ChristianMatch
 


Forum

Dagelijkse bemoediging.
Ga naar pagina Vorige 1 ... 28 29 30 31 32 33 34 ... 57 Volgende
ChristianMatch forum index » Christelijk leven
Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 25 augustus 2012, 14:28
 
Zaterdag 25 augustus, Psalm 103: 1-5; Gedenk zijn goedheid.

Een mens moet in dit leven z’n boel een beetje bij elkaar houden. Vroeger had ik een grote knijper, die me daarbij hielp. Don’t forget, stond erop. Niet vergeten! Daar klemde je dan brieven en andere, belangrijke documenten tussen. Dingen om te bewaren. Don’t forget. Dat is thema van psalm 103. Mijn vader las die psalm zodra er iemand in het gezin jarig was. En nu doe ik het. Vergeet niet één van zijn weldaden. En dan komt me daar een opsomming, zo breed, zo wijd, zo hoog en diep – één lange lijst van dingen die je nooit vergeten mag. Vergeving gaat voorop. Dat God je schuld vergeeft – zul je eraan denken? Dat Hij je kwalen geneest. Heerlijk toch? Of klopt dat niet? Ben je ziek en blijf je ziek? Dat Hij je redt van het graf, is dat dan geen wonder? Of heb je nog maar kort te leven, terwijl je nog zo jong bent? Dat Hij je kroont met liefde, dat ligt in zo’n geval ook al niet voor de hand. Dat Hij je overlaadt met schoonheid en geluk, dat mag dan zelfs wel een pijnlijke opmerking heten. En dat je jeugd zich vernieuwt als een adelaar – dat is dan al helemaal een lachertje! Wat koop ik eigenlijk voor deze psalm? Met zo’n God ben ik noch niet jarig…
Twee dingen. Voor wie van het randje van de dood wordt weggesleurd en na een periode van ernstige ziekte weer opkrabbelen mag, is deze psalm een loflied. Vanuit dat gezichtspunt is deze psalm geschreven. En in de tweede plaats: als het anders loopt, ben ik tóch jarig, gaan de vlaggen niet alleen halfstok maar ook voluit. Waarom? Omdat er ooit Eén was die zelfs gered werd uit het graf, gekroond met trouw en liefde, overladen met schoonheid en geluk én mocht meemaken dat zijn jeugd – Hij was goed 30 – zich vernieuwde als een adelaar.

Zegen, mijn ziel de grote naam des Heren,
laat al wat binnen in mij is Hem eren,
vergeet niet hoe zijn liefd’ u heeft geleid,
gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,
die u geneest, die uit het graf uw leven
verlost en kroont met goedertierenheid.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
ROELANDE345





Berichten: 2533

BerichtGeplaatst: zaterdag 25 augustus 2012, 14:48
 
MARIO216 schreef:
Zaterdag 25 augustus, Psalm 103: 1-5; Gedenk zijn goedheid.

Een mens moet in dit leven z’n boel een beetje bij elkaar houden. Vroeger had ik een grote knijper, die me daarbij hielp. Don’t forget, stond erop. Niet vergeten! Daar klemde je dan brieven en andere, belangrijke documenten tussen. Dingen om te bewaren. Don’t forget. Dat is thema van psalm 103. Mijn vader las die psalm zodra er iemand in het gezin jarig was. En nu doe ik het. Vergeet niet één van zijn weldaden. En dan komt me daar een opsomming, zo breed, zo wijd, zo hoog en diep – één lange lijst van dingen die je nooit vergeten mag. Vergeving gaat voorop. Dat God je schuld vergeeft – zul je eraan denken? Dat Hij je kwalen geneest. Heerlijk toch? Of klopt dat niet? Ben je ziek en blijf je ziek? Dat Hij je redt van het graf, is dat dan geen wonder? Of heb je nog maar kort te leven, terwijl je nog zo jong bent? Dat Hij je kroont met liefde, dat ligt in zo’n geval ook al niet voor de hand. Dat Hij je overlaadt met schoonheid en geluk, dat mag dan zelfs wel een pijnlijke opmerking heten. En dat je jeugd zich vernieuwt als een adelaar – dat is dan al helemaal een lachertje! Wat koop ik eigenlijk voor deze psalm? Met zo’n God ben ik noch niet jarig…
Twee dingen. Voor wie van het randje van de dood wordt weggesleurd en na een periode van ernstige ziekte weer opkrabbelen mag, is deze psalm een loflied. Vanuit dat gezichtspunt is deze psalm geschreven. En in de tweede plaats: als het anders loopt, ben ik tóch jarig, gaan de vlaggen niet alleen halfstok maar ook voluit. Waarom? Omdat er ooit Eén was die zelfs gered werd uit het graf, gekroond met trouw en liefde, overladen met schoonheid en geluk én mocht meemaken dat zijn jeugd – Hij was goed 30 – zich vernieuwde als een adelaar.

Zegen, mijn ziel de grote naam des Heren,
laat al wat binnen in mij is Hem eren,
vergeet niet hoe zijn liefd’ u heeft geleid,
gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,
die u geneest, die uit het graf uw leven
verlost en kroont met goedertierenheid.

Heel mooi Mario, vind het geweldig dat je hier elke keer weer zo'n stukje neerzet
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 26 augustus 2012, 15:48
 
Zondag 26 augustus, Psalm 103: 6-12; Zo hoog en wijd.

Dat was toen, in de tijd van de psalmdichter, nog wel te belopen. Je deed er een flink aantal dagen over, dat wel. Misschien wel een paar maanden. Maar het kon. Je begon bij de plek waar de zon elke morgen wakker werd. Het oosten, zeggen wij dan plechtig. En je sliep naar de horizon waarachter de zon aan het eind van de dag weer ging slapen. Het westen, kortaf. En die afstand stond dan symbool voor de mate waarin de Eeuwige onze zonden van ons verwijdert. Een heel eind! Reken maar dat wie deze psalm las toen de inkt ervan nog niet droog was, door deze gedachte zeer werd bemoedigd en vertroost.
Maar nu wij, eigentijdse mensen, anno vandaag. Wij weten wel beter! Althans, dat denken wij. Wij weten alleen iets méér. Wij weten dat de zon eigenlijk helemaal niet opkomt en een tijdje later weer ondergaat. Wij weten dat de áárde draait en na een dag voor een deel uit het zicht van de zon verdwijnt. Wij weten dat het oosten niet een stuk of wat kilometers van het westen verwijderd is, maar dat het oosten altijd eindeloos ver van het westen verwijderd zal blijven. Die twee bereiken elkaar nooit: de plaats waar de zon opgaat en de plek waar de zon ondergaat. Zóver heeft God van ons de zonden weggedaan! Royaler kan het niet. Guller kan God niet worden. Wat een weteschap, wat een exacte wetenschap: nooit, nooit komt er een einde aan Gods vergevingsgezindheid! Hoe dol- en doorgedraaid jij ook bent, zonde op zonde hopend, schuld op schuld, nalatigheid, altijd weer zal God nog verder doordraaien in zijn alles en altijd vergevende genegenheid. Het is eigenlijk te veel van het goede. Het is niet te geloven. En toch geloof ik het. Omdat de psalm het zegt.

Zo hoog en wijd de hemel staat gerezen
boven de aarde, is voor wie Hem vrezen
zijn liefde en zijn goedertierenheid.
Zo ver verwijderd ’t westen is van ’t oosten,
zo ver doet Hij van hen die Hij wil troosten
de zonden weg, ja Hij heeft ons bevrijd.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 27 augustus 2012, 21:33
 
Maandag 27 augustus, Psalm 103: 13-18; Zoals een vader.

