhoord, ja Gij gaaft uw woord. Uw vergiffenis was voor hen gewis. Gij zijt vol genade, ook al wreekt Gij ’t kwade.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 16 augustus 2012, 09:34
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Donderdag 16 augustus, Psalm 99: 1-5; Beef voor zijn vermogen.
Ik kijk op internet naar een site die ‘buienradar’ heet. Vanuit Frankrijk zie ik een forse regenbuien ons landje binnen drijven. Nog een paar uur en de straten zijn hier kletsnat. En dat alles kan ik nu al zien aankomen. Letterlijk. De techniek staat voor niets! Maar in mijn Bijbel kom ik vandaag cherubs tegen en ene God voor wie de volken moeten beven. Hoe is dit alles nog te rijmen, anno nu? Zijn die engelen en die bevende volken en die straffende God nog wel iets van deze tijd? Wat moet ik met die verouderde, mythologische beelden? Pardon! Verouderd? Mythologisch? We moesten ons schamen voor dit soort scheldwoorden. Deze psalm is zo up-to-date als de website die ‘buienradar’ heet. Het recht zal zegevieren! De Heer is koning! Daar mogen inderdaad de volken wel voor beven. De volken – dat zijn, in bijbeltaal, de mensen die er andere goden op na houden: schrikgoden, duivelse goden, angstgoden, op kindermoord en seks beluste goden. Daar moet je bij Israël niet mee aankomen! De Heer is koning, de God die stem heeft, die een woord voor de wereld heeft, die recht spreekt en recht doet. Beefde de aarde maar nu al voor Hem. Niet dat het Hem recht doet is om angst en de schrik. Zo is Hij niet, de God van Israël. Integendeel! Hij wil de angst en schrik verjagen, eens en voorgoed. Maar daar moet wel iets voor gebeuren. En als dat niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Dus: volken, beef! Aarde, sidder! Denk maar niet dat engelen die stomme nepgoden van jullie zullen dragen. De engelen houden alleen hoog die Ene, die een God is van liefde, maar ook van recht.
God is Koning, Hij sticht zijn heerschappij. Volken, hoort zijn stem. Buigt u, beeft voor Hem, die met macht gekroond op de cherubs troont. Aarde, word bewogen, beef voor zijn vermogen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 15 augustus 2012, 10:05
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Woensdag 15 augustus, Psalm 98: 4-9; Rivieren klappen.
Applaus! Dat zal me een geklater geven, als alle rivieren in de handen gaan klappen… Om over de bruisende oceanen nog maar te zwijgen! Het is dat je weet dat het maar beelden zijn, anders zou je er bang voor worden. Overigens, misschien zijn deze beelden juist bedoeld om onze angst te bedwingen. Want gaan we niet werkelijk die kant op: hoogopspattende rivieren, kolkende oceanen, stijgende zeespiegels, stranden en landen veroverende tsunami’s? Het zou best eens kunnen. Maar in de psalm daarover geen woord. Of toch? Zijn die bruisende zeeën en die applaudisserende rivieren soms verbeeldingen van wat wij geloven mogen: dat in het oordeel ons voordeel verborgen ligt? Deze laatste woorden schreeuwen om toelichting. Ik bedoel dit. Ons einde zou wel eens Gods begin kunnen zijn. Hij heeft wel vaker uit onze afbraak iets nieuws opgebouwd. De Eeuwige ziet kans uit de dood leven te wekken, uit de nacht het licht. Waarom dan ook niet uit catastrofale natuurrampen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde? Eeuwenoude profetieën zouden zo nog wel eens letterlijk in vervulling kunnen gaan. Om bang van te worden? Ja en nee. Hoor ik de bergen klagen over tekort aan sneeuw? Nee, zij jubelen om de komst van een nieuwe tijd! Hoor ik de rivieren zuchten en steunen onder het geweld van water en wind? Nee, het is hun applaus dat je hoort: ze verwelkomen Hem die recht zal doen op aarde!
