Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: maandag 7 december 2009, 17:42
Onderwerp: Gedichten van Frits Deubel
|
|
|
de levensberg
ied're dag beklimmen wij de berg gaan we opwaarts schreê voor schrede en als 't avondrood haar sluier spreidt kijken we stil naar beneden weer zien we het afgelegde pad soms zich kronk'lend langs ravijnen en we danken God dat Hij Zijn licht over ons opnieuw liet schijnen
telkens steiler, smaller wordt de weg en hoe meer de top gaat dagen de betreden paden onder ons tot een dunne lijn vervagen
zo gaan wij op onze levensberg ied're dag iets meer naar boven met de sterkste bergstok die er is: 't machtig kinderlijk geloven
fd
www.geestelijkegedichten.nl
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: maandag 7 december 2009, 16:03
Onderwerp: Neem uw kruis op
|
|
|
Neem uw kruis op
Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (1977 of HSV) Vertaling door M.V.
“Hij zei tegen allen: Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij, die zal het behouden. Want wat baat het een mens heel de wereld te winnen en zichzelf te verliezen of zelf schade te lijden? Want wie zich voor Mij en Mijn woorden geschaamd zal hebben, voor hem zal de Zoon des mensen Zich schamen wanneer Hij zal komen in Zijn heerlijkheid en in die van de Vader en in die van de heilige engelen”. (Lukas 9:23-26)
Vele jaren geleden, toen ik nog een jongeman was, had ik me vast voorgenomen één mijl onder de vijf minuten te lopen, 5 kilometer onder de 18 minuten, 5 mijl onder de 30 minuten, 10 kilometer onder de 37 minuten, en 10 mijl onder één uur. Tegen dat ik 33 jaar oud was, had ik de eerste drie doelstellingen bereikt. Ik miste mijn doel van 10 mijlen onder één uur met minder dan 1 minuut. Deze tijden zijn geenszins competitief op hoog niveau, maar in de Oklahoma City Running Club was dat wel zo. Het vereiste een grote toewijding qua tijdsbesteding, training, en het juiste voedsel. Sommige vrienden van me zeiden dat ik een obsessie had, maar ik kón dit niet doen zonder de no-dige toewijding.
Toen God me redde in 1986 herinner ik me dat mijn moeder zei: “Zie goed! Mi-chael zal zich op de Bijbel werpen net zoals hij bezig was met lopen …” Ik was er niet zeker van wat zij hiermee bedoelde, maar ik heb geleerd dat toewijding aan het Woord van God gewoon deel uitmaakt van het wordingsproces van de christen die God wenst dat wij zouden zijn. Het vereist toewijding en gehoorzaamheid aan Gods vereisten, Zijn heerlijkheid, het verloochenen van uzelf, sterven aan uzelf, onderwerping aan anderen, en de Heer lief te hebben boven alles.
“Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet geko-men om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen om tweedracht te zaaien tussen een man en zijn vader, en tussen een dochter en haar moeder, en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn.
Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard. En wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mij niet waard. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen; en wie zijn leven verloren zal hebben omwille van Mij, zal het vinden” (Mattheüs 10:34-39).
Allen die tot Christus komen hebben vrede met God. Maar, echt christendom en het wereldsysteem zijn geenszins verenigbaar. Waarom?
Het wereldsysteem is in opstand tegen God. Als daarom het koninkrijk Gods manifest wordt in gelovigen, zullen zij niet toegeven aan het tijdelijke want zij zijn niet langer van deze verloren en stervende wereld.
Hun waarden en wegen zullen groeien naar Christus-gelijkvormigheid naarmate zij geestelijk opwassen. Dit zal in conflict komen met hen die nog in de duisternis zijn, en dat kunnen nauwe verwanten zijn. Het Griekse woord dat in deze pas-sage vertaald wordt met “vrede” is “eirènè”. In deze context verwijst de Heer naar een gebrek aan conflict tussen mensen. Hij zegt ons dat de redding niet meebrengt dat er vrede komt tussen de ge-redde en zijn of haar verloren vrienden en familie. In feite stelt Hij dat deze verwantschap tussen Hem en degenen die Hij redt, meebrengt dat er strijd zal zijn, dat het een “zwaard” zal brengen, in hun persoonlijke relaties. Het Griekse woord hier voor “zwaard” is “machaira”. In deze context verwijst dit woord naar “oorlog”. De oorlog tegen het wereldsysteem en het koninkrijk van God wordt gelokaliseerd in de gelovige zijn persoonlijke relaties met ongelovige vrienden en verwanten.
Dit legt op de Christen een grote druk om overeenkomstig de verlangens van die vrienden en ver-wanten te handelen. Onze Heer zegt dan:
[b]“Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard”.[/b]
Het Griekse woord dat onze Heer hier gebruikt voor “liefhebben” is “fileo”. Dit woord spreekt van een liefde in de betekenis van gelijke belangen hebben met elkaar, bevriend zijn. Het woord “waard” hier is “axios”. Het betekent waardig, gepast, geschikt zijn. Wat zegt dit mijn broeders? Denk eraan, dit komt vlak nadat Jezus zegt dat als iemand tot Hem komt hij of zij automatisch deel zal hebben aan het conflict tussen het wereldsysteem en Gods koninkrijk. De “fileo” waar de Heer hier van spreekt, betekent meer affectie voor en interesse te hebben in degenen die nog in het we-reldsysteem zitten, ook nauwe vrienden en verwanten, en dat maakt iemand onwaardig voor Hem als Heer en Redder. Uiteraard, niemand is waardig, maar hier spreekt onze Heer over hen die reeds tot Hem gekomen zijn en die nu in conflict zijn met hen die nog in het wereldsysteem zitten, hun verloren vrienden en verwanten. Als zij toestaan dat hun affecties voor dezen in het wereldsysteem, een wig drijven tussen henzelf en Christus, dan onthullen zij hun onoprechtheid.
Onze Heer drukt hier sterk op in de volgende frase:
“En wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mij niet waard. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen; en wie zijn leven verloren zal hebben omwille van Mij, zal het vinden”.[/b]
Jezus zegt ons hier dat totale overgave aan Hem, zelfs tot het punt van te sterven, het kenmerk is van een ware discipel van Hem. Zij zullen niet toestaan dat persoonlijke relaties met ongelovige vrienden of familie tussen hen en Christus in komen te staan - hun toewijding aan Hem is compleet. Zij moeten zich volkomen aan Hem overgeven. Alleen wedergeborenen willen en kunnen dit doen. Onze Heer tracht hier niet verloren, niet-wedergeboren mensen aan Hem te binden. Hij legt uit dat zij die echt de Zijnen zijn, dit zullen doen. Hun totale overgave aan Hem kenmerkt hen als echte discipelen. Deze overgave is volkomen en verbreekt de greep die het wereldsysteem op hen heeft omdat zij voor de wereld gestorven zijn.
[b]“Toen zei Jezus tegen Zijn discipelen: Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden. Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel?” (Mattheüs 16:24-26)
Ziet u hier het niveau van toewijding die de Heer eist om Zijn discipel te kunnen zijn? De wederge-borenen zijn nieuwe scheppingen. Zij zijn gestorven en opgestaan tot het nieuwe leven in Christus. Zij zijn in de wereld, maar maken er geen deel van uit. De wereld zal proberen hen terug te slaan, weg van Christus, om aan de wereld gelijkvormig te worden, maar de echte gelovige zal er extreem mee in botsing komen wanneer dit gebeurt. Wij moeten voortdurend op onze hoede zijn voor deze aanvallen. Wij worden opgeroepen de discipelen van onze Heer te zijn, Hem te volgen en onze eigen kruisen te dragen. De echte discipel van Christus verloochent en sterft aan zichzelf, het “ik”, en wijdt zich aan een gehoorzaam leven in Hem. Volmaaktheid is in dit leven niet te bereiken, en zo zullen periodes van strijd en conflict met ons vlees ons kunnen brengen in tijden van twijfel en wanhoop. Maar daarom bestaat voor ons de troon van genade, en hebben we gebed, en een genadi-ge God die de Zijnen vergeeft een reinigt.
Mijn broeders, vergeet nooit wat onze Heer zei:
“Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden”.
Echte gelovigen gaan Gods koninkrijk binnen door de smalle poort, die weinigen vinden. Door deze smalle poort te gaan vereist het opgeven van iemands leven, ter wille van Christus. Dit betekent te sterven aan uzelf en het opnemen van uw kruis, en Hem volgen op het smalle, moeilijke pad dat naar het Vaderhuis leidt. Zij die het einde van dit pad halen, bewijzen hun echtheid door hun wandel. Dit zijn degenen die zich geheel aan Christus toegewijd hebben. Zij die afvallen en bestendig afwijken van het smalle pad, bewijzen hun onechtheid. Er bestaan vele namaakpaden, en geen van alle leidt tot de Vader.
Bevindt u zich op het juiste pad? Soli Deo Gloria!
Lees ook: Christus, kruis en lijden: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/kruis.pdf
Homepage: www.verhoevenmarc.be
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: maandag 7 december 2009, 14:24
Onderwerp: Vervolg Twee Naturen
|
|
|
GEEN VEROORDELING
Maar het grote en heerlijke feit van het Evangelie van Gods genade is, dat ofschoon het geweten van de gelovige hem altijd vanwege zonde en falen in zichzelf moet veroordelen, God hem hier niet voor veroordeelt.
Want God ziet de gelovige in Christus, alsof hij reeds door alles heen gegaan is en het achter zich gelaten heeft, al de schuld en het oordeel dat op hem was door de zonde. Zo is hij voor altijd vrij en buiten het bereik van verdoemenis en oordeel. Dit schijnt te mooi om waar te zijn en de eerste reactie hierop is dan ook meestal: ‘Dat kan niet waar zijn, God moet de zonde veroordelen’.
Ja, inderdaad moet God de zonde veroordelen maar het grote feit is dat Hij de gelovige reeds ver-oordeeld heeft en dit vonnis van verdoemenis over hem heeft uitgevoerd toen Christus in zijn plaats aan het kruis hing. Zo is rechtens de gelovige dood. Hij stierf in de Persoon van Christus, zijn Plaatsvervanger.
Christus’ dood wordt voor God als de zijne gerekend. Zo is hij niet langer onder de veroordeling vanwege zijn oude natuur en zijn zonden. De veroordeling is reeds gebeurd toen Christus het oor-deel op Zich nam voor ons. ‘Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn (Rom 8:1).
