Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 11 augustus 2011, 20:08
|
|
|
Donderdag 11 okober, Psalm 131; Dicht tegen elkaar.
Elk mens wil graag groot zijn. Op eigen benen staan. Zelf beslissen, ook in het geloof. De Bijbel leert dat ook: wie gelooft, groeit. Je kunt niet altijd een ‘baby-christen’ blijven. God heeft ook vaders en moeders in het geloof nodig die uitdelen aan anderen. Mensen die pal staan voor het evangelie. Toch weet ik uit ervaring dat het heerlijk is om je bij God als een klein kind te voelen. Niets speciaals vragen. Even bij je Hemelse Vader zijn. Omdat Hij je Vader is. Even alle verantwoordelijkheid naast je neerleggen. Koning David schrijft hierover. Wat had die man veel aan zijn hoofd aan zorgen en verantwoordelijkheden! In Psalm 131 gaat hij in gesprek met zichzelf. Even wil hij weer kind zijn. Even gewoon weer tegen God, zijn Hemelse Vader, aankruipen. Even Gods troostende arm om zich heen voelen. Bij David ging dit niet vanzelf. Grote namen hebben het vaak verleerd om kind te zijn. Groot zijn is immers hun kwaliteit. In zo’n situatie kost het energie om weer kind te worden. Het vraagt echt moed en overgave. Maar het kan wel! Zolang je denkt dat jijzelf je leven moet inrichten krijg je geen rust. Zolang je denkt dat jij de wereld moet veroveren en dat het bestaan van de kerk afhangt van jouw activiteit, ben je – hoe gelovig ook – toch hoogmoedig en trots in de ogen van God. Ik moet het ook steeds weer leren. Durf een kind te zijn. Heerlijk.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 12 augustus 2011, 20:44
|
|
|
Vrijdag 12 augustus, Psalm 56; Uithuilen bij God.
Je zult het vroeger vast ook hebben gedaan: uithuilen bij je moeder of je vader. Een ander kind had je bijvoorbeeld geplaagd of pijn gedaan. Je rende naar je moeder toe en klom huilend op schoot. Zo hard dat ze eerst helemaal niet begreep waarom je huilde. ‘Stil nou maar’, zei ze dan, ‘vertel nu eerst eens rustig wat er gebeurd is.’ En dan vertelde je het, met horten en stoten. Al snikkend. Op dat moment was je als kind ongelukkig en gelukkig tegelijk. Want je moeder was er voor je. Daarom begon je nog harder te huilen. Uithuilen noemen we dat. Hoe graag zou je dat soms ook nog willen als je ouder bent! Waarom huil je niet uit bij God? Een kind van God hoeft zich niet stoer of emotieloos voor te doen. Een kind van God mag bij Hem als een kind zijn. Je mag met je pijn bij God komen. Schreeuw het maar uit. Vertel wat je dwars zit. Reken maar dat Hij luistert naar je verdriet. Hij doet wat met je tranen. Lees die prachtige tekst boven dit stukje nog maar eens. Uithuilen bij God, zijn medeleven voelen, geeft een gigantische troost. Juist dan ervaar je dat Hij bij je is als je verdrietig bent. Vaak zijn zulke momenten later heel kostbaar. Juist in de diepte was God bij je. Uithuilen is goed. Laat je tranen maar de vrije loop. Schaam je niet. God bewaart zelfs onze tranen. Voor Hem zijn ze heel kostbaar.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
JOSINA022
|
Berichten: 3599
|
Geplaatst: vrijdag 12 augustus 2011, 22:16
|
|
|
MARIO216 schreef: | Vrijdag 12 augustus, Psalm 56; Uithuilen bij God.
Je zult het vroeger vast ook hebben gedaan: uithuilen bij je moeder of je vader. Een ander kind had je bijvoorbeeld geplaagd of pijn gedaan. Je rende naar je moeder toe en klom huilend op schoot. Zo hard dat ze eerst helemaal niet begreep waarom je huilde. ‘Stil nou maar’, zei ze dan, ‘vertel nu eerst eens rustig wat er gebeurd is.’ En dan vertelde je het, met horten en stoten. Al snikkend. Op dat moment was je als kind ongelukkig en gelukkig tegelijk. Want je moeder was er voor je. Daarom begon je nog harder te huilen. Uithuilen noemen we dat. Hoe graag zou je dat soms ook nog willen als je ouder bent! Waarom huil je niet uit bij God? Een kind van God hoeft zich niet stoer of emotieloos voor te doen. Een kind van God mag bij Hem als een kind zijn. Je mag met je pijn bij God komen. Schreeuw het maar uit. Vertel wat je dwars zit. Reken maar dat Hij luistert naar je verdriet. Hij doet wat met je tranen. Lees die prachtige tekst boven dit stukje nog maar eens. Uithuilen bij God, zijn medeleven voelen, geeft een gigantische troost. Juist dan ervaar je dat Hij bij je is als je verdrietig bent. Vaak zijn zulke momenten later heel kostbaar. Juist in de diepte was God bij je. Uithuilen is goed. Laat je tranen maar de vrije loop. Schaam je niet. God bewaart zelfs onze tranen. Voor Hem zijn ze heel kostbaar. |
Mooi stukje, Mario!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 13 augustus 2011, 10:28
|
|
|
Zaterdag 13 augustus, Psalm 68: 20-21; Wilt u mij dragen?
‘Papa, wilt u mij dragen?’ Ik hoor het nog zeggen. Wandelen met mijn vader wal leuk, maar soms werd ik er ook erg moe van. Vooral als hij van die grote stappen nam. Maar wat een feest was het als hij me op mijn schouders zette. Wat een uitzicht. Vaak legde ik mijn armen om zijn hoofd heen. ‘Goed vasthouden, hoor’, zei hij dan. Ja, en dan was het helemaal niet erg als de wandeling nog een poos duurde. De Bijbel zegt dat ook de hemelse Vader zijn kinderen wil dragen. Psalm 68 zegt zelfs dat Hij dat dag aan dag doet. Daarvoor gebruikt de Bijbel verschillende voorbeelden. Bijvoorbeeld het beeld van God als een herder. Niet elk schaap draagt Hij in zijn armen, maar de lammetjes wel. Hij let extra op de zieke en zwakke schapen. Mozes gebruikt weer een heel ander voorbeeld. Hij wijst op de arend die er op een bijzondere manier voor zorgt dat zijn jongen niet te pletter vallen. Als de jongen van een arend groot genoeg zijn, gooit de moederarend haar jongen resoluut het nest uit. Ondertussen zweeft vader arend onder het nest om ze op te vangen als het vliegen niet lukt. Ik denk dat je het zo mag zeggen: elk kind van God mag erop rekenen dat zijn handen altijd onder hem zijn. Om ons op te vangen als we vallen. Om ons te dragen als we moe zijn. God is als je vader. Hij weet hoe en wanneer Hij je moet dragen. Maar vaak ook zegt de hemelse Vader: “Nu moet je zelf een stukje lopen.”