Nee, stil maar, ik weet het wel: er zijn vaders die helemaal niet zo liefdevol zijn. Er zijn er die hun kinderen slaan. Er zijn er die hun kinderen verkrachten. Er zijn er die hun kinderen doodzwijgen en constant negeren. Er zijn van die vaders die je aan de hoogste boom zou willen ophangen, die je…
Over zulke vaders gaat de psalm niet. De psalm gaat uit van een situatie die je Goddank als normaal mag beschouwen: een vader die houdt van zijn kind. Dat betekent echt niet dat elke vader altijd maar alles mooi en goed vindt – geen sprake van. Liefde kan kritisch zijn. Liefde kan corrigerend zijn. Liefde kan een heleboel zijn waarop je als kind niet direct zit te wachten. Maar dat neemt niet weg dat al die minder gewenste vormen liefde wis en waarachtig alles met liefde te maken hebben. Liefde is niet zoet. Liefde doet goed – en dat is iets anders.
Nu zegt de psalm van vandaag dat God is als een vader die zijn kinderen liefheeft. Hij vergeeft. Hij vergeeft niet dat wij maar mensen zijn, bloemetjes in de tuin – zo bloeien ze, zo zijn ze uitgebloeid, verlept, verdwenen. Je weet na een week of wat niet eens meer waar ze gestaan hebben. De Eeuwige is anders! Van generatie tot generatie is Hij trouw aan wie van Hem houden. Hij is als een vader, die zijn kinderen misschien niet lam- of doodslaat. Hij is als een vader die zijn kinderen niet verkracht, maar ruimte geeft, vrijheid om zelf te zoeken naar wat ziel en zinnen als goed ervaren in dit bestaan onder de zon. Zó is God. En niet anders.

Zoals een vader liefdevol zijn armen
slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen
God onze Vader, want wij zijn van Hem.
Hij weet, dat wij, uit stof aan ’t licht gekomen,
slecht leven op de adem van zijn stem.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 28 augustus 2012, 21:15
 
Dinsdag 28 augustus, 103: 19-22; Lof zij de Heer.

De psalm eindigt zoals de psalm begint: ‘Prijst de Heer, mijn ziel.’ Dat is dus heel persoonlijk. De dichter moedigt zichzelf aan de Eeuwige te loven, vanwege alles wat Hij deed en doet. Toch is er een verschil tussen begin en eind van de psalm. Het slot van de psalm is breder, ziet wijder. Het slot van de psalm heeft de hele kosmos op het oog. ‘Prijs de Heer, hemelse machten!’ Hier worden ook de engelen opgeroepen mee te zingen in het grote koor van hen die de Allerhoogste prijzen. ‘Prijs de Heer, al zijn schepselen.’ Breder, hoger en dieper kan het niet. Hemel en aarde worden opgeroepen deelnemers te zijn in die grootste lofzang die de Eeuwige verhogen moet. ‘Prijs hem, overal in zijn rijk.’ Maar uiteindelijk eindigt het dan ook toch weer dat heel persoonlijk waarmee de psalm ook begon: ‘Prijs de Heer, mijn ziel.’
Dit alles heeft mij wel wat te zeggen. Laat ik tot één ding beperken. Ik proef erin dat ik mij nooit achter dat kosmische, dat alles en iedereen omspannende mag verschuilen. Het gaat niet aan alles en iedereen op te roepen God te loven, terwijl wij zelf in dat eerbewijs achterblijven. Daar hebben we soms wel een handje van. Wat vinden dat het geloof in de Eeuwige steeds minder present wordt om ons heen. We vinden dat een opgroeiende generatie zich nauwelijks nog iets aantrekt van de dienst van God. We roepen de hele wereld op trouw en te zijn in de dingen van Christus en zijn rijk – maar dat doen wij zelf? Is mijn eigen ziel nog wel lof van de lofzang? Verbeter de wereld , maar zing eerst nog eens een loflied in je eigen ziel! Je wordt er niet slechter van. Je wordt er béter van: een héél mens.

Laat heel het machtig koninkrijk des Heren
zijn grote naam, grote daden eren.
Komt allen tot de lof des Heren saam.
Lof zij de Heer in hemel en op aarde,
die zijn volk zijn liefde openbaarde,
en zegen gij, mijn ziel, zijn grote naam
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 29 augustus 2012, 21:05
 
Woensdag 29 augustus 2012; Psalm 104: 1-4; Op vleugels van de wind.

Prachtige beelden! Ogenblikkelijk moet ik denken aan dat schitterende lied ‘God laat zijn ongekende gang vol donkre majesteit, die in de zee zijn voetstap plant en op de wolken rijdt.’ God die wandelt op de vleugels van de wind en op de wolken rijdt… Maar wat is dat voor een God? Is dat niet een soort Sinterklaas die op zijn schimmel over de daken vliegt? Wat moet ik met die stokoude beelden? Passen die nog wel in onze moderne tijd, waarin wij zó niet meer over God wensen te denken? Is dit geen taal die rijp is voor de schroothoop?
Ik zou deze eeuwenoude beelden nog maar niet in de prullenbak stoppen. Ik neem ze als modern mens anno nu gewoon weer op de lippen. Mij is geen indringender taal bekend waarmee wij zouden kunnen omschrijven hoe majesteitijker de Schepper is. Dat God de wolken niet als automobiel gebruikt, begrijp ik heus wel. Maar dat de grote dingen waarover wij ons verbazen, als speelgoed in zijn handen zijn, dat blijft een wonder, waarover je gerust in aloude, óeroude beelden zingen kunt. Zo blijven, wij geloven dat de Schepper van ons leven niet door de eerste de beste storm wordt weggevaagd. Integendeel – Hijzelf heeft de wind en de wolken onder zijn voeten.

Mijn ziel, verheerlijk God om zijne macht.
Bekleed is Hij met majesteit en pracht,
het licht heeft Hij als mantel omgeslagen,
Hij maakt de wolken tot zijn zegewagen.
Hij die de hemel uitspant als een tent,
Hij bouwt zijn zalen in het firmament.
Op vleugels van de wind schrijdt Hij verheven,
storm zendt Hij uit, door vuur wordt Hij omgeven.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 30 augustus 2012, 21:52
 
Donderdag 30 augustus, Psalm 104: 5-13; Bronnen zenden beken.

Het grote dierenbos is er niets bij: beken en bergen, vogels en vissen, alles krioelt hier door en over elkaar heen. Het is één en al leven wat de klok slaat. Heel de psalm is één groot schilderij van Gods goede schepping, een paradijs in geuren en kleuren. Bronnen bevoorraden beekjes, fonteinen vullen rivieren, overal in het dal ontspringen nieuwe stroompjes. Watervallen storten zich handenklappend naar beneden – het is één groot feest van vreugde en levenslust. De dieren houden ene vergadering, ze komen van her en der, statig of springend, de woudezels deftig stappend op tapijten van zacht mos. En intussen zingt een cantorij van vogels, het flierefluiten is niet van de lucht! Het kwettert en schettert, het zingt allemaal tot eer van de Heer: liederen overal en zonder tal.
Uw bronnen zenden breken… En achter die bronnen? Daar houdt de oerbron zich schuil, de levensbron, die ongekende ader van al wat leeft. God, zeggen wij dan. Maar dat woord is maar een probeerseltje, een petieterig en pover experimentje het grote Geheim een naam te geven. God – wat zegt dat nou? Jahwe, dat lijkt tenminste een beetje op een naam, ook al spreekt geen Jood dat woord uit. De Naam! En wat voor een Naam! Ik ben die Ik ben. De Levende. De Eeuwige. De Bron van alle goed. Die bron is de bron van alle bronnen. En alle beken komen bij die Bron vandaan.

