ChristianMatch
 


Forum

Dagelijkse bemoediging.
Ga naar pagina Vorige 1 ... 15 16 17 18 19 20 21 ... 57 Volgende
ChristianMatch forum index » Christelijk leven
Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 8 september 2011, 21:14
 
Donderdag 8 september. Psalm 106: 1-5; Vreugde vinden.

Dan zal ik uw uitverkorenen gelukkig zien, vreugde vinden in de vreugde van uw volk, vervuld zijn van trots op uw liefste bezit.

Wie vreugde zoekt voor zichzelf, zal deze zelden vinden. Vreugde is als zand op het strand: wie denkt het in de vingers te hebben, is het al kwijt. Vreugde laat zich maar op één manier vinden. Vreugde kun je alleen bereiken in het zoeken en vinden voor de ander.
Ook psalm 106 is een lang loflied. Ook deze psalm leert ons een lesje. Een geschiedenislesje. De palm beschrijft de reis van Israël door de woestijn, van uitgang tot ingang, van Egypte naar Kanaän: uittocht en intocht. De psalm wordt omlijst door een vrolijk halleluja, maar goedbeschouwd is de psalm zelf niet zo hooggestemd. Over Israëls dankbaar te zijn voor ontvangen zegeningen. Keer op keer steekt de onvrede de kop op, wordt er gemopperd, gemurmureerd. Met alle gevolgen van dien: ongeluk en ellende. En nu bidt de dichter dat het veranderen zal: dat God zijn volk zal redden uit een welverdiend oordeel. Dan zal hij vreugde vinden in de vreugde van zijn volk!
Vreugde vinden in andermans vreugde – dat is de gebruikelijk gang van zaken in Gods koninkrijk. Echt blij word je alleen als je ziet dat keer op keer teleurgesteld. Gooi het roer eens om, gooi het eens over een andere boeg: zoek vreugde in de vreugde van een ander! Wie weet vind je dan een blijdschap die blijft tot in het eeuwige leven.

Gelukkig zijn die Hij geleidt,
die leven in gerechtigheid.
Gedenk mij naar uw welbehagen.
Dat ik met heel mijn volk U dien,
met hen van voorspoed mag gewagen.
de zegen van uw erfdeel zien.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 9 september 2011, 17:58
 
Vrijdag 9 september, Psalm 106: 6-13; Snel vergeten.

Vreemd: de fouten van onze naasten vergeten we niet vlug. Maar wat zij aan goeds deden, blijft meestal niet lang in onze herinnering hangen. De minpunten tellen we, de pluspunten strepen we door: kleinigheden, niet de moeite waard te onthouden.
Zo ongeveer gaat het met Israël in de woestijn. Nauwelijks de dans ontsprongen, op het nippertje aan de Egyptische duisternis ontsnapt, of het geheugen blijkt gestoord, het herinneringsvermogen aangetast. Egypte een diensthuis, een concentratiekamp? Hoe kom je erbij? We hadden het prima! Hier, in deze woestijn, juist hier is het één bittere ellende: honger hebben we, dorst lijden we – terug willen we, terug! Zo gaat Israël tekeer. En God? Hij geeft het volk wat het hebben wil, met alle kwalijke gevolgen van dien…
Snel vergeten? Hoe kan dat? Dat kan wanneer wij Gods plannen niet geduldig afwachten, zo zegt de psalm. Haastige spoed is zeker in het rijk van God niet goed. God heeft meer dan de tijd. Hij heeft de eeuwigheid. Zijn wegen zijn anders dan de onze. Zijn wegen zijn in onze ogen nogal eens omwegen. En dat ligt ons niet. Wij willen snelwegen. Wij willen brede wegen. Gods wegen is maar smal, gaat door diepe ravijnen en door donkere dalen. Dan ben je snel vergeten wat de Eeuwige ons zoal beloofde. Dan wil je terug naar een grijs en grauw verleden. Ongeduldig verlangen we dat God ons direct op onze wenken bedient. Maar dat is de omgekeerde wereld. Wij zijn geroepen Hém te bedienen, op zijn wenken.

Hoe snel vergaten zij den Heer,
hoorden naar zijn bevel niet meer.
Begeerte had hun hart bevangen.
Zij tarten God in de woestijn.
Hij gaf hun toornig hun verlangen,
Opdat het hun tot straf zou zijn.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 10 september 2011, 09:34
 
Zaterdag 10 september, Psalm 106:14-22; Een kalf van goud.

Gouden kalveren – die kennen wij. Het Gouden Kalf niet de grote prijs in het Nederlands Festival? Heilige koeien, die kennen wij ook! Dan denk ik niet eens aan de runderen die in India over straten lopen, maar onze eigen automobielen. Zo heilig als de koeien in India zijn, zo heilig zijn onze auto’s! Laat niemand wagen door welke maatregel dan ook ze van de weg te halen! Ze zijn ons lief en heilig: die mobiele toonbeelden van onze vrijheid.

Ik bedoel maar: wij zijn geen haar beter dan de kinderen van Israël in de woestijn. Ze wilden een god, een zichtbaar, tastbaar beeld van een god. En van welke god? Van de god Vruchtbaarheid! Wat wil je, als je midden in de dorre woestijn terugdenkt aan de vruchtbare Nijldelta? Daar zit je dan, met al je gefrusteerde verwachtingen. Mozes weg: de berg op, naar de Eeuwige, om zijn woorden in ontvangst te nemen. Maar komt hij ooit terug? Niemand die het zeker weet. En wat doe je dan? Dan wil je feest, dan wil je dansen rondom wat je kunt zien en voelen, dan wil je meer dan alleen een stem uit den hoge, meer dan alleen een woord van den beginne. Dan wil je een gouden kalf!
Zo ging het. Zo gaat het nog. God, onze glorie, het eeuwige Woord dat ons bevrijdt, hebben we ingeruild voor hebbedingtjes, digitaal speelgoed, tussendoortjes en dikmakertjes. Want we willen hebben en houden, eten, drinken en vrolijk zijn! En zo geldt het nu ook voor ons:

Zij hebben niet op God vertrouwd.
Zij maakten zich een kalf van goud,
een afgodsbeeld dat zij aanbaden.
Zij hebben voor een grazend beest
hun eer geruild, en God verraden
die steeds hun helper was geweest.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 11 september 2011, 10:33
 
Zondag 11 september, Psalm 106: 23-33; Tussen beide.

Je moet toch wel stekeblind zijn als je hier niet Jezus ziet staan, onze Middelaar! Althans, zo heeft de kerk Hem door de eeuwen heen gezien – en zo moesten wij Hem maar blijven zien, totdat zijn koninkrijk gekomen is. Onze Middelaar! Zoals Mozes in de bres springt voor zijn volk, op het moment waarop het God te gortig wordt en Hij eens en voorgoed Israël wil straffen vanwege mateloze ontevredenheid in de woestijn, zo springt Christus in de bres voor ons, stelletje mopperende en muitende opstandelingen in dit moment in dit ondermaans bestaan. ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen!’
Maar was God dan zo woedend op ons dat Hij ons wilde vernietigen, als zoveel jaar geleden Osamo bin Laden de Twin Towers in New York vernietigden wilde? En was het dan alleen aan Jezus als de nieuwe Mozes te danken, dat het niet is doorgegaan? Zo grof kun je dat niet zeggen, lijkt mij. De Eeuwige had zelf allang besloten dat Hij de wereld redden zou. En de Mensenzoon was van die vergevende genade de hemelse Illustratie. Maar toch, niets voor niets wordt hier en daar in de geschriften van de apostelen over Hem als over de Middelaar gesproken. Hij is de Grote Hogepriester die zijn eigen bloed offert ten gunste van zijn volk. Hij is Gods vergevende liefde in eigen persoon. Hj brengt ontevreden mopperaars, die niets anders dan de toorn van de Eeuwige verdiend hebben, weer in het reine met zijn hemelse Vader.

