Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 26 augustus 2013, 17:18
|
|
|
Maandag 26 augustus, 1 Koningen 18: 30-39; Blijf bidden.
Nu eindelijk Elia aan de beurt is, begint hij met het herstellen van het altaar van de Heer. Op die bepaalde plek op de berg Karmel heeft blijkbaar een altaar voor God gestaan dat door de Baälpartij omvergehaald is en grotendeels vernield. En zo lag het daar in puin als een wel heel duidelijk signaal van Israëls ontrouw aan God. Maar Eila pakt de verweerde stenen op en herstelt het oude altaar. Heel bewust neemt hij daarvoor twaalf stenen en geen tien. Want Jakob had niet tien zonen, maar twaalf. En de politieke scheiding tussen Juda en Israël mag dan ‘van de Here’ geschied zijn, maar alle twaalf stammen blijven toch samen het ene volk van God. Deze daad van Elia zal op de zwijgende en afwachtende Israëlieten grote indruk gemaakt hebben. Een nieuw verbond met God, samen met de stammen van Juda en Benjamin? Wat heeft die Eila een groot geloof! Maar hij is ook een groot bidder. Hij is niet alleen een hartstochtelijk bidder voor zijn volk. Dat God zich weer wil wenden en hen zien en kennen in zijn liefde. In dat gebed mogen wij meedoen. Van bidden mag je heel veel verwachten, zo maakt Elia ons vandaag weer eens heel duidelijk. Daarom: bid!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 27 augustus 2013, 20:39
|
|
|
Dinsdag 27 augustus, 1 Koningen 18: 39-46; Een wolk moed.
Elia heeft bereikt wat hij wilde. Het volk heeft duidelijk gekozen vóór God en tegen de Baälverering. En alle aanwezige Baälpriesters heeft hij meteen laten grijpen en zonder pardon laten doden. Voor ons gevoel een weerzinwekkende maatregel. Moest dat nu echt zo? Maar zo pakte men in de tijd de dingen aan en Eila dus ook. Hoe dan ook, Elia kan met een zekere voldoening op het gebeuren terugzien. Maar dan wordt het nog even heel spannend voor hem. Want Achab zal aan het eind van deze dag maar één vraag hebben gehad, namelijk: wanneer gaat het regenen? ‘Het komt eraan’, zegt Elia. ‘Ik hoor het geruis al, gaat u alvast maar wat eten.’ Maar zelf gaat hij niet eten. Nee, met zijn knecht klimt hij omhoog. Om te bidden. ‘Heer, zie nu om naar u volk!’ Er is niets te zien!’ zegt zijn knecht, Elia bidt opnieuw. En nog eens en nog eens. Elia gaat maar door met bidden. Pas na de zevende keer ziet zijn knecht een heel klein wolkje uit zee richting het land komen opzetten. Klein, niet groter dan de hand van een man, zegt hij. Maar voor Elia is het groot genoeg. Want hoe klein dit soort wolkjes van God in het begin ook vaak zijn, het zijn heel bemoedigende signalen van een groot en genadig God.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 28 augustus 2013, 09:44
|
|
|
Woensdag 28 augustus, 1 Koningen 19: 1-8; Eén op veertig.
Elia is een man van uitersten. De ene dag staat hij op de Karmel en is op z’n eentje niet bang voor vierhondervijftig Baälpriesters. Maar een dag op wat later ligt hij ergens in de woestijn van Juda onder een struik. Weg is zijn geloof. Hij ziet het absoluut niet zitten. Hij is ook bang voor zijn hachje. En ontzettend teleurgesteld. Met name Achab moet hem diep teleurgesteld hebben. Want die was nog niet thuis of hij liet zijn oren alweer hangen naar Izebel. Dit was natuurlijk helemaal door het dolle heen geweest. Vrijwel meteen had ze een boodschapper naar Elia gestuurd met de mededeling dat zij alles op alles zou zetten om binnen een dag korte metten met de profeet te maken. Toen was er ineens iets geknapt bij deze grote man. Als een haas vluchtte hij richting Juda. Maar tot rust komt hij niet. Hij lijkt totaal uit balans. Hij ontslaat zijn knecht en trekt dan alleen de woestijn in. In de schaduw van een struik gaat hij liggen. De accu is totaal leef. Elia is er klaar mee. Met zijn roeping en met dit volk. Gelukkig, God heeft hem gezien. Sta op, zegt Hij! Eet wat en drink wat! En Elia laat zich bedienen door God. Daar knap je altijd erg van op. Kijk maar: als een speer vervolgt Elia zijn weg. Er is wel gezegd: door het voedsel van God ga je een op veertig!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 29 augustus 2013, 21:18
|
|
|
Donderdag 29 augustus, 1 Koningen 19: 9-13a; Troostvol fluisteren.
Heimwee heeft Elia duidelijk niet gerekend. Als een geweldige stormwind losbarst, zie je de felle profeet uit het noordrijk knikken en denken: daar komt God! En als daarna de aarde beeft en scheurt, verwacht EIia niet anders. Ook de fel oplichtende bliksems passen helemaal bij de God van Elia. Zo heeft hijzelf zich in Israël ingezet voor de zaak van God. Als een stromwind, als een bliksem. Maar het heeft niets uitgehaald. Van echte omkeer tot God is in Israël geen sprake. En EIia is boos op iedereen en ook op God. Zo gaat dat heel vaak, als we in het leven teleurgesteld worden. Je beklaagt jezelf, je trekt je terug. Je maakt iedereen verwijten en het meest eigenlijk aan God. Zo gaat dat heel vaak, als we in het leven teleurgesteld worden. Je beklaagt jezelf, je trekt je terug. Je maakt iedereen verwijten en het meest eigenlijk aan God. Waarom bliksem God Izebel niet voorgoed het verhaal uit? Maar God vraagt aan hem: Wat doe jij hier eigenlijk, zo ver van huis en zo ver van je taak? Heb je wel echt begrepen wie Ik ben? Zeker: als een stormwind en als een vuur, dat blijven mijn herauten. Maar daarna kom Ik zelf. Stil en troostvol fluisterend. Elia zegt even niets. Ootmoedig verbergt hij zijn gezicht in zijn jas. Uit diep respect voor God. want dat God zo vol ontferming en zo liefdevol is, is voor Elia nieuw. Voor ons misschien ook wel.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 30 augustus 2013, 12:25
|
|
|
Vrijdag 30 augustus, 1 Koningen 19; 13b – 18; Ga terug.