Uw bronnen zenden beken in het dal,
zij storten neer als steile waterval,
verbreden zich tot rustige rivieren.
Van alle kant verzaamlen zich de dieren.
Zij komen langzaam nader uit het bos,
woudezels stappen op het zachte mos
Het water tegemoet om er te drinken.
Vogels doen overal hun lied weerklinken.


Laatst aangepast door
MARIO216
op donderdag 30 augustus 2012, 21:53
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 31 augustus 2012, 22:22
 
Vrijdag 31 augustus, Psalm 104; 14-23; Rijpe halmen.

Brood op de plank! Aan wie hebben we dat te danken? Aan moedertje aarde? Aan onze eigen nijverheid? Aan Hém – zegt de psalm! De Schepper, de Eeuwige, die doet het kruid ontsproten. Ons brood komt uit Gods hand.
Nu is dat allemaal wis en waarachter waar, máár… er is er andere kant aan de medaille. Een menselijke kant. De psalm windt daar geen doekjes om. En dat is maar goed ook, want anders zou deze psalm niet sporen met de Thora. Daar staat het al in, op de allereerste bladzijde van de Bijbel: dat God de mens opdracht gaf de aarde te bebouwen en te bewaren. Geen wonder dus dat die gedachte in deze psalm weer bovenkomt. God doet het een en ander ontspruiten – jawel, maar ‘ter bewerking door de mens.’! Wij moeten er zelf nog brood van bakken. De boterhammen liggen niet kant en klaar, besmeerd en belegd zomaar weg te happen op het veld. Er dient te worden gezaaid. Er dient te worden gemaaid. Er moet worden geoogst er gedorst. En van al dat graan moet dan uiteindelijk nog brood gebakken worden.
Kortom: coöperatie is de boodschap. God en mens werken samen. De hemel geeft leven, de aarde plukt de vrucht ervan. Er is werk aan de winkel. Zo zit de schepping in elkaar. Ik, mens, heb een taak. Ik moet er wat van bakken!

Gij drenkt de bergen uit het hoge zwerk,
de vruchtbaarheid der aarde is uw werk.
De dieren grazen in de malse weiden,
de sikkel gaat de rijpe halmen snijden.
De wijn verheugt het hart, en voedzaam brood
geeft Gij genoeg voor aller mensen nood.
Zie op de Libanon Gods cederbomen,
zij staan verzadigd door zijn regenstromen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 1 september 2012, 21:49
 
Zaterdag 1 september, Psalm 104: 24-30; Aan banden.

De zee! Altijd mooi om naar te kijken; als je op vakantie bent, aan het strand: de bruisende branding, de golfslag, de schepen in de verte… Maar dezelfde zee heeft nog een ander gezicht, zeker in de beleving van de oosterse mens vanouds. De zee is ook de plaats waar de krokodil huist, de draak, het oermonster dat de schepping kan verdelgen: de Leviatan! Om bang van te worden… Zo niet de dichter van psalm 104. Hij heeft een eigen, wijze visie op de zee. Zijn visie op de zee is een visie boordevol vertrouwen. De dichter van de psalm ziet de zee niet alleen als een schoot die de schepen draagt, maar ook als een schoot die het speelgoed van de Allerhoogste bevat. De vissen, de zeepaardjes, de kwallen en de kabeljauwen, de haring en de schol – het zijn allemaal speeltjes in de vingertjes van de Eeuwige. Ja, ook de meest gevaarlijke van al die oceaanbewoners, zelfs de draak die Leviatan heet, dat oermonster – God heeft hem geschapen om ermee te spelen!
Dat is nogal wat: dat je geloven mag dat zelfs het grootste kwaad in de wereld maar speelgoed is in de handen van de Heer! Daar wil natuurlijk niet mee gezegd zijn dat God zelf het kwaad in het leven geroepen heeft omdat Hij zich anders maar zou vervelen. Stel je voor! Nee, daar wil alleen mee gezegd zijn dat onze grootste vijand goedbeschouwd maar een onnozel gevalletje is in Gods hand. Hij windt de hele wereld om zijn vingers. Hij speelt met wie spelen met vuur. Hij legt de beul aan banden.

O Heer, hoe groot moet dan uw wijsheid zijn,
Gij hebt het al gemaakt, van groot tot klein.
Vol is de aarde van uw wonderwerken.
Daar is de zee, hoe wijd stelt Gij haar perken.
Hoe wemelt zij van dieren zonder tal.
De schepen varen aan van overal.
En in de schoot der zee leggen uw handen
de leviathan spelende aan banden.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 2 september 2012, 09:32
 
Zondag 2 september, Psalm 104: 31-35; Alles in allen.

Daar loopt deze prachtige psalm op uit: op een stralend halleluja! Loof de Heer, mijn ziel! Maar voordat dat vreugdegeschal weerklinkt, eerst nog een profetie: de zondaren zullen van de aarde worden weggevaagd, en de bozen, totdat zij niet meer zijn. In elk geval is het een machtig persectief, reden volop om een stralend halleluja in te zetten. Stel je voor: geen boosheid meer op aarde, geen haat, geen geweld, geen terreur. Eindelijk en voor eeuwig: de aarde een paradijs. En God: alles en in allen. Heel de schepping van zijn heerlijkheid vol. Heel de kosmos doortrokken van zijn glorie.
Het is niet mijn bedoeling nu een theorie over de hel te ontwikkelen. Het is ook niet mijn bedoeling u en mijzelf het vuur na aan de schenen te leggen met de indrukwekkende vraag: ‘Ben ik misschien niet zelf ook zo’n zondaar, zo’n goddeloze die eens zal vergaan?’ Ik ontken de waarde van dit soort vragen niet, al moet je er heel behoedzaam mee omgaan – voor je het weet trap je elkaar er onevangelisch mee op de ziel. Ik wil hier alleen onderstrepen wat de psalm ook doet: ik wil mijn vreugde uiten vanuit een diepgeworteld geloof. Eens zal er geen terreur meer zijn! Geen bommen zullen meer vallen, geen mijn zal nog allesverwoestend ontploffen. Niemand zal het meer in z’n hoofd halen nog iets anders te doen dan goed. En daar past maar één reactie op: halleluja!

Ik zal den Heer lofzingen levenslang,
zolang ik ben wijd ik Hem mijn gezang.
Behage Hem het lied dat ik Hem wijdde,
dan zal ik steeds mij in den Heer verblijden.
De aarde wordt van alle zondaars rein,
de goddelozen zullen niet meer zijn.
Loof, halleluja, loof, mijn ziel, den Here,
alles in allen zal Hij triomferen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 3 september 2012, 21:28
 
Maandag 3 september, Psalm 105: 1-6; Ieder volk en elk geslacht.

