ChristianMatch
 


Forum

Kerstfeest zoals het bedoeld is.
ChristianMatch forum index » Gedichten
Auteur Bericht
LOES133





Berichten: 72

BerichtGeplaatst: woensdag 23 december 2020, 16:50
 
Hallo allemaal,

Het is al weer bijna kerst, nog een paar dagen.

Het leek mij leuk om hier een paar (voorlees)verhalen te plaatsen om tijdens de kerst te lezen.

Misschien na een wandeling bij een kop warme chocomel of op kerstavond bij de kachel of als afwisseling tijdens het kerstdiner.
Een verhaal welke de ware betekenis van kerst gestalte geeft.

Hoop dat jullie ervan genieten. En zou het leuk vinden om van jullie te horen hoe jullie de verhalen vonden.

Gezegende en gezellige kerstdagen gewenst.


Lieve groet,

Loes.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
LOES133





Berichten: 72

BerichtGeplaatst: woensdag 23 december 2020, 16:55
 
Het eerste kerst verhaal is een verhaal geschreven door de Russische schrijver Leo Tolstoj.


Het bijzondere kerstfeest van Papa Panov.

Het is stil in het kleine huisje van schoenmaker Panov. Af en toe kijkt hij uit het raam. Hij zucht maar eens. Het begint alweer donker de worden. Hij ziet allemaal mensen voorbij lopen, op weg naar huis. De meesten zwaaien naar hem. In het dorp noemt iedereen hem: Papa Panov. Voor iedereen heeft hij een vriendelijk woord. Papa Panov is niet rijk. Het enige wat hij heeft, is het kleine huisje met één kamer, waarvan het raam uitkijkt op de Dorpsstraat. In die ene kamer woont hij, slaapt hij en maakt hij schoenen. Toch is hij ook niet erg arm. Hij heeft alle gereedschappen die een schoenmaker nodig heeft, een prachtige gietijzeren kachel om zijn eten op te koken en een fijne rieten stoel om in te zitten en een beetje te dommelen. In de hoek staat een bed met een heerlijke warme lappendeken en een olielampje, dat een gezellig licht verspreidt als het donker wordt. En schoenen maken kan hij als de beste! Elke dag komen er mensen die nieuwe schoenen willen laten maken of hun oude schoenen willen laten opknappen. Papa Panov heeft genoeg om brood te kopen bij de bakker, koffie bij de kruidenier en heerlijke kool bij de groenteman. Papa Panov is tevreden. Tenminste… meestal. Meestal glinsteren zijn ogen door zijn kleine ronde brilletje en loopt hij te zingen en te fluiten. Maar vandaag is het anders. Papa Panov staat verdrietig voor het raam van zijn winkeltje. Hij denkt aan zijn vrouw. Ze is lang geleden gestorven. Zijn kinderen zijn allemaal groot geworden en ze zijn ergens anders gaan wonen. Door het raam ziet hij nu de mensen naar huis gaan. Het is Kerstavond. Terwijl hij staat te mijmeren, buigt Papa Panov zich iets voorover. Overal ziet hij gezellige huizen. Hij hoort het gelach, het enthousiaste geroep en gegil van de kinderen. Door de kieren van de deur ruikt hij de vage geur van gebraden vlees. “Och, och,” zucht Papa Panov en terwijl hij aan de punten van zijn lange grijze snor trekt, schudt hij langzaam zijn hoofd. “Och, och.” Er is niemand die deze avond de schittering in zijn ogen achter het kleine ronde brilletje terug brengt. Met een diepe zucht doet hij de olielamp aan en pakt een oud, bruin boek van de boekenplank. Hij schuift zijn rieten stoel bij de kachel en zakt er langzaam in. Hij begint te lezen. Nee, lezen kan hij niet best. Hij heeft nooit in de schoolbanken gezeten. Langzaam glijden zijn vingers langs de regels en ontcijfert hij wat er staat. Hij leest het verhaal van Kerst. Hij leest hoe het Kind Jezus werd geboren. Niet in een veilig en warm huis, maar in een stal, omdat er in de herberg geen plaats was. “Och, och,” mompelt Papa Panov en opnieuw trekt hij aan de punten van zijn snor. “Waren ze maar hier gekomen. Dan hadden ze in mijn lekkere bed kunnen slapen en ik zou dat kleine jongetje hebben toegedekt met mijn warme lappendeken.” Hij staat op en pookt het vuur wat op. Buiten wordt het mistig en nog donkerder. Hij draait de olielamp iets hoger en schenkt een kop koffie voor zichzelf in. Opnieuw pakt hij het boek en leest verder. Hij leest over de rijke wijze mannen die een lange reis maakten om het kleine Kindje geschenken te brengen: goud en heerlijk ruikende specerijen.