Elia moet zich gevoeld hebben als een soort tweede Mozes. Dat geloof dreef hem naar de berg Horeb en de grot waar God indertijd aan Mozes verscheen en hem iets liet zien van zijn glorie. Zo verschijnt God ook aan Elia en zegt hem wat hij moet doen. In de eerste plaats: ga terug naar je werk! God zoekt Elia wel op in de woestijn, maar stuurt hem vervolgens weer terug naar zijn taak. Zoiets kunne wij ook verwachten als we het bijltje erbij neergooien. Ga terug! Vervolgens: Elia krijgt een paar duidelijke opdrachten. Hij moet in Syrië een zekere Hazaël tot koning gaan zalven, een man die het Israël heel moeilijk zal maken. En in Israël moet hij Jehu tot koning zalven. De laatste zal korte metten maken met Achab en Izebel. Dus: wes gerust, Elia, die twee ontlopen hun straf niet! En wat Elia zelf betreft: je bent erg moe en je wilt langzamerhand uit de dienst? God heeft al over zijn opvolging nagedacht. Ten slotten: ‘Jij denkt dat je alleen overgebleven bent? Maar Ik ken er nog zevenduizend die nooit hun knieën bogen voor Baäl’, zegt God. Dat is ineens heel bemoedigend! We zijn niet alleen. Kijk zondag in de kerk nog weer eens goed om je heen!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 31 augustus 2013, 19:23
|
|
|
Zaterdag 31 augustus, 1 Koningen 19: 19-21; Snelle beslisser.
Elia heeft goed naar God geluisterd. Vandaag treffen we hem alweer aan in Israël, in het boerendorpje Abel-Mechola. Een plek die hij min of meer toevallig passeert richting zijn eerste opdracht in Syrië, zo lijkt het. Maar zijn opvolging houdt hem duidelijk meer bezig. Bij het passeren van een stuk land, ziet Elia Elisa aan het werk. Een echte ploeger, zal Elia gedacht hebben. Zo iemand heeft Israël nodig! Een profeet die de harde grond openscheurt. In het voorbijgaan werpt EIia zonder een woord te spreken de boerenzoon zijn profetenmantel om. Die kijkt geschrokken op, maar weet blijkbaar meteen wat dit gebaar betekent. Er komt geen woord van protest. Elisa moet een man geweest zijn die al min of meer klaarstond voor God. Want hij kust zijn ouders, hakt zijn ploeg tot brandhout, slacht de twee runderen, geeft nog een soort afscheidsbarbecue voor zijn knechten en dan is hij al weg, mee met de profeet Elia. Elisa is een snelle beslisser. Ja, dat kun je wel zeggen. Niet een op wie je als dominee eerst een hele avond moet inpraten bij een benoeming voor de kerkenraad. Nee, bij Elisa hoef je helemaal niets te zeggen. Die hoef je alleen maar even aan te raken met de opdracht van God. Heel goed, Elisa. God zegene je dienst!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 1 september 2013, 10:26
|
|
|
Zondag 1 september, 1 Koningen 20: 1-22; Als God met je is.
Met de Syriërs – in de meeste vertalingen aangeduid met Aram – leefde koning Achab vrijwel constant op voet van oorlog. In de visie van de Bijbelverteller waren zij zoiets als een gesel in de hand van God. Die gesel komt deze keer hard aan. Koning Benhadad van Syrië belegert samen met tweeëndertig collega’s Samaria, de residentie van Achab. Tegen zo’n overmacht kan Achab niet op. hij moet heel diep buigen, maar ook dat heeft ergens een grens. Dan wordt de stad belegerd. Vanaf de muur kon iedereen de Syriërs bezig zien met de voorbereidingen: uitdagend, van zichzelf overtuigd, rumoerig, hoogmoedig. Heel, heel beangstigend. Maar dan staat er ineens een profeet voor Achab. Nee, niet Elia. ‘Koning’, zo zegt de Heer, ‘laat u niet intimideren door die zelfverzekerde Syriërs! De Heer, de God van Israël, geeft hen vandaag in uw hand! En dan zult u weten dat Ik de Heer ben!’ En zo gebeurt. De Syriërs worden in de pan gehakt en de stad blijft gespaard. ‘Dat is van de Heer’, zullen veel mensen in de stad gezegd hebben. Achab misschien ook wel. En toen? Stilte? Ervaringen van onverwachte hulp en redding van God vragen om bekering van je hart.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 2 september 2013, 20:36
|
|
|
Maandag 2 september, 1 Koningen 20: 23-43; Maak genade niet goedkoop.
