Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 3 december 2011, 17:41
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zaterdag 3 december, Psalm 139: 7-12; Gij zult er zijn.
En dan is het zomaar: Pasen! Pasen in december? Pasen bij de nadering van kerst? Jazeker, dankzij de psalm van vandaag is het zomaar even Pasen. De dichter weet zich omringd door de goedheid van God. Hij beseft: waar ik ga of sta, overal is de Eeuwige. Zou ik als een vogel naar de hemel vliegen, ik tref daar de Allerhoogste aan. Zou ik als een vis de diepte van de oceaan doorzoeken, ook daar zal de Allerhoogste zich aan mij openbaren. En als de dichter dan zo tot in de verste schuilhoeken Gods nabijheid bespeurt, ziet Hij zelfs in de plaats waarvan je zou denken dat God er niet kan wonen. ‘Lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar.’ Nu zou je een complete Bijbelstudie kunnen houden over de vraag wat hier precies wordt bedoeld. De schimmige onderwereld waarin de geesten van de gestorvenen ronddwalen? Het graf waarin ons uitgeleefde lichaam ooit begraven wordt? De antwoorden op deze vragen kunnen mij nu niet boeien. Ik houd mij alleen voor ogen dat de psalm gelooft dat God in zelfs ná de dood aanwezig is. ‘U bent daar!’ Als een triomfkreet wordt het hier uitgeroepen. Alsof God het zelf niet een weten zou, Hij mag het nu horen: ‘U bent daar!’ Hoe zal het ook zijn zal, straks, als je de ogen gesloten hebt: bovenwereld of onderwerld, hemels leven of slapen tot de jongste dag, God is daar! Sinds Pasen, sinds het moment waarop de Opgestane neerdaalde in dat dodenrijk, is het zelfs daar niet volstrekt donker meer. Boven- en onderwereld mogen het weten: het licht van de verrijzenis belooft ons leven!
Waar vlucht ik voor uw aangezicht? Al steeg ik op ’t hemels licht, al daald’ ik tot de doden af, Gij zult er zijn, zelfs in het graf. Gij blijft bij mij, God, in alle dingen, Altijd en overal omringen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 3 december 2011, 17:39
Onderwerp: Erfzonde
|
|
|
@Lisa: bij erfzonde gaat het erover dat wij nazaten van Adam en Eva zijn en de zonden niet vanzelfsprekend afkunnen doen. De ouders verplichten zich met de doop hun kinderen hierover te onderwijzen en helpen (breder) te onderwijzen zoals het doopformulier dit verteld.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 2 december 2011, 22:59
Onderwerp: Wat was je mooiste moment vandaag ?
|
|
|
Pieter, jouw mooiste moment is zeker dat Marco van Basten Duitsland trok met de EK-voetbal loting.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 2 december 2011, 15:45
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Vrijdag 2 december, Psalm 139: 5-6; Geheim.
God heeft een geheim. Misschien moet je zelfs zeggen: God ís een geheim. Een groot levensgeheim. Hoe zou de Levende niet een geheim kunnen zijn? Het leven zelf is een groot geheim, een geheimenis. Wij krijgen, met al onze wetenschappelijke kennis en kunde, onze vingers nog altijd niet achter het leven zelf - en ik vermoed dat dit ook wel nooit zover zal komen. Het leven ligt in Gods vingers, komt uit zijn handen. Het zou niet zo best zijn als wij precies wisten hoe God en het leven in elkaar staken. Dan zouden wij vanbuiten toekijkend over het leven en de Levende kunnen oordelen. Dan zouden wij ons kunnen aanmatigen hoger en groter dan God te zijn. Voor ons, mensen, is God per definitie een geheim. Toch wil Hij geen raadsel zijn. Hijzelf is ongekend, maar Hij kent ons wel. Zo ervaart de psalmdichter dat – en daarin staat hij niet alleen. ‘Wonderlijk zoals u mij kent, het gaat mijn begrip te boven. Hoe je dat weet? Hoe je dat ervaart? Ook dat is een geheim. Oorspronkelijk betekent het woord geheim: tot het heem, het Heim, tot het huis behorend. Een geheim is iets waar alleen zij van weten die ‘in huis’ zijn, de intimi. Je moet bij God thuis zijn, wil je iets van zijn geheim kunnen doorgronden. En hoe je bij Hem thuis kunt zijn? In elk geval niet door voor Hem weg te lopen. Dat zou je bovendien toch niet lukken. Hij is overal, waar je ook gaat of staat. En daarom: laat je door Hem aanraken, laat zijn hand in je leven toe, beschermend, corrigerend, koesterend. Weet je in Hem geborgen. Voel je bi Hem thuis. Wat kan je gebeuren met zijn liefde als een mantel om je heen?