De goedheid van God mag best van de daken gepredikt worden. Wie het evangelie onder de tuinstoelen en kerkbanken steekt, heeft blijkbaar nog nooit begrepen dat het evangelie een blijde boodschap is. ‘Maak zijn daden bekend onder de volken!’ Wereldwijd mag het worden gehoord, in alle landen mag het zichtbaar worden, metterdaad: dat de Eeuwige van Israël groot is en goed.
Maar waarom is Hij dan zo groot en goed? In welk opzicht is Hij zoveel beter dan al die andere goden, die helemaal geen goden zijn? De Eeuwige van Israël is zo groot en zo goed omdat Hij ons leven op het oog heeft. Hij wil geen welvaart, productie, prestatie – Hij is geen vruchtbaarheidsgod zoals Baäl er een was en zoals er nog steeds zoveel goden zijn die vooral de vooruitgang op het oog hebben. De Eeuwige van Israël denkt niet in het groot, maar in het klein. Hij verkoos dat onooglijk volkje Israël, voerde het door de woestijn naar dat minuscuul kleine landje Kanaän, om het te omringen met zijn liefde-rijke zorgen. Zó is Hij, de Eeuwige, wiens Naam is Ik-ben-die-Ik-ben, de Betrouwbare. Daarom verdient Hij het te worden aanbevolen in alle landen en in alle culturen. Zijn Naam en zijn daden zijn te groot om te negeren.
Wat Hij dan zoal doet? Hij maakt zijn Naam waar! Hij is erbij, als het moeilijk wordt. Hij gaat met je mee, als je door een woestijn trekt. Hij maakt wegen waar geen wegen zijn. Met die ene God kun je voor (en áán) de dag komen!

Looft God den Heer, en laat ons blijde
zijn glorierijke naam belijden.
Meldt ieder volk en elk geslacht
de wonderen die God volbracht.
Gij die van harte zoekt den Heer,
verblijdt u, geeft zijn naam de eer.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 4 september 2012, 21:14
 
Dinsdag 4 september, Psalm 105: 7-15; Van kind tot kind.

Het gaat in deze psalm over het verbond dat God sloot met Abraham en met heel zijn volk Israël. Als met handen te tasten is de inhoud van dat verbond: land, grondgebied, een plek om in te wonen. ‘U zal Ik het land Kanaän geven als het u toegemeten erfdeel.’ Geen wonder dat Israël tot op de dag van vandaag zo hartstochtelijk vasthoudt aan dat stukje land aan de Middellandse Zee, waar het, teruggekomen uit die verschrikkelijke Holocaust, sinds 1948 weer wonen kan.
Maar wat hebben niet-Joden te maken met die aloude belofte van de Eeuwige aan zijn volk? Ook wij zingen deze psalm, met name in een kerkdienst waarin de doop wordt bediend. Met Israël zingen wij mee over Gods verbond met Abraham, zijn vrind, dat verbond dat Hij bevestigt van kind tot kind. Maar geen mens in de kerk denkt op dat moment aan land.
Het zou mooi zijn als wij allen, Joden en niet-Joden, bij het horen van het woord ‘verbond ’niet alleen zouden denken aan aards land, maar vooral aan een ánder Land, een andersoortig Land, een Plek om te wonen bij Hem, die de Verborgene is. Want laten we eerlijk zijn: hoe mooi een stukje land op aarde moge zijn, hoe gehecht je ook mag wezen aan de aarde die ons is toevertrouwd, geheel anders zal de níeuwe aarde zijn, onuitsprekelijk heerlijk, niet langer verdeeld in partjes en deeltjes, afgebakend door lijnen die grenzen worden genoemd. Gods verbond doet ons verlangen naar een Land van louter licht, naar het Land dat Liefde heet.

God, die aan ons zich openbaarde,
Regeert en oordeelt heel de aarde.
Zijn woord wordt altoos trouw volbracht
tot in het duizendste geslacht.
’t Verbond met Abraham zijn vrind
Bevestigt Hij van kind tot kind.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 5 september 2012, 20:35
 
Woensdag 5 September; Psalm 105: 16-22; Zendeling.

Over de hongersnood gaat het nu, in de psalm. Over de hongersnood die Jakob door God gezonden, zo vertelt de psalm. Maar mét de nood zond God de uitredding. De Eeuwige zond niet alleen een hongersnood, Hij zond ook een man voor de zonen van Jakob uit: Jozef werd als slaaf verkocht. Zo kwam hij in Egypte en kon hij later als onderkoning zijn familie tot zegen zijn.
Dat is een prachtige gedachte! Toch kom ik er, eerlijk gezegd, niet helemaal uit. Ik bedoel dit: waarom stuurt God zowel de ellende als ook de verlossing daaruit? Bezorgt God zijn ongehoorzaam volk dan straf, met de bedoeling die even later weer ongedaan te maken? Dat zou natuurlijk kunnen – elke rechtvaardige vader legt een ondeugend kind hooguit tijdelijk een straf op. Maar in dat geval had God er toch gewoon voor kunnen zorgen dat de hongersnood ophield? Zoals het een en ander in de Bijbel wordt verteld, lijkt het er toch verdacht veel op dat eenvoudig wordt uitgegaan van de veronderstelling: het gebeurt, dus God heeft het gewild. Simpel gezegd: het lot, dat is God.
Dat mag allemaal zo zijn, toch neemt niemand mij af wat in deze psalm bezongen wordt: in de diepste ellende zendt God al een mannetje vooruit om het ergste leed te verzachten! Zo’n zendeling ontvingen ook wij in Jezus. Hij is onze Jozef! Als een slaaf verkocht bleek Hij in het paaslicht onze Verlosser te zijn.

Hoe wonderlijk zijn Gods wegen.
Toen Hij de deur sloot van de regen,
Met hongersnood het land bezocht,
was Jozef reeds als slaaf verkocht
en in gevangenschap geraakt,
maar door Gods woorden vrijgemaakt.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 7 september 2012, 17:18
 
Donderdag 6 september, Psalm 105: 23-38; Langs effen paden.

Het is een scherp contrast: aan de ene kant de Egyptenaren, de dienaars van de dictator Farao, aan de andere kant dat miezerig kleine volkje Israël. Enerzijds de slagen en de plagen, alle ellende die je maar bedenken kunt: kikvorsen, steekvliegen, muggen, hagel, sprinkhanen, allerhande nood en dood. Anderzijds: geen strobreed in de weg, een vrije aftocht, zilver en goud, en niemand die struikelt, een volk in vrijheid wandelt langs effen paden! Prachtig wordt dit vertolkt in de berijmde psalm: ‘De rijen door weerklonk hun lied. Wie God vertrouwt, die struikelt niet.’

Is dat werkelijk zo? Het duurt niet lang of ze staan voor de Schelfzee, met hoge rotsen links en rechts, de vijand op de hielen. En dan de woestijn: kuilen en ravijnen, heuvels en bergen. Wie God vertrouwt struikelt niet… Maar hoeveel loopt er niet mis in menig christelijk gezin? De ziekte van Parkinson brengt menigeen tot struikelen en vallen. Kanker tast je botten aan. Een dwarslaesie kan ervoor zorgen dat je nooit meer lopen kunt. Zing dan maar eens: Wie God vertrouwt, die struikelt niet! Dat is toch niet vol te houden?
Toch wel. Vraag het maar aan allen die werkelijk hun vertrouwen stellen op God. Wie dat doet, met heel zijn hart, die weet: God zal me dragen, mij optillen, als ik met vallen en struikelen, misschien zal ik zelfs vallen, maar omdat Hij me opricht en mij behouden in zijn Land van Liefde brengt, kan ik Hem alleen maar prijzen!

Gods volk trok uit langs effen paden,
met zilver en met goud beladen.
De rijen door weerklonk hun lied.
Wie God vertrouwt, die struikelt niet.
Bekomen van verslagenheid
was zelfs Egypte’s volk verblijd.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 7 september 2012, 17:19
 
Vrijdag 7 september, Psalm 105: 39-45; Met dans en zang.