Ook vandaag weer een heel spannende lezing. Wat heeft Achab nu precies fout gedaan? Woedend rijdt hij weg. Zijn dag is totaal bedorven. Was het fout de Syrische koning Benhadad te sparen? Die mannen hadden nog wel tegen elkaar gezegd: ‘Wij hebben gehoord dat de koningen van Israël genadige koningen zijn’, en toen waren ze gekomen, nota bene met de touwen om hun nek, smekend om genade. Had Achab die hoop moeten beschamen? Toch oordeelt God heel anders. Wat deed Achab mis? Simpel dit: hij had God moeten vragen wat hij doen moest. Maar daar dacht hij niet aan, genietend van zijn glorierol. Leeft Benhadad nog? ‘Hij is mijn vriend!’ Maar met een koning van het type Benhadad kan een koning van Israël nooit vriend zijn. En ook nog: ‘Kom naast mij op mijn wagen staan.’Maar het is gespeeld, theater, niet echt. Achab moet zich laten leiden door de Here God en niet door plotseling opkomende gevoelens van grootmoedigheid. Grootmoedigheid jegens mensen van het type Benhadad kan heel misplaatst zijn en andere mensen juist veel pijn doen. Met genade kun je niet alles goed maken. Alleen Gods genade kan dat, niet die van Achab of die van jou of mij.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 3 september 2013, 20:39
|
|
|
Dinsdag 3 september, 1 Koningen 21: 1-15; De aarde is van de Heer.
Is Nabots reactie op Achabs verzoek niet een beetje overtrokken? Als door een wesp gestoken, valt hij fel tegen Achab uit. Een wel erg botte reactie, denk je even. Maar zo is het niet. Achab had die vraag nooit mogen stellen. Het stuk land dat grenst aan zijn paleistuin is een zogenaamd ‘erfdeel van de Heer’, aan Nabots familie toegewezen eeuwen terug ten tijde van Jozua. Zo’n stuk land mocht je van God gebruiken, het was van God en herinnerde je eraan dat eigenlijk heel de aarde van de Heer is. Nabot heeft er een mooie wijngaard op, een wijngaard des Heren! Maar Achab zegt dat allemaal niets meer. Want Achab is een Baälknecht. En Baäl is een uitbuiter van de aarde en Achab ook! Het volk Israël – Gods wijngaard bij uitstek – is hem geen kostbaar door Gods toevertrouwd bezit en grond zegt hem op zich niets. Van dat stuk land van Nabot wil hij nota bene een moestuin maken. Bij zo veel lompheid is Nabots reactie eigenlijk nog heel beheerst. Maar dan wordt Izebel actief en neemt met geweld ‘het eigendom van de Heer’. En onschuldig bloed kleurt de aarde donker. Van die grond zal Achab geen plezier beleven. De Eigenaar van de grond zal de dief weten te vinden. Ergens geldt dat heel de aarde.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 4 september 2013, 20:23
|
|
|
Woensdag 4 september, 1 Koningen 21: 16-24; Verkocht, gekocht.
Op weg naar de wijngaard van Nabot staat Achab ineens oog in oog met de profeet Elia. Zijn geweten slaat meteen een groot alarm. ‘Mijn vijand heeft me dus weer weten te vinden!’ snauwt hij verontwaardigd tegen Elia. Als was die erop uit via een persoonlijke actie hem te beschadigen zoals bepaalde journalisten wel doen. ‘Heb je weer eens wat ontdekt om me dwars te zitten, mijn vijand?’ Maar Elia ketst de bal meteen terug! Vijand? Persoonlijke vijand? Daar is geen sprake van. Maar jij, Achab, jij bent een moordenaar en een dief. Jij hebt je laten lenen, zegt EIia, voor een groot kwaad door Izebel, je bent een speelbal in haar handen. Zo zegt de Here: ‘U zult worden weggevaagd en alle mannelijke leden van uw koningshuis.’ Een keihard oordeel zegt hij Achab aan. De druiven van Nabots wijngaard zullen voor Achab buitengewoon zuur zijn. Letterlijk zegt de profeet: Je bent een verkocht mens. Je hebt je ziel verkocht aan de duivel. Je bent afgeschreven voor God. Dat is keihard: schuil bij Jezus Christus, Hij kan je vrijkopen! Alleen Hij! Met de prijs van zijn bloed. En je zult van Hem zijn, vrij, gekocht en betaald!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 5 september 2013, 20:19
|
|
|
Donderdag 5 september, 1 Koningen 21: 25-29; Gespeeld of echt?
Elia’s woorden hebben Achab diep geraakt. Naar die wijngaard van Nabot is hij wel niet meer gegaan en voor een mooie moestuin met verse groenten op zijn tafel heeft hij alle interesse verloren. Zwaar aangeslagen zit Achab thuis, gehuld in een boetekleed. Hij eet nauwelijks nog iets, hij vast en betreurt de dood van Nabot. Zelfs ’s nachts houdt hij dat boetekleed aan. Een boetekleed als pyama. Niet echt prettig voor Izebel, denk je onwillekeurig. Hij gedroeg zich zeer onbetrouwvol, lees je. Daarbij zal bedoeld zijn dat hij heel stil door Samaria liep, zonder ophef, zonder eerbetoon te vragen! Geen feesten. Volgens de nbg-vertaling: hij liep met lome tred. Maar is zijn berouw wel oprecht? Ongetwijfeld! Zelfs de Here God lijkt ervan onder de indruk. ‘Elia, heb je dat gezien?’ zegt, God. ‘Heb je dat gehoord? Achab, hij verootmoedigt zich echt!’ We horen geen antwoord van Elia. Is hij er blij mee geweest of heeft hij gezegd: ‘Heer, daar kijk U toch wel doorheen? Heb geen compassie met die man. Het is allemaal gespeeld.’ Best mogelijk, je zoekt er al gauw iets achter bij zulke figuren. Maar God heeft erachter gekeken. En Hij is er blij mee en verzacht zijn oordeel. Als het erop aankomt, is God stukken milder dan wij.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 6 september 2013, 06:30
|
|
|
Vrijdag 6 september, 2 Koningen 1: 1-8; Iets alternatiefs.