Waar zou je vluchten voor uw Geest? Gij sluit mij in, ik ben bevreesd. Gij legt uw hand op mij, Gij zijt zo dichtbij met uw majesteit, zo ver en zo met mij verbonden: hoe kan ik uw geheim doorgronden?
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 1 december 2011, 21:05
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Donderdag 1 december, Psalm 139: 1-4; Gij weet waar ik ga.
Het klinkt alsof we het hebben over Big Brother – kijk uit, hij ziet je altijd en overal! Is God zo? Ja, zo is God! Hij verliest ons geen moment uit het oog. Niet als een rechercheur die achter een crimineel aanzit en dag en nacht de verdachte observeert – nee, God ziet ons zoals een broeder ons ziet. Nu kijken volwassen broers in het algemeen niet dagelijks naar elkaar om. Laat mij daarom liever denken aan een broeder die in een ziekenhuis, een broeder op de afdeling Intensive Care. Geen seconde laat hij zijn patiënt alleen. Als hij niet op de kamer is, doet de camera zijn werk. En als er iets mis is, gaat direct een alarmsignaal. Via de monitor is de broeder elk moment van de dag met zijn patiënten verbonden. Zo is God. Dat is geen bedreigende hel en verdoemenispreek. Integendeel: dat is vertroostende verkondiging! Er is er Eén die mij niet alleen laat, mij kent, mij doorgrondt, die weet wat leeft op de bodem van mijn hart. ‘Heer, die mij ziet zoals ik ben…’ In mijn somberste uren, gedurende de donkerste delen van de dag, in de nacht van vertwijfeling en aanvechting is Hij erbij. Ook al zie ik Hem niet, ook al ervaar ik zijn aanwezigheid niet en heb ik het gevoel dat Hij heel ver weg is, Hij houdt mij in het oog. Is dat toch niet een beetje angstaanjagend? God die zelfs mijn donkerste gedachten doorziet, is Hij niet tegelijkertijd de aanklager, die mij om al mijn hoogmoedige bedenksels en driftige daden genadeloos veroordelen zal? Ligt niet alles open voor zijn ogen? Zeker. Hij ziet hoe ziek ik ben – maar niet als rechter. Hij ziet mij als een arts, die mijn ziel zal genezen.
Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, ’t ligt alles open voor uw ogen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 30 november 2011, 21:42
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Woensdag 30 november, Psalm 138: 7-8; Omringd door tegenspoed.
De dichter doet alsof het wekelijks raak is. En misschien is dat ook wel zo. Waarom denken wij toch dat de Bijbelheiligen onbewogen mannen en vrouwen waren die dag in dag uit Gods lof zongen en als het ware met één been in de hemel stonden? Wie die zogenaamde Bijbelheiligen een beetje kent, weet wel beter. Noem ze maar op: Abel, Jozef, David, Elia, Jesaja, Jeremia, Daniël – ze zaten voordurend in de problemen, in financiële of in morele moeilijkheden, in een diepe waterput of in een donkere leeuwenkuil. Je kunt eigenlijk niemand noemen van al die bijbelse figuren, van wie niet geldt: hij zat vaak diep in de put. ‘Wannneer ik wandel temidden van benauwdheid…’ Wie weet hoe vaak de dichter van deze psalm links en rechts de muren op zich af zag komen. Wie weet hoe dikwijls hij wanhopig bedreigd is door de dood, letterlijk en figuurlijk. Wie weet hoe vaak de angst hem aanvloog en de moedeloosheid hem het mes op de keel zette. Wie weet hoe hij keer op keer te maken had met mensen die hem geen licht in de ogen gunden en hem het leven zuur maakten… Hoe houdt een mens dat uit? Dat houdt een mens uit als hij voortdurend vertrouwt op God. Ook al word ik omringd door tegenspoed, ook al stormt links en rechts, van voren en van achteren, de dood op mij aan, dit weet ik, vast en zeker: niemand kan mij ontnemen het leven dat God mij schenken zal.