“Och, och,” zucht Papa Panov, “als Jezus hier zou komen, zou ik niets hebben om aan Hem te geven.” Hij kijkt het kleine kamertje eens rond en ineens beginnen zijn ogen te glimmen. Ja! Toch wel. De pretlichtjes dansen achter zijn ronde brillenglazen. Op die boekenplank… Zo snel als het gaat, staat hij op en pakt van de plank een stoffige doos met een touwtje er om. Hij maakt de doos open en haalt er een paar hele kleine schoentjes uit. Hij neemt in elke hand een schoentje en bekijkt ze langdurig. Het zijn de mooiste schoentjes die hij ooit gemaakt heeft. “Die zou ik hebben gegeven,” mompelt hij tenslotte en stopt ze weer in de doos. Hij schuifelt weer terug naar zijn stoel en begint weer te lezen. Of het nu van de warmte komt, of omdat hij gewoon moe is, maar het duurt niet lang of de magere vinger van Papa Panov glijdt van de bladzijde, het brilletje zakt van zijn neus en hij valt in slaap. Buiten wordt de mist steeds dikker. Vage figuren glijden langs het raam, maar de oude schoenmaker dommelt en snurkt zachtjes. En terwijl hij slaapt, lijkt het wel of zijn gedachten doorgaan. “Papa Panov! Papa Panov!” Het lijkt wel of hij een stem hoort die zijn naam roept. Hij kijkt om zich heen, maar ziet niemand. “Papa Panov! Je wenste dat je Me zou kunnen zien, toch? Je wenste dat Ik bij je gekomen was en dat je Me een geschenk kon geven, toch? Kijk morgen naar me uit, want Ik kom!” Met een schok wordt Papa Panov wakker. Hij wrijft zijn ogen uit en gaat met een schok rechtop zitten. De kachel is bijna uit. Buiten hoort hij de klokken van de kerk luiden. Het is Kerst. “Hij was het,” zegt de oude man tegen zichzelf, “het was de Heere Jezus Die tegen mij sprak.” Nadenkend trekt Papa Panov aan de krullen van zijn snor. “Misschien was het alleen maar een droom. Maar dat geeft niet. Morgen zal ik goed opletten. Ik hoop dat Hij komt. Hoe zal Hij er uit zien?” Peinzend schudt de oude man zijn hoofd. “Och, och… ik zal goed op moeten letten.” Die nacht gaat Papa Panov niet naar bed. In zijn hoofd staan zijn gedachten niet stil. Moet hij niet het huis een beetje opruimen? Maar dan heeft hij geen tijd om naar het raam te kijken om te zien of Hij voorbij komt. Hij wil geen enkele voorbijganger missen. Minuut na minuut kruipt de nacht voorbij en langzaam komen de eerste zonnestralen over de heuvel. Het eerste morgenlicht verlicht de keien van de Dorpsstraat. Maar er is nog niemand gekomen. “Ik zal maar eens een lekkere pot koffie maken voor mijn kerstontbijt,” zegt Papa Panov opgewekt tegen zichzelf. Hij stookt de kachel op en maakt een dampende pot koffie. En intussen houdt hij het raam steeds in de gaten. Eindelijk, eindelijk komt er iemand aan door de bochtige straat. Papa Panov drukt zijn gezicht tegen het bevroren raam. Zijn hart bonkt. Zou dit Jezus zijn? Maar dan doet hij teleurgesteld een stapje terug. Papa Panov kent hem wel. Het is de oude straatveger. Elke week komt hij langs met zijn bezem en kruiwagen. Ja, zelfs met Kerst. Papa Panov voelt zich van binnen een beetje boos worden. Hij heeft wel wat anders te doen dan op de uitkijk te staan naar een straatveger. Hij wacht op de Koning, op Jezus! Hij draait zich ongeduldig van het raam af en wacht tot de kromgebogen straatveger voorbij is. Maar als hij weer uit het raam kijkt, staat de straatveger aan de overkant, recht tegenover zijn winkel. De man heeft zijn kruiwagen neergezet, wrijft met zijn handen en stampt met zijn 3 voeten. Papa Panov krijgt toch medelijden met hem. Wat ziet die arme man er koud uit. En stel je toch eens voor: werken op eerste Kerstdag… Papa Panov tikt tegen het raam, maar de oude man hoort niks. Daarom loopt hij naar de deur. “Hé!” roept hij. “Hé, oude man!” De straatveger kijkt bezorgd om zich heen. De mensen zijn meestal niet zo vriendelijk tegen hem, maar nu ziet hij de vriendelijke lach van Papa Panov. “Heb je trek in een kop koffie?” roept Papa Panov. “Je ziet er uit of je half bevroren bent.” De straatveger laat zijn kruiwagen in de steek. “Graag,” zegt