Toen sprak de Heer, in toorn ontbrand:
Ik roei hen uit met eigen hand.
Ontsteld trad Mozes tussen beide.
Hij smeekte; Spaar dit zondige volk
en blijf genadig ons geleiden,
ga, Heer, ons voor in vuur en wolk.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
HANNAH810





Berichten: 4047

BerichtGeplaatst: zondag 11 september 2011, 11:45
 
MARIO216 schreef:
Zondag 11 september, Psalm 106: 23-33; Tussen beide.

Toen sprak de Heer, in toorn ontbrand:
Ik roei hen uit met eigen hand.
Ontsteld trad Mozes tussen beide.
Hij smeekte; Spaar dit zondige volk
en blijf genadig ons geleiden,
ga, Heer, ons voor in vuur en wolk.

laat het daar nu vanmorgen bij ons in de gemeente over gegaan zijn!

exodus 33
13 Nu dan, ik bidde, indien ik genade gevonden heb in Uw ogen, zo laat mij nu Uw weg weten
14 Hij dan zeide: Zou Mijn aangezicht moeten medegaan, om u gerust te stellen?
15 Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken!
21 De HEERE zeide verder: Zie, er is een plaats bij Mij; daar zult gij u op de steenrots stellen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 12 september 2011, 11:06
 
Maandag 12 september, Psalm 106: 34-42; Eigen schuld.

Vandaag kan ik er niet omheen: er is in het psalmgedeelte dat aan de orde is geen mooie tekst te vinden, geen vriendelijke bemoediging, geen vriendelijke bemoediging, geen opwekkend woord, niets van dat al. Het is één grote aanklacht tegen Israël, vanwege de wijze waarop men zich, eenmaal in het beloofde land aangekomen, vermengde met de volkeren daar. Met alle gevolgen van dien… Men deinsde er niet voor terug eigen vlees en bloed op te offeren aan de afgoden. ‘Een stroom vaan bloed ontheiligde het land.’ Kortom, bepaald lieverdjes waren het niet, die volkeren van Kanaän! Zij joegen letterlijk hun eigen kinderen de dood in ter wille van een stelletje nepgoden. En dat is nu precies Israëls God niet hebben kan! Zulke offers kan Hij niet luchten of zien. Zulke offers heeft Hij al meer dan voldoende geroken in de landen rondom. In Egypte was men al niet vies van dat soort praktijken – denk aan de baby’s die in de Nijl verdronken werden. In Babylonië slokten de vlammen hun prooi op om de goden te behagen. Dat moet afgelopen zijn! Weg met zulke praktijken! En zo wordt aan Israël opdracht gegeven de volkeren van Kanaän uit te roeien, in de hoop het kwaad nog enigszins te beteugelen.
Ik denk aan de geallieerden in de oorlog. Ze doodden nazi’s in de hoop Joden te kunnen sparen. Dat zeg ik niet om een sluitende verklaring te leveren voor de bevelen tot uitroeiing zoals we in de Bijbel tegenkomen. Ik denk dat daar ook een heel menselijk aspect een rol in heeft gespeeld. Feit is en blijft: wie het kwaad laat voortwoekeren, laadt de schuld op zich. Daarom wordt van Israël gezegd:

Zij hebben Gods bevel veracht,
de heidenen niet omgebracht,
zij stonden voor hun invloed open.
Door eigen schuld is Israël
toen blindelings in de val gelopen
van het verdwaasd afgodisch spel.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 13 september 2011, 09:53
 
Dinsdag 13 september, Psalm 106: 43-48; Amen halleluja.

Vandaag: het slotakkoord van de psalm die we in de afgelopen dagen meezongen. Het is wat je noemt: een vrolijk slotakkoord! De psalm krijgt een uitbundige lofprijzing als naschrift. Het loopt allemaal uit op een welgemeend amen en een stralend halleluja! Protestanten – liturgisch soms wel erg stijf! – doen er goed aan te letten op de respons die van heel volk wordt gevraagd. Niet de voorganger moet amen zeggen, maar heel de gemeente. Dat kan natuurlijk ook niet anders, al doen we het (onwetend, onverschillig?) vaak wél anders. We vinden het heel normaal dat de voorganger na een gebed of een preek zelf amen zegt. Maar goedbeschouwd moet juist dan de voorganger zwijgen. Het is de geméénte die beamen mag wat de voorganger heeft gezegd. Beamen betekent immers: laten blijken dat je ermee instemt, dat je erachter staat. Eigenlijk zouden we dat coneqeunt ene hardop duidelijk moeten maken, elke keer wanneer een gebed of preek afgesloten wordt. Het zou de eredienst aanzienlijk verlevendigen.
Maar er is méér in deze psalm. Het laatste woord van het vierde psalmboek is: halleluja! Na het amen volgt nog een lofprijzing: Godlof! Loof de Heer! En zo wordt dan lofzingen beaamd wat in het begin van de psalm al aangeduid werd: de Heer is goed, eeuwig duurt zijn trouw. Goedbeschouwd is met deze twee woorden heel ons levensdoel geschetst: wij zijn geroepen het evangelie te beamen en God te loven, met heel ons hart. Het zijn, bij wijze van spreken, de belangrijke woorden die ouders hun kinderen kunnen leren: amen en halleluja. Leven is: ja zeggen tegen de goedheid van God en Hem dankzeggen om al zijn grote daden. Aan die twee woorden heb je mond en handen vol, zolang je leeft!

Geprezen zijn de Heer die leeft,
die Israël verkoren heeft.
Hij brengt straks heel zijn volk tezamen.
Gezegend zij zijn trouw beleid.
Zegge al het volk nu: Amen, amen.
Loof Hem in alle eeuwigheid.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 14 september 2011, 09:21
 
Woensdag 14 september, Psalm 107: 1-9; Houdt dan de lofzang gaande.

Het laatste psalmboek: het vijfde. Vandaag lezen we er de eerste psalm uit. Net zoveel psalmboeken zijn er als de Thora rollen kent: vijf. Het is alsof Israël met die vijf psalmboeken wil zeggen: zingerderwijs willen wij de Thora beamen. Ook het begin van het vijfde psalmboek is zo’n beaming halleluja: ‘Loof de Heer , want hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.’ En vervolgens wordt dan gezegd dat zij die werden verlost uit de angst, bijeengebracht uit alle landen, deze lofprijzing moeten aanheffen. Het vijfde psalmboek begint met het opgeven van huiswerk, precies zoals het vierde psalmboek daarmee afsloot. Wie iets heeft meegemaakt van de bevrijdende liefde van de Eeuwige, moet zijn Naam loven. Houdt dan de lofzang gaande voor God die leven laat. Halleluja!
Ik vind dar een aangrijpende gedachte: dat het moét. Je kunt er niet voor kiezen., zo in de trant van: als je het leuk vindt, doe je het – maar als je er toevallig geen zin in hebt, dan doe je het niet. Wie in de afgelopen dagen weer beelden zag van de aanslagen op 11 september in New York, heeft waarschijnlijk geen zin om God te prijzen. Van zulke herinneringen word je niet vrolijk. Torenhoge vragen verstikken de vreugde. Hoe moet ik God prijzen in een wereld vol ongelukken, rampen, onheil? Ik kan dat niet. Maar ik doe het toch. Waarom? Omdat het moet. Van de psalm. Houdt dan de lofzang gaande! Tegen de klippen op, desnoods met verstikte stem, met een brok in de keel. We loven de Allerhoogste, omdat we blijven geloven dat Hij eenmaal voorgoed zijn wereld naar de vrede leidt.