Als ik omringd door tegenspoed, bezwijken moet, schenkt Gij mij leven. Wanneer mijn vijands toorn ontbrand, Uw rechterhand zal redding geven. De Heer is zo getrouw als sterk, Hij zal zijn werk voor mij voleinden. Verlaat niet wat uw hand begon, o Levensbron, wil bijstand zenden.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 29 november 2011, 21:10
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Dinsdag 29 november, Psalm 138: 4-6; Eenmaal aanbidt het U.
Soms denk je: wat maakt het eigenlijk uit? Of ik God nu dien of Hem niet dien, zijn geboden onderhoud of juist in de wind sla – het maakt geen verschil. Wat zou ik me druk maken over Gods koninkrijk? Van dat koninkrijk is toch niets te zien. In geen velden of wegen bespeur je iets van de invloed die Gods Geest op deze wereld zou hebben. De armoedzaaiers worde de grond in getrapt door machomannen. Mensen die zich om God niet bekommeren maken de dienst uit. En intussen leven die pochers als goudhaantjes, zwemmend in het geld, zwalkend als dronkenlappen door een lui leventje. De hemel blijft doof en God is blijkbaar blind. Waarom zou ik mij druk maken om geboden die je blijkbaar zonder enig bezwaar ook aan je laars kunt lappen? Als je niet uitkijkt, val je door zo te denken in een ravijn van moedeloosheid. Als je niet uitkijkt, word je slachtoffer van je eigen doemdenken. Zo verging het de dichter van de psalm van vandaag. Bijna viel hij ten offer. Bijna was hij een gemakkelijke prooi voor de leeuwen en beren van zijn tijd: de machthebbers, de haantjes die koning kraaiden. Bijna. Nog net trok God hem op uit dat ravijn, nog net kwam hij tot een ander inzicht: ‘Al wat op aarde macht bezit, eenmaal aanbidt het U, o Here!’ Er komt een tijd waarin God recht zal doen aan de rechteloze. En voor wie het geloven wil, is die tijd in zekere zin al gekomen. Want God houdt de hoogmoedige mens op afstand. Maar – hoe verheven Hij ook moge zijn – de nederige kijkt God met liefde recht in de ogen. Zoals Jezus deed.
Ten dage dat ik riep hebt Gij gehoord naar mij en kracht gegeven. Als ik welhaast ten offer viel, Hebt Gij mijn ziel weer doen herleven. Al wat op aarde macht bezit, eenmaal aanbidt het U, o Here! Als Gij hun ’t woord van uw verbond Met eigen mond hebt willen leren.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 28 november 2011, 21:30
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Maandag 28 november, Psalm 138: 1-3; Met hart en ziel.
Schietgebedjes – daar zijn wij goed in. Korte tafelgebeden. ‘Here zegen deze spijze om Jezus’ wil, amen.’ En misschien ’s avonds ‘Ik ga slapen, ik ben moe.’ Maar verder moet de Allerhoogste maar geloven dat we te druk zijn met onze werkzaamheden om Hem aandachtig en eerbiedig te naderen. Onze agenda schrijft ons voor dat we hooguit vijf minuten per dag kunnen vrijmaken voor gebed, stille tijd, meditatieve toewijding of hoe je het maar noemen wilt. Op zondag willen we dan nog dan we dan nog wel een uur reserveren voor de kerkdienst, maar veel langer moet het dan ook niet zijn, want ook op de rustdag kennen wij onze verplichtingen. De familieband moet worden versterkt, de sociale contacten aangehaald en als het goed weer is, wil een mens ook wel een frisse neus halen. Laten we eerlijk zijn: onze gebeden zijn vaak schietgebeden, gebeden om op te schieten, zo kort, zo gedachteloos, zo oneerbiedig. Wij willen opschieten! Voor de dichter van de psalm speelt tijd geen rol. Vol is hij van liefde voor de Eeuwige. Zijn hárt is vol en daarom stroomt zijn mond over. Eén en al lofprijzing is hij. Met hart en ziel looft hij de God van zijn leven. Hij buigt zich neer, zoals iemand doet die op audiëntie gaat bij zijn koning. En waarom? Omdat God hem heeft bemoedigd, met kracht in zijn ziel. De Allerhoogste heeft hem leg gegeven om te leven, een hart om lief te hebben, een ziel om te zingen. En uit pure dankbaarheid zingt hij nu – een loflied voor God!