hij, terwijl hij het kleine winkeltje binnenkomt. “Erg vriendelijk van u, erg aardig.” Papa Panov roert in de grote koffiepot op de kachel. “Ach, het is het minste wat ik kan doen. Het is tenslotte Kerst.” De oude man snuift… “Ach, ik heb van Kerst niets te verwachten.” Hij pakt de mok koffie aan van Papa Panov en schuifelt dichterbij de kachel om zich te warmen. Papa Panov gaat weer op zijn plaats staan bij het raam en kijkt links en rechts uit over de straat. “Verwacht je bezoek? Moet ik weer gaan?” Papa Panov schudt zijn hoofd: “Nee. Ik… nou… Zeg, heb je wel eens van Jezus gehoord?” De oude straatveger kijkt hem met grote ogen aan. “Dat is toch Dezelfde als God?” vraagt hij. Papa Panov reageert niet… het is even stil. En dan ineens zegt Papa Panov: “Hij komt vandaag.” De oude man staart hem nog verbaasder aan en veegt langzaam zijn neus af aan de mouw van zijn jas. Papa Panov vertelt wat er gebeurt is. “Daarom sta ik hier op de uitkijk voor hem,” besluit hij zijn verhaal. De straatveger zet zijn kopje neer en schudt zijn hoofd. “Veel geluk gewenst,” zegt hij terwijl hij weer naar de deur sjokt, “en bedankt voor de koffie!” Voor de allereerste keer glimlacht de straatveger. Daarna loopt hij snel de straat weer op, pakt zijn kruiwagen en verdwijnt. Papa Panov staat in de deuropening en kijkt de straatveger na. Het heldere winterzonnetje schijnt inmiddels het kleine huis in en geeft zelfs wat warmte. Er zijn nu meer mensen op straat. Een paar dronken mannen wankelen naar huis. Families in hun mooiste kleding haasten zich over de straat naar de kerk of naar familie en vrienden om Kerst te vieren. Ze knikken en glimlachen tegen Papa Panov. De oude schoenmaker knikt en glimlacht terug. Nee, met niemand knoopt hij een praatje aan. Hij wachtte op Iemand anders… Op het moment dat hij de deur dicht wil doen, komt er iemand aanlopen. Het is meer strompelen dan lopen. Een jonge vrouw loopt dicht langs de muur met een baby in haar armen. Ze is mager en ziet er vermoeid uit. Papa Panov kijkt haar aan. Ze is bijna zijn deur voorbij, als hij opeens zegt: “Kom even binnen en warm je bij het vuur.” De vrouw kijkt verschrikt op en even lijkt het of ze weg wil rennen. Maar ze ziet de pretlichtjes in de ogen van de schoenmaker. “Wat aardig van u,” zegt ze zacht als hij opzij stapt om haar binnen te laten. Papa Panov haalt zijn schouders op. “Ach, het is niks bijzonders. Ik vond je er zo koud uit zien. Moet je nog ver?” “Ik moet naar het dorp verderop,” zegt de vrouw. ‘Ongeveer zeven kilometer. Ik heb bij de molen gewoond, maar heb geen geld meer om de huur te betalen. Daarom ga ik naar mijn nicht om te vragen of ik bij haar kan wonen.” Papa Panov loopt naar de kachel. “Wil je wat brood en soep?” De vrouw schudt trots haar hoofd. “Wil je dan een beetje warme melk voor je kindje?” en hij neemt het kind over uit 4 haar armen. Hij warmt de melk en voert het kind op zijn schoot. Het kind lacht en kraait van plezier en spartelt met zijn beentjes. “Och, och,” zegt Papa Panov hoofdschuddend, “het arme kind heeft geen schoentjes aan.” De jonge vrouw kijkt hem verdrietig aan: “Ik kan ze niet voor hem kopen.” Opeens komt er een gedachte op bij de oude schoenmaker. Maar nee… dat kan toch niet… Hij probeert de gedachte van zich af te zetten, maar telkens moet hij er aan denken. Telkens wordt zijn blik getrokken naar de boekenplank. Hij staat op en pakte de doos van de plank. Die schoentjes, die prachtige schoentjes die hij zo lang geleden gemaakt heeft, passen het kind precies. Alsof hij ze voor dit kind gemaakt had. Maar… zou hij ze wel weggegeven…? Ineens zegt hij: “Jij mag ze hebben.” De jonge vrouw is overgelukkig. “Hoe kan ik u ooit bedanken?” roept ze blij. Maar Papa Panov hoort haar niet eens. Hij kijkt bezorgd naar buiten. Hij is zo druk geweest met de warme melk voor het kindje… Zou Jezus voorbij gekomen zijn, terwijl hij zo druk was? ‘Is er iets?’ vraagt de jonge vrouw. De oude schoenmaker houdt zijn blik gericht op het raam: “Heb jij