Wij hebben reeds gewezen op dit grote feit van het Evangelie dat Christus het antwoord is voor alle schuldgevoel. Hij heeft het oordeel gedragen en het achter zich gelaten en wij zijn vrij.
CHRISTUS DE ENIGE BRON VAN KRACHT
Maar Christus is ook het antwoord op al ons strijden tegen de zonde. In Hem alleen is de kracht die wij nodig hebben voor de overwinning. Maar voordat wij bereid zijn naar Hem op te zien voor deze kracht moeten wij volkomen elke gedachte, dat wij de zondige neigingen van onze oude natuur in eigen kracht kunnen overwinnen, opgeven.
Dan pas, en niet eerder, zullen we bereid zijn onszelf volledig aan Hem over te geven en Hem in Zijn kracht door Zijn Geest, die verlossing en overwinning over de zonde, waar wij zo erg naar ver-langen, laten uitwerken. Wat een bevrijding van onze ellende als wij tot het einde komen van ons-zelf en al het vertrouwen in ons vlees verliezen en ons alleen maar volledig overgeven aan Hem, om Hem de bevrijding van de sterke banden der zonde te laten uitwerken.
Zolang wij nog enig vertrouwen koesteren in onszelf en nog steeds strijden in eigen kracht, verhin-deren we Hem alleen maar om krachtig door Zijn Geest in ons leven te werken. Christus geeft ons een eenvoudige illustratie in Joh 15 hoe deze kracht werkt, als hij het beeld van de wijnstok en de ranken gebruikt.
‘Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook gij niet indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de Wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt Gij niets doen’ (Vers 4 en 5).
Zie naar de grote trossen druiven die aan de rank hangen. Waar kreeg die rank het vermogen van-daan om zulke wonderlijke vruchten voort te brengen? Zeker niet door zijn eigen pogingen, maar door verbonden te blijven met de wijnstok zodat deze zijn levenbrengende sappen in de rank kon laten vloeien, om vrucht voort te brengen. Zo is het ook met een christen. Van zichzelf heeft hij geen kracht om vrucht voort te brengen, zelfs niet als er in de nieuwe natuur het verlangen is om dit te doen. Al zijn strijden in eigen kracht eindigt alleen in een ellendig falen en nederlaag, maar wanneer hij tot het besef komt van zijn eigen krachteloosheid en de strijd in eigen kracht opgeeft en van zichzelf afziet naar de Heer, vloeit er kracht van Hem door de Heilige Geest die overwinning geeft over de zonde en vrucht is ons leven, met vreugde en vrede in onze zielen.
We hebben hiervan een voorbeeld in het wandelen van Petrus op de golven in Mat 14:28-33. Petrus had in zichzelf geen kracht om op het water te wandelen en dat wist hij. Maar toen hij zijn oog op de Heer gericht hield, ondersteunde Hij hem bij iedere stap die hij deed door Zijn kracht. Maar toen Petrus zijn ogen van de Heer afwendde begon hij te zinken.
Wat deed hij toen? Proberen om boven water te blijven? Neen. Hij deed het enige wat hij kon doen. Hij riep tot de Heer om hem voor zinken te behoeden.
En de Heer strekte onmiddellijk Zijn hand uit en hief hem op. Zo is het ook in ons geestelijk leven. Wij hebben geen kracht in onszelf om goed te wandelen. Maar als we hiervoor op de Heer blijven rekenen en zo onze stappen nemen zal Hij ons door Zijn Geest kracht geven om verder te wandelen met Hem. En als wij verzuimen dit zo te doen en beginnen te zinken, wat doen we dan. Eenvoudig tot Hem roepen om hulp zoals Petrus deed en dan zal Hij ons oprichten.
Laten we nooit dit grote feit uit het oog verliezen dat Christus altijd het antwoord is op alles wat ons probeert te verontrusten en dat we in Hem alleen het antwoord kunnen vinden. Zonder Hem kunnen wij niets doen. Hoe meer wij met Hem verbonden blijven hoe meer wij overwinning, vrede en vreugde zullen hebben, en zonder Hem is er geen werkelijke vrede mogelijk.
Homepage: www.verhoevenmarc.be
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: maandag 7 december 2009, 14:21
Onderwerp: Twee naturen Deel 2
|
|
|
DEEL 2
In onze eerste publikatie (blad 8) werd onderstreept dat elk wedergeboren kind van God zowel een menselijke als een goddelijke natuur heeft ontvangen.
De goddelijke natuur bezegelt zijn eeuwig behoud; Christus heeft ons door Zijn zoenbloed een eeu-wig heil bereid en God is getrouw, allereerst jegens Zijn Zoon.
Hoe wij hier op aarde ook leven, wat Christus ons verworven heeft, wordt niet aangetast. Toch is het wel degelijk van groot belang dat wij leren leven naar de goddelijke natuur en niet blijven ge-hoorzamen aan onze menselijke natuur, omdat God met die laatste geen gemeenschap kan hebben, zelfs niet met de ‘gerechtigheden’ daarvan.
Omdat de goddelijke natuur in ons hunkert naar gemeenschap met God, zullen we ons ongelukkig voelen als we leven naar het vlees, naar de oude mens. En dan komen er ook twijfels.
Hoe ontvangen we daarna toch weer zekerheid omtrent onze redding en hoe overwinning? Niet door af te gaan op onze gevoelens, die zo sterk beïnvloed worden door ons praktische leven. Alleen het geloof dat God waarachtig is en getrouw, en onze oprechte schuldbelijdenis herstellen de gemeenschap met God.
Aan de hand van twee brieven laat de schrijver zien hoe wij de Heer terugvinden. Hier volgt de tweede brief:
‘Ik zou graag willen dat u voor me bad, want jaren geleden was ik zeker van mijn behoud maar ik ben afgedwaald en heb verscheidene jaren in zonde geleefd. Enkele maande geleden kreeg ik zo’n afkeer van de zonde en de wereld dat ik op zekere dag op mijn knieën neerzonk en God vroeg mij te vergeven dat ik zover was afgedwaald. Ik geloof dat Hij dit deed, maar toch heb ik niet de vreugde in mijn hart zoals ik voorheen had.
Twijfels kwamen in mijn gemoed dat ik misschien nimmer de Heer Jezus werkelijk had aangenomen. Dit was mijn eerste ervaring: Toen ik bad was het alsof ik een hand zag die mijn naam schreef. Ik hield op met bidden tot dit beëindigd was. Toen zei ik luid: Dank U, mijn God.
Het grootste deel van de volgende dag bracht ik op mijn knieën door met Hem te danken. Ik geloof-de met heel mijn hart dat mijn naam in Het Boek des Levens was geschreven. Ik was zo gelukkig en vertelde iedereen dat God mij gered had. Ik begon mijn Bijbel te lezen en zag voor de eerste keer Jezus zoals Hij in de Bijbel wordt geopenbaard.
Gedurende een tijd was ik heel gelukkig maar toen werd ik weer koud en begon opnieuw af te dwa-len. Ik heb me afgevraagd waarom ik dit gedaan heb als ik werkelijk behouden was!’
Er zijn twee dingen die u duidelijker moet gaan zien om uw ervaring en de reden voor uw twijfels te kunnen verstaan. In de eerste plaats hebt u uw zekerheid meer gefundeerd op uw ervaring dan op het volbrachte werk van Christus. Ervaring, hoe kostbaar die ook is, is niet het fundament van uw zaligheid en kan ook niet de basis van uw geloofszekerheid zijn. Christus stierf voor onze zonden, en dat alleen is de grond voor onze zaligheid.
Hij stierf voor onze zonden en Hij droeg de verdoemenis en het oordeel dat wij verdiend hadden, niet alleen om wat wij doen maar ook om wat wij zijn.
Zonden in woorden, daden en gedachten zijn uitsluitend de werkingen van onze zondige natuur. Als u een heilige natuur had, kon u geen zonde doen, want uw heilige natuur zou de zonde verafschuwen en haten en u zou elke verzoeking tot zonde mijden en verwerpen.
Dit is het wat wij in Christus zien. Hij had een absoluut heilige natuur en daarom wees Hij te allen tijde iedere verzoeking af. Zijn eten en drinken was het doen van de wil van de Vader. Hij zocht nooit Zijn eigen wil te doen maar de wil van de Vader, Die Hem gezonden had (Joh 4:34; 5:30).
Maar wij hebben een gevallen natuur die zijn eigen wil liefheeft en zijn eigen weg wenst te gaan zonder er zich om te bekommeren of het God behaagt of niet.
Niet alleen moest Christus sterven voor onze zonden, maar die gevallen natuur van ons moest ver-oordeeld worden tot de dood. Toen Christus voor u aan het kruis was, was uw gehele leven met al zijn zonden vanaf de tijd dat u in de wereld kwam tot de tijd dat u de wereld verlaat, bekend bij God, ja ook uw zondige natuur. Uw natuur en al uw zondige gedachten, gevoelens en daden waren onder Zijn ogen. God ziet immers zowel de toekomst als het verleden; tijd maakt voor Hem geen verschil. Christus nam uw plaats in en God handelde met Hem in uw plaats.
Hij deed met Christus alsof Hij was wat u bent en Hij gedaan had wat u deed.
Dit is de betekenis van 2 Kor 5:21: ‘Hem, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt’.
Dat betekent dat God Hem behandelde alsof Hij een zondig schepsel was, in plaats van wij. Hij veroordeelde niet alleen onze zonden maar veroordeelde ook onze zondige natuur en sprak het doodvonnis uit, maar in soevereine genade en liefde voor ons voltrok Hij dat doodvonnis aan Christus die dit in onze plaats droeg.
Dat is de reden waarom Hij het in de doodsangst van Zijn ziel uitschreeuwde: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ (Matt 27:46). Hij werd verlaten om hetgeen u bent en doet. Hij nam uw plaats in en droeg dit voor u. Dus kunt u zeggen als u naar Christus kijkt die voor u stierf en Gods oordeel over de zonde droeg: ‘Dood en oordeel zijn achter mij, omdat Christus het alles in mijn plaats heeft gedragen’.
Waar is Christus nu? In het graf? Neen, Hij is aan de rechterhand van God. God heeft uw zonden op Hem gelegd en Hij veroordeelde Hem in plaats van u.