Ik heb de Tweede Wereldoorlog net niet meegemaakt, maar genoeg foto’s en filmbeelden gezien om zeker te weten dat de vreugde bij de bevrijding groot was. Mensen dansten op de straten, zongen spontaan en geëmotioneerd het Wilhelmus en dankten de hemel waaruit het wittebrood als manna naar beneden viel. Zo vrolijk ging het er aan toe, toen God zijn volk uit Egypte leidde. Zang en dans, trom en fluit – dit was de dag die de Heer gemaakt had!
Vanwaar die vreugde? Omdat het in Egypte niet te harden was. Zeker, voor de gemiddelde Egyptenaar wel: die schikte zich in zijn lot. Die was gewend aan de grootheidswaanzin van de Farao, aan hun buitensporige bouwdrift en hang naar monumentale gedenktekens. Dat daarbij niet op een mannetje of vrouwtje gekeken werd, zal duidelijk zijn. Dat gold zeker de allochtonen, de kinderen van Israël, ooit door kommervolle omstandigheden vanuit Kanaän aan de oevers van de Nijl terechtgekomen: zij werden afgebeuld van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, en dat alles ter meerdere ere van de hoge heren in de faraonische paleizen. Het ging zelfs ten koste van hun eigen vlees en bloed: nota bene in de rivier die symbool stond voor goddelijke vruchtbaarheid werden de jongetjes van Israël verdronken. Was het een wonder dat Israël met vreugde vertrok? Was het een wonder dat zij later met vreugde Kanaän beërfden, het land waarin soortgelijke volken huishielden? Wég met alle goden die offers eisen in de vorm van kanonnenvlees en kinderbloed. Lang leve, eeuwig leve de God die daar faliekant tégen is!

Hij was het die zijn volk bevrijdde,
zijn uitverkoorenen veilig leidde
Zo trok zij het diensthuis uit
met dans en zang bij trom en fluit,
en erfden het beloofde land,
de arbeid van der heid’nen hand.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 8 september 2012, 19:45
 
Zaterdag 8 september, Psalm 106: 1-5; Vreugde vinden.

Wie vreugde zoekt voor zichzelf, zal deze zelden vinden. Vreugde is als zand op het strand: wie denkt het in de vingers te hebben, is het al kwijt. Vreugde laat zich maar op één manier vinden. Vreugde kun je alleen bereiken in het zoeken en vinden voor de ander.
Ook psalm 106 is een lang lied. Ook deze leert ons een lesje. Een geschiedenislesje. De psalm beschrijft de reis van Israël door de woestijn van uitgang tot ingang, van Egypte naar Kanaän: uittocht in intocht. De psalm wordt omlijst door een vrolijk halleluja, maar goedbeschouwd is de psalm zelf niet zo hooggestemd. Over Israëls ontrouw gaat dit lied, dit oud liedje. Het is weer eens zover: keer op keer vergeet Israël dankbaar te zijn voor ontvangen zegeningen. Keer op keer steekt de onvrede de kop op, wordt er gemopperd, gemurmureerd. Met alle gevolgen van dien: ongeluk en ellende. En nu bidt de dichter dat het veranderen zal: dat God zijn volk zal redden uit een welverdiend oordeel. Dan zal hij vreugde vinden in de vreugde van zijn volk!
Vreugde vinden in andermans vreugde – dat is de gebruikelijke gang van zaken in Gods koninkrijk. Echt blij word je alleen als je ziet dat een ander blij is. Wie eigen heil zoekt, eigen vrede, eigen gelijk, wordt keer op keer teleurgesteld. Gooi het roer eens om, gooi het eens over een andere boeg: zoek vreugde van een ander! Wie weet vind je dan een blijdschap die blijft tot in het eeuwige leven.

Gelukkig zijn die Hij geleidt,
die leven in gerechtigheid.
Gedenk mij naar uw welbehagen.
dat ik met heel mijn volk U dien,
Met hen van voorspoed mag gewagen,
de zegen van uw erfdeel zien.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 9 september 2012, 09:26
 
Zondag 9 september, Psalm 106: 6-13; Snel vergeten.

Vreemd: de fouten van onze naasten vergeten we niet vlug. Maar wat zij aan goeds deden, bloijft meestal niet lang in onze herinnering hangen. De minpunten tellen we, de pluspunten strepen we door: kleinigheden, niet de moeite waard onthouden.
Zo ongeveer gaat het met Israël in de woestijn. Nauwelijks de dans ontsprongen, op het nippertje aan de Egyptische duisternis ontsnapt, of het geheugen blijkt gestoord, het herinneringsvermogen aangetast. Egypte een diensthuis, een concentratiekamp? Hoe kom je erbij? We hadden het er prima! Hier, in deze woestijn, juist hier is het één bittere ellende: honger hebben we, dorst hebben we – terug willen we – terug willen we, terug! Zo gaat Israël tekeer. En God? hij geeft het volk wat het hebben wil, met alle kwalijke gevolgen van dien…
Snel vergeten. Hoe dat kan? Dat kan wanneer wij Gods plannen niet geduldig afwachten, zo zegt de psalm. Haastige spoed is zeker in het rijk van God niet goed. God heeft meer dan de tijd. Hij heeft de eeuwigheid. Zijn wegen zijn anders dan de onze. Zijn zegen zijn in onze ogen nogal eens omwegen. Gods weg is maar smal, gaat door diepe ravijnen en door donkere dalen. Dan ben je snel vergeten wat de Eeuwige ons zoal beloofde. Dan wil je terug, terug naar een grijs en grauw verleden. Ongeduldig verlangen we dat God ons direct op onze wenken bedient. Maar dat is de omgekeerde wereld. Wij zijn geroepen Hém te bedienen, op zijn wenken.

Hoe snel vergaten zij den Heer,
Hoorden naar zijn bevel niet meer.
Begeerte had hun hart bevangen.
Zij tartten God in de woestijn.
Hij gaf hun toornig hun verlangen,
opdat het hun tot straf zou zijn.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 10 september 2012, 20:21
 
Maandag 10 september, Psalm 106: 14-22; Een kalf van goud.

Gouden kalveren – die kennen wij. Is het Goud Kalf niet de grote prijs in het Nederlands Film Festival? Heilige koeien, die kennen we ook! Dan denk ik niet eens aan de runderen die in India over de straten lopen, maar aan onze eigen automobielen. Zo heilig als de koeien in India zijn, zo heilig zijn onze auto’s! Laat niemand wagen door welke maatregel dan ook ze ook van de weg te halen! Ze zijn ons lief en heilig: die mobiele toonbeelden van onze vrijheid.
Ik bedoel maar: wij zijn geen haar beter dan de kinderen van Israël in de woestijn. Ze wilden een god, een zichtbaar, tastbaar beeld van een god. En van welke god? Van de god Vruchtbaarheid! Wat wil je, als je midden in de dorre woestijn terugdenkt aan de vruchtbare Nijldelta? Daar zit je dan, met al je gefrustreerde verwachtingen. Mozes weg: de berg op, naar de Eeuwige, om zijn woorden in ontvangst te nemen. Maar komt hij ooit terug? Niemand die het zeker weet. En wat doe je dan? dan wil je feest, dan wil je dansen rondom wat je kunt zien en voelen, dan wil je meer dan alleen een stem uit den hoge, meer dan alleen een woord van den beginne. Dan wil je een gouden kalf!
Zo ging het. Zo gaat het nog. God, onze glorie, het eeuwige Woord dat ons bevrijdt, hebben we ingeruild voor hebbedingetjes, digitaal speelgoed, tussendoortjes en dikmakertjes. Want we willen hebben en houden, eten, drinken en vrolijk zijn! En zo geldt nu ook voor ons:

Zij hebben niet op God vertrouwd.
Zij maakten zich een kalf van goud,
een afgodsbeeld dat zij aanbaden.
Zij hebben voor een grazend beest
hun eer geruild, en God verraden
die steeds hun helper was geweest.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 11 september 2012, 21:18
 
Dinsdag 11 september, Psalm 106: 23-33; Tussen beide.