U loof ik, Heer, met hart en ziel, in eerbied kniel ik voor U neder. Ja, in de tegenwoordigheid Der goden wijd ik U mijn beden. Naar ’t heiligdom waar Gij vertoeft hef ik het hoofd, ik zal U prijzen. Gij zult, o Here, wijd en zijd Uw heerlijkheid en trouw bewijzen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 27 november 2011, 17:44
Onderwerp: kreet van de week
|
|
|
Neil Anderson: “Het feit dat je moet vergeven is niet een zaak tussen jou en de dader, maar tussen jou en de Vader.”
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 27 november 2011, 17:38
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zondag 27 november, Psalm 137; Hoe trok ons hart naar huis.
Ik kan deze psalm niet ten einde toe meezingen. ‘Gelukkig hij die jouw kinderen grijpt en op de rotsen verplettert.’ Wat is dat voor sadistische taal? Zoiets doe je toch de kinderen van je grootste vijand niet aan? Dan praat ik nog niet eens over de vergevingsgezindheid die Christus zijn dicipelen leerde. Het is gewoon puur terrorisme waar deze psalm mee besluit. Moet je zo’n lied in de Bijbel tolereren? Ja, dat moest ik maar doen. En waarom? Om drie redenen. In de eerste plaats: omdat de psalmen niet mijn psalmen zijn, maar de psalmen van Israël. In de tweede plaats: omdat ik niet leef in de tijd en de cultuur waarin deze psalm geschreven is. In die tijd en die cultuur waren en zijn zulke uitingen van woede min of meer standaard. En in de derde plaats: omdat ik geen balling ben. Kan ik voldoende aanvoelen wat het is om weggesleept te worden van huis en haard, gedumpt in een land waarvan ik taal noch tradities ken? Wat een ellende! Dan zou je toch, zoals Nederlanders dat deden in de tijd van de Tweede Wereldoorlog, vurig bidden om de ondergang van de vijand? Intussen brandt fel het vuur van verlangen naar Jeruzalem, de hunkering naar wat vroeger was. Weet je nog van toen…? Jeruzalem, stad van vrede, stad van de tempel, stad van goud, stad van God! Om nooit te vergeten! Je lijdt nog liever dorst dan te vergeten wat zoveel vreugde gaf. ‘Wie ver van Sion leeft, is zonder vrede.’ Sion. Voor mij is dat geen berg, geen stad. Voor mij is dat de liefde van Christus. Die liefde bedwingt mijn lust om te gaan smijten en mensen, laat staan kinderen, te verpletteren. Die liefde leert ons in plaats van vloeken: zegenen.
Aan Babels stromen zaten wij gevangen. Daar weenden wij van weemoed en verlangen. Hoe trok ons hart naar huis, wij treurden om Jeruzalem, des Heren heiligdom. O dagen van weleer, o heilige stede, wie ver van Sion leeft, is zonder vrede.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 26 november 2011, 00:05
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Zaterdag 26 november, Psalm 136: 13-26; Die ons voedt.