Zou Hij daar kunnen zijn als er ook maar één zonde achter gebleven was waarover God geen vol-doening had gekregen? Zeer zeker niet. God zou Hem in Zijn tegenwoordigheid niet kunnen ver-dragen als er ook maar één zonde van u op Hem was. Dit is dus het geweldige wat we moeten zien. ‘Hij werd overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardigmaking’ (Rom 4:25).
Dat wil zeggen, toen Hij werd opgeheven aan het kruis, waren al uw zonden op Hem, maar toen God Hem uit de doden opwekte, was dat omdat al uw zonden volledig weggewassen waren door Zijn bloed. Er is geen zonde die men u ten laste kan leggen, nu u geloofd hebt in Christus want God heeft dat alles aan Christus ten laste gelegd en Hij heeft al het oordeel erover gedragen. Hij heeft al de zonden en het oordeel achter zich gelaten toen Hij uit de dood verrees en Zich zette aan de rech-terhand van God. Nu bent u dus gerechtvaardigd en gereinigd van al uw zonden.
Dit is het waar uw zekerheid voor God op gebaseerd is en dit is waar u op moet zien om zekerheid te hebben, en niet de ervaring die u had toen u Christus aannam. Christus zei in Joh 5:24: ‘Voor-waar, voorwaar Ik zeg u, wie Mijn Woord hoort en Hem gelooft die Mij gezonden heeft, heeft eeu-wig leven en KOMT NIET IN HET OORDEEL, want hij IS OVERGEGAAN vanuit de dood in het leven’.
Waarom? Omdat Hij veroordeeld werd in onze plaats en de volledige straf aan het kruis droeg. En doordat Hij nu verrezen is, heeft Hij die veroordeling voor eeuwig achter Zich. En dus zijn allen die in Hem geloven overgegaan uit de dood in het leven.
Hier is nu een belangrijk punt wat u moet zien. Als u Christus ontvangt, ontvangt u ook een nieuw leven in Hem. U werd opnieuw geboren. De Geest van God maakt u een deelgenoot van dat leven dat Christus ontving toen Hij uit de dood verrees. Daarom lezen wij in Kol 2:3: ‘Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, LEVEND GE-MAAKT MET HEM toen Hij al onze overtredingen kwijtschold’, God heeft u tezamen met Chris-tus een nieuw leven gegeven. U was dood in uw zonden. Er was geen leven voor God, maar nu heeft Hij u levend gemaakt met hetzelfde leven dat Hij aan Christus gaf toen Hij Hem uit de dood opwekte.
Dit leven nu, dat u tezamen met Christus hebt ontvangen, kan nooit meer onder het oordeel komen. Christus ontving dit leven nadat Hij door het oordeel was gegaan en dit achter Zich had gelaten.
‘Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn’ (Rom 8:1). Wij staan voor God vereenzelvigd met Christus die aan Gods rechterhand aanvaard is, nadat Hij door de dood en het oordeel is gegaan. Dit is de basis van uw aanneming voor God en dit is het waarop u moet zien om zekerheid te heb-ben. Het is niet uw gevoel en helemaal niet uw ervaring, maar wat God heeft gedaan voor u, door al uw zonden en veroordeling op Christus te leggen en Hem op te wekken uit de dood en Hem een plaats te geven aan Zijn rechterhand, nadat Hij het oordeel volledig ondergaan en achter Zich gela-ten had.
U bent in Christus. Zijn dood is de uwe, Zijn leven is het uwe, en Zijn plaats aan Gods rechterhand is ook voor u. Zo hebt u niet alleen een nieuwe ‘positie’ voor God in Christus, maar u hebt ook een nieuw leven uit Hem.
De natuur van dit nieuwe leven echter, is God lief te hebben en de zonde te haten en daarom voelde u zich ellendig en ongelukkig toen u in de zonde leefde, nadat u terug gevallen was.
De oude natuur is er nog steeds en de nieuwe natuur ook. Daaruit ontstaan al uw conflicten. De nieuwe natuur haat de zonde en de oude natuur heeft de zonde lief. En daarnaast keurt uw geweten de zonde af en de Geest van God woont in u om u van zonde te overtuigen zodat u niet gelukkig met de zonde zult kunnen zijn. U zag uw zonden en u voelde ze en toen begon u uzelf af te vragen: Als ik behouden was, waarom doe ik dan deze dingen?
Het feit dat u zich deze dingen afvraagt bewijst dat u kijkt naar uw ervaring om te weten of u werkelijk gered bent in plaats van naar wat Christus gedaan heeft voor u.
Uw zaligheid en aanneming en behoud hangen van Christus af en van Zijn werk voor u aan het kruis en niet van iets wat u doet. Maar als u uw oude natuur zijn gang laat gaan en laat zondigen, zal het u ongelukkig maken. U verliest dan uw zaligheid of uw zekerheid niet maar u verliest uw vreugde.
Wat moet er dan gebeuren? U moet uw zonden aan God belijden en uzelf oordelen en uw wil aan God overgeven en dan zult u weer gelukkig zijn. Misschien krijgt u niet hetzelfde gevoel van vreugde dat u eerst had maar het zal uw hart een werke-lijke vrede geven.
Een ander belangrijk punt is om op te merken: Hoe kunt u overwinning over uw oude natuur krijgen zodat u niet opnieuw behoeft terug te vallen? Niet door er tegen te strijden maar door uzelf aan God over te geven en naar de Heer Jezus te zien voor de kracht die u nodig hebt.
Net zoals Petrus toen hij op het water wandelde bij iedere stap die hij deed door de kracht van de Heer opgehouden moest worden, zo moet u in alle dingen die u doet door Zijn kracht ondersteund worden. Als u zou proberen om het in eigen kracht te doen zou u falen maar als u rekent op Hem dan zal Hij u nimmer in de steek laten.
Nu zullen we naar het volgende punt gaan zien: Hoe kunnen wij overwinning over zonde hebben.
KRACHT OM TE OVERWINNEN
In Christus is er kracht om te overwinnen. Maar voordat we genegen zijn om ons naar Christus te wenden voor kracht moeten we ONS EIGEN ONVERMOGEN LEREN KENNEN.
In Rom 7:15-25 beschrijft Paulus de ellendigheid van een ziel die strijdt tegen de zonde die hij haat maar in zichzelf geen kracht vindt om de zonde te overwinnen. Iedere wedergeboren ziel gaat, voordat hij het geheim van overwinning leert kennen, die alleen door de kracht van Christus door Zijn Geest verkregen wordt, in meerdere of mindere mate door deze pijnlijke ervaring.
Zonde doen die hij inwendig haat en waar hij tegen strijdt om dan alleen doordroeve ervaring te leren dat hij machteloos is om te overwinnen. Hier volgt de beschrijving van dat strijden dat iemand ertoe brengt om Gods weg in Christus te vin-den voor bevrijding en overwinning: ‘Want hetgeen ik doe, dat begrijp ik niet; want hetgeen ik wil doe ik niet, maar hetgeen ik haat dat doe ik. En indien ik hetgene doe dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe dat zij goed is.
Ik doe dan datzelve nu niet meer, maar de zonde die in mij woont. Want ik weet, dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is bij mij, maar het goede te doen dat vind ik niet. Want het goede dat ik wil, dat doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
Indien ik hetgene doe dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde die in mij woont. Zo vind ik dan deze wet in mij: Als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar de inwendige mens: Maar ik zie een andere wet in mijn le-den, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is.
Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Chris-tus, onzen Here. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde’ (Rom 7:15-26 SV).
In deze verzen wordt van drie wetten gesproken: De wet van God, de wet van het gemoed (de wet van het verstand NBG) en de wet der zonde. ‘Ik heb een vermaak in DE WET VAN GOD naar de inwendige mens; maar ik zie een andere wet in mijn leden, strijdend tegen de WET VAN MIJN GEMOED, en mij brengend in gevangenschap van de WET DER ZONDE welke in mijn leden is’ (Eng. Vert.).
De wet van God is de openbaring van Zijn wil, die Hij aan de mens heeft gegeven. De wet van het gemoed is de uniforme werking van de nieuwe Goddelijke natuur in iedere wedergeboren ziel, die altijd lust heeft in de wil van God en de zonde haat. De wet der zonde is de werking van de oude natuur die altijd zijn eigen weg wil gaan zonder zich te bekommeren om Gods wil. In wezen is het een diep gewortelde vijandschap tegen God. De wet der zonde is, zoals hier gezegd, in de leden; de lust die hij in de wet van God heeft, die in vers 23 wordt genoemd de wet van het gemoed, is in de ‘inwendige mens’. Het is de nieuwe Goddelijke natuur die iedere wedergeboren ziel heeft, die de bron is van deze verlustiging in de wet van God en haat tegen de zonde en die hem dwingt om te strijden tegen de werking van de zonde in zijn oude natuur.
Deze nieuwe natuur wordt aangemerkt als zijn werkelijke ‘ik’ - zijn ‘inwendige mens’ - dat wat hij nu in het diepst of in het centrum van zijn vernieuwde wezen is.
Deze twee naturen, het nieuwe Goddelijke leven dat ieder christen van God heeft ontvangen toen hij werd wedergeboren en de oude zondige natuur die hij door natuurlijke geboorte van Adam heeft, worden scherp tegenover elkaar gesteld en zijn volledig tegengesteld in hun verlangens en bedoelingen.
De liefde en de genegenheid van de één is tot de zonde, terwijl de ander God liefheeft en Zijn wil verlangt te doen. Dit verlangen van de nieuwe natuur om de wil van God te doen, doet voortdurend de strijd ontbranden tegen de zonde die het haat. Zo ontstaat dan een ellendig en ongelukkig gevoel als er aan de zonde wordt toegegeven. Opvallend is dat in dit Schriftgedeelte geen melding wordt gemaakt van Christus of van de Heilige Geest.
De mens strijdt hier in eigen kracht tegen zijn oude natuur zonder naar Christus op te zien of op Hem te rekenen dat Hij door Zijn Geest kracht zal geven tegen de zonde. Deze ervaring van strijd en nederlaag, die dikwijls maanden ja zelfs jaren kan duren, is inderdaad zeer vernederend en pijnlijk.
In vers 18 vinden wij echter twee waardevolle lessen die in deze strijd worden geleerd. ‘Want ik weet, dat in mij (dat is in mijn vlees) GEEN GOED WOONT. Want het willen is wel bij mij, maar hoe HET GOEDE TE DOEN dat vind ik niet’.