Laat alle zeeën, alle landen Hem, alle landen Hem prijzen met een blij geluid. Rivieren klappen in de handen, de bergen jubelen het uit. Hij komt, Hij komt de aarde richten, Hij komt, o volken weest verblijd, Hij komt zijn koninkrijk hier stichten, zijn heil en zijn gerechtigheid.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 14 augustus 2012, 21:28
Onderwerp: Nederlands is moeilijk
|
|
|
Nederlands moeilijk te leren? Men spreekt van één lot, en verschillende loten, Maar ’t meervoud van pot is natuurlijk geen poten. Zo zegt men ook altijd één vat en twee vaten, Maar zult u ook zeggen één kat en twee katen? Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik vloog. Maar zeg nou bij wiegen beslist niet: ik woog, Want woog is nog altijd afkomstig van wegen, Maar is dan ‘ik voog’ een vervoeging van vegen? Wat hoort er bij ‘zoeken’? Jazeker, ik zocht, En zegt u bij vloeken dus logisch: ik vlocht? Welnee beste mensen, want vlocht komt van vlechten. En toch is ik ‘hocht’ niet afkomstig van hechten. En bij lopen hoort liep, maar bij kopen geen kiep. En evenmin zegt men bij slopen ‘ik sliep’. Want sliep moet u weten, dat komt weer van slapen. Maar fout is natuurlijk ‘ik riep’ bij het rapen. Want riep komt van roepen. Ik hoop dat u ’t weet En dat u die kronkels beslist niet vergeet. Dus kwam ik u roepen, dan zeg ik ‘ik riep’. Nu denkt u van snoepen, dat wordt dan ‘ik sniep’? Alweer mis m’n beste, maar u weet beslist, Dat ried komt van raden, ik denk dat u ’t wist. Komt bied dan van baden? Welnee, dat wordt bood. En toch volgt na wieden beslist niet ‘ik wood’. ‘Ik gaf’ hoort bij geven, maar ‘ik laf’ niet bij leven. Dat is bijna zo dom als ‘ik waf’ hoort bij weven. Zo zegt men: wij drinken en hebben gedronken. Maar echt niet: wij hinken en hebben gehonken. ’t Is moeilijk, maar weet u: van weten komt wist, maar hoort bij vergeten nou logisch vergist? Juist niet zult u zeggen, dat komt van vergissen. En wat is nu goed? U moet zelf maar beslissen: Hoort bij slaan nu ik sloeg, ik slig, of ik slond? Want bij gaan hoort ik ging, niet ik goeg of ik gond. En noemt u een mannetjesrat nu een rater? Dat geldt toch alleen bij een kat en een kater
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 14 augustus 2012, 09:21
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Dinsdag 14 augustus, Psalm 98: 1-3; Zingt een nieuw lied.
Je hebt mensen die niet graag nieuwe liederen zingen. Ze zingen liever oude liederen. Oud is vertrouwd. Daar is geen speld tussen te krijgen en er is dan ook helemaal niets tegen het zingen van oude, vertrouwde liederen. Maar het oude, vertrouwde liedje van vandaag, psalm 98, roept ons nu juist op een nieuw lied aan te heffen. Waarom? Omdat God iets nieuws heeft gedaan. Of gaat het hier toch om aloude woorden? Dat zou best eens kunnen. Het zou wel weer eens over het oerwonder van de exodus kunnen gaan, over die magistrale uitleiding van toen, de uittocht uit dat barbaarse land van nood en dood, Egypte. Hoe dan ook, ook dat aloude wonder is altijd weer nieuw. En daarom: een nieuw lied! Nieuwe woorden, nieuwe wijzen, om het vers en fris te houden, om steeds weer in eigentijdse taal en op eigentijdse tonen uit te zingen dat God groot en goed is. Halleluja! Om aan de oproep van de psalm te voldoen, ga ik naar de kerk. Daar kan ik zingen. Zingen kan ik alleen ook wel, maar juichen en jubelen in m’n eentje, dat lukt mij vaak niet. Bovendien, wat is mooier dan samen de lof van God te zingen, op verhoogde toon de Eeuwige te prijzen voor Pasen, die uittocht uit de dood? Je kunt de week niet beter beginnen dan zo, zingerderwijs: oude en nieuwe liederen. Al is het maar bij wijze van oefening. Want eens zullen we er aan moeten geloven: dan studeren we wereldwijd en hemelbreed een nieuw lied in. Het lied van het Lam.
Zingt een nieuw lied voor God den Here, want Hij bracht wonderen tot stand. Wij zien Hem heerlijk triomferen met opgeheven rechterhand. Zingt voor den Heer, Hij openbaarde bevrijdend heil en bindend recht voor alle volkeren op aarde. Hij doet zoals Hij heeft gezegd.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 13 augustus 2012, 23:55
Onderwerp: Huishoudelijke vragen mogen toch ook?
|
|
|
ERIKA129 schreef: | Oke geen vis wel de filters nagekeken dan?? |
In ieder pak zitten twee filters. Die moet je dan ook gebruiken als je een nieuw pak open maakt. Of de moter is aan zijn einde van zijn loopbaan.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 13 augustus 2012, 11:40
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Maandag 13 augustus, Psalm 97: 7-12; Licht als de dageraad.