Gods goedheid houdt ons staande
zolang de wereld staat!
Houdt dan de lofzang gaande
voor God die leven laat.
Al wie, door Hem bevrijd
uit ongastvrije streken,
naar huis werd heengeleid,
zal van zijn liefde spreken.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 15 september 2011, 08:49
 
Donderdag 15 september, Psalm 107: 17-22; De schemer gaat voorbij.

Het wordt nacht voor hun ogen. Ik heb het over de kinderen van Israël. Ze zijn uit Egypte verlost, uit het land van honger, nood en dood. Maar de woestijn blijkt een goede voedingsbodem voor ondankbaarheid. Want wat ze er ook te eten en drinken krijgen – brood uit de hemel, vlees van de vogels, water uit de rots – het is allemaal te weinig en te min. De keuken van Egypte was achteraf gezien toch zo gek nog niet! Vergeten de slavernij, de bakstenen, de vurige ovens, de zweepslagen van boeven die niets liever deden dan afbeulen… Alles vergeten – en dat alleen maar vanwege een eenvoudige doch voedzame maaltijd. Is het een wonder dat de nacht valt over een volk dat in de woestijn dichttrekt? Is het een wonder dat de nacht valt over een volk dat in de verste niets anders meent te zien dan redenen voor onvrede? Het is alsof heel ondankbare, ontevreden en toch zo stinkend rijke westen hier aan de kaak wordt gesteld. Door onze ondankbaarheid zijn we zelfs blind geworden: we zien niet eens hoezeer we de poorten van de dood genaderd zijn. Of wordt dat besef toch langzaam maar zeker levend in onze dagen? Is misschien heel onze losgeslagen cultuur in wezen één grote angstkreet naar de hemel?
God dank: de psalm spreekt niet alleen van beklemming en ontzetting, maar ook van redding. Uit de nacht van onze dankbaarheid rijst, wonder boven wonder, toch altijd weer de zon van Gods vriendschap. Doe je ogen open: zie hoe rijk je bent! Kijk niet achterom. Leef naar de toekomst: Kanaän voor ogen.

Waarom sluit gij uw ogen?
Zijn licht ontsteekt het licht,
zijn geest komt aangevlogen,
verheft uw aangezicht!
Dankt dan den Heer als gij
de doodsnacht zijt ontvloden –
de schemer gaat voorbij,
de morgen is ontboden.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 16 september 2011, 09:24
 
Vrijdag 16 september, Psalm 107: 10-16; Opgericht.

Als ik niet dacht: God laat al die ellende toe! Hier staat het zwart op wit: “hij liet hem buigen onder een zware last….” Sterker nog: het lijkt er verdacht op dat God heel bewust, willens en wetens, zijn volk een zwaar juk oplegt. In elke geval – en geen ziel die helpt. Mooie god! Het zal je god maar wezen. Is Hij zo? De psalm zegt het. Heel de Bijbel is daar vol van. God is nergens een lieverdje. De Eeuwige is constant in gevecht. Is het niet met zijn vijanden dan wel met zijn vrienden. Keer op keer gedragen zijn vrienden zich allerminst als vrienden. Rechtsbetrachting? Rechtsverkrachting! Israël lapt Gods goede geboden aan de laars. Het volk van de Eeuwige blijkt geen haar beter dan de andere volken. Heel de wereld, één pot nat. Toen. En nu. Zijn wij Hollanders zulke schatjes? Wat deden wij, in het kielzog van de zendelingen? Hoe hielden wij huis in wat zondig koloniën moesten zijn? En waar waren wij, toen in de Tweede Wereldoorlog Joden werden weggevoerd voor de ogen van talloze burgers die toevallig net even de andere kant opkeken? Is het een wonder dat we af en toe het gevoel hebben dat de Allerhoogste ons een lesje leren moet? Wie weet is het niet alleen ons geweten dat ons die gedachte influistert. Misschien is het de Geest van de Eeuwige zelf wel die ons helder doet verstaan dat elke vorm van kwaad ooit als een boemerang op ons eigen hoofd terugkomt. Is het gek dat God, in ons teleurgesteld, soms even de andere kant opkijkt? Ik denk van niet. Maar als ik de psalm geloven mag, houdt Hij dat niet lang vol. God lijkt wel een vader.

Zij die in de boeien lagen
van duisternis en dood,
omdat zij niet ontzagen
wat hun de Heer gebood,
hun hart, in zijn gericht
geslagen en gebogen,
werd hoog weer opgericht
door zijn groot mededogen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 17 september 2011, 07:41
 
Zaterdag 17 september, Psalm 107: 23-32; De golven maakt Hij stil.

Een andere, al even angstwekkende situatie: storm op zee. Dwalen door een droge woestijn waar geen druppel water op valt – dat is allerminst een pretje. Maar een prooi zijn van huizenhoge golven en woelend water, dat is ook geen zegen voor je ziel. Toch is het leven soms vol van die hoogopspattende zeeën van ellende. Vlagen van twijfel, golven van kritiek, er gaat wat over een mens heen…. En hoe houd je het vol, hoe overleef je dat? Soms ben je bang dat je hoofd niet boven water kunt houden, dat je geestelijk verdrinken zult, weg zult glijden in een inktzwarte kolk van depressiviteit. En waar is dan die God die je helpen zou?

‘Hij bracht de storm tot zwijgen, de golven gingen liggen.’ Deze psalm is een plaatje bij het evangelie. Of moet ik het omkeren? Jezus is Gods illustratie bij het evangelie. Of moet ik het omkeren? Jezus is Gods illustratie bij deze psalm! In het evangelie kun je glashelder zien hoe God voor ons is. Christus toont ons de Vader, geeft ons een beeld van Hem. En hoe ziet dat plaatje, dat beeld er dan uit? Kijk: de storm gaat liggen, de golven gaan slapen, voortaan zwijgt de bulderende wind. Soms is het er zomaar, plotseling, overwachts: die wonderlijke stilte in je ziel, een vrede die je verstand te boven gaat. Alsof alle problemen opeens opgelost zijn, alle vragen beantwoord, elke twijfel verdreven. Je wordt boven die zee van sores opgetild en je mag even zien dat Gods land niet ver bij je vandaan is. Je komt tot rust in de haven van zijn hart.

Hun vage levens spaart Hij,
de golven maakt Hij stil.
Het stormgeweld bedaart Hij,
het voegt zich naar zijn wil.
Scheepsvolk, herademen weer,
gij kunt aan rust u laven
en dankt nu God den Heer,
Hij leidt u naar de haven.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 18 september 2011, 10:52
 
Zondag 18 september, Psalm 107: 33-43; Wie wijs is.