wel eens gehoord van Jezus?” De vrouw knikt. “Hij komt vandaag bij mij,” zegt Papa Panov zacht. “Dat heeft Hij beloofd.” En hij vertelt over de droom die hij heeft gehad. De jonge vrouw luistert geduldig, van het begin tot het einde. Ze kijkt hem aan. Het klinkt allemaal nogal ongeloofwaardig, maar ze klopt de oude schoenmaker vriendelijk op zijn hand: “Ik hoop dat uw droom uitkomt. U verdient het, alleen al omdat u zo goed bent geweest voor mij en mijn kind.” Dan staat ze op en vervolgt haar tocht. Papa Panov doet de deur achter haar dicht. Weet je wat… hij gaat alvast een pan koolsoep klaarmaken voor het avondeten. Terwijl de soep op het vuur staat, loopt hij steeds naar het raam en naar de deur. De uren verstrijken. Mensen lopen voorbij, maar Jezus, de geboren Koning ziet hij niet. En langzaam aan begint hij te twijfelen… zou het dan toch niet waar geweest zijn? Zou het zomaar een droom geweest zijn? De vrolijke twinkeling verdwijnt uit zijn ogen. Of… zou Hij wel langs gelopen zijn, maar was hij toen druk bezig met de melk voor het kleine jongetje? Of is Hij misschien langs gekomen toen hij net het vuur opstookte om de soep te koken? De oude schoenmaker kan niet langer stil zitten. Hij doet de deur open en gaat in de deuropening staan. Hij kijkt naar buiten. Naar links… naar rechts. Allerlei mensen lopen zijn winkeltje voorbij: kinderen, oude mannetjes, bedelaars, omaatjes. Het zijn bijna allemaal vrolijke mensen. Hij glimlacht tegen hen en aan de bedelaars geeft hij een geldstuk of een stuk brood. Maar wie hij ook ziet… Jezus ziet hij niet. Het begint te schemeren. Papa Panov zucht. De moed zinkt hem steeds verder in de schoenen. De grijze decembermist kruiopt langzaam de straat in en al snel kan hij de mensen niet meer onderscheiden die voorbij het raam lopen. Verdrietig steekt de oude schoenmaker de olielamp aan, stookt het vuur op en maakt het eten verder af. Telkens blijft zijn blik gericht op het grote raam. Maar nee… hij heeft het gedroomd. Hoofdschuddend ruimt hij de spullen van het eten op. Teleurgesteld en verdrietig laat hij zich in de grote rieten stoel zakken. Was het dan toch niet waar? Hij pakt het boek, maar zijn hart en zijn ogen zijn te moe om te woorden op de bladzijden te lezen. “Het was dus toch alleen maar een droom,” zegt hij verdrietig in zichzelf. “Ik wilde het zo graag geloven. Ik wilde zó graag dat Hij zou komen.” Achter de ronde brillenglazen wellen twee dikke tranen die zijn ogen vullen. Hij moet toch maar eens een stukje lezen… Met zijn oude rimpelige vingers doet hij het boek weer open. Hij begint zomaar ergens te lezen. Zijn vingers gingen langs de woorden: En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid. En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt. En Hij zal de schapen tot Zijn rechter hand zetten, maar de bokken tot Zijn linker hand. Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die tot Zijn rechter hand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beerft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld. Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd. Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven? En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed? En wanneer hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen? En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan. En dan moet Papa Panov ineens terugdenken aan deze dag. In zijn gedachten ziet hij ze weer voor zich: de straatveger en de jonge vrouw met haar kind; alle mensen die hij deze dag gezien en gesproken heeft. En het lijkt alsof Iemand tegen hem zegt: “Heb je Mij niet gezien, Panov? Ik had honger en jij gaf Mij te eten. Ik had dorst en jij gaf Mij te drinken. Ik was koud en jij liet Mij binnen.” En nog een keer leest Panov die laatste zin: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan. Nu rollen er opnieuw tranen over de wangen van Papa Panov. “Och, och…” zucht hij, terwijl hij aan de punten van zijn snor trekt. “Hij is dus toch gekomen.”