Wie met de God van Israël breekt, is nog niet van Hem af. Dat merkt koning Achazja die na Achabs dood – gesneuveld in de strijd tegen Syrië – koning is geworden in Samaria. Op een dag maakt hij een ongelukkige val. Nog maar net twee jaar koning ligt hij al zwaargewond op bed. Wat zal hij doen? Met het geloof in God had hij allang gebroken. Dat deed hem niets. Ook nu kennelijk niet. Zulke mensen kom je tegenwoordig overal tegen. Maar wat moet je dan? Dan maar iets alternatiefs. Iets Jomanda-achtigs. Achazja stuurt boden naar de Filistijnse stad Ekron om daar de god van Ekron, Baäl-Zebub, te gaan raadplegen. Daarmee krenkt hij God wel diep. En de profeet EIia moet hem dat heel duidelijk gaan zeggen. ‘Is er dan geen God in Israël, dat je naar die letterlijk stomme god van Ekron loopt?’ Een keihard oordeel krijgen de mannen voor de zieke mee. Want Achazja is koning. En hoge bomen vangen veel wind. Wind waartegen Achazja niet op kan. Tenzij hij zijn ziekbed nog benut voor inkeer. Terug, naar de God vaan Israël die zich ongevraagd toch weer aandiende. Maar nee. Hoewel hij beseft: dat was Elia, dat was God! verhardt hij zich alleen maar verder. Zulke mensen zijn niet te helpen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 7 september 2013, 19:45
|
|
|
Zaterdag 7 september, 2 Koningen 1: 9-18; Liefde, geen vuur.
Vanaf zijn sterfbed stuurt Achazja het ene leger na het andere richting Elia. Maar na twee bliksemacties van diens kant heeft de volgende legeroverste die moet aantreden, weinig behoefte meer aan grote woorden. Hij smeekt slechts om het behoud van zijn leven. En dat van zijn manschappen. Vechten is hier volkomen zinloos. Hij offert zijn mensen niet top aan de gruwelijke bevelen van een stervende dwaas, als is die koning. Daar is best moed voor nodig! Welke legeroverste gaat op de knieën terwijl zijn makkers neegeveld om hem heen liggen? Deze man buigt echter voor God van Elia. Daar heeft hij spijt nooit spijt van gekregen. Zijn gebed is tot redding van vijftig anderen. Onwillekeurig denk je: maar moest Elia dat nu echt zo aanpakken? Natuurlijk gaat hier om hard tegen hard. Het is ook helemaal de stijl van Elia. Maar opvallend: als later Jezus (Luc. 9: 51-56) in dezelfde regio op verzet stuit, neemt Hij duidelijk afstand van deze houding. Jezus roept niet om vuur van de hemel. Nee, Jezus buigt zich, nog dieper dan deze legeroverste. Om ons te sparen spaarde Hij zichzelf niet. Het vuur van de hemel ving Hij zelf op! Heer, wij danken U!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 8 september 2013, 15:17
|
|
|
Zondag 8 september, 2 Koningen 2: 1-18; Raap de mantel op.
Vandaag voor de laatste keer de profeet Elia. Zijn dienst loopt nu af. Daar wil hij liever nergens over praten. Zelfs niet met Elisa, zijn tot nu toe wel heel zwijgzame en stille dienaar. Heeft Elia niet veel vertrouwen in EIisa? Die indruk krijgt je een beetje. Elisa is ook een heel ander type dan Elia. Op Elisa’s oprechte vraag: ‘Laat mij dubbel in uw geest delen’, zegt Elia alleen maar: ‘Je hebt wel iets heel moeilijks gevraagd.’ En ‘that’s it! En dan ineens: een vurige hemelwagen voert Elia in de glorie van God! Zijn dienst zit erop, God haalt hem thuis. Elisa kijkt hem na. ‘Vader, vader! Strijdwagen en ruiterij van Israël!’ zo roept hij. Zo huilt hij min of meer. Maar gelukkig blijft het daar niet bij. Nee, aan zijn voeten ziet hij Elia’s mantel liggen. En die mantel raapt hij op. Het teken van Elia’s profetische verkondiging. Met die mantel slaat ook Elia het water van de Jordaan. En kijk, God effent ook voor hem de weg. Dat mag ons bemoedigen als we soms denken: de vaderen zijn niet meer! Kijk niet zo vaak achterom! Raap liever de mantel op die aan je voeten ligt. En waag het met het Woord van God ook aan de oevers van onze tijd.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 9 september 2013, 20:58
|
|
|
Maandag 9 september, Romeinen 12: 1-8; Verschillend.
Van de profeet Elia stappen we vandaag over op de apostel Paules en vervolgen de brief aan de christenen in Rome. Aan het eind hiervan schrijft hij heel praktisch over het werk van de Geest in de gemeente van Christus. Een belangrijk feit is altijd weer dat christenen zo verschillend kunnen zijn. Dat komt niet alleen door karakter, achtergrond en leeftijd. Het komt ook door de Geest van Christus die een Uitdeler is van verschillende gaven. In principe aan alle leden van de gemeente, dus niet alleen aan de mensen die in de kerkenraad zitten. Voor deze gaven van de Geest is er op dit moment in onze kerken overal veel aandacht. Vooral voor de bijzondere gaven, zoals die van genezing, profetie en het spreken in geestelijke klanktaal, zoals aanwezig in de gemeente van Korinte (vergelijk 1 Kor. 12-14). Maar blijkbaar hoef je niet altijd aan die bijzondere gaven te denken. Paules noemt hier juist een hele rij gaven op die nauwelijks speciaal lijken, maar vooral het karakter hebben van een belangloze dienst. Van leidingengeven, organiseren, voedselbank en dat soort dingen. Hier mag iedereen meedoen die Christus lief heeft gekregen. Want de gaven mogen verschillend zijn, ze zijn wel allemaal bedoeld om anderen te dienen en te zegenen. Niet om zelf mee te gloriëren en op te vallen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 10 september 2013, 20:41
|
|
|
Dinsdag 10 september, Romeinen 12: 9-21; Liefde voor alles.