‘Je bent niet wijs!’, zeggen wij, als iemand iets doms of iets doms doet. De psalm vertelt wie wél wijs is. Je bent wijs als je in acht neemt wat in dit lied is geleerd. En wat is ons in dit lied geleerd? Dit: dat God kan maken en breken. Rivieren worden een woestijn, vruchtbaar land wordt een zoutzee. Maar evengoed tovert Hij een woestijn om in een waterland – een woest gebied wordt een groen paradijs! Degenen die zich tegen Hem keren, leert Hij een lesje. Maar wie op Hem hopen en wandelen op zijn wegen, leidt Hij naar het beloofde land.
Is het werkelijk zo keurig verdeeld in het leven? Is dat te controleren? Soms krijg je de indruk dat het tegenovergestelde waar is: mensen die met God noch gebod rekening houden, wonen in een paleis. En zij die ernstig zijn regels in acht nemen, worden gedumpt en moeten genoegen nemen met een krot. Je bent niet wijs als je gelooft in de sprookjes van de Bijbel.
Niet wijs? Nee, je bent niet wijs als je gelooft dat de Eeuwige binnen de korste keren orde op zaken stelt. Je bent niet wijs als je gelooft dat Hij de tijd heeft. God heeft de eeuwigheid! Hij zal doen wat in de psalm gesproken staat. Soms zomaar op slag, in één generatie. Soms na lange tijd, na vele jaren. Je bent niet wijs als je alleen maar rekent op korte termijn. Gods termijnen duren meestal langer. Gezegend wie zó wijs is en zich dat goed voor ogen houdt.

Wie wijs is, zal den Heere
zijn goedertierenheid
toezingen en vereren
de God die ons bevrijdt.
Want wie zijn hulp verlangt,
Hem aanroept in gebeden,
verlost Hij uit angst
en leidt Hij tot den vrede.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
HANNAH810





Berichten: 4047

BerichtGeplaatst: zondag 18 september 2011, 11:59
 
mooie stukjes die je plaatst, mario!
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MAJARO438





Berichten: 159

BerichtGeplaatst: zondag 18 september 2011, 12:44
 
Hoi Mario,

altijd als ik zondags dienst heb, lees ik even jouw stukjes. Heel mooi en waardevol.

gr majaro
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 19 september 2011, 19:55
 
Maandag 19 september, Psalm 108: 1-5; In U gerust.

Jazeker, u hebt gelijk: deze psalm hebben we al een keer gehad. (eerder in dit dagboek) lazen we ongeveer dezelfde tekst, die ook in psalm 57 voorkomt. En in psalm 60 lazen we al wat we in het vervolg van psalm 108 zullen tegenkomen.
Wonderlijk zo’n psalm die twee delen uit andere liederen selecteert en aan elkaar plakt. Ik zit er niet mee. Het geeft ons nieuwe kans om tot rust te komen. En dat al vroeg in de morgen! Dat wil zeggen: de dichter van deze psalm wil de dageraad wakker maken, spelend en zingend – zó gerust is hij in God. Heel de wereld mag het horen, alle volken wil hij in zijn vreugde laten delen. Van een ochtendhumeur heeft de dichter blijkbaar geen last. ‘Mijn lied begroet het morgenrood.’Je vraagt je af: hoe komt zo’n man aan zoveel geestelijke energie? Je zou er jaloers op worden! Het antwoord geeft de dichter zelf: ‘Hemelhoog is uw liefde, tot aan de wolken reikt uw trouw.’
Misschien slapen wij daarom zo onrustig, zijn we dag en nacht in de weer met duizend en een dingen: omdat we die vriendschap van de Eeuwige, die liefde van de Allerhoogste maar niet in ons hart kunnen krijgen. Je wilt het wil, maar het lukt zo slecht. Steeds weer zijn er allerlei andere overwinningen die de gedachte aan Gods liefde blokkeren: twijfels, aanvechtingen, droombeelden, verleidingen, oude wrok en nieuwe woede. Badend in het zweet word je uit een nachtmerrie wakker. Het morgenrood roepen? De dageraad vervloeken, zul je bedoelen… Of je zou ik nog één keer proberen en zodra ik wakker word God loven in mijn lied?

Mijn hart is, Heer, in U gerust.
Uw lof te zingen is mijn lust.
Maakt, harp en luit, den Heere groot.
Mijn lied begroet het morgenrood.
Ik breng mijn lof, o Heer, U toe
onder volken en ik doe
in ieder land mijn psalm weerklinken,
daar ‘k hemelhoog uw trouw zie blinken.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 20 september 2011, 20:51
 
Dinsdag 20 september, Psalm 108: 6-14; Triomferen.

Vertrappen? De vijand vertrappen? Is die taal die past bij een vrome ziel? Is dat het gedachtegoed van Gods volk? Wis en waarachtig. Ik weet dat Jezus om vergeving voor zijn vijanden gebeden heeft, maar ik weet ook dat er nogal wat vijanden zijn die zich van Jezus’ gebeden niets aantrekken en zich door God noch engelen laten tegenhouden en in hun dolle drift niet zullen ophouden voordat zij alles tekort en klein geslagen hebben en niet alleen Jezus maar ook zijn volk gekruisigd hebben. En dat zouden wij dan zomaar moeten toelaten? Ik dacht het niet. In elk geval gelooft de dichter van de psalm niet dat de Eeuwige als een lieve vergevingsvolle vader vroom in zijn hemelse zetel het verloop van de gevechtshandelingen zit af te wachten. Althans, daar is de dichter van overtuigd en daar bidt hij om.
Is dat dan de doodsteek voor het pacifisme? Zeker niet. Het siert een christenmens alles op alles te zetten om vrede te stichten. Er is allang genoeg veel te veel te vlug naar de wapens gegrepen. Het is bepaald niet christelijk er vlotjes en vrolijk op los te slaan. Maar het lijkt mij ook niet christelijk om lijdzaam toe te blijven zien hoe onschuldig mannen, vrouwen en kinderen worden afgeslacht door de een of andere nietsontziende vijand. Dan mag je, dan móet je doen wat eenmaal ook de Allerhoogste zelf zal doen: er een eind aan maken. Ja, in die verwachting leven wij: dat God triomferen zal en hoe dan ook, de vijand zal verslaan.

Wie voert mij met een vaste hand
tot in het hart van ’s vijands land?
O God, die ons verstoten had,
Trek met ons uit, wijs ons een pad,’
Want mensenhulp is ijdelheid.
Nu God ons bijstaat in de strijd
is elke heldendaad te wagen.
De vijand wordt door Hem verslagen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 21 september 2011, 19:43
 
Woensdag 21 september, Psalm 109: 1-19; Om leugens niet verlegen.

Deze psalm stikt van de leugens. Niet om er ook maar één woord in staat dat het daglicht niet kan zien, maar omdat deze psalm een opsomming bevat van alle valse aanklachten en pertinente leugens die door een gewetenloze schurk worden opgedist bij de rechter. ‘Mijnheer de rechter deze man doet zich wel vroom voor, maar in feite is hij volstrekt onbetrouwbaar. Hij vervolgt zwakken en armen, wanhopigen heeft hij de dood ingedreven. Zo iemand verdient de dood!’

Nu ben ik de laatste die zal beweren dat alle tempel-, synagoge- en kerkgangers brave Hendriken zijn. U wilt niet weten wat ik zo af en toe over zogenaamd vrome kerkleden te horen krijg! Al is er meer de helft van waar, dan nog is het ten hemel schreiend. Maar we weten dat in de loop der eeuwen ook heel wat oprecht vrome mensen leugenachtig zijn aangeklaagd, vals beschuldigd en ten onrechte veroordeeld. Zo’n situatie wordt in deze psalm geschetst. Het zal je maar gebeuren…
Geen woord waar van alles die de dichter gaat? Integendeel! ‘God, die ik loof!’Ja, hij doet een beroep op de hoogste rechter. ‘Blijf niet zwijgen!’ Maar het is een beroep op Hem die het, ondanks alle misère van het moment, waard is te worden geloofd en geprezen. Nu en altijd – ook als je leeft te midden van de leugens.