Met andere woorden, door deze voortdurend terugkerende strijd en nederlaag komt de mens tot het besef dat er in hemzelf (dat is in zijn vlees, of in de gevallen natuur die hij door natuurlijke geboorte van Adam heeft gekregen), geen goed woont. Deze natuur is altijd geneigd tot de zonde en het kwade.
Bovendien, zelfs ofschoon hij nu een nieuwe goddelijke natuur heeft ontvangen, die zijn lust heeft in het doen van de wil van God en de zonde haat, heeft hij toch nog geen kracht in zichzelf om zijn zondige natuur te overwinnen. Hij leert zo ten eerste, dat er van nature geen goed in hem woont; en ten tweede, dat hij zelfs nadat hij deelgenoot van de goddelijke natuur is geworden, in zichzelf geen kracht heeft om de wil van God te doen, waar zijn nieuwe natuur zo naar verlangt om die te doen.
Na deze pijnlijke waarheid te hebben geleerd van zijn totale zondigheid en krachteloosheid om te-gen de zonde te strijden, schreeuwt hij het in wanhoop uit: ‘Ik ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?’.
Hij heeft nu geleerd dat indien hij ooit overwinning over de zonde zal krijgen, hij de kracht die hij daarvoor nodig heeft, zal moeten krijgen uit een bron buiten zichzelf. Hij heeft een ander nodig die binnen komt en hem de kracht geeft tot bevrijding en overwinning.
Maar als hij uitziet naar een bevrijder, worden zijn ogen onmiddellijk op Jezus gericht die hij dan van harte uitroept als Heer. Inderdaad, Hij is het die het antwoord is op deze doodskreet: ‘Wie zal mij verlossen?’. Wat een ommekeer is er nu, van ellende naar dankbaarheid. Als hij dit gaat zien, zegt hij: ‘Ik dank God door Jezus Christus, onze Heer. Hij is de Ene en de Enige die van de schuld en van de macht van de zonde kan vrijmaken. Veel van de ellende van een ziel die door deze strijd met de zonde gaat, ontstaat doordat zijn geweten hem voortdurend veroordeelt bij het toegeven aan de zonde. En het is goed dat zijn geweten hem niet alleen veroordeelt voor elke zonde die hij doet, maar ook over het niet doen van de goede dingen, waarvan hij weet dat hij ze moet doen.
Vervolg ...
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: maandag 7 december 2009, 14:12
Onderwerp: Twee naturen Deel 1
|
|
|
Twee naturen
Dit is een samenvoeging van twee artikelen die verschenen zijn in de nummers 8 en 9 (juni en aug. 1976) van het tijdschrift ‘Brood voor een hongerig hart’, Mandolinehof 36, 2992 NH Barendrecht, Nederland. Als bronvermelding werd opgegeven: E.C.H., uitgave Grace and Truth, U.S.A.
DEEL 1 Elk wedergeboren kind van God ontvangt de goddelijke natuur. Deze nieuwe goddelijke natuur is door een soevereine daad van God, door Zijn Geest en door het Woord, in de gelovige ingeplant. De gelovige heeft dus dezelfde natuur in zich als die in God is. Zoals hij door zijn natuurlijke geboorte deel kreeg aan de gevallen natuur, zo heeft hij nu door de nieuwe geboorte deel aan de natuur van God. ‘Wat uit het vlees geboren is, is vlees (de natuur die wij bij de natuurlijke geboorte ontvangen hebben); en wat uit de Geest geboren is, is geest (de natuur die we bij de wedergeboorte ontvangen). Verwondert u niet, dat ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden’ (Johannes 3:6,7).
‘Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerste-lingen Zijner schepselen’ (Jakobus 1:18 SV).
‘Gij die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwigblijvende Woord van God’ (1 Petrus 1:23 SV).
‘Door welken ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der God-delijke natuur deelachtig zoudt worden’ (2 Pe 1:4 SV). Deze Goddelijke natuur of dit leven dat in de gelovige geplant is, is onlosmakelijk met de Persoon van Christus verbonden, Die ook de oorsprong ervan is.
Wij lezen dan ook: ‘God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven, wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet’ (1 Joh 5:11,12).
En wederom: ‘Uw leven is met Christus verborgen in God ... Christus die ons leven is’ (Kol 3:2,3).
Deze nieuwe Goddelijke natuur en het leven stroomt uit Christus. Hij is de oorsprong en de bron, en dit leven heeft dezelfde hoedanigheden en karaktertrekken in de gelovige als in Christus ... dezelfde verlangens en dezelfde vreugden. En daarom kan het alleen vrij tot uiting komen als het in de gelo-vige kan werken zoals het destijds in Christus werkte toen Hij hier op aarde was.
Sommige mensen zeggen dat wij in deze moderne twintigste eeuw in andere omstandigheden leven dan Christus. In zekere zin is dit zo, als wij naar de moderne vindingen en gemakken kijken, maar de menselijke natuur in zijn onderlinge relaties met mensen is helemaal niet veranderd, en in die zelfde omstandigheden openbaarde zich de goddelijke natuur in Christus, toen Hij onder de mensen leefde. En juist deze menselijke verhoudingen zijn het gebied waar de goddelijke natuur in de kin-deren van God werkzaam is ten behoeve van God en van de mensen.
Het is belangrijk om deze waarheid van de goddelijke natuur in de gelovige duidelijk te zien. Zon-der wedergeboorte - zonder deze goddelijke natuur - is blijvende zaligheid niet mogelijk. Wie uit God geboren is, is in een eeuwige verhouding met God gebracht. Hem is gegeven deel te hebben aan Zijn blijvende Goddelijke natuur - aan Zijn eeuwig leven. Dit goddelijke leven in de gelovige is alleen gelukkig als het werken kan naar zijn eigen natuur - naar zijn eigen verlangens.
De wezenlijke eigenschappen van goddelijk leven zijn heiligheid en liefde. Dit leven vindt zijn diepste bevrediging in een volkomen dienstbaarheid aan God en de mensen. De gelovige kan dan ook alleen maar gelukkig zijn als hij dit soort leven heeft. Want alleen in zulk een leven kan de goddelijke natuur zich ontplooien naar haar aard.
Waarom kocht God ons vrij met zo’n hoge prijs, door de offerande van Zijn eigen Zoon? Waarom was Christus gewillig om de prijs van onze verlossing met Zijn eigen bloed te betalen? Zeer zeker niet door één of andere uitwendige dwang, want boven God is er geen macht die hier aandrang zou kunnen uitoefenen. Maar dan moet de drang vanuit Zijn eigen natuur zijn gekomen, die vreugde vond om in onzelfzuchtige liefde anderen te dienen.
De kinderen van God hebben deel aan deze zelfde Goddelijke natuur, en dus maakt een leven van liefde en onzelfzuchtige dienst hen gelukkig. Maar een zelfgericht - een zichzelf zoekend leven - onderdrukt de goddelijke natuur in de gelovige en geeft hem een ellendig gevoel. Dan is er nog het belangrijke feit dat de Heilige Geest van God in de gelovige woont en deze nieu-we natuur ondersteunt en doet groeien. Als wij ons met een gehoorzaam hart en in een geest van gebed met het Woord van God voeden, dan neemt de Heilige Geest van de dingen van Christus en laat die aan ons zien (Joh 16:14).
Omdat de nieuwe natuur in de gelovige goddelijk is, verheugt die natuur zich in God en in Zijn wil, alsook in Zijn liefde tot de mensen. Zo is er niet alleen een onzelfzuchtig verlangen dat graag de mensen wil dienen, maar tegelijkertijd een groot verlangen naar God, om in alles wat gedaan wordt alleen Hem te behagen.
Dit verklaart het feit dat de gelovige alleen maar volle vrijheid in zijn nieuwe natuur kan vinden, als hij alles wat hij doet, richt en voegt naar Gods wil. Want de verlangens van de goddelijke natuur in de gelovige en Gods wil stemmen overeen, daar zij beide uit dezelfde bron zijn. De goddelijke na-tuur in God is de bron van Zijn eigen wil en de goddelijke natuur in de gelovige brengt in hem de-zelfde verlangens voort, die naar de wil van God zijn.
Om dit samen te vatten kunnen we zeggen dat God wil wat Hij wil omdat Zijn natuur er grote vreugde in vindt, en daar de gelovige deel heeft gekregen aan deze zelfde goddelijke natuur, zal er een overeenkomstige vreugde zijn in de wil van God in iedere gelovige. En deze vreugde in de wil van God is krachtig en werkzaam in dezelfde mate als de Goddelijke natuur in de gelovige krachtig en werkzaam is.
En naarmate de goddelijke natuur in een kind van God tot ontplooiing kan komen, zodat het krach-tig en werkzaam is, zal hij gelukkig zijn. Maar aan de andere kant, in de mate dat hij toegeeft aan de verlangens van zijn gevallen natuur, zal hij zich ellendig en ongelukkig voelen vanwege het terneer-drukkende effect op zijn goddelijke natuur.
GODS WEG VAN OVERWINNING. WAAROM IS EEN GELOVIGE ZO VAAK ONGE-LUKKIG?
De niet wedergeboren mens heeft geen nieuwe goddelijke natuur; alleen zij die uit God geboren zijn hebben deze ontvangen. Maar de niet wedergeboren mens heeft een geweten. Hij weet door zijn geweten dat hij God als zijn Schepper moet liefhebben, respecteren en gehoorzamen. Maar deze gedachte is hem onaangenaam. Hij haat dit, want hij wenst zijn eigen weg te gaan en wil zelf bepa-len waarheen hij gaat en weigert om aan God te denken.
‘De goddelozen zijn als de zee, zo opgezweept dat zij niet tot rust kan komen ... De goddelozen (of kwaaddoeners) zegt mijn God, hebben geen vrede’ (Jesaja 57:20,21).
Ook voor de ongeredden verwoest de zonde hun geluk, hoeveel te meer als iemand wedergeboren is. Als de zonde wordt toegelaten brengt het zijn ziel in conflict. Zijn geweten veroordeelt het, en de goddelijke natuur haat het en wordt terneergedrukt als hij de zonde toelaat; het verwekt in zijn ziel een vernederend besef van nederlaag.