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 14 augustus 2011, 09:28
|
|
|
Zondag 14 augustus, Gen. 12: 1-9; Verhalen uit den vreemden.
‘O ja, nog even Bijbellezen…’ Rustig zitten valt niet mee, zelfs niet op vakantie. Je denkt al aan wat je na het eten wilt gaan doen. Je denkt al aan wat je na het eten wilt gaan doen. Water halen voor de afwas (als je kampeert), voetballen met de buurjongens, verder lezen in een spannend boek… Voor dat laatste kun je zeker terecht bij de Bijbel: spannende verhalen genoeg! Veel reisverhalen ook. Eigenlijk is de hele Bijbel één grote reis: van God met deze wereld, met ons mensen. Reis deze week mee naar het Midden-Oosten en naar Turkije in de tijd van Paules. Reis in gedachten op een kameel, per schip of te voet. Wat hebben die reizen van toen met jouw levensreis te maken? Meer dan je denkt! Voordat je vertrok heb je misschien eerst informatie gezocht op internet over je vakantiebestemming, of ben je naar een reisbureau geweest. Als je niet (meer) op vakantie kunt herinner je je nog wel hoe leuk het is om gegevens te verzamelen over de plaats waar heen je gaat. Abraham wist niets over het land waarheen God hem leidde. Hij kwam uit een plaats – in het huidige Irak – met een rijke beschaving. Er zijn prachtige schatten uit die tijd gevonden. Abraham had het er goed. Toch gaat hij weg. Er staat niet bij waarom. In het Nieuwe Testament staat dat hij door zijn geloof ging (Hebr. 11: 8-9) Een open avontuur. Roekeloos? Niet als je met de God van hemel en aarde gaat. Die kent de weg, overal. Ik hoop dat je in deze vakantietijd ontdekt dat God met je mee wil gaan door het leven. Hij wil de goede kant op leiden. Hij is je vertrouwen waard!
Laatst aangepast door
|
MARIO216
|
op zondag 14 augustus 2011, 17:34
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 15 augustus 2011, 20:13
|
|
|
Maandag 15 augustus, Gen. 24: 1-28; Op reis naar het onbekende.
Abraham is inmiddels een rijke nomade. Hij woont in tenten – maar niet zoals op een camping, waar mensen voor hun plezier primitief leven. Abraham lijkt op een sjeik met veel personeel en veel vee. Op een dag neemt hij zijn ‘manager’ apart en geeft hem opdracht een vrouw te zoeken voor zijn zoon Isaak in het land waar familie van hem woont. Dat moet niet zomaar iemand zijn. Tenslotte is Isaak de erfgenaam. Hij zal ook de belofte van God erven. Ook zijn vrouw moet God willen dienen. Daar gaat Abrahams ‘zaakgelastigde’: tien kamelen bij zich, knechten, gouden sieraden. Op reis naar het onbekende. Hoe vindt hij daar de juiste vrouw voor Isaak? Misschien vind je het raar dat hij God concreet vraagt om een aanwijzing. De Bijbel zegt daarover niets negatiefs. God vind deze zaak blijkbaar niet te ‘onnozel’ om zich mee bezig te houden. Het gaat er tenslotte niet om een ‘knap’, slank, rijk’ meisje te vinden, maar iemand die samen met Isaak God kan dienen en zo kan meewerken aan Gods toekomst. De missie slaagt en heeft een romantisch einde: Isaak trouwt met Rebekka. Zij heeft die verre reis naar het onbekende gemaakt. Als je dit prachtige verhaal leest kun je niet anders zeggen dan dat er sprake is van leiding. Is het niet fantastisch dat de God van hemel en aarde ons ziet op onze levensreis en erbij betrokken wil zijn? Je wordt niet aan je lot overgelaten, je mag vragen of Hij je wil leiden. Dat wordt een spannend avontuur!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 16 augustus 2011, 20:49
|
|
|
Dinsdag 15 augustus, Ruth 2: 1-13; Buitenlanders.
Als je een mooi kort verhaal zoekt, neem dan het boekje Ruth. Je ziet het voor je: de jonge Ruth in Moab, het huidige Jordanië. Er komen vreemdelingen wonen, op zoek naar werk en eten. Ruth trouwt een van de jonges, maar ze is spoedig weduwe. Haar schoonmoeder wil terug naar haar geboortestad, zodra de voedselcrisis voorbij is. Ruth wil mee. Dat is een sprong in het duister. Wennen aan een andere cultuur en een andere godsdienst. Maar dat laatste trekt nu juist. Ruth begrijpt dat de God van haar schoonmoeder, van Israël, het leven waarde geeft. Waarom zou ze blijven bij wat haar vertrouwd is, maar missen wat haar toekomst geeft? Boaz trekt zich haar lot aan, het lot van een vreemdeling, een buitelandse. Hoe gastvrij zouden wij zijn geweest? Jaren geleden ben ik geëmigreerd. Ik liet veel vertrouwds achter: mijn eigen cultuur, mijn moedertaal, familie, vrienden. Veel mensen hier komen net als ik uit een ander land. Dat geeft verbondenheid. Maar het betekent ook veel als mensen uit dit land mijn vriendelijk benaderen en er begrip voor hebben als ik iets niet snap. In vers 12 legt Boaz een link tussen Ruths geloof en de bescherming die God haar biedt. Maar die bescherming komt via een mens! Gastvrijheid is hier de uitwerking van Gods gulle genade – ook voor buitenlanders. In Hem worden mensen met elkaar verbonden, daarvan heb ik veel voorbeelden gezien. Kun jij in je vakantie een kerk bezoeken waar je dat ook kunt ervaren? Dat geeft een extra demensie aan deze periode.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 17 augustus 2011, 19:26
|
|
|
Woensdag 17 augustus, Jeremia 29: 4-14; Thuis bij God.