De gaven van de Geest moet je niet verwarren met de vrucht van de Geest. Gaven hebben altijd te maken met ambten en functies, met taken en klussen. Daar heb je vaak bijzondere gaven voor nodig. Vraag er God vrijmoedig en gericht om. Met de vrucht van de Geest bedoelt Paules de nieuwe levenshouding die opbloeit uit het geloof in Jezus Christus en die jou vervult en onwillekeurig een ander mens van je maakt. De eerste vrucht van de Geest is liefde. Daarna volgen vreugde, vrede, geduld en nog veel meer mooie liefdevolle eigenschappen (Gal. 5:22). Volgens Paules heeft met heel veel te maken. Vooral betekent het veel voor je omgang met mensen. In de gemeente, je familie, vrienden en eigenlijk overal. In de wijze van je opstellen, luisteren naar anderen, geduld hebben, zelfbeheersing of vreugde licht de liefde van God op. Zulke mensen kunnen veel aan en haast iedereen knapt aan hen op. Ze delen in je vreugden, maar huilen ook met je als je verdriet hebt. En bidden met je. En nog iets: je huis openzetten, gastvrij zijn. Dat ook. Veel mensen vonden Christus via mensen die zichtbaar Gods liefde uitstralen en voordeden. Vraag God vooral zo’n mens te mogen zijn vandaag. De benodigde gaven zullen vanzelf volgen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 11 september 2013, 20:42
|
|
|
Woensdag 11 september, Romeinen 13: 1-7; Twin Towers.
11 september is de datum die ons nog heel lang zal herinneren aan de aanslagen op de Twin Towers in New York in 2001. Het beeld van de vliegtuigen die de hoge vliegtuigen in Manhatten in vlogen, zit diep op ons netvlies. Voor velen voelde dit moment als een aanslag op onze vrijheid en op een overheid die garant staat voor mensenrechten voor iedereen. Volgens Paules moet je het belang van een overheid niet onderschatten. Alle gezag komt van God, zegt hij zelfs. Christenen gaan dus niet alleen naar de kerk om God te dienen, maar dienen God ook alle dagen als oplettende burgers in de samenleving. Zelfs het betalen van belasting hoort daarbij. Belastingambtenaren zijn eigenlijk dienaren Gods, zegt Paules. Voor ons gevoel gaat dat misschien wel ineens erg ver. Belasting betalen oké, maar is dat een dienen van God? Ja, zegt Paules vandaag. De overheid is een orgaan van bijstand, ingesteld door God. Als volgelingen van Christus beseffen we het belang daarvan en weten we ons verplicht. Altijd kritisch maar wel loyaal. Anders wordt het een chaos in de samenleving en durft niemand meer naar zijn werk te gaan. Daarom danken en bidden we vandaag bijzonder voor de samenleving waar God ons roept. Ja, ook door op tijd onze belasting te betalen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 12 september 2013, 20:46
|
|
|
Donderdag 12 september, Romeinen 13: 8-14; Het schiet al op.
Paules is een mens die het licht tegemoet leeft een het donker achter zich laat. Zo beleeft hij de tijd die voorafgaat aan Christus’ terugkomst op de wolken van de hemel. Als iemand die heel de nacht wakker gelegen heeft, maar die nu het beginnende licht van de nieuwe dag ziet gloren. Eindelijk! Nog even. De nacht is bijna voorbij, zegt hij, het wordt al licht. Dat is best opvallend. Want zelf hebben we nogal eens de gedachte dat het juist steeds donkerder wordt in onze wereld naarmate de tijd voortgaat. En leert ook het bijbelboek Openbaring niet dat het gaandeweg steeds donkerder en angstiger zal worden richting de grote verdrukking aan het eind van de tijd? Dat klopt! Maar dan gaat het om de oude wereld die Paules als één lange nacht beleeft. Maar nu is die inmiddels ver gevorderd. Reden om alle mogelijke slapers wakker te schudden, zodat zij opstaan en op de klok kijken, en zich afvragen: hoe laat is het precies? Het schiet al op, zegt Paules. Alle reden om nu ook onmiddellijk te stoppen met elke kwade praktijk en je te wapenen met veel licht van God en van Christus. Nog even. Houd dapper vol.
God lijkt wel diep verborgen in onze duisternis maar schenkt ons toch een morgen die vol van luister is.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 13 september 2013, 23:04
|
|
|
Vrijdag 13 september, Romeinen 14; Niet minachten, maar dienen.