Wanneer u nu dingen doet die u diep in uw hart verafschuwt en die door uw geweten worden ver-oordeeld, dan verstoren ze de vrede van uw hart en maken u ellendig en ongelukkig. U kunt probe-ren ze te vergeten of weigeren er aan te denken omdat het allemaal zo onaangenaam is, maar dit zal uw moeilijkheden niet oplossen.
Dan komen er die neerdrukkende twijfels over uw behoud, zij komen naar boven als u begint te redeneren: ‘Indien ik gered zou zijn, waarom ben ik dan zo?’. Wat is dan het antwoord op deze on-gelukkige toestand? We moeten twee dingen leren verstaan om uit deze toestand te geraken. Ten eerste: Hoe kunnen wij absoluut zeker zijn van onze behoudenis? Ten tweede: Hoe kunnen wij kracht hebben voor over-winning over de zonde in ons leven?
Laten wij inzake het eerste punt eens overdenken hoe we doen moeten met:
TWIJFELS
Als een praktische illustratie hierop zullen wij twee getuigenissen van zielen-in-twijfel opnemen en dan hun vragen beantwoorden.
‘Toen ik dertien jaar oud was werd ik ertoe geleid om de Heer als mijn Heiland aan te nemen. Ik trouwde toen ik achttien was. Zowel mijn man als mijn ouders zijn geen christenen. Doordat ik he-lemaal uit de christelijke invloed weg ben, ben ik koud geworden en helemaal afgedwaald. Satan probeert mij nu te vertellen dat ik nooit behouden ben geweest. Mijn probleem is: Hoe kan ik zonder twijfel weten dat ik behouden ben en hoe, als ik behouden ben, kan ik tot God terugkeren?
Ik heb geprobeerd te bidden, maar het lijkt wel of ik alleen maar woorden zeg die niet hoger komen dan het plafond. Ik wil graag een christen zijn en voor God leven, maar ik zit lelijk in de knel. Ik zou ik weet niet wat willen geven om te weten dat ik voor eeuwig behouden ben en dat de hemel mijn tehuis is. Kunt u mij in deze voor mij zo belangrijke vraag helpen?’
Ik kan heel goed uw grote nood verstaan en ben werkelijk erg blij dat de Heer u heeft doen ontwa-ken tot het besef van uw grote nood. Ik verzeker u dat de Heer in uw nood wil voorzien om u de zekerheid van de eeuwige zaligheid te geven en Zijn vrede die alle verstand te boven gaat, door het geloof in Hem.
U zegt: ‘Ik heb geprobeerd te bidden, maar het lijkt of ik alleen maar woorden zeg die niet hoger komen dan het plafond’. Uit deze uitdrukking maak ik op dat twee dingen de oorzaak zijn van uw moeilijkheden. Ten eerste: u ziet op uw gevoelens inplaats van alleen maar te geloven; en ten tweede: u hebt moge-lijk niet eerlijk uw zonden en uw afdwalen aan God beleden.
‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid’ (1 Joh 1:9).
Dit is het onfeilbaar werk van God. Hebt u uw zonden en uw afdwalen beleden aan God? Zo ja, geloof dan dat Hij u naar Zijn Woord heeft vergeven. Hij loog niet toen Hij zei dat Hij getrouw en rechtvaardig is om te vergeven. Gelooft u Hem niet?
U zegt echter, ik voel het niet dat Hij het gedaan heeft. Het schijnt mij toe dat mijn gebed niet hoger komt dan het plafond. Wat hebben uw gevoelens hier mee te maken? Gods vergiffenis is wat God gevoelt ten opzichte van u, niet wat u voelt. Als Hij vergeeft dan is alles naar Zijn gevoelen in orde; anders vergeeft Hij niet. Kijk niet naar uzelf, zeggend tot uzelf: ‘Ik voel niet dat Hij mij heeft verge-ven; het lijkt erop dat mijn gebed niet hoger komt dan het plafond’. Zie naar wat God zegt: ‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven’. Als u uw zonden hebt beleden aan Hem, geloof dan dat Hij uw zonden heeft vergeven, daar Hij gezegd heeft dat Hij het zou doen. Geloof Hem dat Hij Zijn beloften waar maakt.
Maak van Hem geen leugenaar door er aan te twijfelen wat Hij heeft gezegd.
Merk op dat het vers zegt: ‘Hij is getrouw en rechtvaardig om ons te vergeven’.
Getrouw en rechtvaardig ten opzichte van wie? Van Christus. Christus droeg onze zonden in Zijn eigen lichaam op het kruis (1 Pe 2:24).
Als u uw zonden aan God belijdt, in geloof dat Christus ze aan het kruis droeg, zou het ontrouw en onrechtvaardig zijn van God ten opzichte van Christus als Hij u niet zou vergeven.
Het zou hetzelfde zijn alsof God zou zeggen: ‘Wel Ik ben niet tevreden met wat Christus aan het kruis deed toen Hij voor uw zonden stierf en daarom blijft u in uw zonden die zich tegen u richten’.
Kunt u zich voorstellen dat God zo onrechtvaardig handelt ten opzichte van Christus, nadat Hij de schuld betaald heeft, en u toch nog daarvoor verantwoordelijk stelt?
Doe deze gedachte verre van u. Christus’ werk is volmaakt en Gods Woord is zeker. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om te vergeven - getrouw en rechtvaardig ten opzichte van Christus die de schuld voor ons betaald heeft.
U zegt dat u behouden werd toen u dertien jaar was. Wat voor een soort van behoud verwierf Chris-tus voor ons door Zijn eigen bloed? Was het maar van tijdelijke aard, zodat het weer weg zou gaan als wij een misstap beginnen?
Met andere woorden een redding die niet echt behoudt?
Of was Zijn kostbaar bloed genoeg in de ogen van God om een eeuwige zaligheid voor ons te ver-werven? Zeer zeker was het dat. De oneindige Zoon van God werd mens, maar zonder zonde en Hij vergoot Zijn bloed voor ons aan het kruis.
Hoeveel waarde heeft dat bloed? Precies evenveel waarde als de waarde is van Hem Die het ver-goot, en Hij is de oneindige eeuwige God, de Zoon, geopenbaard in het vlees. Daarom is de waarde van Zijn bloed oneindig en eeuwig. Dit is het nu juist wat Gods Woord ons verklaart.
Christus is met Zijn eigen bloed eens voor altijd binnengegaan in het heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf (Hebr 9:12). Er is maar één verlossing waarvoor Christus de prijs betaalde en dat is een eeuwige verlossing. Als wij vandaag iets hebben en morgen weer kwijt zijn dan was dat niet de verlossing die in Christus Jezus is, want Zijn verlossing is eeuwig.
‘Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus’ (het kan nimmer herhaald worden). ‘Want door één offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen die geheiligd worden’ (Hebr 10:10,14 SV).
De eenvoudige en klare onderwijzing van deze verzen vanuit Gods onwankelbaar Woord is deze: Het was God Zelf die ons geheiligd heeft (apart gezet) voor Hemzelf, door de offerande van Chris-tus.
Christus stierf éénmaal voor alle zonden voor alle eeuwigheid, en daarom staat iedere gelovige voor altijd volmaakt voor God, voor altijd, door de eeuwige uitwerking van die ene offerande. Geen zon-de kan er ooit in het leven van de gelovige komen die niet alreeds verzoend is door die offerande, de zonden van allen die geloven.
God neemt nooit iemand aan dan alleen op de grond van het offer van Christus. Aangezien dat offer voor alle eeuwigheid werd volbracht, staan daarom alle gelovigen voor altijd volmaakt voor God door die volmaakte offerande van Christus, Die al de zonden van hun gehele leven weg deed, eens en voor de gehele eeuwigheid toen Hij zichzelf zonder vlek aan God offerde.
Sommigen zeggen dan: ‘Dan maakt het geen verschil wat een gelovige dan nog doet’. Dit is wel waar wat Gods voorziening voor hem betreft. Er is absoluut geen zonde in zijn leven die, als deze beleden wordt, niet inbegrepen is in de vol-maakte offerande van Christus. Maar het maakt een heel groot verschil voor het geluk van de gelo-vige en zijn gemeenschap met God.
Hoe kunt u gelukkig zijn als u weet dat u zondigt tegen God die u zozeer liefheeft?
God haat de zonde en Hij kan een gelovige niet gelukkig maken die voortgaat met zondigen. God kan geen gemeenschap hebben met een gelovige die voortgaat met de zonde. Hoe kan God met hem op zijn weg wandelen?
En niet alleen dit, maar als een Vader die Zijn kind liefheeft, is Hij verplicht om hem voor zijn eigen bestwil te tuchtigen en hem te corrigeren, als hij wegdwaalt en ongehoorzaam is. En zulke tucht is geen zaak van vreugde maar van smart, maar daarna geeft het vreedzame vruchten aan hen die het ter harte nemen en daardoor de zonde leren haten en verzaken.
Lees voor uw eigen lering over dit onderwerp Hebreeën 12:4-11. Wat er gebeurt als een gelovige zondigt en deze zonde verzuimt te belijden en zichzelf voor God hiervoor veroordeelt, is dat hij de vreugde van de gemeenschap met zijn Vader verliest en zich blootstelt aan Zijn tuchtiging. Hij is nog steeds een kind van God. Hij heeft zijn zaligheid niet verloren - die kan niet verloren gaan want die is voor eeuwig - maar hij verloor de glimlach van de Vader en de vreugde van de gemeen-schap met Hem. Hij kan dit dan ook niet terug krijgen tot hij zijn zonden en zijn falen heeft beleden aan zijn Vader, met het voornemen van het hart om de zonden te laten.
Lees Psalm 32 en zie wat een ellende er in Davids ziel was toen hij zweeg en weigerde om zijn zon-den te belijden. En zie dan welk een vreugde en liederen van verlossing en vertrouwen in God er kwamen, zodra hij ze had beleden.
Zo is het altijd. Daar moet een eerlijke belijdenis voor God zijn, en een geloof dat Christus het reeds door Zijn bloed in orde heeft gemaakt, en dan, ga aan de kant van God staan tegen uzelf om wat u hebt gedaan en dank Hem dan dat Hij Zijn eigen Zoon gaf om er voor te sterven aan het kruis, en geloof in uw hart dat Hij het om Christus’ wil vergeven heeft, naar Zijn Woord en Hij zal u weder-om Zijn vrede geven.