Is God er ook als je verre reizen maakt? Rare vraag, toch? Voor het volk Israël, lang geleden, een actuele vraag. Hun stad Jeruzalem was verwoest en zij waren gedeporteerd. Zouden ze ooit terugkeren naar hun vaderland? Waar was God gebleven? Hadden de goden van Babel gewonnen? Jeremia, die niet is weggevoerd, schrijft zijn verre volksgenoten een brief: Gods plannen gaan nog steeds door. Het leven is niet voorbij, de toekomst niet duister, ook ‘in den vreemde’ spreekt God. Hij is de God van Hemel en aarde, niet alleen van Israël. Waar je ook bent, Hij wil bij je zijn. In de jaren dat ik niet in mijn vaderland heb gewoond, heb ik steeds een grote troost gevonden. Ik weet wat heimwee is, maar thuis vind ik in God. Hij is overal, niet gebonden aan een plaats of land. Op vakantie heb je niet gauw heimwee: je weet dat je binnenkort naar huis gaat. Maar soms zijn er momenten in het leven dat je, diep van binnen, ineens beseft dat je vaste grond onder je voeten nodig hebt, een ‘thuis’. Bijvoorbeeld als je wordt geconfronteerd met omstandigheden waarop je niet gerekend had. Ziekte, een financiële crisis, een ongeval in je omgeving of in je eigen leven. Plotseling staat je wereld op z’n kop. God is een EHBO-post, maar toch ben je ook dan welkom om weer bij Hem ‘thuis’ te komen. Niet later, maar hier op aarde al. God heeft het geluk van zijn volk op het oog (vers 11). Dat gold toen, maar ook nu. Vanuit je ‘thuisbasis’ in Hem kun je heel wat aan – je staat er niet alleen voor!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 18 augustus 2011, 20:06
|
|
|
Donderdag 18 augustus, 2 Kor. 11: 23-33; Wereldreiziger voor God.
Reizen was in de oudheid anders dan nu. Het was vermoeiend, want er werden enorme afstanden te voet afgelegd. De apostel Paules reisde per schip of te voet van de ene plaats naar de andere. Onderweg waren er allerlei gevaren: op zee, op het land door rovers, wilde dieren… Zijn trouw aan Gods opdracht voor zijn leven bracht heem veel lijden. In het Bijbelgedeelte van vandaag verdedigt hij zich tegen mensen die betwijfelen of hij wel een echte apostel is. Hij noemt drie schipbreuken, bekogeling met stenen, bedreigingen door overvallers, gevaren in de woestijn en op zee, en een ontsnapping in een mand over een stadsmuur. Toch is Paules een tevreden mens. In een brief schrijft hij: “Ik weet wat het is om gebrek te lijden, maar ook wat het is om in rijkdom te leven. Ik heb alles aan den lijve ondervonden: overvloed en honger, rijkdom en gebrek. Ik ben tegen alles bestand door hem die mijn kracht geeft.” (Filip. 4: 12-13) Dat is het geheim van een mens die door het leven reist met God. Dit alles klinkt je misschien vreemd in den oren, maar als je veel van iemand houdt heb je toch veel voor die persoon over? Zo is het ook in onze relatie met Jezus Christus. Hij heeft eerst alles voor ons overgehad. Paules is zo door Jezus geraakt dat hij nu alles voor Hem overheeft. Dat maakt zijn leven levensreis altijd en overal de moeite waard. Je hoeft geen Paules te zijn om die reis met Jezus te ondernemen. Stap vandaag maar bij hem in de boot!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 19 augustus 2011, 19:56
|
|
|
Vrijdag 19 augustus, 1 Petrus 2: 11-12 en 19-25; Niet van deze wereld.
Misschien ben je inderdaad ver van huis, maar dan als toerist. Dat klinkt beter dan ‘vreemdeling’. Vreemdelingen, dat zijn de anderen, de buitenlanders. Niemand wil een vreemdeling zijn. Dat heeft iets van ‘niet op je gemak zijn,’ je niet thuis voelen.’ Je hoort er niet echt bij. Dat is precies wat Petrus in zijn brief bedoelt. Zijn lezers wisten dat ze ‘vreemde eenden in de bijt’ waren. Want ze geloofden in Jezus Christus en dienden geen andere goden meer. Daarom vielen ze buiten de boot. Petrus moedigt hen aan om vol te houden en te leven zoals God dat wil. Niet liegen dus, niet schelden, niet dronken worden, geen ruzie zoeken. Word je dan niet uitgelachen door je omgeving? Wordt er dan niet gezegd dat je alles een beetje zwaar opvat? Nou en, wat zou dat? Je bent in goed gezelschap, zegt Petrus. Jezus werd zelf vervolgd omdat Hij een volmaakt leven leidde. Hij haatte niet, ook al werd Hij gehaat. Hij schold niet terug. Hij gaf zijn leven voor mensen die ver van God verwijderd waren. Zo veel hield Hij van ons. En als jij van Hem gaat houden, ga je zijn liefde aan anderen laten zien. Dan word je mens die zijn liefde aan anderen laten zien. Dan word je een mens die leeft zoals Hij. Er is trouwens meer moed nodig om voor je geloof in Jezus uit te komen dan om de massa te volgen. Je moet stevige grond onder je voeten hebben. Je basis moet in Jezus Christus liggen. Los van Hem is zo’n leven onmogelijk, maar als je Jezus volgt, begin je vanzelf meer op Hem te lijken. Voor Hem kiezen is het beste wat je ooit kunt doen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 20 augustus 2011, 09:29
|
|
|
Zaterdag 20 augustus, Openb. 7; Eindbestemming.
Zelfs op je vakantie is niet alles ideaal. Zomaar opeens kun je ruzie krijgen doordat je op elkaar zit. Laten we maar eerlijk zijn: we leven in een gebroken wereld. Dat vind ik ook moeilijk in natuurfilms. Altijd weer jaagt het ene dier op het andere. Doden en verscheuren – weg is het idyllische plaatje van de leeuw die in de zon ligt te doezelen… De Bijbel is realistisch over die gebrokenheid. Die wordt niet weggepoetst met mooie, vrome verhaaltjes. Ook gelovige mensen worden realistisch beschreven. De Bijbel is geen zoet verhalenboek om de ‘boze wereld’ buiten te houden. God is in Jezus Christus in onze gebroken wereld gekomen. Door Hem verandert de wereld: mensen in hun gebrokenheid ervaren vergeving, bevrijding van enorme lasten. Wat ‘zwart’ in hun leven was, wordt ‘wit’ gemaakt. Ze worden ‘nieuwe mensen’. Daar blijft het niet bij. Er is hoop voor de hele schepping. In de Bijbel staan schitterende toekomstvisioenen: geen tranen, dood, ziekte en oorlog meer. Geen onenigheid meer tussen rassen en landen. Iedereen aanbidt samen het Lam, Jezus Christus, die voor de zonden gestorven is. Als ik samen zing met mensen uit verschillende landen, denk ik vaak aan die toekomst. Andere culturen leren kennen is geweldig boeiend, maar samen met al die mensen zingen tot eer van God is helemaal fantastisch. Dan ben je ineens geen ‘vreemden’ meer voor elkaar, maar één grote familie.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 21 augustus 2011, 10:35
|
|
|
Zondag 21 augustus, Spreuken 3; Vakantie van jezelf?