Paules drukt zich hier heel kras uit. Alsof je door de keuze van je menu je broeder of zuster in het verderf zou kunnen storten. Waar slaat dat nu weer op? zeg je misschien. Eten is toch gewoon een kwestie van smaak? Maar zo simpel is het niet! In Rome meenden sommige christenen dat je geen vlees mocht eten, alleen groeten, zie Genesis 1 het slot. Maar anderen zeiden: Dat gebod is door Christus opgeheven. En met een zekere minachting keken zij neer op broeders en zusters die geen vlees durfden eten. Wat een stakkers, zeiden ze, terwijl ze hun biefstuk aansneden of nog eens een mooie karbonade op de barbecue legden. Paules zegt: Stop daarmee! Zijn jullie door Christus vrij van de wet? Prima, maar dan toch om in liefde elkaar te dienen. En te dragen. En niet om de ander te minachten of met je biefstuk te ergeren, zodat die op zijn beurt jou weer veroordeelt! In zo’n sfeer verliezen mensen soms letterlijk hun geloof. Is het behoud van je broeder je zo weinig waard? Jezus gaf zijn leven voor hem en voor ons! Wie dat bedenkt, kan zo nodig ook zonder biefstuk en zonder nog heel veel meer. Maar nooit kun je zonder je broeder, om wie Christus zijn leven gaf.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 14 september 2013, 21:40
|
|
|
Zaterdag 14 September, Romeinen 15: 1-13; Aanvaarden, niet afserveren.
In Rome was het niet allemaal koekoek één zang. Sommigen waren tot geloof gekomen door een preek van Petrus, anderen hoorden liever Paules en weer anderen waren volgelingen van Jakobus: vroom en radicaal! En wie uit Korinte afkomstig was, had vast iets charismatisch over zich. Maar wat vooral veel uitmaakte, was dat sommigen waren opgegroeid met Mozes! Dat gaf hun onwillekeurig iets krampachtigs. Terwijl veel anderen heel hun leven in een heidense tempel hun knieën gebogen hadden. Die gingen nu vaak vrolijk en wel erg onbekommerd hun weg! Of die broeders en zusters elkaar altijd goed aanvoelden? Als je zo verschillend bent, kan dat ook bijna niet! Dat is ook onze ervaring. We zijn soms zo verschillend qua traditie en geloofsbeleving, dat we de neiging hebben anderen af te serveren. Kunnen we niet elders gaan kerken? We maken maar ruzie, dat is niet tot eer van God. Nee, dat klopt! Maar Paules zegt: Aanvaard elkaar, zoals Christus ons aanvaard heeft! Ons allemaal. Met al ons lek en gebrek. En als Christus het net ons uithoudt en daarin doorgaat met ons – God geve ons dat wij het ook doen en uit één mond de Vader prijzen! Uit één mond: dat is tot eer van God!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 15 september 2013, 15:08
|
|
|
Zondag 15 september, Romeinen 15: 14-33; Genieten in de branding van de tijd.
Paules begint zijn brief al een beetje af te sluiten. Hij excuseert zich min of meer als hij zich hier en daar wat al te vrijmoedig heeft uitgedrukt. Maar dan volgt meteen zijn reisplan. Eerst wil hij nog even naar Jeruzalem en daarna nota bene naar Spanje. Zijn plan is om via Rome te reizen, zodat er dan eindelijk een gelegenheid is de broeders en zusters in Rome te bezoeken. Je merkt hoe hij zich op die reis verheugt, veel meer dan op zijn reis naar Jeruzalem vraagt hij voorbede – hij rekent daar namelijk met een hoop gemor – maar in Rome verwacht hij zelf ook te kunnen genieten. Dat is opvallend. Valt er in een kleine gemeente in een grote stad dan nog wat te genieten? Moet je daarvoor niet in de provincie zijn of in Jeruzalem? Maar Paules is liever in Rome. In de branding van de tijd, de politiek en de cultuur! Daar de naam van Christus aanroepen en verkondigen. Paules geniet al bij voorbaat van zijn verblijf in deze gemeente. Daar verwacht hij voor zichzelf heel veel van. Aan inspiratie en motivatie. Daarom: Rome, wij komen! Wat is die Paules toch een inspirerend apostel!
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 16 september 2013, 20:27
|
|
|
Maandag 16 september, Romeinen 16: 1-16; Stuur Febe maar.
De eerste naam die Paules noemt op het laatste blaadje van zijn brief is die van een vrouw. Dat zal zeker de vrouwen in de gemeente van Rome goed gedaan hebben. Zo’n vijftien keer heeft Paules naar de gewoonte van zijn tijd al schrijvend de broeders aangesproken. De NBV vertaalt alle keren overigens heel sympathiek met ‘broeders en zusters’. Maar als hij aan het eind namen gaat noemen en mensen gaat groeten, dan vallen ook nadrukkelijk de namen van vrouwen. En van de moeder van Rufus zegt hij zelfs dat zij ook voor hem zoiets als een moeder geweest is. Had Paules zelf geen moeder, dat hij zich dat hier laat ontvallen? De eerste naam is die van Febe. Zij is de bezorgster van de brief. Zij moet een flinke vrouw geweest zijn, dat Paules haar dit opdraagt. Even denk je: waren er dan geen mannen bereid of beschikbaar? Toen zal Paules gezegd hebben: Stuur Febe maar, die kan dat wel zo goed! Een vrouw die volgens hem al veel christenen heeft bijgestaan! Nu, zij brengt de brief over Paules vraagt extra indringend haar respectvol te ontvangen en bij te staan. Blijkbaar is dat niet voor iedereen vanzelfsprekend. Intussen een heel bemoedigende tekst voor elke vrouw die het evangelie verder wil brengen. Als het moet naar een stad als Rome.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 17 september 2013, 20:56
|
|
|
Dinsdag 17 september, Romeinen 16: 17-27; De stad is een plek van God.
