|
TALLGUY817
|
Berichten: 206
|
Geplaatst: donderdag 26 juli 2012, 08:01
|
|
|
Handelingen 3:1-9
1 Petrus nu en Johannes gingen te zamen op naar den tempel, omtrent de ure des gebeds, zijnde de negende ure; 2 En een zeker man, die kreupel was van zijner moeders lijf, werd gedragen, welken zij dagelijks zetten aan de deur des tempels, genaamd de Schone, om een aalmoes te begeren van degenen, die in den tempel gingen; 3 Welke, Petrus en Johannes ziende, als zij in den tempel zouden ingaan, bad, dat hij een aalmoes mocht ontvangen. 4 En Petrus, sterk op hem ziende, met Johannes, zeide: Zie op ons. 5 En hij hield de ogen op hen, verwachtende, dat hij iets van hen zou ontvangen. 6 En Petrus zeide: Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel! 7 En hem grijpende bij de rechterhand richtte hij hem op, en terstond werden zijn voeten en enkelen vast. 8 En hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, en lovende God. 9 En al het volk zag hem wandelen en God loven.
Als Rome zegt dat de Paus van Petrus zou afstammen, wat klopt er hier dan niet? In vers 6 zegt Petrus: "Zilver en goud heb ik niet". Kijk ik dan het hele Roomse imperium, dan is ze schat- en schatrijk. En wat doet Petrus? Hij spreekt niet uit de naam van de overste der moeders, maar den Naam van Jezus Christus, den Nazarener... zelfs met Zijn titels. Petrus acht Zijn Heer waardig en spreekt volledig met respect. Vers 7 En hem grijpende bij de rechterhand... Nee, de Paus zou hooguit zijn hand uitstrekken opdat je de gouden ring aan zijn vinger mag kussen. Wat staat er geschreven over een gouden ring, behalve het varken die het draagt, ik wil toch ook niet al te hatelijk overkomen...
Jakobus 2:1-4 1 Mijn broeders, hebt niet het geloof van onzen Heere Jezus Christus,
Effe pauze... leuk hé? dit Schriftgedeelte... oja, er komt nog een comma..
den Heere der heerlijkheid, met aanneming des persoons. 2 Want zo in uw vergadering kwam een man met een gouden ring aan den vinger, in een sierlijke kleding, en er kwam ook een arm man in met een slechte kleding; 3 En gij zoudt aanzien dengene, die de sierlijke kleding draagt, en tot hem zeggen: Zit gij hier op een eerlijke plaats; en zoudt zeggen tot den arme: Sta gij daar; of: Zit hier onder mijn voetbank; 4 Hebt gij dan niet in uzelven een onderscheid gemaakt, en zijt rechters geworden van kwade overleggingen?
Kortom, de Paus laat zich liever belikken door het gepeupel! En de jongens met poen... kijk maar naar wie of er lid is van De kring van Rome, waarvan de voorzitter de toekomstige koning van Babel zal zijn, die bulken van het geld. Als de ware aard van Benen dicht dus zou openbaren dan zou hij de kreupele bij voorkeur een doodstrap hebben bezorgd, puur omdat alle geld toekomst aan het paus-"dom".
Vervolg vers 7 En hem grijpende bij de rechterhand richtte hij hem op,
Grijpende bij de rechterhand. Petrus zou hem nooit bij de linkerhand hebben opgericht, want haal de s maar eens van beiden kanten af, en dan lees ik recht en krom.. euh link.
En krom is de Katholieke kerk, want waar staat in de Bijbel dat we zouden knielen voor de beeltenis van Maria? Er staat juist een zeer humoristisch stukje over beeltenissen in de Schrift, namelijk:
Jesaja 44:14-15; 18-19 14 Als hij (de timmerman uit vs. 13) zich cederen afhouwt, zo neemt hij een cypressenboom of een eik, en hij versterkt zich onder de bomen des wouds; hij plant een olmboom, en de regen maakt dien groot. 15 Dan is het voor den mens om te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en buigt zich daarvoor, hij maakt er een gesneden beeld van, en knielt er voor neder. 18 Zij weten niet, en verstaan niet, want het heeft hun ogen bestreken, dat zij niet zien, en hun harten, dat zij niet verstaan. 19 En niemand van hen brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden, en heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen van een boom gekomen is?
Ik ben niet degene die zegt dat de Rooms Katholieken, vs. 18: Zij weten niet, en verstaan niet. Het is de Waarheid, d.i. de Bijbel, die de leugen openbaart, en de leugen, staat er achter: heeft hun ogen bestreken, dat zij niet zien, en hun harten, dat zij niet verstaan. Gelijk Mozes een bedekking moest doen voor zijn gelaat, omdat ze een afkeer hadden van het Licht.
Vs. 7 en 8 en terstond werden zijn voeten en enkelen vast. En hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, en lovende God.
Als ik zie hoeveel bedevaartsplaatsen er zijn en dat daar nog nooit een overeenkomstige genezing heeft plaatsgevonden, van iemand die van kindsaf aan kreupel was, en van toen aan kon lopen, ja zelfs springende!! En boven dat al was hij lovende God, en niet Petrus, en niet Johannes, en ook niet de Paus, nee God lovende!!
En wat doende miljoenen Rooms Katholieken? Zij eren het schepsel boven God! Wat staat er geschreven? Mt 23:9 En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want Een is uw Vader, namelijk Die in de hemelen is.
In de Paus in de hemel? Nee, die wordt nadien heilig verklaart als hij de pijp is, en wat zegt de Bijbel: 1Pe 1:16 Zijt heilig, want Ik ben heilig. Le 11:44 Want Ik ben de HEERE, uw God; daarom zult gij u heiligen, en heilig zijn, dewijl Ik heilig ben; en gij zult uw ziel niet verontreinigen aan enig kruipend gedierte, dat zich op de aarde roert. Le 11:45 Want Ik ben de HEERE, die u uit Egypteland doe optrekken, opdat Ik u tot een God zij, en opdat gij heilig zijt, dewijl Ik heilig ben. Le 19:2 Spreek tot de ganse vergadering der kinderen Israels, en zeg tot hen: Gij zult heilig zijn, want Ik, de HEERE, uw God, ben heilig! Le 20:7 Daarom heiligt u, en weest heilig; want Ik ben de HEERE, uw God!
Moet ik nog meer zeggen? Of blijft u in uw religie, of Bijbels gezegd: 2Ti 4:3-4 Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen.
|
|