Tijdens vakanties zou je soms het liefst even iemand anders zijn. Afstand nemen van je dagelijkse sores en je eigen onhebbelijkheden. Maar of je nu thuisblijft of de halve aardbol over huppelt: je neemt jezelf altijd mee, net als een onmisbare rugzak of koffer. Daarom geeft God belangrijke tips voor de inrichting van je hart. Tips waarmee je overal jezelf kunt zijn. In Spreuken 3 staat het prachtig verwoord: als je liefde en trouw serieus neemt, ‘zullen we God en de mensen je genegen zijn en zul je waardering ondervinden.’ In de Bijbel is het zo klaar als een klontje dat God niet onder de indruk is van uiterlijk vertoon: Hij kijkt dwars door dat miezerige vernisje heen. Jezus is daar ook heel duidelijk over als Hij van leer trekt tegen de farizeeën in Lucas 16:15. Al heb je je imago nog zo glanzend opgepoetst en kijken de mensen huizenhoog tegen je op, God hecht nul komma nul waarde aan als je van binnen egoïstisch en onbetrouwbaar bent. Jezus noemt het zelfs een gruwel. Als je daarentegen met je hele hart op God vertrouwt en Hem bij al je beslissingen betrekt, krijg je in Spreuken 3 een geweldige belofte mee: dan baant God voor jou de weg (vers 6). Dus wáár je ook bent deze vakantie , zorg dat je in elk geval volop liefde en trouw in je bagage hebt!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 22 augustus 2011, 20:10
|
|
|
Maandag 22 augustus, Gen. 6: 5-22; Luchtfietsen.
Noach is zo iemand die zijn vertrouwen op God stelt en trouw is in wat hij doet, hoezeer de mensen in zijn omgeving er ook een potje van maken. Hij is een rechtsschapen man, zegt de Bijbel. Hij leidt, als enige in zijn tijd, een leven waaraan je een voorbeeld kunt nemen. Wanneer God hem dat opdraagt fabriceert Noach – bij wijze van spreken in zijn achtertuin – een enorm schip, een echte oceaanreus. Waarschijnlijk hebben de omwonenden naar hun hoofd gewezen. Wat bezielt die man? Wie bouwt er nou zo’n gigantische schuit op een stuk land waar in de verste geen behoorlijk meer te bekennen is, laat staan aan zee? Noachs tijdgenoten vinden hem vast een luchtfietser, iemand aan wie een steekje los is. Ze peinzen er niet over om met hem mee te gaan, het schip in. Maar Noach heeft Gods belofte. Hij blijft zichzelf, werkt door en is gastvrij jegens de mensen en dieren die mee willen op reis. Door zijn nauwe verbondenheid met God laat hij zich niet van de wijs brengen, hoezeer de omstandigheden het tegendeel bewijzen. En dan? Dan gaat het regenen, gieten, plenzen. Golven nemen bezit van het land en pakken de gigantische boot op: hij vaart! Tegen alle verwachtingen in. Of niet? Wat Noach geloofde en verwachtte, wordt werkelijkheid. En God doet geen half werk, want hij zorgt voor een behouden vaart. Uiteindelijk komen alle schepelingen veilig aan wal. Noach en zijn familie zijn een diepe ervaring met God rijker.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 23 augustus 2011, 20:15
|
|
|
Dinsdag 23 augustus, 1 Sam. 26; Lekker weg in eigen land. Onder de titel Lekker weg in eigen land schotelt de radio ons geregeld ontspannende tripjes voor. Een dagje apen kijken, een frisse fietstocht of een compleet uitwaaiweekend: nieuwe indrukken opdoen zonder dat je de grens over hoeft! David kampeert ook in eigen land, maar – hoe mooi Israël ook is – voor hem is dat niet ontspannend. Hij is op de vlucht voor zijn schoonvader Saul, die hem als een dolle achtervolgt. Saul heeft immers vernomen dat David op Gods planning staat als troonopvolger. Dat betekent het einde van de ‘dynastie Saul’, die toch al ultrakort is. De koning ruikt bloed. Hij zal Gods planning eens even verijdelen en zijn schoonzoon een kopje kleiner maken. Maar het is juist David die – twee keer zelfs – de kans krijgt om zijn agressieve schoonvader te liquideren. Beide keren doet hij dat niet. In een grot bij Engedi snaait hij een stukje van Sauls jas, terwijl die bezig is met een toiletbezoek. (zie hoofstuk 24). En later zoekt David de slapende Saul op in het legerkamp en plukt diens speer en waterkruik uit de tent. David laat de beslissing van de strijd aan God over. ‘Zoals ik vandaag uw leven gespaard heb, zo zal de Heer mijn leven sparen, Hij zal me redden uit alle nood.’ Iemand ontzien die alles uit de kast haalt om ons te vermoorden. Zoiets kan alleen maar voortkomen uit een diepe band met God. Net zoals Jezus eeuwen later bidt voor de mensen die Hem vervolgen…
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 24 augustus 2011, 21:15
|
|
|
Woensdag 25 augustus, Jeremia 1: 4-19; Nooit te jong voor God.
Iemand die het in eigen land ook zwaar had, was de profeet Jeremia. Hij is nog piepjong als God hem opdraagt om zijn zware beroep te gaan uitoefenen. Té jong, vindt de kersverse profeet zelf, maar voor God is leeftijd onbelangrijk: ‘Richt je tot iedereen naar wie Ik je zend en zeg alles wat je opdraagt. Wees voor niemand bang, want Ik zal je ter zijde staan en je redden.’ Moeilijk wordt het wel, want de ernstige boodschappen die Jeremia vanaf het jaar 627 voor Christus aan Israël brengt, worden hem niet in dank afgenomen. Het is zoals Jezus eeuwen later zegt: een profeet wordt in zijn vaderland niet geeërd. Jeremia houdt veel van zijn volk, maar ziet ook heel goed hoe afgrijselijk ongehoorzaam het is. Hij waarschuwt keer op keer voor ballingschap als het zich niet bekeert. Maar hoon en gevangenschap zijn zijn deel. Menigmaal wordt Jeremia bedreigd: ‘Profeteer niet de naam van de HEER, anders brengen we je eigenhandig om.’ De mensen mogen hem niet, ontdekt hij: ‘Ik wek overal ergernis, iedereen bestijdt mij.’ En hij voelt zich vaak alleen: ‘Nooit was ik in vrolijk gezelschap, nooit heb ik plezier gemaakt, eenzaam was ik, door Uw toedoen.’ Maar hoewel hij meermalen verzucht dat hij wilde dat hij nooit geboren was, toch gaat hij door. Hij verlaat zich, ondanks alles, op God: ‘O HEER, mijn kracht en mijn burcht, mijn toevlucht in tijden van nood.’