Ik protesteer! Vanwege de hongersnood. Hoe vaak lees je niet in de krant dat er in Afrika of Azië weer eens honger is. Je ziet de beelden op televisie: broodmagere mensen, snakkend naar een handje voedsel. En wij maar zingen: ‘Hij geeft je brood aan alles wat leeft, eeuwig duurt zijn trouw.’ Zo’n psalm krijg je toch je keel niet meer uit, als je denkt aan zoveel hongerlijders, de eeuwen door, gisteren, vandaag en morgen? Zo’n psalm is een klinkklare leugen! Ik aarzel. Zo dom waren die psalmdichters toch niet, dat ze daar helemaal niet bij stilstonden? Zij hebben in hun tijd natuurlijk ook geweten van honger en dorst. Zij kenden de verhalen van het volk van Israël in de woestijn. Zeker. Maar – en nu komt wat wel eens de oplossing van ons probleem met deze psalm zou kunnen zijn – zij herinnerden zich ook hoe keer op keer de Eeuwige zorgde voor voedsel: brood uit hemel, water uit de rots. Op wonderbaarlijke wijze was daar toch elke keer weer een uitweg uit het dorre, droge land van honger en dorst. Het kan er wel eens even op lijken dat je verhongeren moet en van de dorst zult omkomen, toch is er bij God elke keer weer een verrassende ontwikkeling, die je tot verwondering brengt. Elke keer? Is er dan nooit eens iemand, die toch op God vertrouwde, van honger of dorst omgekomen? Jawel. Waarschijnlijk zijn het er wel duizenden geweest. Wij moeten het geloof niet mooier maken dan het is. Het leven, ook het leven met God, stelt ons vaak voor grote raadsels. En toch: het vertrouwen is blijft. Ons is een maaltijd belooft, een hemelse maal! God laat soms je maag leeg. Maar nooit je hart.
Looft den Heer, die al wat leeft dagelijks zijn spijze geeft, die ons laaft en die ons voedt. Eeuwig is Hij trouw en goed.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 25 november 2011, 21:12
Onderwerp: Storingen
|
|
|
MARISKA601 schreef: | Nog een probleempje...
Ik heb winrar 4.00 geinstaleerd, daar de 3.61 versie niet optimaal werkte.
Ik kan niet direct van een document een winrar maken op de pc. Dat probleem had de 3.61 versie ook. |
Bij van alles wat staat een topic over pc-vragen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 25 november 2011, 21:08
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Vrijdag 25 november, Psalm 136: 1-12; Trouw in alles.
In een prachtige cadans, als in een reidans danst het door heel psalm 136 heen: eeuwig duurt zijn trouw. Zijn trouw – zijn genade, zijn goedertierenheid, zijn vriendschap: allemaal vertalingen van dat ene Hebreeuwse woord dat te rijk is voor één vertaling in het Hollands. Waarom loven wij de Eeuwige? Omdat zijn genegenheid zo overstelpend groot en goed is. Eeuwig duurt zijn trouw! Genesis en Exodus komen in deze psalm in vogelvlucht voorbij. Over de schepping gaat het. En over de nieuwe schepping, de uittocht: het volk Israël als herboren, uit Egypte bevrijd, uit de Rode Zee gered. Door al die verhalen heen schittert de trouw van de Eeuwige. Wonderlijk: in deze psalm tref je goedbeschouwd alleen maar hoogtepunten aan, monumenten die voor het volk Israël gunstig waren. De dichter had ook een heel andere opsomming kunnen maken. Dan had hij minstens zo veel stof tot schrijven gehad. Over wat misging in de Hof van Eden had hij een boekje open kunnen doen. Over Kaïn had hij kunnen schrijven en over de moord op Abel. Van de achtergrond en de gevolgen van de zondvloed had hij melding kunnen maken. Aan het gemopper van Israël in de woestijn, op weg naar Kanaän, had hij kunnen herinneren. Maar dat alles doet hij niet. Hij zet alleen de grote daden van de Eeuwige op een rij. En dan, telkens zichzelf onderbrekend: eeuwig duurt zijn trouw. Eigenlijk zou je die trant ook eens een opsomming van je eigen belevenissen moeten maken, een soort levensloop, een korte autobiografie – met om de regel net zo’n refrein als in deze psalm: eeuwig duurt zijn trouw.
Looft den Heer, want Hij is goed, trouw in alles wat Hij doet. Want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 24 november 2011, 20:57
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Donderdag 24 November, Psalm 135: 13-21; Prijs de Heer.