God die ik loof te allen tijde,
zwijg niet, kom haastig tussenbeide.
De haat verheft zich allerwege,
Om leugens is geen mens verlegen.
De goddeloze roert de mond,
Staat mij naar ’t leven zonder grond.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 22 september 2011, 20:54
 
Donderdag 22 September, Psalm 109: 20-25; Uw naam.

Het gaat niet best met de dichter. Hij is verzwakt, gewond tot in het diepst van zijn ziel. Wat wil je, na zo’n spervuur van valse aantijgingen! Hij voelt zich als een schaduw die verglijdt, als een sprikhaan, een insect dat iemand met een nonchalant gebaar van zijn jas afveegt. Hij heeft gebeden. Hij heeft gevast. Zijn knieën zijn er slap door geworden. Hij is vel over been, tot over het bot vermagerd, mikpunt van spotlust: Kijk eens, wat een magere lat – eigen schuld, dikke bult!
Hij heeft voor zijn tegenstanders gebeden. Maar, zo staat al te lezen in het begin van de psalm, het heeft weinig of niets uitgehaald. Sterker nog, zijn liefde wordt alleen maar beantwoord met haat. Goed wordt met kwaad vergolden. Hij krijgt stank voor dank. Haalt hij nu, ten einde raad, zijn zwaard te voorschijn? Nee, hij bidt alleen. Hij bidt dat de Eeuwige zijn aanklagers zal straffen. En waarom? Omdat Gods naam ermee gemoeid is. ‘Doe voor mij wat tot eer van uw naam is: bevrijd mij, u bent goed en trouw.’ Daar gaat het de zwaarbeproefde dichter ten diepste om: de eer van God. Het gaat hem niet om zijn eigen naam, zijn eigen hachje – het gaat hem om de naam van de Allerhoogste.
Is het vreemd wanneer is in het silhouet van deze dichter de figuur van Christus ontwaar? Aangeklaagd, bespot, bespuwd, prooi van laster en leugen – en wat doet Hij? Hij bidt voor zijn vijanden. Omdat zijn eergevoel gekrenkt is? Nee, omdat Hij de eer, de goede naam van zijn Vader op het oog heeft. En ik vraag me af: zouden wij niet anders reageren op onrecht, ons aangedaan als wij niet onze eigen naam, maar van die van de Eeuwige op het oog hebben? Ik denk het wel.

O trouwe Heer, die hebt gegeven
de kennis van uw naam ten leven,
zij mi voor mij die naam het teken
dat Gij tot in gunst wilt spreken
en rijk in goedertierenheid
naar uw beloften mij bevrijdt.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 23 september 2011, 08:34
 
Vrijdag 23 september, Psalm 109: 26-31; Voorspraak in het gericht.

De armen. Die uitdrukking kan je op bijna elke bladzijde van de Bijbel tegen. De God van Israël staat aan de kant van de armen! Hij neemt het voor hen op, tegen het geweld van steenrijke onderdrukkers en doortrapte grootgrondbezitters. Menigmaal krijg je sterk de in druk dat die uitdrukking ‘armen’ letterlijk ‘minvermogenden’ betekent. Mensen zonder geld. Dat is dan ook vaak wat zo’n Bijbelwoord bedoelt – maar lang niet altijd. De uitdrukking ‘armen’ betekent in de Bijbel eigenlijk vooral ‘behoeftigen’. En een mens kan aan de meest uiteenlopende dingen behoefte hebben. Je kunt een kapitaal op de bank hebben, wonen in de mooiste villa van Wassenaar, intellectueel hoogbegaafd zijn – maar intussen zeer behoeftig zijn als het over liefde gaat. Je kunt, met al je rijkdom, snakken naar een liefdevol gebaar, een liefkozing, een medemens die van je houdt. En dan niet vanwege je geld, je huis of je intellectuele vermogens, maar alleen vanwege jouw persoon: de mens die je bent.
Zulke armen van geest, hunkeraars naar waarachtig leven, zulke bedelaars om liefde zijn er vast en zeker meer dan wij weten. Het zijn al die eenvoudige, hardwerkende mensen die voor de rechtbank worden gesleept, aangeklaagd om dingen van niets. Het zijn al die doodgewone, heel bijzondere zielen die keer op keer met hun neus tegen de muur lopen, gemarteld worden, vals beschuldigd van dingen die ze nooit gedaan hebben. Díe armen, die zullen uiteindelijk uit de greep van hun rechters worden bevrijd – daar staat de Eeuwige van Israël voor in! Die bevrijding heeft bij Hem de hoogste prioriteit. Allen die hier moeten bedelen om liefde, zullen ooit op een dag krijgen waar ze recht op hebben, volop en royaal.

Ik zal met luider stem op de Heere
in ’t midden der gemeente eren,
want Hij staat aan de rechterzijde
van allen die verdrukking lijden.
Wanneer de boze hen beticht,
Is hij hun voorspraak in ’t gericht.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 24 september 2011, 15:10
 
Zaterdag 24 september, Psalm 110. Zit aan mijn rechterhand.

In deze psalm wordt niemand een ereplaats aangeboden: nota bene aan de rechterhand van de Eeuwige. Hoger kun je niet komen! En als dan ook nog gezegd wordt dat je vijanden vernederd zullen worden, zodat je als een voetbank aan jouw voeten zullen liggen, dan is het plaatje compleet: hier gaat het over een soort onderkoning, een kroonprins. De persoon om wie het hier gaat, krijgt een scepter aangereikt. Held en heerser zal hij zijn. Bovendien: iemand die priesterlijke waardigheid zal zijn bekleed. En dan niet zomaar een priester, nee, deze man aan de rechterhand van de Eeuwige zal een eeuwige priester zijn!
Wie zou die kroonprins zijn? Wordt David hier bedoeld? Of de zoon van David, de vorst van de vrede? Wie weet, mag het zeggen. Eén ding is duidelijk: niet één koning van Israël kon ten volle beantwoorden aan het beeld van deze Messiaanse vorst wordt geschetst. In het Nieuwe Testament wordt de psalm die we vandaag lezen, verschillende malen geciteerd, vooral in het boek Hebreeën. En uit de teksten blijkt dat de vroege kerk in psalm 110 dan ook niet zomaar een koning heeft gezien, maar Christus, de gekruisigde en opgestane, de koning van alle koningen. Bij zijn hemelvaart heeft Hij de ereplaats naast de Vader ingenomen. Als triomfator zal Hij heersen over al zijn vijanden. Dat kun je met een gerust hart geloven, zeker sinds Hij met Pasen de laatste vijand, de dood, verslagen heeft. Eens zal blijken, wereldwijd, dat Christus koning is en voor zijn hemelse Vader het grote geding met de tegenstander aller tijden gewonnen heeft. Alleen dat beeld al: de dood en alle duivels demomen als een voetenbankje voor Christus’ voeten!

De Here God heeft tot mijn heer gesproken:
‘Zit aan mijn rechterhand, Ik houd gericht.
Ik zal uw vijanden slaan, tot hij gebroken
als voetbank aan uw voeten neerligt.’
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 25 september 2011, 09:48
 
Zondag 25 september, Psalm 111: 1-4; Van ganser harte.