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 25 augustus 2011, 21:04
|
|
|
Donderdag 26 augustus, Marcus 5/6: 1-6; Van je eigen mensen moet je ’t maar hebben.
Gister lazen we al moeilijk Jeremia hat had als profeet in zijn eigen land. Maar ook Jezus krijgt geen voet aan de grond in zijn vaderstad (hoofdstuk 6). Vlak daarvoor heeft Hij nog grote wonderen gedaan: Hij geneest een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies lijdt en wekt het dochtertje van Jaïrus (een van de leiders van de synagoge) op uit de dood. Die wonderen kon Hij doen omdat er geloof was. Tegen de vrouw zegt Jezus immers: “Uw geloof heeft u gered.” En tegen Jaïrus: “Wees niet bang, maar blijft geloven.” Wat een concreet als Jezus kort daarna naar Nazareth gaat, waar Hij is opgegroeid (Marcus 6:1). De mensen reageren stómverbaasd als ze Hem horen preken in de synagoge. Is dat dezelfde Jezus die zo vaak aantroffen in Jozefs timmerwerkplaats? Ze ergeren zich groen en geen aan Hem. De mensen kunnen het niet verkroppen dat Hij vroeger een van hen was en nu met gezag en wijsheid staat te preken. Jezus ervaart hun weerstand. Zo’n klimaat is niet geschikt om wonderen te verrichten. En toch, te midden van dat ongeloof en verzet merkt Jezus de enkeling op die wél geloof hecht aan zijn woorden. En dan is er ruimte voor genezing. Jezus schrijft een massa niet af, maar blijft op zoek naar die ene die Hem voor ogen heeft. Zo heeft Hij ook heel persoonlijk u, jou en mij op het oog. Alleen dat is al een wonder!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 26 augustus 2011, 20:40
|
|
|
Vrijdag 26 augustus, Hand. 16: 11-40; Je hart en huis openstellen.
Om iets voor God en medemensen te doen, hoef je echt niet altijd naar Verweggistan. Dat kan ook simpelweg in je woonplaats, met je eigen huis, geld en talenten. Neem Lydia. Zij vereert God, wat betekent dat ze bekeerd is tot het jodendom. Paules ontmoet haar bij Filipi, op de rivieroever, waar ze met andere vrouwen een gebedsbijeenkomst houdt. Mogelijk deed ze dat buiten vanwege een tekort aan mannen: om officiële diensten te mogen houden in een synagoge, zijn minimaal tien volwassenen joodse mannen nodig… Lydia is een zakenvrouw met een goedlopend bedrijf. Ze komt uit Tyatira, een stad in het huidige West-Turkije die nu Akhisar heet en die beroemd was om haar textielahandel. Lydia heeft in het drukke Filippi met zijn vele Romeinse officieren een uitstekend afzetgebied gevonden voor haar purperstoffen. Ze moet rijk zijn geweest: purper een extreem dure kleurstof die uit slakken werd gewonnen. Geverfde purperstoffen waren tien tot twintig keer zo duur als een hoeveelheid gewicht! Toch tasten Lydia rijkdom en positie haar geloof en gastvrijheid niet aan, integendeel. De Heer opent haar hart voor Paules’ woorden. Ze neemt Jezus aan (de eerste Europese christen was – in hedendaagse termen – een Turkse vrouw!) en laat niet alleen zichzelf maar ook haar huisgenoten dopen. Ze stelt haar huis open voor Paules en zijn medewerkers, én voor de gelovigen uit Filipi. (vers 40) Lydia gebruikt haar mogelijkheden voor God. De Heer is blij met wat voor wij Hem geven, of we nu thuis zijn of op het zendingsveld wonen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 27 augustus 2011, 07:57
|
|
|
Zaterdag 27 augustus, 1 Kor. 13; De wazige spiegel.
Als je 1 Korintiërs 13 gelezen hebt, lees dan vers 4-7 nog twee keer. De eerste keer vul je Jezus’ naam in waar ‘de liefde’ staat en de tweede keer je eigen naam. Dat Jezus zo was en is, ja, dat geloven we wel. Maar dat wij zo worden? Ligt die lat niet kilomers te hoog? Als ik naar mezelf kijk wel. Aan het eind van een lange, vermoeiende dag ben ik helemáál niet geduldig en vol goedheid – laat staan dat ik alles verdraag! Ik heb eerder veel weg van een rommelende vulkaan op het punt van uitbarsten. Maan na elke uitbarsting is het een troost dat God weet hoe beperkt ik ben. En dat Hij me wil helpen om te groeien in het leven naar zijn wil. Bijvoorbeeld door tijd met Hem door te brengen, en door in de Bijbel te lezen hoe Hij mensenlevens radicaal verandert. Kijk maar naar Petrus – ook al zo’n vulkanische type. Zijn korte lontje verdwijnt totaal als hij de Heilige Geest ontvangt. En Paules, een ambitieus mannetje, haatdragend tegenover christenen – hij verandert onherkenbaar. Gelukkig zijn de helden uit de Bijbel geen supermensen die alles volmaakt doen. Ze maken juist massa’s fouten, net als wijzelf. Maar omdat ze God om vergeving vragen, worden ze tóch ankers voor hun medegelovigen. In de toekomst zullen zij en wij volmaakt zijn belooft de Bijbel. Dan kijken we niet meer in een ‘wazige wereld’ (zogezegd door matglas), maar staan we oog in oog met Hem die van ons houdt. Een geweldig vooruitzcht!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 28 augustus 2011, 09:25
|
|
|
Zondag 28 augustus, Marcus 4:30-32; Wat zal het worden.
Van kleine houten kerkjes tot kolossale kathedralen: van China tot in Argentinië, van Tasmanië tot in Lapland, van Engeland tot in het uiterste oosten van Rusland en het zuiden van Afrika vind je het christelijk geloof. Over globalisering gesproken! In het hindoeïstische India wonen meer christenen dan in Nederland. Wat nu wereldwijd verspreid is, begon ooit lokaal beperkt en in bescheiden omvang: in Palastina, met een twaalftal mensen. De historicus Rodney Stark maakt in zijn boek De eerste eeuwen aanemelijk dat ook ruim 200 jaar later niet meer dan 19% van de bevolking in het Romeinse Rijk christen was. Getalsmatig was dat niet hoopgevend. De gelijkenis van het mosterzaad is een antwoord op de vraag naar de zin van de toekomst van het geloof: wordt het wat? Zal het evangelie gehoor vinden? Geven de mensen van deze wereld Jezus zeggeschap over hun leven? Hoog opschietend struikgewas vol kwetterende vogeltjes en een oude profeet van Ezechiël (17:22) roepen in Jezus een vergezicht op: zo zullen de volken van de aarde zich nestelen in het Evangelie en. Beschutting zoeken in God. Twintig eeuwen later kun je zeggen dat dit een profetische gelijkenis is gebleken. Denk eens terug aan het qua omvang uiterst bescheiden begin en de twijfels die blijkbaar leefden bij de eerste volgelingen…
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 29 augustus 2011, 20:49
|
|
|
Maandag 29 augustus, 1 Kor. 15: 29-34; Galgenmaal.