Geef uzelf opnieuw aan Hem over, dat Hij u mag nemen en u vormen en van u mag maken wat Hij wil en Hij zal u sterken en bewaren en u de vreugde geven van het weten voor eeuwig de Zijne te zijn. Spreek dikwijls met Hem als u met uw werk bezig bent en ook in uw rustige ogenblikken. Neem de tijd om Zijn Woord te lezen en te overdenken. U zult merken dat het uw ziel voedt, dat het vreugde voor uw hart is en sterkte voor uw innerlijke mens en een licht is op uw pad.
Vervolg ... Deel 2
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: maandag 7 december 2009, 11:39
Onderwerp: kerkdienst
|
|
|
MARISKA601 schreef: | wat betekend het voor je om naar de kerk te gaan? |
Om heel eerlijk over mezelf te zijn heb ik geen kerk waar ik in regelmaat ergens kom het laatste jaar. Eerste half jaar bezocht ik veel de synagoge op zaterdag en ben naar aantal geweest maar ik kan mij ook daarin niet thuis voelen. Dingen die ik niet kan accepteren iets wat dan teveel water bij de wijn word gedaan en wat voor vele mensen als normaal word gezien kan ik daar niet achter staan. Je kan dingen snel makkelijk onder het vloerkleedje vegen met het idee alles met liefde te bedekken zo werkt de Heer niet. Hij is ook Rechtvaardig en behoren we ook in die dingen nuchter en waakzaam te blijven door ons te toetsen naar de Bijbel. Want dat is het kostbaarste woord zuiverheid van de Ware Bron.
Géén enkel kerk of gemeente is volmaakt nee niemand niet. Dus of je 1 of 3x per dag naar de kerk gaat of helemaal niet het gaat om je hart als die band met God de Vader is en dat je in regelmaat in Hem gedenkt en de Bijbel leest in alle eenvoudigheid. En niet uit vroom en schijnheiligheid dat als de mensen maar zien van zo heej aan hem of haar kan je zien dat ze er veel aan doen op die ene dag. Terwijl de rest van de dagen er niets van opvalt dat hij of zij christenen of messiaans zijn. Blijf jezelf en zet géén masker op en durf radical door het leven te gaan ja samen met Jezus Christus. Want alleen Jezus Christus is de Weg de Waarheid en het Leven Niemand komt tot de Vader dan door Mij alleen.
Wie of wat je ook bent kerklid of niet de Here ziet het hart aan! We mogen tegenwoordig oppassen dat we niet verleidt worden door valse herders, profeten, enz. Blijf dingen door de juiste zuivere bril bekijken en blijven onderzoeken en toetsen naar de Bijbel!
Behoud het goede Laat niemand niet je Krone nemen.
Een zuster in Christus,
Shalom,
Anita
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: zaterdag 5 december 2009, 16:51
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
'Een haan en een kip komen elkaar tegen. 'Kukeleku,' zegt de haan. 'Miauw,' antwoordt de kip. 'Wat krijgen we nou?' vraagt de haan. 'Ach,' zegt de kip, 'zonder vreemde talen kom je tegenwoordig niet meer aan de bak.'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: zaterdag 5 december 2009, 16:39
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Er is een man met een Bijbelwinkel, en die zoekt iemand om Bijbels huis aan huis te verkopen. Dus hij plakt een bord op de etalageruit: gezocht: huis aan huis bijbelverkoper. Komt er een man binnen, en die zegt: 'Ikkkkk zou graag bbbbijbels verkkkkopen.' Zegt de winkelier: 'Maar meneer, met uw spraakgebrek, zou u dat nu wel doen?' 'Ikkkkk zou ttttoch graag een kkkkans kkkkkrijgen.' 'Nou ja,' zegt de winkelier, 'ik wil iedereen een kans geven, dus dan geef ik u ook een kans. Komt u maandag maar terug om negen uur.' De stotteraar komt terug op maandagochtend, en krijgt een flinke partij Bijbels mee. Om twaalf uur komt hij terug: alle Bijbels verkocht. Hij vraagt om een nieuw pakket. Om vier uur komt hij weer terug: weer alle Bijbels verkocht. En weer vraagt hij om een nieuw pakket. 'Dat is best,' zegt de winkelier, 'maar nu wil ik eerst eens horen hoe je het 'm lapt. Je hebt zo'n formidabele hoeveelheid Bijbels verkocht!' Zegt de man: 'Gggggewoon. Ikkkkk bbbbbel aan. Er ddddoet iemand open. En dddddan vraag ik:`Wwwwwilt u een Bbbbbijbel kkkkkopen? Of mmmmmoet ik 'm voorlezen?''
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: zaterdag 5 december 2009, 16:38
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Er rijdt een man over de snelweg. Hij rijdt zo'n 140, 150 kilometer per uur. Hij wordt opgemerkt door een politie Porsche die de achtervolging inzet. De man gaat steeds harder rijden: 170, 180, 190 kilometer per uur. Maar uiteindelijk wordt hij door de politie klem gereden. 'Waarom rijdt u zo hard?' vraagt de politieagent. 'Tja,' zegt de man: 'Vorige week is mijn vrouw er vandoor gegaan met een politieagent. En nou was ik als de dood dat je haar terug kwam brengen.'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: zaterdag 5 december 2009, 16:32
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Sam en Saar lopen door de Kalverstraat. Saar blijft stilstaan bij een sjieke boetiek waar een mooie jurk in de etalage staat. 'Vind je 'm mooi?' vraagt Sam. 'Ja, heel mooi,' zegt Saar. 'Vind je 'm echt heel erg mooi?', vraagt Sam. 'Ja, werkelijk prachtig,' zegt Saar. 'Nou, weet je wat?' zegt Sam, 'dan gaan we morgen weer kijken.'
Twee gekken lopen door de Kalverstraat. Zegt de ene gek: 'Nou wil ik wel eens in het midden lopen.'
Een giraf komt terug in de dierentuin. 'Wat kijk je chagrijnig?' vraagt de bewaker. 'Vind je 't gek?' zegt de giraf: 'Ik kom net bij de kapper vandaan. Alleen m'n nek uitscheren: 1500 euro!'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 22:47
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Komt een man een café binnen. Hij maakt een salto voorwaarts, een salto achterwaarts, een flikflak, gaat op de barkruk zitten en bestelt een pilsje. 'Da's knap wat u daar deed,' zegt de barman, 'hoe kan u dat zo goed?' 'Het circus is in de stad, en daar werk ik bij', zegt de man, 'ik ben acrobaat.' Een kwartier later komt er weer een man het café binnen. Hij maakt een driedubbele salto en een dubbele flikflak, gaat op de barkruk zitten en bestelt een pilsje. 'Ik geloof mijn ogen niet', zegt de barman. De eerste man zegt: 'Het is gewoon een collega van me: we hebben samen een acrobatennummer.' Nog een kwartier later komt er weer een man het café binnen. Hij maakt een salto, een flikflak, voorwaarts, achterwaarts en belandt met een boog op de barkruk. Zegt de barman: 'Ja, ik snap het al: u komt ook uit het circus.' 'Nee,' zegt de man, 'je mag wel eens een ander deurmatje kopen.'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 22:36
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Een Nederlandse toerist in Egypte wil eens een tocht door de woestijn maken op een kameel. Dus huurt hij een kameel, maar hij weet niet hoe hij het beest moet laten lopen. 'Het is heel eenvoudig,' zegt de kamelenverhuurder: 'Als je `poeh' zegt, gaat hij lopen, als je `poehpoeh' zegt gaat hij harder lopen, en als je `amen' zegt, stopt hij.' De Nederlander klimt op de kameel en zegt: 'Poeh'. En inderdaad, de kameel begint te lopen. Een eindje verder de woestijn in zegt de man: 'Poehpoeh.' En de kameel gaat inderdaad harder lopen. Opeens ziet de man verderop een afgrond opdoemen, maar in zijn paniek is hij vergeten wat het woord was om de kameel te laten stoppen. De man weet dat hij te pletter zal vallen en heeft nog net tijd voor een schietgebedje. Zodra hij het woord 'amen' uitspreekt, staat de kameel stil. Vlak voor de rand van de afgrond! De man wist het zweet van zijn voorhoofd en zegt: Poehpoeh!'
Laatst aangepast door
|
ANITA324
|
op donderdag 3 december 2009, 22:37
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 22:34
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Er zit een man aan de waterkant. Links heeft hij een emmertje met wormen staan, rechts ligt een hamer. Er komt een andere man langs die vraagt wat hij aan het doen is. 'Ik ben aan het vissen,' zegt de man. 'Hoe doe je dat dan?' vraagt de ander. 'Voor een tientje wil ik het wel vertellen,' zegt de man. De ander betaalt een tientje. 'Nou,' zegt de man, 'ik gooi een worm in het water, en zodra er een vis naar hapt, geef ik die een klap op z'n kop met mijn hamer.' 'Vangt dat nog wat?' vraagt de ander. 'Ja,' zegt de man, 'een tientje of vijf, zes...'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 22:33
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Er zit een man aan de bar. Opeens haalt hij zijn glazen oog uit z'n kas en keilt 'm tegen de ruit. Het glazen oog stuitert terug op de bar en de man doet hem weer in. 'Wat doe je nou?' vraagt de man naast hem. 'Ik kijk even of m'n fiets er nog staat.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 22:30
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Een jager leest een advertentie in de krant: unieke jachthond te koop. Hij besluit te gaan kijken. De verkoper neemt hem mee naar het hok. De jager kijkt en zegt: 'Maar dat is gewoon een Labrador.' 'Ja,' zegt de verkoper, 'maar deze hond is echt uniek. We zullen wel eens even een stukje gaan jagen.' De verkoper haalt zijn geweer, en de twee lopen met de hond naar het meer toe. De verkoper knalt een eend uit de lucht en de eend valt in het water. De hond loopt over het water naar de eend toe, neemt hem in zijn bek, en brengt 'm, over het water lopend mee terug naar de twee mannen. 'Dat is inderdaad bijzonder,' zegt de jager, 'wat moet die hond kosten?' 'Ja,' zegt de verkoper, 'hij is natuurlijk niet goedkoop: 5000 euro.' 'Wat?' zegt de jager, '5000 euro voor een hond die niet kan zwemmen?'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 22:28
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Een dronken man gaat naar de kermis. Bij de schiettent schiet hij in de roos en krijgt als prijs een waterschildpadje. De volgende dag gaat de dronken man weer naar de kermis. Bij de schiettent schiet hij weer in de roos en krijgt weer een waterschildpadje. De derde dag gaat 'ie weer naar de kermis, en schiet bij de schiettent in de roos. Krijgt hij als prijs een teddybeer. 'Hé,' zegt de dronken vent, 'zijn de gevulde koeken op?'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 20:14
Onderwerp: Knuffelhoekje...