Vandaag lezen we de brief uit. Paules noteert groeten van zijn naaste medewerkers en ook maakt hij nog snel een paar waarschuwende opmerkingen. Want om in een stad als Rome christen te zijn, moet je niet onderschatten. Hoeveel moois je in een grote stad ook allemaal ziet, je staat wel elke dag bloot aan veel verleidingen, onverschilligheid, hardheid en egoïsme. En religieus is het een ontstellende doolhof. Een plek waar voor Satan eindeloos veel mogelijkheden liggen. Die is er dan ook heel actief. Als gemeente van Christus kun je je behoorlijk klein en kwetsbaar voelen. Blijkbaar flitst dit nog even door Paules’ hoofd, aan het eind van zijn brief. Want ineens schrijft hij: ‘De God van de vrede zal Satan nu spoedig vertrappen en aan u onderwerpen.’ Dus: wees voor Satan niet bang! De stad is veel meer dan een plek van God. Een plek waar God zijn vrede afkondigt en mensen roept uit de duisternis tot zijn wonderbaar licht. Reken met zijn macht en zwak, zet je voeten stevig neer. Zeg: Jezus Christus is Koning! En maak je over Satan geen zorgen. Nu, de groeten! Gauw tot ziens in Rome. Veel liefs. Paules.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: woensdag 18 september 2013, 20:37
|
|
|
Woensdag 18 september, Jesaja 1: 1-3; Bij de beesten af.
Van Paules weer terug naar het Oude Testament. We gaan lezen in de profetie van Jesaja. Korte stukjes om goed te begrijpen. Jesaja was een heftig een snel geëmotioneerd mens. Hij leefde in Jeruzalem. Bijna veertig jaar lang vervulde hij de rol van profeet van God. Hij zag van dichtbij hoe de samenleving steeds verder losraakte van God. Met alle gevolgen van dien. Was er in zijn eerste jaren nog betrekkelijke voorspoed, gaandeweg sloeg de ellende overal toe. In de vorm van plunderingen, misoogsten, economische en politieke crises. In dit snel aflopende getij moest Jesaja de stem van God zijn. Hij wond er geen doekjes om. Het is bij de beesten af, zegt hij meteen in dit stukje. Nee, het is erger. Want een rund herkent de plek waar iemand zorg om hem heeft. Maar zelfs deze eenvoudige aanhankelijkheid en trouw die dieren eigen zijn, mist Israël ten enemale. Zij missen elk inzicht, ze horen niets en letten nergens op. als kinderen die hun opvoeding van zich af gooien en een eigen spoor kiezen. Volwassen, mondig, zelfredzaam en wat niet al. Maar even later gaan ze keihard op hun gezicht. Een rund kan niet zonder meester en een volk niet zonder herder. En zonder God redt helemaal niemand het.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: donderdag 19 september 2013, 20:44
|
|
|
Donderdag 19 september, Jesaja 1: 4-9; God geeft niet op.
Van sommige landen in Afrika kun je zo treurig worden. In reportages zie je verwoeste dorpen en steden, mensen die er slecht uitzien en nauwelijks te eten hebben, vreemde soldaten die moordend en verkrachtend rondgaan. Ziet het er ook zo uit op het platteland van Judea? De profeet tekent enkele heel trieste beelden. En steeds vraagt hij zich af: wat moet er nog meer gebeuren, dat het volk zich omkeren tot God? Of voelt men zich in Jeruzalem nog steeds veilig? Maar dan maken ze een grote vergissing. Sion of Jeruzalem is niet meer geworden dan een schuilhutje in een komkommerveld. Bij een flinke regenbui of een beetje storm gaat het zo tegen de vlakte. Vreemd hoe blind mensen hun werkelijke situatie soms inschatten. En volgens een woord van Jezus als dwaze hun leven bouwen op zand. Jesaja houdt zijn hart vast. Het stormt kennelijk al zo hard dat hij zich afvraagt of er nog wel iemand zal overleven. Maar dan denkt hij aan God en aan de trouw van God. God weet niet van opgeven. Een laatste rest als hoopvol teken van zijn trouw tegen alle ontrouw in.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: vrijdag 20 september 2013, 05:50
|
|
|
Vrijdag 20 september, Jesaja 1: 10-17; Zogenaamd bidden.
Jezus heeft ons geleerd: ‘Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opgedaan worden.’ Maar er zijn kennelijk momenten denkbaar dat je beter met bidden kunt stoppen, omdat de Here God zelf al zegt dat Hij niet naar je luistert. In heel krasse bewoordingen hoor je hier hoe Hij afstand neemt van offers, gebeden, opheffing van handen en andere spirituele activiteiten. Dat kan dus blijkbaar. Dat er in een tempel of in de kerk nog complete liturgieën worden afgewerkt, maar dat God zelf allang vertrokken is. En waarom? Omdat de vroomheid die de profeet hekelt, boordevol schijnheiligheid zit, het is goedkoop geprevel en geneuzel. Er zit geen hart achter achter dat naar Gods wil luistert en naar zijn wil leeft. ‘Ik kan die opgeheven handen niet meer zien’, zegt God. Ga ze wassen en zuiveren. En laat ze eens heel hard wapperen om recht te doen en om armen, wezen en weduwen bij te staan en bescherming te bieden. Dat is heel confronterend. Stop met zogenaamd bidden! Leer goed doen en ga goed doen. Thuis, in je gezin, in je familie, op je school. En ben je zo bezig, bid dan vrijmoedig en je zal gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en je zal opgedaan worden.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zaterdag 21 september 2013, 21:33
|
|
|
Zaterdag 21 september, Jesaja 1: 18-20; Rood wordt wit.