Je moet toch wel stekeblind zijn als je hier niet Jezus ziet staan, onze Middelaar! Althans, zo heeft de kerk Hem door de eeuwen heen gezien – en zo moesten wij Hem maar blijven zien, totdat zijn koninkrijk gekomen is. Onze Middelaar! Zoals Mozes in de bres springt voor zijn volk, op het moment waarop het God te gortig wordt en Hij eens en voorgoed Israël wil straffen vanwege mateloze ontevredenheid in de woestijn, zo springt Christus in de bres voor ons, stelletje mopperende en muitende opstandelingen in dit ondermaans bestaan. ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen!’
Maar was God dan zo woedend op ons dat Hij ons wilde vernietigen, als zoveel jaar geleden Osama bin Laden de Twin Towers in New York vernietigen wilde? En was het dan alleen aan Jezus als de nieuwe Mozes te danken, dat het niet is doorgegaan? Zo grof kun je dat niet zeggen, lijkt mij. De Eeuwige had zelf allang besloten dat Hij de wereld redden zou. En de Mensenzoon was van die vergevende genade de hemelse illustratie. Maar toch, niet voor niets wordt hier en daar in de geschriften van de apostelen over Hem als over onze Middelaar gesproken. Hij is de Grote Hogepriester die zijn eigen bloed offert ten gunste van zijn volk. Hij is Gods vergevende liefde in eigen persoon. Hij brengt ontevreden mopperaars, die niets anders dan de toorn van de Eeuwige verdiend hebben, weer in het reine met zijn hemelse Vader. Reden genoeg om Hem vandaag dankbaar te prijzen.

Toen sprak de Heer, in toorn ontbrand:
Ik roei hen uit met eigen hand.
Ontsteld trad Mozes tussen beide.
Hij smeekte; Spaar dit zondig volk
en blijf genadig ons geleiden,
ga, Heer, ons voor in vuur en wolk.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 12 september 2012, 20:24
 
Woensdag 12 september, Psalm 106: 34-42; Eigen schuld.

Vandaag kan ik er niet om heen: er is in het psalmgedeelte dat aan de orde is geen mooie tekst te vinden, geen vriendelijke bemoediging, geen opwekkend woord, niets van dat al. Het is één grote aanklacht tegen Israël, vanwege de wijze waarop men zich, eenmaal in het beloofde land aangekomen, vermengde met de volkeren daar. Met alle gevolgen van dien… Men deinsde er niet voor terug eigen vlees en bloed op te offeren aan de afgoden. ‘Een stroom van bloed ontheiligde het land.’ Kortom, bepaald lieverdjes waren het niet, die volkeren van Kanaän! Zij joegen letterlijk hun eigen kinderen de dood in ter wille van een stelletje nepgoden. En dát is nu precies wat Israëls God niet hebben kan! Hij kan niet luchten of zien. Zulke offers heeft Hij al meer dan voldoende geroken in de landen denk aan de baby’s die in de Nijl verdonken werden. In Babylonië slokten vlammen gretig op om de goden te behagen. Dat moet afgelopen zijn! Weg met zulke praktijken! En zo wordt aan Israël opdracht gegeven de volkeren van Kanaän uit te roeien, in de hoop het kwaad nog enigszins te beteugelen.
Ik denk aan de geallieerden in de oorlog. Ze doodden nazi’s, in de hoop Joden te kunnen sparen. Dat zeg ik niet om een sluitende verklaring te leveren voor de bevelen tot uitroeiing zoals we die in de Bijbel tegenkomen. Ik denk dat daar ook een heel menselijk aspect een rol in heeft gespeeld. Feit is en blijft: wie het kwaad laat voorwoekeren, laadt schuld op zich. Daarom wordt van Israël gezegd:

Zij hebben Gods bevel veracht,
De heidenen niet omgebracht,
zij stonden voor hun invloed open.
Door eigen schuld is Israël
toen blindelings in de val gelopen
van het verdwaasd afgodisch spel.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 13 september 2012, 21:26
 
Donderdag 13 september, Psalm 106: 43-48; Amen halleluja.

Vandaag: het slotakkoord van de psalm die we in de afgelopen dagen meezongen. Het is een uitbundige lofprijzing als naschrift. Het loopt allemaal uit op een welgemeend amen en een stralend halleluja! Protestanten – liturgisch soms wel heel erg stijf! – doen er goed aan te letten op de respons die van heel het volk wordt gevraagd. Niet de voorganger moet amen zeggen, maar heel de gemeente. Dat kan natuurlijk ook niet anders, al doen we het (onwetend, onverschillig?) vaak wél anders. We vinden het heel normaal dat de voorganger na een gebed of een preek zelf amen zegt. Maar goedbeschouwd moet juist dan de voorganger zwijgen. Het is de geméénte die beamen mag wat de voorganger zegt. Beamen betekent immers: laten blijken dat je ermee instemt, dat je erachter staat. Eigenlijk zouden we dat consequent en hardop duidelijk moeten maken, elke keer wanneer een gebed of preek afgesloten wordt. Het zou de eredienst aanzienlijk verlevedigen.
Maar er is méér in deze psalm. Het laatste woord van het vierde psalmboek is: halleluja! Na het amen volgt nog een lofprijzing: Godlof! Lof de Heer! En zo wordt dan lofzingend beaamd wat in het begin van de psalm al aangeduid werd: de Heer is goed, eeuwig duurt zijn trouw. Goedbeschouwd is met deze twee woorden heel ons levensdoel geschetst: wij zijn geroepen het evangelie te beamen om God te loven met heel ons hart. Het zijn, bij wijze van spreken, de belangrijkste woorden die ouders hun kinderen kunnen leren: amen en halleluja. Leven is: ja zeggen tegen de goedheid van God én Hem dankzeggen om al zijn grote daden. Aan die twee woorden heb je mond en handen vol, zolang je leeft!

Geprezen zij de Heer die leeft,
die Israël verkoren heeft.
Hij brengt straks heel zijn volk tezamen.
Gezegend zij zijn trouw beleid.
Zegge al het volk nu: Amen, amen.
Loof Hem in alle eeuwigheid.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 14 september 2012, 21:24
 
Vrijdag 14 september, Psalm 107: 1-9; Houdt dan de lofzang gaande.

Het laatste psalmboek: het vijfde. Vandaag lezen we er de eerste psalm uit. Net zoveel psalmboeken zijn er als de Thora rollen kent: vijf. Het is alsof Israël met die vijf psalmboeken wil zeggen: zingerderwijs willen wij de Thora beamen. Ook het begin van het vijfde psalmboek is zo’n beaming, een blijmoedig halleluja: ‘Loof de Heer, wat hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.’ En vervolgens wordt dan gezegd dat zij die werden verlost uit angst, bijeengebracht uit alle landen, déze lofprijzing moesten aanheffen. Het vijfde psalmboek begint met het opgeven van huiswerk, precies zoals het vierde psalmboek daarmee afsloot. Wie iets heeft meegemaakt van de bevrijdende liefde van de Eeuwige, moet zijn Naam loven. Houdt dan de lofzang gaande voor God die leven laat: Halleluja!
Ik vind dat een aangrijpende gedachte: dat het móet. Je kunt er niet voor kiezen, zo in de trant van: als je het leuk vindt, doe je het – maar als je er toevallig geen zin in hebt, dan doe je het niet. Wie in de afgelopen dagen weer beelden zag van de aanslagen op 11 september in New York, heeft waarschijnlijk geen zin om God te prijzen. Van zulke herinneringen word je niet vrolijk. Torenhoge vragen verstikken de vreugde. Hoe moet ik God prijzen in een wereld vol ongelukken, rampen, onheil? Ik kan dat niet. Maar ik doe het toch. Waarom? Omdat het moet. Van wie? Van de psalm. Houdt dan de lofzang gaande! Tegen de klippen op, desnoods met verstikte stem, met een brok in de keel. We loven de Allerhoogste, omdat we blijven geloven dat Hij eenmaal voorgoed zijn wereld naar de vrede leidt.