Dat is een prachtig beeld, in de berijming van deze psalm: licht als de dageraad. Je ziet het voor je, dat rijzende licht. Langzaam komt het voor de dag, zoals de nieuwe morgen. Een veelzeggende vergelijking. Maar in de psalm zelf is er geen sprake van. Dat wil zeggen, wel over licht gaat het daar. Maar van dat licht wordt gezegd dat het uitgezaaid is. Het komt dus niet óp, zoals de rijzende zon. Het gaat ónder, zoals zaad verdwijnt in de akker waarin het is gestrooid. Die beelden ontlopen elkaar wel niet totaal; zowel de zon gaat eerst onder en komt pas later op – maar toch, ik wil die vergelijking van dat zaaien niet missen. Vreemd: noch in de oude noch in de nieuwe psalmberijming kom ik dat beeld van de verdwijning en de ondergang tegen. Toch lijkt me dat van belang, hier en overal waar het zaad in de Schrift ter sprake komt. Licht is voor de rechtvaardige gezááid. Dat wil zeggen dat je niet zomaar mag verwachten dat het op bestelling zichtbaar is. Wij zijn – zo zegt mij het evangelie van onze Heer Jezus Christus – als het erop aankomt schatrijk. Wij hebben een uitgezaaid koninkrijk! Dus: het is er bij wijze van het zaad. Het is verborgen, het ligt te wachten op betere tijden; het is er wel degelijk, maar dan bij wijze van belofte. Is er nu dan nog niets van dat licht en van die vreugde te bespeuren? Zeker wel! De berijming spreekt zelfs van vreugde die neerstroomt in de harten van wie God toebehoren. Dat is heel wat! Maar het is nog niets vergeleken bij wat komt.
Gods heil, Gods glorie staat licht als de dageraad reeds voor het oog te gloren van wie Hem toebehoren. Een vreugde van de Heer stroomt in hun harten neer. Gij die rechtvaardig zijt, weest in de Heer verblijd. Zijn naam zij lof en eer!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 12 augustus 2012, 09:31
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zondag 12 augustus, Psalm 97: 1-6; In de verborgenheid.
Ik mag niet denken dat God mijn vriendje is. Hij is wel mijn Vriend, maar niet mijn vriendje. Dat eerste is een wonder. Die grote, onmetelijk grote Schepper van hemel en aarde: onze Vriend! Dat tweede, is géén wonder. Juist omdat God zo groot is, kun je niet zomaar met Hem babbelen en borrelen, alsof hij jouw vriendje zou zijn. Je mag wel tegen Hem aanpraten – dat doen de psalmen ook. Je mag Hem zelfs aanroepen, je mag Hem zelfs aanklagen. Maar Hij is niet je vriendje! Hij gaat gehuld in wolk en duisternis. Dat werd al duidelijk in de woestijn, toen Israël goed en wel bevrijd was uit Egypte en bij de berg Horeb kwam. Daar gaf de Eeuwige aan Israël zijn goed geboden. Tien Woorden – geen tien vriendschappelijke adviesjes. Levenswoorden, gegeven door een stem die vanuit een wolk en duisternis klonk. Zo is God met zijn volk Israël meegegaan, heel die lange weg van Egypte naar Kanaän: in wolk en duisternis. Zeker, er was vuur in die wolk. Midden in de pikdonkere nacht kon je nog zien waar Hij was, God in zijn verborgenheid. Toch was en bleef God gehuld in die duisternis. Zo licht is Hij, God enkel licht, dat Hij met recht de Verborgene heet. Je weet nooit wie je in Hem hebt. Je weet wel wat je aan Hem hebt. Je weet dat Hij de volstrekt Betrouwbaar is. Hij is die Hij is. Je kunt op Hem rekenen. Geen wonder dat de poten onder zijn troon ‘recht’ en ‘gerechtigheid’ heten. Daar baseert Hij zich op. Hij zit op het recht. De God van Israël is een rechter. En wat voor een! Een rechter die recht doet. Dat kun je helaas niet van elke rechter zeggen… Mij dunkt: weer een reden om te zingen!