Eten we in onze huidige cultuur ons verdriet weg? Zoiets lijkt de apostel te beweren: dat het bij overdadig drankgebruik en andere overconsumptie gaat het om compensatiegedrag. Om het aanvullen van gemis dat we voelen. Ach, je leeft maar één keer, zo vergoelijken de ouders het gedrag van hun jeugdige zatlap. En bij het reisbureau beweren bejaarden, terwijl ze de tickets voor de cruise in hun binnenzak laten glijden: ‘Je moet er nu van genieten, want nu kan het nog.’ Vanbuiten ziet het er allemaal erg zonnig uit, maar eronder schuilt in feite verdriet, het trieste besef: straks is het met mij gedaan. Mijn tante Alie bracht als oudste van dertien kinderen, na de vroegtijdige dood van haar moeder, blijmoedig de andere twaalf groot. En ook later in haar leven stelde ze niet haar eigen geluk centraal. Materieel had ze aan weinig genoeg. Liep ze daarmee niet veel mis? Raakte ze zo geen kostbare tijd kwijt voor zichzelf? Zo voelde ze dat niet, want voor haar besef zat ze heel erg ruim in haar tijd. Ze stierf vol verwachting. We lezen dat de apostel in zijn leven, bij het verkondigen van Christus, vele moeiten voor lief neemt. Voor hem maakt dat niet uit, want hij gaat er vrolijk van uit dat zijn aardse tijd niet de enige tijd is die hij heeft.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 30 augustus 2011, 21:20
|
|
|
Dinsdag 30 augustus, Psalm 119: 25-32; Wachtlopen op de Leusderheide.
Tussen wat je nu leert en straks doen is er soms, inhoudelijk gezien, nauwelijks een verband. Gerlach Cerfontaine, tot voor kort directeur van Schiphol, had gestudeerd voor huisarts en heeft gewerkt op de operatiekamer. De wereldberoemde organist Klaas Jan Mulder noemt zijn tijd in militaire dienst, achteraf gezien, van grote betekenis voor zijn latere carière als musicus. Wachtlopen op de Leusderheide, gedurende lange nachtelijke uren. Geen vijand in de verste verte te bekennen, natuurlijk. Toch iets aan gehad, want organist word je pas na eindeloze vingeroefeningen. Sinds de Leusderheide wist hij van volhouden. Maarten Luther vond het zinvol om geregeld te vasten. Niet vanwege cholesterol en lichaamsgewicht, maar om de dicipline. Hij beweerde: wie beweerde: wie zijn eigen buik niet eens de baas is, is zeker niet in staat om Christus te volgen. De beroemste geleerde uit de mideleeuwen, Moses ben Maimon, meende: niet uit van alle Bijbelse geboden is de zin te begrijpen. God gaf ze, maar soms heb ik geen idee waarvoor. Toch zijn ook die geboden belangrijk. Als oefening, zei hij. Je houdt je niet aan het gebod omdat je ziet waar het goed voor is, maar omdat God het je opdroeg. Een training in gehoorzaamheid. Later, in andere situaties, kan die training je, bij zaken waar het écht op aankomt, helpen om God te dienen en daarin door te zetten.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 31 augustus 2011, 17:32
|
|
|
Woensdag 31 augustus. Jesaja 25: 6-9; Hoopvol eten.
Jesaja schrijft in de 8ste eeuw voor Christus. Jeruzalem bedreigd, vijandelijke legers vernietigen de oogst. Honger, bittere armoede, verzwakking en sterfte. En tranen, veel tranen. Voor die mensen, in die omstandigheden was er dit profetische vergezicht: tranen, aafgewist, en een feestmaal! Het visioen neemt zelfs ongehoorde proporties aan: God doet de dood teniet. En dus denkt hier de christenheid aan de hemel, waar de kinderen van God uit alle volken, na hun reis door de duisternis van de dood, in de eeuwigheid aan het feestmaal zitten. Je uiteindelijke besteming in één scene. In de vakantie heb je er meestal meer tijd voor: aan tafel gaan. Met je gezin, met vrienden, of mensen die je net een paar uur tevoren op een camping voor het eerst hebt ontmoet. Je eet. En in de zachte avondlucht hef je het glas. Er is vrede en overvloed. Er wordt vrolijk gelachen. Even komt die scène uit Jesaja voor de geest. De eindtijdelijke Maaltijd. Je ziet het voor je. Het geeft het samenzijn aan tafel op de camping die avond opeens een bijzondere diepte. Soms is Gods toekomst even in het heden aanwezig.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 1 september 2011, 16:47
|
|
|
Donderdag 1 september, Spreuken 20: 1-7; Ploegen in de herfst.
De toekomst zet je aan het werk. Veel van wat je nu doet, doe je met het oog op morgen. Zoals een ploegen in de herfst. Dat is noodzakelijk om in de zomer te kunnen oogsten. De oogst is daarmee niet gegarandeerd, maar niet ploegen leidt gegarandeerd tot een misoogst. Hetzelfde geldt voor opvoeding, klimaatmaatregelen, de versterking van de kust, naar school gaan, de sfeer in de familie, de voorbereiding van Sven Kramer op het schaatsseizoen: morgen geen resultaat als vandaag niets wordt gedaan. De luiaard uit Spreuken trekt in de oogsttijd een verbaasd gezicht. Is hij werkelijk verbaasd? Dat is in zijn geval nauwelijks voor te stellen. Zo dom kan iemand niet zijn. Althans, niet als het gaat om akkerland. Daar waar ploegen en oogsten in de tijd verder van elkaar afliggen, zie je maar al te vaak gebeuren dat de link niet wordt gelegd. De luiaard zoekt dan voor het gebrek aan oogst meestal overal de schuld behalve bij hem zichzelf. Intussen blijft waar dat ook wie tijdig ploegt niet altijd tot oogsten komt. Er is, lijkt me, ook nog zoiets als wijze luiheid. In ieder geval tijdelijk. Neem je nu, in de vakantietijd, niet voldoende afstand van je werk, dan kan er later in het jaar zomaar niets meer uit je handen komen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 2 september 2011, 06:05
|
|
|
Vrijdag 2 september, Jesaja 40: 6-11; Hoe kan de profeet het weten?