|
|
|
Ja Thanx Chris de Forum weer terug is Wil jullie allen een KNUFFEL geven
Hartelijke groet,
mij
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 20:07
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Er komt een vertegenwoordiger in stofzuigers langs bij een boerderij. Hij belt aan, de boerin doet open. De vertegenwoordiger begint te praten: 'Dag mevrouw, ik ben vertegenwoordiger van hele goede stofzuigers: die zuigen echt alles, maken alles schoon. En om het te bewijzen, maak ik nu uw tapijt even vuil.' En de vertegenwoordiger gooit een hele doos met vuiligheid over de vloerbedekking en zegt: 'Met mijn stofzuiger maak ik dat weer helemaal brandschoon. Ik garandeer u: elke korrel die blijft liggen, eet ik persoonlijk van de vloer.' Zegt de boerin: 'Nou begin dan maar vast te eten, want we hebben geen elektriciteit.'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 20:05
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Een breedbek-kikker loopt door de wei en komt een paard tegen. Pratend met zijn brede bek, vraagt de kikker aan het paard: 'Wat eet jij zo de hele dag?' 'Gras,' zegt het paard. 'O,' zegt de breedbek-kikker, 'da's interessant'. En hij loopt weer door. Komt 'ie een konijn tegen en vraagt: 'Wat eet jij zo de hele dag?' 'Klavertjes,' zegt het konijn. 'O,' zegt de breedbek-kikker, 'da's interessant'. En hij loopt weer door. Komt 'ie bij een ooievaar. 'Wat eet jij zo de hele dag?' vraagt de breedbek-kikker. 'Breedbek-kikkers,' zegt de ooievaar. Zegt de breedbek-kikker met een toegeknepen mondje: 'Nóóit van gehoord!'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 20:03
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
's Ochtends gaat Ria Lubbers uit rijden met de spiksplinternieuwe auto van Ruud. Als Ruud 's avonds thuis komt, zegt Ria: 'Ik heb een goede en een slechte mededeling. Ik begin maar met de goede mededeling: de airbag in onze nieuwe auto doet 't prima...'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 20:02
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Een vliegtuig stort neer in de jungle. De enige overlevende is John Woodhouse. Samen met zijn accordeon begeeft hij zich op weg naar de bewoonde wereld. Plots komt er een leeuw aanstormen. John Woodhouse begint op zijn accordeon te spelen, en de leeuw doet hem niks. Even later komt een tweede leeuw aanstormen. John Woodhouse begint nog wat harder te spelen, en ook deze leeuw doet hem niks. Dan komt er een derde leeuw aanstormen. John Woodhouse gaat nog harder spelen, maar de leeuw blijft doorlopen en vreet hem helemaal op. Zitten er twee apen in de boom. Zegt de ene tegen die andere: 'Ik heb het je toch gezegd. Als die dove straks komt: die heeft hem!'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 20:01
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Sam opent een winkel tegenover een grote supermarkt. Op een ochtend staat op de supermarkt geadverteerd: Roomboter 1,49. Meteen hangt Sam een bord op: Roomboter 1,29. De volgende dag hangt er bij de supermarkt een bord: Roomboter 99 cent. Sam hangt op: Roomboter 69 cent. Op de derde dag adverteert de supermarkt met: Roomboter 49 cent. En Sam hangt een bord op: Roomboter 29 cent. Dan stapt de directeur van de supermarkt op Sam af: 'Wat zijn we nou aan 't doen met die roomboter?' 'Wat jij aan het doen bent, weet ik niet,' zegt Sam, 'maar ik verkoop geen roomboter.'
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 19:59
Onderwerp: Moppentrommel
|
|
|
Ik zit van de week in de bus, kom ik m'n oude buurvrouw tegen, een aardig mens, maar ze heeft een glazen oog..op een gegeven moment zie ik dat ze dat glazen oog pakt en enkele malen in de lucht gooit, dus ik loop op haar af en zeg: "buuf, u doet een beetje vreemd" "Nee hoor" zei ze, "dat valt wel mee...ik wilde even kijken of er op de achterbank nog een plaatsje vrij was"
Laatst aangepast door
|
ANITA324
|
op donderdag 3 december 2009, 19:59
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 19:51
Onderwerp: Wat is jou favorite lied of gewoon die je mooi vind ?
|
|
|
Moya Brennan- Hear My Prayer
www.youtube.com/watch?v=9_ERCu1jwsY&feature=
Moya Brennan- Merry Go Round
www.youtube.com/watch?v=mUmAvQ7jw9Y&feature=
Moya Brennan- Purple Haze
www.youtube.com/watch?v=MEHWPrNssVE&feature=
Even kopieren en plakken en dan op enter drukken kom je naar bestemde lied mocht je het willen beluisteren
Laatst aangepast door
|
ANITA324
|
op donderdag 3 december 2009, 19:52
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 19:45
Onderwerp: Wat is jou favorite lied of gewoon die je mooi vind ?
|
|
|
Máire Brennan- Two Horizons
www.youtube.com/watch?v=170maReLgzs&feature=
Máire Brennan- Sailing Away
www.youtube.com/watch?v=de8RQ6klc_g&feature=
Máire Brennan- Tara
www.youtube.com/watch?v=q2l0jaPXdnw&feature=
Deze aantal nummers luister ik met regelmaat ernaar !
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 19:33
Onderwerp: WAT ETEN WE VANDAAG VOOR LEKKERS1
|
|
|
Vanavond lekker gekookte prei met gebakken aardappelen met kippensnitsel gegeten. Toetje Vanilie Yoghurt !!!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 12:52
Onderwerp: Antipsalm 23
|
|
|
Verwijdert door mezelf
Laatst aangepast door
|
ANITA324
|
op maandag 29 november 2010, 00:00
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 12:21
Onderwerp: Leven door Geloof
|
|
|
Leven door Geloof Galaten 2:20
Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (1977 of HSV) Vertaling, bewerking en voetnoten door M.V. Claimt u volgende feiten door geloof?
1. Geloof is de sleutel voor overwinning in het christelijke leven (1 Joh. 5:4-5; Gal. 2:20). Door geloof ontving ik Christus als mijn Redder (Joh. 1:12), en op dezelfde wijze moet ik het christe-lijke leven praktiseren (Kol. 2:5-6; 2 Kor. 5:7; Gal. 3:1-3). Dat gebeurt niet door vleselijk probe-ren en worstelen, maar door geloof. Het is niet mijn werken (Heb. 4:10) maar het is God Die in mij werkt (Fil. 2:13; Hebr. 13:21). Het is aan mij om actief en ondubbelzinnig op Hem te ver-trouwen om Zijn grote werken te doen, in en door mij heen.
2. Ik werd gered van de straf op de zonde door te geloven dat Christus voor mij stierf en opstond uit de doden (1 Kor. 15:1-4). Ik rustte op Zijn volbrachte werk (Joh. 19:30; Rom. 4:5). Ik kan ook bevrijd worden van de macht der zonde door te geloven dat ik stierf met Christus (Rom. 6:6; 6:3; Kol. 2:20; Gal. 2:20) en dat Hij mijn LEVEN is (Kol. 3:1-4; Gal. 2:20; Fil. 1:21; Rom. 6:11; 1 Kor. 15:22). Als een gered persoon moet ik rusten op Zijn volbrachte werk (Heb. 4:9-11). De grote waarheid van PLAATSVERVANGING is dat Christus voor mij stierf. Om te groeien in heiligheid en het Christusbeeld (heiliging), moet ik deze waarheid geloven.
3. Het geloof moet zich fixeren op de feiten van Gods Woord. Eerst moet de gelovige de feiten van zijn identificatie met Christus’ en dood en opstanding weten (Rom. 6:3 - “Weet u niet?”; Rom. 6:6 - “Dit weten wij”). Ten tweede moet de gelovige op die feiten rekenen: ze als waar beschouwen (Rom. 6:11 - “reken u” [KJV] of “uzelf te beschouwen als”[HSV] is een geloofsuitdrukking: de gelovige rekent erop dat hetgeen God heeft gezegd waar is). Het geloof rust op Gods feiten, in casu de identificatie van de gelovige met Christus’ dood en opstanding.
4. Er is een verschil tussen mijn positie in Christus (mijn plaats in Hem) en mijn eigenlijke toe-stand (mijn eigenlijke staat in de tijd). Mijn positie in Christus is volmaakt, compleet en eeuwig (Kol. 2:10; 2 Kor. 5:17; Rom. 8:1) omdat ik volkomen geplaatst ben in een volmaakte Redder (1 Kor. 1:30) en God ziet mij IN HEM (Ef. 1:6; 2 Kor. 5:21). Mijn toestand echter is wat ik in mijn dagelijkse wandel eigenlijk ben. Ik leer van Romeinen 6:6 dat MIJN OUDE MENS MET CHRISTUS GEKRUISIGD IS. Dit is een feit. God zei het, en het is waar voor mijn positie in Christus, maar in mijn eigenlijke ervaring is mijn oude mens dikwijls levend en wel present. Het doel van het christelijke leven is dat onze toestand in de lijn loopt van onze positie. Dit is het werk van Gods Geest (2 Kor. 3:18), maar ik moet mijn deel doen: hoe meer ik geloof in, en re-ken op, de feiten van Romeinen 6:6; 6:11; Gal. 2:20; enz., hoe meer ze een realiteit worden in mijn eigenlijke ervaring. Het is geloof in de feiten van mijn positie dat me de dagelijkse voorde-len schenkt van groei in mijn toestand. Wij moeten ons focussen op onze volmaakte positie in Christus, onszelf zien zoals God ons ziet in Zijn geliefde Zoon.