Gods goedheid houdt ons staande
zolang de wereld staat!
Houdt dan de lofzang gaande
voor God die leven laat.
Al wie, door Hem bevrijd
uit ongastvrije streken,
naar huis werd heengeleid,
zal van zijn liefde spreken.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 15 september 2012, 12:35
 
Zaterdag 15 september, Psalm 107: 10-16; Opgericht.

Als ik het niet dacht: God laat al die ellende toe! Hier staat het, zwart op wit: ‘hij liet hen buigen onder een zware last…’ Sterker nog: het lijkt er verdacht veel op dat God heel bewust, willens en wetens, zijn volk een zwaar juk oplegt. In elk geval: Hij vernedert het, Hij laat toe dat Israël struikelt en valt – en geen ziel die helpt. Mooie god! Het zal je god maar wezen. Is Hij zo? De psalm zegt het. Heel de Bijbel is daar vol van. God is nergens een lieverdje. De Eeuwige is constant in gevecht. Is dat niet met zijn vijanden dan wel met zijn vrienden. Keer op keer gedragen zijn vrienden zich namelijk allerminst als vrienden. Rechtsbetrachting? Rechtsverkrachting! Israël lapt Gods goede geboden aan de laars. Het volk van de Eeuwige blijkt geen haar beter dan de andere volken. Heel de wereld, één pot nat. Toen. En nu. Zijn wij Hollanders zulke schatjes? Wat deden wij, in het kielzog van de zendelingen? Hoe hielden wij, toen in de Tweede Wereldoorlog Joden werden weggevoerd voor de ogen van talloze burgers die toevallig net even de andere kant opkeken? Is het een wonder dat we af en toe het gevoel hebben dat de Allerhoogste ons een lesje leren moet? Wie weet is het niet alleen ons geweten dat ons die gedachte influistert. Misschien is het de Geest van de Eeuwige zelf wel die ons helder doet verstaan dat elke vorm van kwaad ooit als een boemerang op ons eigen hoofd terugkomt. Is het gek dan God, in ons teleurgesteld, soms even de andere kant opkijkt? Ik denk het niet. Maar als ik de psalm geloven mag, houdt Hij dat niet lang vol. God lijkt wel een vader.

Zij die in de boeien lagen
van duisternis en dood,
omdat zij niet ontzagen
wat hun de Heer gebood,
hun hart, in zijn gericht
geslagen en gebogen,
werd hoog weer opgericht
door zijn groot mededogen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
VISSER278





Berichten: 4852

BerichtGeplaatst: zaterdag 15 september 2012, 20:52
 
MARIO216 schreef:
Zaterdag 15 september, Psalm 107: 10-16; Opgericht.

Als ik het niet dacht: God laat al die ellende toe! Hier staat het, zwart op wit: ‘hij liet hen buigen onder een zware last…’ Sterker nog: het lijkt er verdacht veel op dat God heel bewust, willens en wetens, zijn volk een zwaar juk oplegt. In elk geval: Hij vernedert het, Hij laat toe dat Israël struikelt en valt – en geen ziel die helpt. Mooie god! Het zal je god maar wezen. Is Hij zo? De psalm zegt het. Heel de Bijbel is daar vol van. God is nergens een lieverdje. De Eeuwige is constant in gevecht. Is dat niet met zijn vijanden dan wel met zijn vrienden. Keer op keer gedragen zijn vrienden zich namelijk allerminst als vrienden. Rechtsbetrachting? Rechtsverkrachting! Israël lapt Gods goede geboden aan de laars. Het volk van de Eeuwige blijkt geen haar beter dan de andere volken. Heel de wereld, één pot nat. Toen. En nu. Zijn wij Hollanders zulke schatjes? Wat deden wij, in het kielzog van de zendelingen? Hoe hielden wij, toen in de Tweede Wereldoorlog Joden werden weggevoerd voor de ogen van talloze burgers die toevallig net even de andere kant opkeken? Is het een wonder dat we af en toe het gevoel hebben dat de Allerhoogste ons een lesje leren moet? Wie weet is het niet alleen ons geweten dat ons die gedachte influistert. Misschien is het de Geest van de Eeuwige zelf wel die ons helder doet verstaan dat elke vorm van kwaad ooit als een boemerang op ons eigen hoofd terugkomt. Is het gek dan God, in ons teleurgesteld, soms even de andere kant opkijkt? Ik denk het niet. Maar als ik de psalm geloven mag, houdt Hij dat niet lang vol. God lijkt wel een vader.

Zij die in de boeien lagen
van duisternis en dood,
omdat zij niet ontzagen
wat hun de Heer gebood,
hun hart, in zijn gericht
geslagen en gebogen,
werd hoog weer opgericht
door zijn groot mededogen.



Mooi stukje Mario.

Beproevingen , soms denken we weleens ... waarom o God , waarom ik , waarom wij. Waarom die ellende? En inderdaad , dan kan het soms wel eens zo zijn dat we nergens geen behoefte aan hebben , overal een schop tegenaan willen geven .
Maar dan te mogen en te kunnen zeggen ...... Hij aanschouwt de moeite en het verdriet . En Hij zag op mij neder, gelijk een Vader zich ontfermt over zijn kinderen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 16 september 2012, 09:31
 
Zondag 16 september, Psalm 107: 17-22; De schemer voorbij.

Het wordt nacht voor hun ogen. Ik heb het over de kinderen van Israël. Ze zijn uit Egypte verlost, uit dat land van honger, nood en dood. Maar de woestijn blijkt een goede voedingsbodem voor ondankbaarheid. Want wat ze er ook te eten en te drinken krijgen – brood uit de hemel, vlees van vogels, water uit de rots – het is allemaal te weinig en te min. De keuken van Egypte was achteraf gezien toch zo gek nog niet! Vergeten de slavernij, de bakstenen, de vurige ovens, de zweepslagen van boeven die niets liever deden dan afbeulen… Alles vergeten – en dat alleen maar vanwege een eenvoudige doch voedzame maaltijd. Is het een wonder dat de hemel boven de woestijn dichttrekt? Is het een wonder dat de nacht valt over een volk dat in de verste verte niets anders meent te zien dan redenen voor onvrede? Het is alsof ik de krant lees. Het is alsof ik in mijn eigen ziel kijk. Het is alsof ondankbare, ontevreden en toch zo stinkend rijke westen hier aan de kaak wordt gesteld. Door onze ondankbaarheid zijn we zelfs blind geworden: we zien niet eens hoezeer we de poorten van de dood genaderd zijn. Of wordt dat besef toch langzaam maar zeker levend in onze dagen? Is misschien heel onze losgeslagen cultuur in wezen één grote schreeuw, één grote angstkreet naar de hemel?
God dank: de psalm spreekt niet alleen van beklemming en ontzetting, maar ook van redding. Uit de nacht van onze ondankbaarheid rijst, wonder boven wonder, toch altijd weer de zon van Gods vriendschap. Doe dus je ogen open: zie hoe rijk je bent! Kijk niet achterom. Leef naar de toekomst: Kanaän voor ogen.