Naar een oud verhaal van de Russische schrijver Leo Tolstoj, bewerkt door Jaco Pons
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
LOES133





Berichten: 72

BerichtGeplaatst: woensdag 23 december 2020, 16:58
 
Het tweede verhaal heb ikzelf een paar jaar geleden geschreven, zowel voor kinderen als volwassenen.

Pjotter volgt een ster.


We gaan eventjes terug in de tijd, twintig jaar terug en het is hartje winter.
Het is stil in de straten van het centrum van Amsterdam. Een paar warm geklede mensen , trotseren de dikke laag sneeuw in de koude straten om nog een laatste boodschap te doen voor de kerst. Morgen is het Kerst en dan wordt in veel huizen bij de gezelligheid van een mooi versierde boom, en met veel lekker eten het eeuwen oude kerstfeest weer gevierd.

In de Bateljoris straat loopt een mevrouw die wat minder haast lijken te hebben. Een oude vrouw die met een stok probeert wat stevigheid te vinden op de glibberige straat en schuifelt voetje voor voetje voorzichtig de hoofdstraat in.
En op de hoek van diezelfde hoofdstraat hangt een jongetje wat verveeld tegen een muur. Zou deze jongen het niet koud hebben, dat hij daar zo staat te kijken op deze koude Decemberdag. Erg warm gekleed ziet hij er ook niet uit. Een muts, wanten en een warme sjaal draagt hij niet. Met blote handen rolt hij een sneeuwbal en gooit deze vlak langs de oude schuifelende vrouw heen. De vrouw schrikt van de sneeuwbal die plotseling haar kant op komt. En terwijl de vrouw al haar aandacht bij de voorbijkomende sneeuwbal heeft, rent de jongen op de vrouw af en pakt haar handtas van haar af. De jongen met de handtas rent weg. En de oude vrouw die gelukkig door de hele actie niet gevallen is op de gladde straat, begint te schreeuwen. “Houd de dief, houd de dief”, roept de oude vrouw zo hard ze kan. De groenteman die op het geroep af komt, ziet nog net een schim de hoek om rennen een steegje in. “Dat verdraaide jong van Rats weer”, mompelt hij en gaat de jongen in het steegje achterna.

Het duurt niet lang of de groenteboer heeft de jongen overmeesterd. In zijn ene hand houd de groente boer de handtas en in zijn andere hand houd hij Pjotter stevig bij zijn arm.
“Verdraaid nog aan toe jongen. Durf je wel een oude dame met deze gladheid van haar handtas te beroven?”. Pjotter kijkt naar beneden en geeft geen antwoord. De groenteman moet toch diep in zijn hart ook weten dat Pjotter alleen maar wat eten voor zijn broertjes en zusje probeert te “zoeken”. En af en toe moet hij daar iets voor doen wat niet zo netjes is.