5. Om gered te worden van het loon der zonde, moest ik mezelf zien zoals God mij ziet: als een schuldige, verloren, hopeloze, helgebonden zondaar (Rom. 3:10-23; enz.). God en God alleen moest de redding doen op de basis van het volbrachte werk van Christus. Op gelijke wijze moet ik, om gered te worden van de macht der zonde, mijzelf zien zoals God mij ziet: gepositioneerd in Zijn Zoon en geïdentificeerd met Christus’ dood, begraving, opstanding en met Hem gezeten in de hemelse gewesten (Ef. 2:5-6; Kol. 3:1-4). Mijn focus is dus niet op mezelf en mijn worste-lende, falende toestand, maar mijn focus is op Christus - Zijn heerlijkheid, Zijn volbrachte werk, Zijn volmaakte verlossing, mijn nieuw leven in Hem (2 Kor. 3:18; 5:17). Door geloof re-ken ik op mijn positie in Christus en eigen ik mij die toe, en door de werking van de Heilige Geest zal mijn eigenlijke toestand veranderen naar Zijn beeld, van het enige stadium van heer-lijkheid (Christusgelijkenis) naar het volgende (2 Kor. 3:18; 2 Pet. 3:18).
6. Als groeiende gelovige wil ik meer en meer de Schrift onderzoeken en de rijkdommen zien die ik bezit in Christus (Ef. 1:3; 2 Kor. 8:9), en door geloof wil ik mij deze rijkdommen toeëigenen. Ik wil mijn bezittingen in bezit nemen! Ik wil door Gods genade mezelf rekenen als een geeste-lijke miljardair! Mezelf ziend in het licht en de feiten van Gods Woord, zoek ik door geloof te zijn wat ik reeds ben! Ik ben een kind van het licht (Ef. 5:8), en vanwege dit feit moet ik wan-delen als een kind van het licht (Ef. 5:8). In Christus ben ik een HEILIGE (1 Kor. 1:2), en van-wege dit feit moet ik heilig wandelen (Ef. 4:1; 1 Thess. 4:1-7).
7. Net zoals Johannes 3:16 beknopt het evangelie voorstelt, zo stelt Galaten 2:20 beknopt het christelijke leven voor. Merk het volgende op in deze passage: 1) Geloof is de sleutel; 2) De ba-sis voor christelijk leven is het volbrachte werk van Christus; 3) De nadruk ligt op identificatie: Ik ben gekruisigd met Christus en nu leeft Hij Zijn leven in mij; 4) De feiten in dit vers zijn waar voor elke gelovige, maar enkel die gelovigen die zich deze feiten door geloof toeëigenen, claimen, trekken daar voordeel uit in hun dagelijkse wandel. Hoe droevig dat zovele gelovigen leven alsof deze dingen niet waar zijn. Galaten 2:20 wordt uitgelegd in volgende tabel:
Een opsomming van het christelijke leven in één vers:
Galaten 2:20 - “Niet meer ik, maar Christus leeft in mij”
“Ik ben met Christus gekruisigd; en ik leef, niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en voorzover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven”
Waarom “niet meer IK”?
OMDAT . . . In mij, dat is in mijn vlees, woont niets goeds … Ik ellendig mens (Rom. 7:18, 24). Al mijn gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed (Jesaja 64:6). KJV: “filthy rags” (vuile vodden). De zonde woont in mij (Rom. 7:20). Ik leef voor mijzelf (2 Kor. 5:15). De werken van het vlees zijn overspel, hoererij, onreinheid … (Gal. 5:19). Zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen (Rom. 8:8). Ik moet de oude mens met zijn daden uittrekken (Kol. 3:9). De oude mens gaat ten verderve door de begeerten van de verleiding (Ef. 4:22). Mijn oude mens is met Hem gekruisigd (Rom. 6:6). Ik stierf met Christus (Kol. 2:20). Ik ben in Zijn dood gedoopt (Rom. 6:3; Gal. 2:20). Ik ben gekruisigd met Christus (Gal. 2:20). Het oude is voorbij gegaan (2 Kor. 5:17). Ik ben dood voor de zonde (Rom. 6:11). Ik zal sterven in Adam (1 Kor. 15:22). Eens was ik een slaaf van de zonde (Rom. 6:17, 20).
Waarom “CHRISTUS leeft in mij”? OMDAT . . . De wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood (Rom. 8:2). Uit Hem ben ik in Christus Jezus, Die voor mij is geworden wijsheid van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing” (1 Kor. 1:30). Christus leeft in mij (Gal. 2:20). Ik leef voor Hem Die voor mij gestorven en opgewekt is (2 Kor. 5:15). De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede … (Gal. 5:22-23). Ik ben niet in het vlees, maar in de Geest … de Geest van God woont in mij (Rom. 8:9). Ik moet de nieuwe mens aandoen, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het beeld van Hem Die hem geschapen heeft (Kol. 3:10). Mijn nieuwe mens is geschapen in ware rechtvaardigheid en heiligheid (Ef. 4:24). Mijn leven is verborgen met Christus in God (Kol. 3:3). Ik ben opgestaan met Christus (Kol. 3:1). Ik ben met Hem één plant geworden, gelijk gemaakt aan Hem in Zijn opstanding (Rom. 6:5). En toch leef ik … en het leven dat ik nu leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God (Gal. 2:20). Alles is nieuw geworden! Ik ben een nieuwe schepping in Christus (2 Kor. 5:17). Ik ben levend voor God, in Christus (Rom. 6:11). Ik zal levend gemaakt worden in Christus (1 Kor. 15:22). Ik ben nu bevrijd van de zonde en een slaaf van God (Rom. 6:18,22).
Homepage: www.verhoevenmarc.be
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 913
|
Geplaatst: donderdag 3 december 2009, 11:46
Onderwerp: Tien aspecten van Rechtvaardiging
|
|
|
Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (1977 of HSV) Vertaling en voetnoten door M.V.
1. De Noodzaak van Rechtvaardiging
Romeinen 3:10 - Het ontbreekt ons aan de nodige rechtvaardigheid. Jesaja 64:6 - De rechtvaardigheid die wij menen te bezitten is niet goed. 1 Korinthiërs 6:9-10 - De onrechtvaardigen zullen Gods koninkrijk niet beërven.
2. De Betekenis van Rechtvaardiging
“Rechtvaardigen” - denk aan het woord “rechtvaardig”. “Rechtvaardiging” - denk aan het woord “rechtvaardigheid”. “Rechtvaardigen” betekent “rechtvaardig verklaren”. Het is een juridische term (zie Deut. 25:1). “Rechtvaardigen” betekent niet “rechtvaardig maken” (zie Lukas 7:29: de mensen “maakten” God niet rechtvaardig, zij verklaarden Hem rechtvaardig). Het tegenovergestelde van rechtvaardiging is veroordeling (Deut. 25:1; Rom. 5:16-19).
3. Het Probleem van Rechtvaardiging
Romeinen 3:26 - Hoe kan God rechtvaardig zijn en tegelijkertijd de zondaar rechtvaardigen? Hoe kan een rechtvaardige God een goddeloos en schuldig persoon rechtvaardigen (Rom. 4:5)? Los van het kruis van Golgotha kan er geen oplossing bestaan!
4. De Basis van Rechtvaardiging
“Gerechtvaardigd door Zijn bloed” (Romeinen 5:9). De plaatsvervangende dood van Christus is de enige basis voor de rechtvaardiging van de zondige mens (1 Petrus 3:18; 2 Korinthiërs 5:21; Jesaja 53:6). Alle eisen van goddelijke rechtvaardigheid en gerechtigheid werden volkomen voldaan door het volbrachte werk van Christus op het kruis. God oordeelde Zijn Zoon (Rom. 8:3; 2 Kor. 5:21) opdat Hij de gelovige zondaar kon rechtvaardigen (Rom. 4:5). Mijn Plaatsvervanger nam mijn zonde op Zich opdat ik Zijn rechtvaardigheid (of gerechtigheid) zou ontvangen! (Jesaja 53:6; 2 Kor. 5:21). De dood van Christus is de enige basis voor rechtvaardiging; anders zou de dood van onze Redder “tevergeefs” zijn geweest (Galaten 2:21).
5. De Bron van Rechtvaardiging “Om niet gerechtvaardigd door Zijn genade” (Romeinen 3:24). Het is allemaal uit God en allemaal uit genade! Wij verdienen Gods gave van rechtvaardigheid (of gerechtigheid) helemaal niet (vergelijk Rom. 5:15-16). De tollenaar verdiende ze niet (Lukas 18:13-14) en de “goddelozen” verdienen ze niet (Rom. 4:5)! God in Zijn genade voorzag erin, en schenkt ze aan allen die geloven!
6. Het Kanaal van Rechtvaardiging
“Door het geloof gerechtvaardigd” (Rom. 3:28; 5:1). Hoe kan een zondaar deze volmaakte rechtvaardigheid verkrijgen? Ze wordt ontvangen “door ge-loof”. De zondaar wordt gerechtvaardigd door de dood van Christus voor wat de grondslag betreft, en door geloof, voor wat de toeëigening ervan betreft. De vrije gave van Gods rechtvaardigheid (of gerechtigheid) moet persoonlijk “ontvangen” worden (Romans 5:17).
7. Het Voorbeeld van Rechtvaardiging Abraham is het grootste voorbeeld, aangebracht door zowel Paulus als Jakobus (Genesis 15:6; Romeinen 4; Jakobus 2).
8. Het Resultaat van Rechtvaardiging
Gods volmaakte rechtvaardigheid wordt mij toegerekend (Rom. 4:3-5) en dus ben ik volmaakt rechtvaardig - niet in mijzelf (ik ben nog steeds een zondaar) maar “in Christus Jezus” (2 Kor. 5:21; 1 Kor. 1:30). God aanziet mij als net zo rechtvaardig als Jezus Christus (1 Joh. 3:7), net alsof ik nooit zondigde, net alsof ik altijd Gods heilige wet op volmaakte wijze hield! Gerechtvaardigd zijnd heb ik nu vrede met God (Rom. 5:1) en is er geen veroordeling (Rom. 8:1; Joh. 3:18; 5:24).
9. Het Bewijs van Rechtvaardiging
Jakobus zegt dat Abraham werd “gerechtvaardigd door werken” (Jak. 2:14-22). Dit is hoe wij “ons geloof tonen”, en dit is hoe wij uitwendig de realiteit tonen van onze rechtvaardiging! Zie ook 1 Joh. 2:29; 3:7; 3:10.
10. De Hoop (toekomst) van Rechtvaardiging
Romeinen 8:30: “en die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt”. In de geest van God is de verheerlijking (eeuwig leven) reeds een feit! Ze is gegarandeerd.
Homepage: www.verhoevenmarc.be
|
|
Naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|