Woont God nog altijd op de berg Sion? Heeft de Heer der wereld, de God van hemel en aarde, een vaste woon- en verblijfplaats in Jeruzalem? Ik dacht dat Hij in de hemel woonde… Ja, dat is ook zo. Maar tegelijkertijd woont Hij waar zijn woord een plekje krijgt. Zijn woord: zijn geboden en zijn beloften. Op de twee stenen tafelen die Mozes ontving, stonden die woorden van God gegrift. Israël wist: die woorden zijn niet zomaar woorden van mensen. In die woorden woont de Eeuwige. Hijzelf vindt een huis, overal waar liefde woont, liefde voor Hem en liefde voor Hem en liefde voor zijn mensen. Vandaar dat Jeruzalem de plaats werd die, naast de hemel, als woning van de Allerhoogste werd beschouwd. Niet alleen in de hemel, ook in de tempel werden zijn woorden bewaard. Daarom heette de tempel: huis van God. En nu? De tempel is er niet meer. God woont niet in een huis door mensenhanden gemaakt, zei de apostel Paules. Waar dan wel? Overal waar zijn kerk is! Welke kerk? De ene, ware kerk! De mijne dus? Geen sprake van! De ene ware kerk is de wereldwijde gemeenschap van allen die de Schepper en zijn schepping liefhebben. En zo wijd als de wereld is, prijst die universele kerk de Heer van de kosmos. In Jeruzalem, op de Sion? Ja, maar ook in New York n in Moskou, in Brussel en in Amsterdam, in Bagdad en in Teheran, in Mekka en Medina. Je kunt geen plaats ter wereld opnoemen of er zijn minstens een paar mensen te vinden die liefde is. Hij woont niet alleen in Jeruzalem. Hij woont evengoed in het hart van allen die Hem vrezen en hun naasten liefhebben als zichzelf. En daarom: halleluja, wereldwijd!
Zegen, Israël, den Heer, priesters, looft zijn majesteit, tempeldienaars, prijst zijn eer, looft Hem, wie zijn naam belijdt. Hij woont bij ons in gena. Prijst den Heer. Halleluja!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 23 november 2011, 21:02
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Woensdag 23 november, Psalm 135: 5-12; Boven alle macht.
Ik hoor de tegenstemmen al in mijn oren klinken: ‘Zie je wel, daar heb je het weer! De God van Israël is weer eens beter dan de goden van de andere volken… Het is indertijd gewoon een soort competitie geweest: welk volk heeft de sterkste god? In die sfeer is het geen wonder dat elke volk met de mooiste verhalen voor de dag komt. De Bijbel zou je kunnen zien als een leuke promotieactie van het volk Israël ter ondersteuning van de eigen volksgod. Het klinkt allemaal heel interessant, maar goedbeschouwd is de Heer van Israël gewoon één van de vele goden die men in die tijd aanbad. Natuurlijk schrijf je aan je eigen god toe dat alles gemaakt heeft en alles in de hand houdt. En natuurlijk schrijf je aan dié god toe dat hij ervoor gezorgd heeft dat jij zo’n mooi eigen landje hebt, ook al ging dat ten koste van andere volken die het veld moesten ruimen in die’n mooi eigen landje hebt, ook al ging dat ten koste van andere volken die het veld moesten ruimen in die oorspronkelijke strijd om bestaansrecht en bestaansruimte. Maar dat nú nog altijd een beroep op te doen, dat is echt van de gekke. Nu nog altijd te beweren dat Israël recht heeft op Palestina en het alleenvertoningsrecht bezit op de ene, ware God, dat is niet meer van deze tijd!’ Wat is daarop het antwoord, kerk van Jezus Christus? Ik persoonlijk zou antwoorden: laten we zeggen wat Jezus zei. En wat zei Hij dan? Hij zei niets. Hij sprak geen woord over eeuwigdurende rechten van Joden op welk land dan ook. En al die andere goden? Voor Hem was er maar één God: zijn Vader. Die Vader van Jezus Christus is de Vader van álle volken. En Hij vraagt al die volken in liefde voor Hem en elkaar te leven. Dat is geen boodschap waar de politiek van opkijkt. Maar wel een boodschap waar de hele wereld beter van wordt.
Boven al wat klinkt in eer, boven alle machten uit, is de Heer een enig Heer. Hij volvoert wat Hij besluit. Hemel, aarde, zee en land, zelfs de oervloed dwingt zijn hand.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 22 november 2011, 21:59
Onderwerp: Dagelijkse bemoediging.
|
|
|
Dinsdag 22 november, Psalm 135: 1-4; Uw verheven plicht.