Pjotter en zijn familie wonen in een klein twee kamer appartementje boven de groentewinkel. Een appartementje veel te klein voor een gezin van zeven personen, maar groter kunnen ze niet betalen.
Pjotter zijn moeder maakt schoon bij het burgemeestershuis en de vader van Pjotter heeft geen werk meer. Het kleine beetje geld dat er met schoonmaken binnen komt verdwijnt vaak ook meteen weer aan jenever voor Pjotters vader. Geld voor eten is er dan ook vaak niet. Vaak hoort Pjotter zijn broertjes of zusje huilend inslaap vallen van de pijn in hun buikjes van de honger. En zo is Pjotter veel op straat te vinden, “op zoek”naar eten voor zijn broertjes en zusje. Soms lukt het Pjotter wel een appel bij de groenteman of een broodje bij de bakker mee te pakken onder zijn jas.
Maar vandaag had Pjotter een ander plan bedacht. Het is immers morgen Kerst, en ook zijn broertjes en zusje mogen dan toch wel eens wat anders eten dan een gestolen broodje of appel welke elke keer net de ergste honger stillen?

Zo besloot Pjotter om de tas van een winkelende voorbijganger af te pakken, dan kon hij met het geld uit die portemonnee chocolade melk en kerstkoekjes kopen. Al een tijdje had Pjotter op de hoek van de hoofdstraat staan kijken naar de voorbij komende winkelende mensen. En daar zag hij Mevr. Snoek aan komen.... Mevr. Snoek was een wat oudere dame van in de 80. En op de besneeuwde gladde straten liep deze oudere dame niet zo hard, ze was bang om te vallen. Dat wordt een makkie dacht Pjotter en voor hij verder dacht, had hij al een sneeuwbal in zijn hand om naar de vrouw te gooien. Het plan van Pjotter was bijna gelukt. Bijna kon hij kerstkoekjes en chocomel voor zijn broertjes en zusje kopen. Maar de groenteboer was Pjotter net te snel af en overmeesterde hem met de handtas.


“Zo jongeman, wat heeft dit te betekenen?”, vroeg de groenteboer eigenlijk een beetje naar de bekende weg. Een laffe daad vind ik dit van je Pjotter, een oude vrouw op zo'n gladde straat beroven.
De groenteboer wist natuurlijk ook wel dat Pjotter door dingen te stelen , zijn hongerige broertjes en zusje te eten probeerde te geven. Diep in zijn hart, had de groenteboer ook best medelijden met de kinderen van Rats. Maar dit kon hij echt niet oogluikend toestaan. De appels die Pjotter elke dag uit zijn kraam pikte, daar kon de groenteman niet boos over worden , maar dit was nu wel even een ander verhaal. Wat moest de groenteman met deze situatie aan? Even dacht hij na.... en zei; “Pjotter wij gaan samen de tas terug brengen aan mevr. Snoek. En de komende week ga jij iedere dag voor straf de stoep bij mevr. Snoek sneeuw vrij maken. Begrepen?” Pjotter knikte naar de groenteman en was al lang blij dat hij er zo goed afkwam.

Samen liepen Pjotter en de groenteman naar het huis van mevr. Snoek. Mevr. Snoek die inmiddels ook bij haar huis was aangekomen zat nog wat na te bibberen van de schrik, toen er aangebeld werd. Het waren de groenteboer en één van de kinderen van Rats. En ze hadden haar handtas bij zich. De groenteman duwde Pjotter een klein stukje naar voren. Terwijl Pjotter de tas aan Mevr. Snoek overhandigde en schaamtevol naar de grond staarde stamelde hij: “Hier is uw tas. Sorry”. Opgelucht pakte Mevr. Snoek de handtas aan en nodigde Pjotter en de groenteboer binnen.