De toekomst is niet totaal onbekend. In de herfst zullen de bladeren vallen. Als het smelten van de gletsjers in de Andes met de huidige snelheid doorgaat, dan heeft men in Chili binnen 15 jaar een ernstig tekort aan drinkwater. Ook de profeet doet beweringen over de toekomst. Het betreft een dramatische zaak. In de ballingschap te Babel verliest het volk de hoop op een eigen bestaan. Men zegt: het is met ons als in de natuur: het gras verdort en de bloem verwelkt. De profeet spreekt dat op zich niet tegen, maar voegt er een ander weten aan toe: het woord van onze God houdt eeuwig stand. Is dit laatste waar, dan zal het vroeg of laat te merken zijn. Ligt er een belofte van God aan het volk. Dan hééft dat volk toekomst! Dat kan niet anders: God gaat wat doen! En de profeet neemt daar al een flink voorschot op, door dat toekomstige handelen beeldrijk te omschrijven. De profetie berust niet op een analyse van trends en ontwikkelingen. Daar was in Babel weinig aanleiding toe. De profetie berust op vertrouwen in een persoon: God kennende, zal Hij…! Het schepsel komt de aard van deze toekomstkennis tot uiting tegenover de dood. Alle ontwikkelingen wijzen dan op je definitieve einde. De bloem verwelkt, nietwaar? Maar de gelovige zegt: zo definitief kan het niet zijn, want God kennende, doet Hij zijn woord gestand!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
ZEELAND736
|
Berichten: 4863
|
Geplaatst: vrijdag 2 september 2011, 08:27
|
|
|
MARIO216 schreef: | Vrijdag 12 augustus, Psalm 56; Uithuilen bij God.
Je zult het vroeger vast ook hebben gedaan: uithuilen bij je moeder of je vader. Een ander kind had je bijvoorbeeld geplaagd of pijn gedaan. Je rende naar je moeder toe en klom huilend op schoot. Zo hard dat ze eerst helemaal niet begreep waarom je huilde. ‘Stil nou maar’, zei ze dan, ‘vertel nu eerst eens rustig wat er gebeurd is.’ En dan vertelde je het, met horten en stoten. Al snikkend. Op dat moment was je als kind ongelukkig en gelukkig tegelijk. Want je moeder was er voor je. Daarom begon je nog harder te huilen. Uithuilen noemen we dat. Hoe graag zou je dat soms ook nog willen als je ouder bent! Waarom huil je niet uit bij God? Een kind van God hoeft zich niet stoer of emotieloos voor te doen. Een kind van God mag bij Hem als een kind zijn. Je mag met je pijn bij God komen. Schreeuw het maar uit. Vertel wat je dwars zit. Reken maar dat Hij luistert naar je verdriet. Hij doet wat met je tranen. Lees die prachtige tekst boven dit stukje nog maar eens. Uithuilen bij God, zijn medeleven voelen, geeft een gigantische troost. Juist dan ervaar je dat Hij bij je is als je verdrietig bent. Vaak zijn zulke momenten later heel kostbaar. Juist in de diepte was God bij je. Uithuilen is goed. Laat je tranen maar de vrije loop. Schaam je niet. God bewaart zelfs onze tranen. Voor Hem zijn ze heel kostbaar. |
Deze kwam mij vandaag onder ogen...en heb er maar gevolg aan gegeven..Wat had ik deze woorden nodig...Dank voor je stukjes elke dag weer Mario. Ze zijn zo eenvoudig te volgen...en voel ik het zo...WORDEN ALS EEN KIND!!!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 3 september 2011, 06:44
|
|
|
Zaterdag 3 september, Math. 6: 24-34; Morgen geen zorgen.
Zorgen rijmen op morgen. Taalkundig vast toevallig, maar gevoelsmatig niet. Want heel veel zorgen hebben hun oorsprong in morgen, in angst voor wat er komen zal. Dat we spreekwoordelijk een ‘zorgeloze vakantie genieten’ heeft te maken met de tijdelijke afwezigheid van de zorgen voor morgen, want ook morgen is het vakantie. Dit gevoel moet ik zien vast te houden, denk je dan. Merkwaardig genoeg hoorde ik zien vast te houden, denk je dan. Merkwaardig genoeg hoorde ik precies hetzelfde zeggen door iemand die levend uit een neergestort vliegtuig stapte. De intense vreugde dat hij nog leefde, deed in zijn hart alle zorgen voor morgen verschrompelen tot niets. Hoe het ook zij, deze zorgeloosheid geeft een mens een geweldige innerlijke vrijheid. Zoiets moet het zijn geweest, wat mensen hebben herkend aan Jezus en gehoord in zijn woorden: de vrijheid die voortkomt uit gebrek aan zorgen om de dag van morgen. Waar dat gebrek aan Jezus door ontstond? Hijzelf verwijst naar de vogels en de bloemen. God voorziet ze van wat nodig is. Het besef dat ‘God voorziet’ was in Jezus blijkbaar zo bijzonder sterk ontwikkeld dat morgen Hem geen zorgen baarde. Wat een bevrijding! Kunnen wij dat ook bereiken? In ieder geval groeit door de ervaring van enige dagen zorgeloos vakantie ons verlangen naar een dergelijke innerlijke vrijheid die een mens in de omgang met God vinden kan.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 4 september 2011, 10:43
|
|
|
Ik begin weer eens aan een ander boek, Het behandelt de psalmen en is van A.F. Troost.
Zondag 4 september, Psalm 105: 7-15; Van kind tot kind.
Het gaat in deze psalm over het verbond dat God sloot met Abraham en met heel zijn volk Israël. Als met handen te tasten is de inhoud van dat verbond: land, grondgebied, een plek om in te wonen. “U zal Ik het land Kanaän geven als het u toegemeten erfdeel.” Geen wonder dat Israël tot op de dag van vandaag zo hartstochtelijk vasthoudt aan dat stukje land aan de Middellandse Zee, waar het, teruggekomen uit die verschrikkelijke Holocaust, sinds 1948 weer wonen kan. Maar wat hebben niet-Joden te maken met de aloude belofte van de Eeuwige aan zijn volk? Ook wij zingen deze psalm, met name in een kerkdienst waarin de doop wordt bediend. Met Israël zingen wij mee over Gods verbond met Abraham zijn vrind, dat verbond dat Hij bevestigt van kind tot kind. Maar geen mens in de kerk denkt op dat moment aan land. Het zou mooi zijn als wij allen, Joden en niet-Joden, bij het horen van het woord ‘verbond’ niet alleen zouden denken aan aards land, maar vooral aan een ánder Land, een andersoortig Land, een Plek om te wonen bij Hem, die de Verborgene is. Want laten we eerlijk zijn: hoe mooi ook een stukje land op aarde mogen zijn: hoe gehecht je ook mag wezen aan de aarde die ons is toevertrouwd, geheel anders zal de niéuwe aarde zijn, onuitsprekelijk heerlijk, niet langer verdeeld in partjes en deeltjes, afgebakend door lijnen die grenzen worden genoemd. Gods verbond doet ons verlangen naar een Land van louter licht, naar het Land dat Liefde heet. God, die aan ons zich openbaarde, Regeert en oordeelt heel de aarde. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht tot in het duizendste geslacht. ’t Verbond met Abraham zijn vrind bevestigt Hij van kind tot kind.