Sommige zonden spelen zich in het verborgene af. Niemand die het weet of ziet, maar zelf weet je niet beter. Omgekeerd zijn er zonden zo rood dat ze een blinde nog opvallen. Aan zulke zonden denkt de profeet kennelijk. Al waren je zonden rood als scharlaken! Rood heeft in de Bijbel haast altijd met de kleur van bloed te maken. Want zonden zijn bloedgevaarlijk, daarbij zet je je leven (je bloed) op het spel. Als God naar Israël kijkt, dan is haast alles rood wat Hij ziet. En je houdt je hart vast als God hen uitnodigt om door Hem getoetst te worden. Maar het loopt heel anders. God verandert het rood in wit. Wit als verse sneeuw. Wie zich tot Hem went met het rood op z’n gezicht, van schaamte en berouw vanwege fatale misstappen, stinkende zonden en hardnekkige ongehoorzaamheid – wat onmogelijk is bij mensen, is mogelijk bij God. Hij verandert het rood in wit. Verzoenend en zuiverend. ‘Ze hebben hun kleren wit gewassen in het bloed van het lam’, zegt een stem in de hemel tegen de apostel Johannes (Openb. 7:14). En wie zich dan nog iets aan ons ziet – God ziet niets meer aan ons. In zijn oog zijn we wit als sneeuw. Wat geeft dat een bevrijd en opgelucht gevoel.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: zondag 22 september 2013, 13:55
|
|
|
Zondag 22 september, Jesaja 1: 21-26; Hoer of bruid.
Dit is een heel negatief beeld van de stad. De profeet vergelijkt de stadsamenleving van Jeruzalem met een prostituee. Dat is een vrouw die zichzelf aanbiedt voor geld. Zo gaat het toe in Jeruzalem. Alles draait om geld. Recht en trouw zijn ver te zoeken. De leiders van het volk zijn schurken, rechters hopeloos corrupt, armen hebben geen bescherming, vluchtelingen zijn er niet meer veilig. Dat is in Davids tijd heel anders geweest. Toen stonden daar de zetels van het recht, naar Psalm 122. Toen was het er goed wonen en leven, ook voor vreemdelingen. Toen vormde de stad een belofte, een teken van de heilrijke toekomst van God en zijn Messiaanse Koning. Dat is nu heel anders. Maar de profeet schouwt in de verte. God zal zich met de stad bemoeien, zegt hij. God zal haar eerst grondig zuiveren van al die graaizucht. Pas daarna kan ze weer bloeien. Als teken van het nieuwe Jeruzalem dat eens zal afdalen uit de hemel van God (Openb. 21: 2). Geen hoer, maar een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man. Dat is een hoopvolle belofte voor wie woont in de stad. God geeft de stad niet op, maar laat haar opbloeien. Niet door graaien en geld verdienen, maar door het stichten van liefde, rechtvaardigheid en trouw.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: maandag 23 september 2013, 20:59
|
|
|
Maandag 23 september, Jesaja 1: 27-31; Gered door recht.
God laat zich met Jeruzalem bemoeien, maar daar zal niet iedereen blij mee zijn. In Jeruzalem woonden in die tijd veel mensen die grof geld verdienden aan arme boeren in de regio’s buiten de stad. Jeruzalem was in Jesaja’s tijd een echte geldstad geworden met alle praktijken die daarbij horen, zoals woeker, corruptie, eigenbelang, decadentie en vaag religieus geloof. Allemaal mensen die geen enkel belang hadden bij een ingrijpen van God. Dat zou geen enkel belang hadden bij een ingrijpen van God. Dat zou voor hen alleen maar gericht kunnen betekenen. Ook over hun puur heidense geloof. Die vond vaak plaats in mooi aangelegde tuinen en parken met daarin oude heilige terebinten, symbolen van groei en van kracht. Zo wilde ze zelf ook graag worden. Groeien als een boom de lucht in! Maar als je dat wilt, moet je geplant zijn aan het levenswater van God en zijn woorden. Niet in een tuin, aangelegd door jezelf en voor jezelf. Daar verwelkt op een bepaald moment elk blad in het oordeel dat God erover laat gaan. Heel anders zal het de mensen vergaan die op zijn gericht hun hoop gezet hebben. Armen of rijken die ondanks alles rechtvaardig bleven in heel hun doen en laten. De profeet noemt hen Sion, een soort koosnaam voor Jeruzalem. God zal hun genadig recht doen.
|
|
Naar boven |
|
|
Auteur |
Bericht |
|
MARIO216
|
Berichten: 4992
|
Geplaatst: dinsdag 24 september 2013, 20:10
|
|
|
Dinsdag 24 september, Jesaja 2: 1-5; Er komt een dag.
Dit is een heel ontroerend visioen. Haast alle dagen zien we in onze wereld gruwelijke oorlogshandelingen, conflicten, vluchtelingenkampen, bomaanslagen. Waarom slaan mensen hun handen niet ineen? Tot één grote wereldwijde actie voor vrede? Ook Jesaja kent al dit soort vreselijke beelden. Hij beseft heel diep dat alleen een hand van Boven zo’n wereldwijde actie zou kunnen bewerken. En dan ziet hij het ook in een visioen dat God hem laat zien. ‘Eens zal de dag komen’, zegt Jesaja. Dan zullen alle volken en de machtige naties optrekken naar de berg van de Heer, naar Jeruzalem. En elkaar opwekken te luisteren naar het onderwijs van de God van Jakob. En dan, ‘eens op de dag’…. zal men de wapens opruimen, de wapens opruimen, de zwaarden tot ploegijzers smeden. En geen mens zal meer weten wat oorlog is. Dat kun je je niet voorstellen. Nooit meer en nergens meer oorlog? Oorlog staat altijd voor onmenselijkheid, angst, moord, verkrachting. En geen mens zal meer weten wat oorlog is? Eens zal de dag komen, zegt Jesaja. God zelf liet het me zien. Daarom: huis van Jakob, leef in het licht van de Heer! Laten wij dat ook doen. Hij is onze hoop!
|
|
Naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|