Het was warm en gezellig in de kleine woonkamer van Mevr. Snoek. Een mooie kerstboom met echte kaarsjes en veel slingers en gekleurde ballen gaf een gezellige kerst sfeer aan de kamer. “Als ik nou eerst eens warme chocomel ga halen, dan kan je mij daarna alles over de tas vertellen”, besloot Mevr. Snoek.


Onder het genot van een beker warme chocolade, vertelde Pjotter zijn verhaal. “Ik wou zo graag dat mijn broertjes en zusje met de Kerst chocolademelk en kerstkoekjes kregen. Elke avond vallen ze huilend in slaap van de honger..... Maar het was fout wat ik heb gedaan. En voor straf kom ik elke dag bij u sneeuw vegen, zodat u niet valt door de sneeuw”. Mevr. Snoek had een glim lach op haar gezicht en knikte. Dat vind ik een uitstekende straf, jongen. Maar dan ga ik nu eerst even boven op zoek naar een warme sjaal en wanten voor jou. Je moet het niet koud hebben als je sneeuw veegt.
Even later kwam Mevr. Snoek terug met een mooie blauwe zelf gebreide sjaal en blauwe wanten. Maar ze had nog iets in haar handen...... een blikje en een fles chocomel. Hier jongen chocomelk en zelf gebakken kerstkoekjes om samen met jouw broertjes en zusje Kerst te vieren.

Even later liep Pjotter trots op zijn sjaal en zijn wanten en blij met de koekjes en de chocomel naast de groenteboer richting zijn huis. En net voor Pjotter de trap op wou gaan naar zijn huis, wenkt de groenteman hem nog even de winkel in.
“Beloof je jongeman dat je nooit meer oude vrouwtjes van hun tasje beroofd?”, zei hij met een zo ernstig mogelijk gezicht. Heftig schudde Pjotter ja: “dat beloof ik”. Nou goed zei de groenteboer; dan heb ik nog een netje mandarijnen voor jullie voor de Kerst. “Een fijn kerstfeest en doe je familie de groeten. En zo ging Pjotter met zijn armen vol lekkers, al zingend de trap op. “Er is een kindeke geboren op aard”.


De volgende ochtend was Pjotter al vroeg op en verliet het huis met een bezem. Eerst poetste hij de stoep van de groenteboer netjes sneeuwvrij. Waarna hij zich naar het huis van Mevr. Snoek haastte om daar haar stoepje te poetsen. Mevr. Snoek stond al voor het raam en zwaaide. En toen ook het stoepje van Mevr. Snoek helemaal sneeuwvrij was, wenkte de oude dame Pjotter om binnen te komen. “Ik had jou graag een warme kop chocomel aangeboden”, zei ze met een glimlach. “Maar die heb ik gister weggegeven. Een kop thee dan maar?” Ondertussen dat Mevr. Snoek in de keuken bezig was met de thee, genoot Pjotter van al het moois in de kerstboom. “Zie je die piek boven in de boom?”, vroeg de vrouw toen ze met een dienblad vol lekkers de kamer weer in kwam. Boven in de top van de boom schitterde een grote ster met heel veel glitters. Doordat het licht van de kaarsjes op de glitters schenen, fonkelde de ster helemaal.