Je moet het wel van harte doen, anders zegt het je niets. Van harte – en dus niet zomaar een beetje voor het vaderland weg, uit gewoonte of uit een bepaalde vorm van bijgelovigheid. Laten we eerlijk zijn: er zijn mensen die God prijzen onder het motto ‘Baat het niet, dan schaadt het niet.’ Ze gokken erop dat God bestaat en om die reden zijn ze niets te beroerd om ook eens af en toe naar de kerk te gaan en een psalm of gezang aan te heffen. Je weet per slot van rekening maar nooit… Maar zo werkt het niet, zo helpt het niet, zo heb je er eigenlijk helemaal niets aan. Dan kun je het eigenlijk net zo goed laten. Als je het doet, áls je meedoet aan die wereldwijde lofzang ter ere van de Eeuwige, dan moet je het van harte doen, met alles wat in je is – met heel je hart.
‘Ja maar, er zijn nog zoveel vragen, ik weet het allemaal niet zo zeker, ik heb het gevoel dat ik die God van de Bijbel zo slecht ken…’Dat zal zo zijn! Niet voor niets heeft Hij een raadselachtige naam. ‘Ik wil de Heer loven met heel mijn hart.’De HEER! Op de plaats van die vier hoofdletters staat in het Hebreeuwse Bijbel Gods Naam. Meestal zeggen wij dan: Jahwe, maar de Joden zelf doen dat niet. Uit eerbied omschrijven zij de heilige Naam en zeggen zij: de Naam. Het is ook maar de vraag of het wel een naam is. Ik ben die Ik ben, dat lijkt de betekenis te zijn. Je moet Mij maar nemen zoals Ik ben. Ik ben erbij, dat moet genoeg zijn. Ik ga met je mee!

Die God loven wij, van harte! Achter Israël aan looft de kerk door de eeuwen heen die Naam – gelovend dat we al lofzingend ervaren zullen dat Hij bij ons is.

Van ganser harte look ik Hem
in ’t midden van Jeruzalem,
den Heer in ’t midden der getrouwen.
Groot zijn de daden van den Heer,
Hij doet wie lust heeft aan zijn leer
de schoonheid van zijn heil aanschouwen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 26 september 2011, 21:27
 
Maandag 26 september, Psalm 111: 5-10; Het helderste verstand.

“Je bent niet wijs,” zeggen wij. Dat zeggen we als iemand een domme opmerking maakt, als iemand iets zegt dat kant noch wal raakt. Niemand wil dat te horen krijgen. Niemand wil onwijs heten. Je wilt verstandig zijn, niet zo eens zozeer knap als heel wijs. ‘Een wijs mens’, dat is toch zo ongeveer de mooiste titel die je krijgen kunt.

De psalm van vandaag weet hoe je wijs kunt worden. In elk geval is het begin van de wijsheid, de route erheen: ontzag voor God. In de samenleving waarvan wij deel uitmaken, is dat een lachtertje. Ontzag voor God het vertrekpunt van alle wijsheid? Laat me niet lachen! Dat is puur ouderwets, achterhaald, uit de tijd! Het is juist nu eens op te houden met al dat malle gedoe over een God die de aarde zou geschapen hebben. Sinds Darwin weten wij wel beter. Doe die God de deur uit en wees wijzer – pluk de dag, je leeft maar één keer!

Zeker, dat krijg je tegenwoordig in alle toonaarden te horen. Maar de psalm houdt vol: waarachtig wijs word je pas als je met God begint. Ga er niet al te gemakkelijk van uit dat je onderweg nog wel kunt instappen. Wellicht krijg je die kans niet. Begin met God. Beschouw Hem als het begin van alle wijsheid. Geef zijn zaak, zijn koninkrijk, prioriteit. Dan zul je eens zien hoeveel wijsheid dat ten gevolge zal hebben! Vraag het maar aan ex-verslaafden en ex-criminelen. Zonder de wijsheid van Gods geboden ben je binnen de kortste keren de domste, meest onwijze mens die er op aarde rondloopt.

Van alle wijsheid het begin
is: vrees den Heer met ziel en zin,
aanbid zijn wil met vrees en beven.
Dit is het helderste verstand.
Loof Hem, zijn lof houdt eeuwig stand.
Wie Hem verhoogt zal met Hem leven.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 27 september 2011, 20:24
 
Dinsdag 27 september, Psalm 112: 1-4; Zelfs in de nacht.
De vertaling van dit psalmvers geeft te denken. Wil hier gezegd zijn dat de vrome Israeliët voor de oprechten straalt als licht in het duister? Of wordt hier iets anders bedoeld: dat er licht in het duister straalt voor wie oprecht is van hart? Daar houd ik het maar op. En zo zing ik mee met de psalmberijming: ‘Zelfs in de nacht ziet hij het dagen, een glans van liefde en welbehagen.’
Het gaat in deze psalm over de mens die eerbied heeft voor de Allerhoogste en liefde heeft voor zijn geboden. Hij zal leven in vrede leven. In rijkdom zelfs. Nooit komt hij ten val, standvastig en zonder vrees zal hij leven en al zijn vijanden de baas zijn. Was het maar waar, denk ik dan… De psalm overdrijft. De psalm maakt het mooier dan het in werkelijkheid is. Wat zeg ik, de psalm maakt het mooier dan het in werkelijkheid is. Wat zeg ik, de psalm liegt! Ik ben er warempel meer dan twee of drie, die het helemaal niet in vrede leven, laten staan in weelde. Ik weet van hele volkstammen, die wel degelijk ten val zijn gekomen en dagelijks doodsbang zijn voor hun vijanden. Wie zet er nu zo’n volkslied uitgerekend in het liedboek van Israël? Als er één volk is dat al eeuwen en eeuwen precies het tegenovergestelde meemaakt van wat in deze psalm geschreven staat, dan is het volk Israël wel.
Of staat deze psalm juist daarom in dit Joodse liedboek? Bij wijze van droom? Is het de muziek van de toekomst van het rijk van David? Dat denk ik. Bij stukjes en beetjes zal het nu ook wel waar zijn. Soms, af en toe, zie je ook al iets van het licht dat in het duister straalt voor wie oprecht is van hart. Maar eens zal het met kracht doorbreken, als de Messias komt. Dan zal zijn liefde alom schijnen, als zonlicht in het duister, voor ieder die God liefheeft.

Zijn goed naam wordt nooit te schande,
zijn recht is veilig in Gods handen.
Zelfs in de nacht ziet hij het dagen,
Een glans van liefd’ en welbehagen.
Gods waarheid zal voor al de zijnen
als zonlicht in het duister schijnen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 28 september 2011, 20:59
 
Woensdag 28 september, Psalm 112: 5-10; Gul.

Nee, het gaat in de psalmtekst niet over de Eeuwige. Het gaat over de mens die Hem liefheeft en ontzag heeft voor zijn geboden. Van die waarachtig vrome mens, de oprechte van hart, wordt in deze psalm gezegd: ‘Gul deelt hij uit aan de armen.’ En dat doet hij niet omdat hij zo graag de royale jongen uithangt, maar dat doet hij vanwege zijn rechtvaardigheidsgevoel. ‘Zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd.’ Die gulheid van die oprechte mens is geen kwestie van een fooi in een gulle bui, zoals wij geneigd zijn een eurootje meer in een collectebus te deponeren in het geval het zonnetje zo vriendelijk tussen de marktkramen danst – nee, deze gulheid van de oprechte mens is een kwestie van rechtvaardigheid. Het kan niet zo zijn dat er rijken zijn die steeds rijker worden, terwijl er armen zijn die steeds minder te besteden hebben. Dat is niet eerlijk. Dat is niet heerlijk. Dat lijkt in de verste verte niet op het rijk dat de Heer voor ogen heeft. En alleen dan, als het leven ligt onder de glimlach van de Heer, kan het leven werkelijk heerlijk zijn.
Gul. Soms schrikt ik als ik hoor hoe weinig geven voor de kerk en zending, werelddiaconaat en ontwikkelingssamenwerking. Soms schrik ik, als ik uitreken hoe klein het percentage is dat ik zelf jaarlijks aan allerlei goede doelen geef. Ook al zijn het dan naar mijn idee behoorlijk wat euro’s, op de keper beschouwd is het maar een schijntje van wat mondiaal nodig is om het leed van miljoenen te verzachten. En dan te weten hoe gul God is… Zo gul dat Hij zichzelf gegeven heeft, zijn liefde tot in de dood.