Dat zegt de psalmberijming heel goed: ‘Looft den Heer…, gij die uw verheven plicht in de tempelhof verricht.’ Zo is het maar net: die dienaren in de tempel moeten dat gewoon doen. Het is hun beroep. Ze zijn aangesteld om de Allerhoogste te loven. Natuurlijk, het zal wel eens niet zo goed uitgekomen zijn. Je hebt niet elke dag ‘je dag’. Maar daar word niet naar gevraagd. Als je een taak op je genomen hebt, dan moet je ook bereid zijn op de gekste momenten te doen wat tot je werkopdracht behoort. In dat geval van een tempeldienaar, een priester, een Leviet, betekent dat: God loven – dat is je plicht, je verheven plicht. En zo’n verheven plicht hebben ook wij, christenmensen. Wij zijn priesters in de tempel van Christus. De kerk is zijn tempel. Niet dat ene gebouw en zelfs niet die ene, bepaalde gemeenschap, waar wij toevallig bij behoren – nee, de wereldwijde kerk, díe is zijn tempel. In die tempel zijn wij priesters, jong en oud, blank en bruin. Wij hebben de taak de Eeuwige te loven, in doen en laten, in woord en daad, in gezang en gebed, met mond en hart en handen. Dan kun je je dag niet hebben of verdrietig zijn vanwege hete een of ander, die plicht blijft: het is een verheven plicht. Dat is maar goed ook, want anders zou er van wereldwijde lofzang niet veel terechtkomen. We hebben allemaal weleens een baaldag. We voelen ons allemaal weleens depressief. Weleens? Nogal vaak. En daarom is het maar goed dat we niet alleen geroepen zijn de Allerhoogste te loven als we een goede dag hebben, maar dat ook toe doen als het eens even minder gaat. En waarom dat zo goed is? Kan de Eeuwige geen dagje zonder? Ik denk van wel. Maar ikzelf kaan geen dagje zonder! Die verheven plicht brengt mijzelf op een hoger niveau. Mét dat ik de Eeuwige dankzeg voor al zijn zegeningen, voel ik mijzelf sterker.
Halleluja! Looft den Heer, prijst zijn naam en majesteit, toegewijden aan zijn eer, die vanouds zijn knechten zijt, gij die uw verheven plicht in de tempelhof verricht.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 21 november 2011, 21:32
Onderwerp: Zingen in de kerk.
|
|
|
COOTJE711 schreef: | ik vind de psalmen ook gewoon mooi |
En dan ook nog de gezangen en de nieuwe berijming.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 21 november 2011, 20:21
Onderwerp: Lofzang op het vrijgezelle leven
|
|
|
Lofzang op het vrijgezelle leven (vrij naar Spreuken 31)
Een levenslustige vrijgezel, wie zal hem* vinden? Hij is meer waard dan edelstenen. Zijn vrienden stelt hij niet teleur hij hoeft geen rekening te houden met gezeur. Naar andere vrouwen mag hij kijken zover zijn blik kan rijken. Genieten van Gods schepping is een door God gegeven zegening. Laat op willen blijven? Niemand die klaagt, geen partner die hem naar bed toe vraagt. Van schoonfamilie ook geen last, aan verplichte verjaarsvisite zit hij niet vast. Hij doet gewoon zijn eigen ding en kan het best af zonder ring. Hij is als een aangename geur, zijn leven belandt niet in een sleur. Hij geniet van zijn vrijheid en doet leuke dingen in zijn vrije tijd. Interessante mensen ontmoet hij veel, een rijk leven is zijn deel. Vele vrienden kunnen op hem aan, in zijn huis is het een komen en gaan. Dat is ingericht naar zijn smaak, en schoonmaken, ach dat hoeft niet zo vaak. Compromissen hoeft hij niet te sluiten, en ook scheelt het hem een hoop duiten die hij kan uitgeven aan wat hem belieft zonder bang te hoeven zijn dat hij daarmee een ander grieft. Ik hoop dat dit gedicht je leven zet in een ander licht als je denkt dat je zielig bent wordt dat echt niet opgelost door een vent** Steek je energie liever in positieve dingen iets waar je van gaat zingen! En wie weet, als je dat doet, komt er nog eens een bijzonder iemand je tegemoet...
*Hier kan een hij/zij worden ingevuld.
|
|
Naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|