“Er is een prachtig verhaal , welke mijn oma mij met Kerst altijd vertelde”, begon de oude vrouw te vertellen. “Het kerstverhaal in de Bijbel, verteld ons over een ster die de wijzen uit het oosten, liet zien dat kindje Jezus geboren was. De ster wees hen de weg”. Pjotter knikte. De juf had hen op school het verhaal over de geboorte van Jezus en over de wijzen en de ster voorgelezen. Hij keek naar de ster op de top van de boom. “ Zo wees die ster hoog aan de lucht, de wijzen de weg”, ging de vrouw verder. “En nu in onze tijd , wil God ons ook nog steeds de weg wijzen. Als we een moeilijk probleem hebben, welke we niet zelf op kunnen lossen bijvoorbeeld. Dan kunnen we het antwoord op ons probleem, dus de weg aan de Heer vragen. Hij zal ons dan helpen en vertellen hoe we het op kunnen lossen en wat we dan moeten doen. Grote mensen noemen dat de Heilige geest die ons dan de weg wijst. Maar omdat wij de Heilige geest en God niet kunnen zien, had mijn oma het volgende bedacht.” Ze wees dan naar die ster boven in de kerstboom en zei; “Als ik God de weg wou vragen, dan moest ik aan die ster denken terwijl ik met God aan het praten was. Later werd ik groter en leerde ook zo met God en de Heilige geest te praten. En omdat ik nu ook heel goed zonder de ster met God praten kan, kan ik ook net zo goed de ster weg geven aan iemand die het nog leren moet om God de weg te vragen voor zijn leven”. De vrouw schoof een stoel naar de kerstboom. “Als jij nu eens voor mij op die stoel klimt Pjotter en de ster voor mij van de boom afhaalt”. Voorzichtig klom Pjotter op de stoel en haalde de ster van de boom.
“Ik geef de ster aan jou. Zodat jij nu ook kan leren om met God te praten. Als je aan God de weg vraagt denk dan aan die ster”. Met tranen in zijn ogen bedankte Pjotter de vrouw voor de ster.
“Kan ik God ook vragen of hij mij helpen wil om eten voor mijn broertjes en zusje te zoeken zonder dat ik meer hoef te stelen?” Pjotter keek naar de ster terwijl hij al snikkende deze moeilijke vraag uitsprak. Even was het stil in de kamer. En dan komt mevr. Snoek met een fantastisch idee.
“Wat dacht jij ervan om na schooltijd mij eens te helpen met het doen van een boodschap? Ik wordt ook al wat ouder en het zou fijn zijn als iemand dat voor mij deed. En misschien is er nog wel vaker een klusje waar je mij mee wilt helpen. Ik zal je voor jouw hulp betalen. Dan hoef je niet meer te stelen , maar kan je wat je aan broertjes en zusje wilt geven, zelf betalen. “
Dat was dan afgesproken. Zo hielpen Pjotter en Mevr. Snoek elkaar en werden goede vrienden.



Inmiddels zijn we 20 jaar verder. Pjotter werkt nu als meester in groep 2 van de lagere school aan de singel in de stad Amsterdam. Het is December en over een week is het kerst. In de klas staat een prachtig versierde kerstboom, met in de top een ster. Een ster met heel veel glitters die fonkelt door de lichtjes van de boom, de ster die Pjotter lang geleden van mevrouw Snoek heeft gekregen.
De kinderen van groep 2 zitten in een kring bij de boom. En meester Pjotter verteld een verhaal...... een verhaal over een ster. Over hoe je als je het moeilijk hebt “een ster kan volgen”, en dat God jou zo de juiste weg in jouw leven kan wijzen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
DANIEL219





Berichten: 10

BerichtGeplaatst: vrijdag 1 januari 2021, 19:12
 
LOES133 schreef:
Het eerste kerst verhaal is een verhaal geschreven door de Russische schrijver Leo Tolstoj.
...

Leuk, het doet me denken aan dit korte filmpje. Het heeft Engelse YouTube ondertiteling. Misschien zijn idee is van dit verhaal afkomstig.

https://youtu.be/nyoattSMOok?t=1653


Laatst aangepast door
DANIEL219
op vrijdag 1 januari 2021, 19:14
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
LOES133





Berichten: 72

BerichtGeplaatst: zaterdag 2 januari 2021, 20:34
 
DANIEL219 schreef:
Leuk, het doet me denken aan dit korte filmpje. Het heeft Engelse YouTube ondertiteling. Misschien zijn idee is van dit verhaal afkomstig.

https://youtu.be/nyoattSMOok?t=1653

Ja Daniel,

Wat een mooi filmpje. Vooral de buurvrouw die zo gelovig is , maar Jezus mist.... vind ik hier heel mooi vertolkt. Heel herkenbaar ook in onze tijd.

Ook is het een super verhaal! ( met een grote boodschap).

Of het verhaal afkomstig is van dit filmpje dat weet ik niet. Wel weet ik dat Mattheus 25 (vers 31 en verder) mooie verhalen en films heeft voort gebracht. Het was voor mij al mijn leven ( ruim 25 jaar door mijn werk) de belangrijkste tekst (mijn voorbeeld) in mijn leven.

Dank Daniel voor deze link.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

ChristianMatch forum index » Gedichten
Pagina 1 van 1