Wel hem, die geeft te allen tijde,
die zich door liefd’ en recht laat leiden.
Hij is standvastig, wankelt nimmer,
zijn goede trouw bestaat voor immer.
Voor kwaad gerucht zal hij niet vrezen,
de Heer zal steeds zijn schuilplaats wezen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 29 september 2011, 20:30
 
Donderdag 29 september, Psalm 113; Halleluja.

Deze psalm is de derde psalm in een reeks van psalmen die met de oproep halleluja beginnen. Loof de Heer, betekent dat Hebreeuwse woord. Waarom wordt dat woord eigenlijk niet consequent vertaald? Waarschijnlijk omdat het zo vrolijk klinkt in de oorspronkelijke taal. In elk geval is het halleluja in menig lied present als een blijmoedig refrein. Hallelu! Looft! En dan de Godsnaam er achteraan, althans de eerste lettergreep van de weergave die ons vertrouwd is: Jahwe! Looft de Eeuwige, de Levende, de Ene, de Ik-ben-die-Ik-ben!
Waarom zou je dat eigenlijk doen? Omdat Ik-ben-die-Ik-ben recht zal doen op aarde! Voorbeelden? De psalm geeft er een paar in het slot. De berooiden verheft Hij uit het stof. Hij geeft hun een ereplaats naast de notabelen. En de onvruchtbare vrouw, op wie in het oude oosten. minachtend neergekeken werd die die kans liep uit verstoten te worden, zij krijgt een plek in huis – ja, zij wordt moeder van kinderen! Zó zal het eenmaal zijn, als het zo nú al niet is. Nu of later, heden of verleden óf in het rijk dat komt, zo zal het zijn en niet anders. Zo droomt Israël. Zo gelooft Israël. God laat het er niet bij zitten. Hij zal nu of later orde op zaken stellen. Hij zal recht doen aan rechtelozen, uit de diepte ophalen wie weggetrapt en ondergeschoffeld is.
Hoe doe ik dat weten kan? Dat weet ik van Israëls profeten. Dat weet ik alleen al uit deze ene psalm. Maar bovendien weet ik dat dankzij die Ene, die uit de Wet en de Profeten leefde, die de Psalmen zong, ook toen Hij zelf vertrapt en in een graf ondergschoffeld werd. God trok Hem op, deed Hem verrijzen uit de dood vandaan en liet Hem zitten aan zijn rechterhand. Als dat nog niet voldoende garantie is…

Prijst, halleluja, prijst den Heer,
gij ’s Heren knechten, immermeer
moet ’s Heren naam gezegend wezen.
Van waar de zon in’t Oosten straalt,
Tot waar z’ in ’t Westen nederdaalt.
zij ’s Heren grote naam geprezen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 30 september 2011, 21:16
 
Vrijdag 30 september, Psalm 114; Uit de harde steenrots.

Een echte exodus-psalm! Het gaat in dit lied over de uittocht, die oertocht uit een land van angst. Egypte dus. Maar tegelijkertijd komen hier al die andere landen en volken aan bod die angst aanhagen. Babel. De Filistijnen. Nazi-Duitsland. En omdat Israël in de bijbeltaal niet de beste, maar wel de eerste is, gaat het in deze psalm tussen de regels daar ook over al die andere volken die, achter Israël aan, gemarteld worden, getreiterd worden, aangeklaagd, belaagd, opgejaagd. In dit lied gloort hoop! In dit lied wordt de uittocht bezongen, de bevrijding. Over de zee gaat het. En over de Jordaan. De Rode Zee en de Jordaan. De Rode zee en de Jordaan bleven staan van schrik, vormden een muur, maakten een pad. Droogvoets konden de kinderen van Israël naar de overkant: de woestijn in en later, veel later, ook in de woestijn weer uit. De zee vlucht. De Jordaan trekt zich terug. Het water – hier toonbeeld van vijandschap en tegenstand – gaat de op de loop. En kijk de bergen schrikken als rammen, de heuvels springen op als lammetjes! Voor wie? Voor de Eeuwige, die zijn volk thuisbrengt, naar huis geleidt. En zie, dan is er, in de woestenij, wéér water. Maar nu is er sprake van ander water. Geen bedreigend, vijandig water., maar water dat leven geeft en de dorst lessen kan. ‘Hij verandert de rots in een bron, hard gesteente in een stroom van water.’ Kom, neem en drink – met volle teugen!
Zou Jezus ook aan deze psalm hebben gedacht toen Hij zei dat Hij het levende water is? Dat zou best een kunnen. Hoe dan ook, Hij is het: midden in de woestijn die leven heet. Ik ben bevrijd uit een land vol angst. Onderweg wordt mijn dorst gelest door Hem, mijn Rots. En als ik eenmaal sta voor die dreigende doodsjordaan, houdt zijn hand het water tegen.

Beef dan, gij aarde, voor Israëls Heer,
krimp voor zijn aanschijn en buig u terneer,
laat u door God bedwingen
die water wellen deed uit de woestijn
en uit de harde steenrots een fontein
van lafenis ontspringen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 1 oktober 2011, 09:51
 
Zaterdag 1 oktober, Psalm 115: 1-8; Doof en blind.

Eén keer in mijn leven heb ik zo iemand ontmoet: doof en blind – en ook nog stom. Een zielig hoopje mens, zwaar gehandicapt. Zo iemand kan niets. Ja, een beetje bewegen, de handen uitstrekken, met vingers voelen en je strelen, onophoudelijk strelen, in een wanhopige poging woordeloos contact te maken. Maar het leidt tot niets, het blijft zoeken en tasten, raden en gissen naar betekenis.
Nog erger is het met goden. Blind zijn ze. En doof. Ze hebben wel ogen, maar ze kunnen er niet mee kijken. Ze hebben wel oren, maar horen niets. Ze hebben handen, maar ermee strelen kunnen ze niet eens, die stomme godsbeelden. Ze lijken heel wat van plan te zijn, maar ze zijn in feite niets, helemaal niets. Al die machten en krachten die wij in het leven riepen, onze weelde, onze weelde, onze wapens, onze steden, onze status, al die speeltjes van elektronsch geregeerde nepcultuur, heel die glitterwereld vol robots en computers – er behoeft maar één dingetje verkeerd te gaan en de hele boel blijkt in feite te zijn: doof en blind en stom.
Hoe anders de Eeuwige! Onze God is in de hemel. Dat wil zeggen, niet te bereiken met aards geschut. Die goden, die kunnen niets. Maar onze God doet precies wat Hij wil. Hij ziet alles, Hij hoort ons, Hij spreekt en het is er, Hij wenkt en het staat er. En daarom is het niet gepast dat wij de eer ontvangen die Hem toekomt. Soli Deo gloria, aan Hem alleen de eer!