Laatst aangepast door
|
MARIO216
|
op zondag 4 september 2011, 10:43
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 5 september 2011, 17:27
|
|
|
Maandag 5 september, Psalm 105: 16-22; Zendeling.
Over hongersnood gaat het nu, in deze psalm. Over de hongersnood was door God gezonden, zo vertelt de psalm. Maar mét de nood zond God de uitredding. De Eeuwige zond niet alleen een hongersnood, Hij zond ook een man voor de zonen van Jakob uit: Jozef werd als slaaf verkocht. Zo kwam hij in Egypte en kon hij later als onderkoning zijn familie tot zegen zijn. Dat is een prachtige gedachte! Toch kom ik er, eerlijk gezegd, niet helemaal uit. Ik bedoel dit: waarom stuurt God zowel de ellende als ook de verlossing daaruit? Bezorgt God zijn ongehoorzaam volk dan straf, met de bedoeling die even later weer ongedaan te maken? Dat zou natuurlijk kunnen – elke rechtvaardige vader legt een ondeugend kind hooguit tijdelijk een straf op. Maar in dat geval had God er toch gewoon voor kunnen zorgen dat de hongersnood ophield? Zoals het een en ander in de Bijbel wordt verteld, lijkt het er toch verdacht veel op dat eenvoudig wordt uitgegaan van de veronderstelling: het gebeurt , dus God heeft het zo gewild. Simpel gezegd: het lot, dat is God. Dat mag zo allemaal zo zijn, toch neemt niemand mij af wat in deze psalm bezongen wordt: in de diepste ellende zendt God al een mannetje vooruit om het ergste leed te verzachten! Zo’n zendeling ontvingen wij in Jezus. Hij is onze Jozef! Als een slaaf verkocht bleek Hij in het paaslicht onze Verlosser te zijn.
Hoe wonderbaarlijk zijn Gods wegen. Toen Hij de deur sloot van de regen, Met hongersnood het land bezocht, Was Jozef reeds als slaaf verkocht en in gevangenschap geraakt, maar door Gods woorden vrijgemaakt.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 6 september 2011, 17:17
|
|
|
Dinsdag 6 september, Psalm 105: 23-38; Langs effen paden.
Het is een scherp contrast: aan de ene kant de Egyptenaren, de dienaars van de dictator farao, aan de andere kant dat miezerig kleine volkje Israël. Enerzijds de slagen en de plagen, alle ellende die je maar bedenken kunt: kikvorsen, steekvliegen, muggen, hagel, sprinkhanen, allerhande nood en dood. Anderzijds: geen strobreed in de weg, een vrije aftocht, zilver en goud, en niemand die wordt dit vertolkt in de berijmde psalm: “De rijen door weerklonk hun lied. Wie God vertrouwt, die struikelt niet.” Is dat werkelijk zo? Het duurt niet lang of ze staan voor de Schelfzee, met hoge rotsen links en rechts, de vijand op de hielen. En dan de woestijn: kuilen, en ravijnen, heuvels en bergen. Wie God vertrouwt, die struikelt niet… Maar hoeveel loopt er niet mis in menig christelijk gezin? Parkinson brengt menigeen tot struikelen en vallen. Kanker tast je botten aan. Een dwarslaesie kan ervoor zorgen dat je nooit meer lopen kunt. Zing dan maar eens: Wie God vertrouwt, die struikelt niet! Dat is toch niet vol te houden? Toch wel. Vraag het maar aan allen die werkelijk hun vertrouwen stelden op God. Wie dat doet, met heel zijn hart, die weet: God zal me dragen, mij optillen, als ik met vallen en opstaan mijn weg door het leven moet gaan. Misschien zal ik struikelen, zal ik zelfs vallen, maar omdat Hij me opricht en mij behouden in zijn Land van Liefde brengt, kan ik Hem alleen maar prijzen!
Gods volk trok uit langs effen paden, met zilver en met goud beladen. De rijen door weerklonk hun lied. Wie God vertrouwt, die struikelt niet. Bekomen van verslagenheid was zelfs Egypte’d volk verblijd.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 7 september 2011, 21:20
|
|
|
Woensdag 7 september, Psalm 105: 39-45; Met dans en zang.
Ik heb de Tweede Wereldoorlog net niet meegemaakt, maar genoeg foto’s en filmbeelden gezien om zeker te weten dat de vreugde bij de bevrijding groot was. Mensen dansten op de straten, zongen spontaan en geëmotioneerd het Wilhelmus en dankten de hemel waaruit het wittebrood als manna naar beneden viel. Zo vrolijk ging het er aan toe, toen God zijn volk uit Egypte leidde. Zang en dans, trom en fluit – dit was de dag die de Heer gemaakt had! Vanwaar die vreugde? Omdat het in Egypte niet te harden was. Zeker, voor de gemiddelde Eyptenaar wel: die schikte zich in zijn lot. Die was gewend aan de grootheidswaanzin van de Farao’s aan hun buitensporige bouwdrift en hang naar monumentale gedenktekens. Dat daarbij niet op een mannetje of vrouwtje gekeken werd, zal duidelijk zijn. Dat gold zeker de allochtonen, de kinderen van Israël, ooit door kommervolle omstandigheden vanuit Kanaän aan de oevers van de Nijl terechtgekomen: zij werden afgebeuld van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, en dat alles ter meerdere ere van de hoge heren in de faraonische paleizen. Het ging zelfs ten koste van hun eigen vlees en bloed: nota bene in de rivier die symbool stond voor goddelijke vruchtbaarheid werden de jongetjes van Israël verdronken. Was het een wonder dat Israël met vreugde vertrok? Was het een wonder dat zij later met vreugde Kanaän beërfden, het land waarin soortgelijke volkeren huishielden? Wég met alle goden die offers eisen in de vorm van kanonnenvlees en kinderbloed. Lang leve, eeuwig leve de God die daar faliekant tégen is.
Hij was het die zijn volk bevrijdde, zijn uitverkornen veilig leidde. Zo trokken zij het diensthuis uit met dans en zang bij trom en fluit, en erfden het beloofde land, de arbeid van der heid’nen hand.
|
|
Naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|