Groot Koning is de Heer. Volken, bewijst Hem eer, breek uit in jubel, aarde, nu Hij de macht aanvaardde. De landen wijd en zijd zijn in zijn naam verblijd. Op recht en op gericht heeft Hij zijn troon gesticht in de verborgenheid.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 11 augustus 2012, 22:45
Onderwerp: Dag, lieve vrouw....
|
|
|
Dag, lieve vrouw…
Via de achterdeur kom ik binnen Kijk naar haar, zittend aan de keukentafel De grijze haren, in een knot gestoken Het blauwe schortje nog voorgebonden Al is de tijd van ijver lang voorbij Dag lieve vrouw.. Ze kijkt terug, even staan haar ogen dof Dan beginnen ze te glimmen Er gaat een lichtje branden zowel in haar ogen, als in haar hart Ik loop op haar af en geef haar een kus Dag lieve vrouw.. Samen zetten we koffie Want alleen gaat het zo moeilijk 'Iedereen wil oud worden, niemand oud zijn' Geen cliché voor haar Ik knik begrijpend en voel de pijn De wereld wordt ’n beetje vreemd voor haar De wereld van vroeger overspoelt haar Het oude zit in haar hart, meer en meer Terwijl ze het nieuwe kwijtraakt
Grijnzend maken we grapjes Noem ik haar man ‘ongeduldig’ En vraag ik glimmend van wie ik dat nou toch heb.. Opa Genieten van het moment Nadat ik opsta en wegga, Weet ik dat ze morgen niet meer weet dat ik er was Weet ik dat het morgen anders kan zijn
Dag, lieve oma…
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 11 augustus 2012, 18:09
Onderwerp: Apple heeft de religie van het beest(appel, hapje, eva...)
|
|
|
WILLEMIJN232 schreef: | Zo kan je overal wat bij bedenken he? Moet ik nu mijn Iphone wegdoen? Of mag ik hem ondanks dit gewoon blijven gebruiken???? Hoe dan ook.....mijn Iphone gaat niet weg, veel te handig..... |
Daarnaast doe je de krokodil dus helemaal fout
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 11 augustus 2012, 09:35
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zaterdag 11 augustus, Psalm 96: 7-13; Het loflied van de bomen.
De bomen als juichende toeschouwers langs de kant van de weg: daar komt Hij, de Heer der wereld! Leve de Koning, dat de bomen met al hun takken Hem toezwaaien en Hem welkom heten. Dat de velden zich verblijden, dat het koren op de velden buigen zal voor Hem; laat de maïs in de kolven klappen, laat allerlei soorten groente Hem groeten! Het is een machtig perspectief dat ons hoer geboden wordt. De psalm ziet Hem al aankomen: de rechtvaardige Rechter, die eindelijk orde op zaken zal stellen en de wereld vrede brengen zal. Wie goed luistert, hoort bij voorbaat al iets van deze toekomstmuziek. Ik geef toe: je moet dan wel goed, heel goed kunnen luisteren. Ik vermoed dat de meeste mensen dat niet kunnen. Ik verwijt het niemand, want tegenwoordig is het ook haast niet meer mogelijk iets anders te horen dan lawaaimuziek. Popmuziek, zo zal dat officieel heten – en ik mar er eigenlijk helemaal niet zo negatief over doen, want popmuziek betekent gewoon populaire muziek, muziek die het populus, het brede publiek aanspreekt. En waarom zou die per definitie kwalijk moeten zijn? Toch is het wel opmerkelijk dat het ‘volk’, het brede publiek, voornamelijk houdt van lawaaimuziek. Herrie. Laat de huisschilder komen en je krijgt het er gratis bij: pop, de ganse dag een kast met popmuziek. Poppenkast is het, zo’n kast met popmuziek. Niet over liefde gaan de liedjes, maar over ‘love’. Hoewel, zo af en toe is er wel iets bij dat toch aan de psalmen doet denken. Dan proef je ook in een popsong iets van hetzelfde verlangen: naar sjaloom. Naar gerechtigheid, naar het einde van elke oorlog. Zulke liedjes zullen er misschien ook wel bij zijn, te zijner tijd, als de bomen psalmen zullen zingen en de Koning binnenrijdt.
In ’t lied dat klinkt als Hij zal komen zijn aard en hemel opgenomen, de zee herhaalt het duizendvoud en door de stilte van het woud weerklinkt het loflied van de bomen.
|
|
Naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|