Wie in de goden zijn behagen vind
en wie ze maakt, wordt even doof en blind
als deze dode dingen.
Maar wij, wij hebben onze God die leeft,
die spreekt en hoort en die het leven geeft
aan alle stervelingen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 2 oktober 2011, 11:25
 
Zondag 2 oktober, Psalm 115: 9-18; Leven in het licht.

In deze psalm zit God nog helemaal in zijn hoge hemel. Nu ja, de engelen zijn bij Hem, dat is waar. Maar verder is het er maar een kale boel, een lege ruimte. Waar zijn, zij die in het geloof ontslapen zijn, de heiligen van toen? Die zijn dood. Die liggen in hun graf. Zij zijn afgedaald in de stilte. Die doden houden hun mond. Ze hebben niets meer te zeggen. Aldus het slot van de psalm. Daarom is het aan ons, levenden, de Eeuwige te prijzen. Laten wij, Hem zegenen, zolang er daglicht is! De goden en de doden zwijgen als het graf – maar wij zeggen: halleluja!
Moet ik nu vervolgens zeggen dat wij, mensen van het Nieuwe Testament, wijzer zijn? Dat wij sinds Pasen geloven dat de dood wel dood is, maar dat de doden leven in de Heer? Moet ik nu vertellen dat deze psalm nog een primitieve overtuiging vertolkt, en dat wij, christenen, meer en beter weten? Ik laat het wel uit mijn hoofd. Wie ben ik om een helder zicht te hebben op de grote vragen van leven en dood? Ik weet alleen dat alle apostelen ons in het spoor van de Messias een hemel hebben laten zien die vol is van Gods glorie. En aan die lofprijzing van de Eeuwige doen niet alleen de engelen de engelen mee, maar ook al Gods kinderen die ogenschijnlijk in de stilte zijn afgedaald. Nee, hier op aarde loven zij God niet meer. We moesten hun stemmen missen. Maar ginds, in die hemel van de Allerhoogste, daar zeggen we vandaag de psalmtekst na en zingen wij, wellicht anders bedoeld dan de dichter wilde: Wij, wij allen, wij zeggen de Heer, van nu tot in eeuwigheid.

De doden geven van Gods roem geen blijk.
Zij kunnen Hem niet prijzen, die in ’t rijk
der stilte nederzinken.
Maar onder ons die leven in het licht
zal blijde lofzang voor zijn aangezicht
nu en altoos weerklinken.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 3 oktober 2011, 20:32
 
Maandag 3 oktober, Psalm 116: 1-6; God heb ik lief.

Geen wonder: de dichter van deze psalm kan God bij wijze van spreken wel om de hals vallen. Hij was ziek, doodziek. Hij was de dood nabij. Helse angsten sprongen hem op de nek, benauwdheid greep heem naar de keel. Hij schreeuwde het uit – en warempel, God hoorde! En nu loopt hij over van dankbaarheid. Hoe zal hij het de Eeuwige vergelden? Eén en al liefde voor God is hij. Leve de Almachtige!
Ik vraag me af: kun je van God ook zoveel houden als je gebed níet wordt verhoord? Want, laten we eerlijk zijn, het vergaat ons lang niet altijd als de dichter van deze psalm. Soms roep je je longen uit je lijf, maar een antwoord komt er niet, laat staan genezing, bevrijding. Het is alsof je alleen gelaten wordt, alsof je gewoonweg niet bestaat voor de Allerhoogste. Dan praat je wel anders! Dan heb je geen behoefte aan een stralend halleluja. Dan is er soms de neiging tot vloeken sterker dan de lust tot zingen.
Toch denk ik dat het kan. Ik weet het zeker. Ik heb het meegemaakt, in mijn eigen leven en in dat van anderen: dat je ogenschijnlijk helemaal geen reden hebt tot een loflied en eerder God zou kunnen haten dan liefhebben – en toch, wonder boven wonder, is daar soms zomaar een danklied, een lofprijzing. Hoe kan dat toch? Je zit in de grootst mogelijke misère, je weet niet waar je het zoeken moet, en toch klimt de ziel een lied voor God omhoog. Waarin zou het geheim zich schuilhouden? Ik denk dat ik het weet: in de naam van de Eeuwige. Goedbeschouwd staat er helemaal niet ‘God heb ik lief.’ Er staat: Ik heb lief ‘Ik ben die Ik ben.’ Ik houd van Hem die bij mij is, altijd. Hij is niet zomaar een hocus-pocus God. Hij is de Altijd Andere, de God die is zoals Hij is. Te weten dat Hij, de Onbenoembare, met mij meegaat, dat is volstrekt voldoende.

God heb ik lief, want die getrouwe Heer
nam, toen ik riep, met toegenegen oren
mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen
en levenslang ben ik niet eenzaam meer.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
JOSINA022





Berichten: 3599

BerichtGeplaatst: maandag 3 oktober 2011, 20:59
 
MARIO216 schreef:
Maandag 3 oktober, Psalm 116: 1-6; God heb ik lief.

Geen wonder: de dichter van deze psalm kan God bij wijze van spreken wel om de hals vallen. Hij was ziek, doodziek. Hij was de dood nabij. Helse angsten sprongen hem op de nek, benauwdheid greep heem naar de keel. Hij schreeuwde het uit – en warempel, God hoorde! En nu loopt hij over van dankbaarheid. Hoe zal hij het de Eeuwige vergelden? Eén en al liefde voor God is hij. Leve de Almachtige!
Ik vraag me af: kun je van God ook zoveel houden als je gebed níet wordt verhoord? Want, laten we eerlijk zijn, het vergaat ons lang niet altijd als de dichter van deze psalm. Soms roep je je longen uit je lijf, maar een antwoord komt er niet, laat staan genezing, bevrijding. Het is alsof je alleen gelaten wordt, alsof je gewoonweg niet bestaat voor de Allerhoogste. Dan praat je wel anders! Dan heb je geen behoefte aan een stralend halleluja. Dan is er soms de neiging tot vloeken sterker dan de lust tot zingen.
Toch denk ik dat het kan. Ik weet het zeker. Ik heb het meegemaakt, in mijn eigen leven en in dat van anderen: dat je ogenschijnlijk helemaal geen reden hebt tot een loflied en eerder God zou kunnen haten dan liefhebben – en toch, wonder boven wonder, is daar soms zomaar een danklied, een lofprijzing. Hoe kan dat toch? Je zit in de grootst mogelijke misère, je weet niet waar je het zoeken moet, en toch klimt de ziel een lied voor God omhoog. Waarin zou het geheim zich schuilhouden? Ik denk dat ik het weet: in de naam van de Eeuwige. Goedbeschouwd staat er helemaal niet ‘God heb ik lief.’ Er staat: Ik heb lief ‘Ik ben die Ik ben.’ Ik houd van Hem die bij mij is, altijd. Hij is niet zomaar een hocus-pocus God. Hij is de Altijd Andere, de God die is zoals Hij is. Te weten dat Hij, de Onbenoembare, met mij meegaat, dat is volstrekt voldoende.

God heb ik lief, want die getrouwe Heer
nam, toen ik riep, met toegenegen oren
mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen
en levenslang ben ik niet eenzaam meer.

Amen!
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

ChristianMatch forum index » Christelijk leven
Ga naar pagina Vorige 1 ... 15 16 17 18 19 20 21 ... 57 Volgende
Pagina 18 van 57