Waarom sluit gij uw ogen?
Zijn licht ontsteekt het licht,
zijn geest komt aangevlogen,
verheft uw aangezicht!
Dankt dan den Heer als gij
Doodsnacht zijn ontvloden –
de schemer gaat voorbij,
de morgen is ontboden.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 17 september 2012, 21:16
 
Maandag 17 September, Psalm 107: 23-32; De golven maakt hij stil.

Een andere, al even angstwekkende situatie: storm op zee. Dwalen door een droge woestijn waar geen druppel water valt – dat is allerminst een pretje. Maar een prooi zijn van huizenhoge golven en woelend water, dat is ook geen zegen voor je ziel. Toch is het leven soms vol van die hoogopspattende zeeën van ellende. Vlagen van twijfel, golven van kritiek, er gaat wat over een mens heen… En hoe houd je het vol, hoe overleef je dat? Soms ben je bang dat je het hoofd niet boven water kunt houden, dat je geestelijk verdrinken zult, weg zult glijden in een inktzwarte kolk van depressiviteit. En waar is dan die God die je helpen zou?
‘Hij bracht de storm tot zwijgen, de golven gingen liggen.’ Deze psalm is een plaatje bij het evangelie. Of moet ik het omkeren? Jezus is Gods illustratie bij deze psalm! In het evangelie kun je glashelder zien hoe God voor ons is. Christus toont ons de Vader, geeft ons een beeld van Hem. En hoe ziet dat plaatje, dat beeld er dan uit? Kijk: de storm gaat liggen, de golven gaan slapen, voortaan zwijgt de bulderende wind. Soms is het er zomaar, plotseling, onverwachts: die wonderlijke stilte in je ziel, een vrede die je verstand te boven gaat. Alsof alle problemen opeens opgelost zijn, alle vragen beantwoord, elke twijfel verdreven. Je wordt boven die zee van sores opgetild en je mag even zien dat Gods land niet ver bij je vandaag is. Je komt tot rust in de haven van zijn hart.

Hun vege levens spaart Hij,
de golven maakt Hij stil.
Het stormgeweld bedaart Hij,
het voegt zich naar zijn wil.
Scheepsvolk, heradem weer,
gij kunt aan rust u laven
en dankt nu God den Heer,
Hij leidt u naar de haven.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 18 september 2012, 20:01
 
Dinsdag 18 september, Psalm 107: 33-43; Wie wijs is.

‘Je bent niet wijs!’, zeggen wij, als iemand iets doms zegt of iets doms doet. De psalm vertelt wie wél wij is. Je bent wijs als je in acht neemt wat in dit lied is geleerd. En wat is ons in dit lied geleerd? Dit: dat God kan maken en breken. Rivieren worden een woestijn, vruchtbaar land wordt een zoutzee. Maar evengoed tovert Hij een woestijn om in een waterland – een woest gebied wordt een groen paradijs! Degenen die zich tegen Hem keren, leert Hij een lesje. Maar wie op Hem hopen en wandelen op zijn wegen, leidt Hij naar het beloofde land.
Is het werkelijk zo keurig verdeeld in het leven? Is dat te controleren? Soms krijg je de indruk dat het tegenovergestelde war is: mensen die met God noch gebod rekening houden, wonen in een paleis. En zij die ernstig zijn regels in acht nemen, worden gedumpt en moeten genoegen nemen met een krot. Je bent niet wijs als je gelooft in de sprookjes van de Bijbel.
Niet wijs? Nee, je bent inderdaad niet wijs als je gelooft dat de Eeuwige binnen de kortste keren orde op zaken stelt. Je bent niet wijs als je gelooft dat Hij de tijd heeft. God heeft de eeuwigheid! Hij zal doen wat in de psalm geschreven staat. Soms maar op slag, in één generatie. Soms na lange tijd, na vele, vele jaren. Je bent niet wijs als je alleen maar rekent met een korte termijn. Gods termijnen duren meestal langer. Gezegend wie zó wijs is en zich dat goed voor ogen houdt.

Wie wijs is, zal den Here
zijn goedertierenheid
toezingen en vereren
de God die ons bevrijdt.
Want wie zijn hulp verlangt,
Hem aanroept in gebeden,
Verlost Hij uit de angst
en leidt Hij tot den vrede.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 19 september 2012, 21:10
 
Woensdag 19 September, Psalm 108: 1-5; In U gerust.

Jazeker, u hebt gelijk: deze psalm hebben we al een keer gehad. Op 13 mei lazen we zo ongeveer dezelfde tekst, die ook in psalm 57 voorkomt. En in psalm 60 lazen we al wat we in het vervolg van psalm 108 zullen tegenkomen. Wonderlijk, zon psalm die twee delen uit andere liederen selecteert en aan elkaar plakt. Ik zit er niet mee. Het geeft ons een nieuwe kans om tot rust te komen. En dat al vroeg in de morgen! Dat wil zeggen: de dichter van deze psalm wil de dageraad wakker maken, spelend en zingend – zó gerust is hij in God. Heel de wereld mag het horen, alle volken wil hij in zijn vreugde laten delen. Van een ochtendhumeur heeft de dichter blijkbaar geen last. ‘Mijn lied begroet het morgenrood.’ Je vraagt je af: hoe komt zo’n man aan zoveel geestelijke energie? Je zou er jaloers op worden! Het antwoord geeft de dichter zelf: ‘Hemelhoog is uw liefde, tot aan de wolken reikt uw trouw.’
Misschien slapen wij daarom zo onrustig, zijn we dag en nacht in de weer met duizend en een dingen: omdat we die vriendschap van de Eeuwige, die liefde van de Allerhoogste maar niet in ons hart kunnen krijgen. Je wilt het wel, maar het lukt zo slecht. Steeds weer zijn er allerlei andere overwegingen die de gedachte aan Gods liefde blokkeren: twijfels, aanvechtingen, droombeelden, verleidingen, oude wrok en nieuwe woede. Badend in het zweet word je uit een nachtmerrie wakker. Het morgenrood roepen? De dageraad vervloeken, zul je bedoelen… Of zou ik het nog één keer proberen en zodra ik wakker word God loven in mijn lied?

Mijn hart is, Heer, in U gerust.
Uw lof te zingen is mijn lust.
Maakt, harp en luit, den Here groot.
Mijn lied begroet het morgenrood.
Ik breng mijn lof, o Heer, U toe
onder de volken en ik doe
in ieder land mijn psalm weerklinken,
daar ‘k hemelhoog uw trouw zie blinken.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 20 september 2012, 21:30
 
Donderdag 20 September, Psalm 108: 6-14; Triomferen.

Vertrappen? De vijand vertrappen? Is dat taal die past bij een vrome ziel? Is dat het gedachtegoed van Gods volk? Wis en waarachtig. Ik weet dat Jezus om vergeving voor zijn handen gebeden heeft, maar ik weet ook dat er nogal wat vijanden zijn die zich van Jezus’ gebeden niets aantrekken en zich door God noch engelen laten tegenhouden en in hun dolle drift niet zullen ophouden voordat zij alles kort en klein geslagen hebben. En dat zouden wij dan zomaar moeten toelaten? Ik dacht het niet. In elke geval gelooft de dichter van de psalm niet dat de Eeuwige als een lieve, vergevingsvolle vader vroom in zijn hemelse zetel het verloop van de gevechtshandelingen zit af te wachten. God staat op! God grijpt in. God zal triomferen en alle vijanden vertrappen. Althans, daar is de dichter van overtuigd en daar bidt hij om.
Is dit dan de doodsteek voor het pacifisme? Zeker niet. Het siert een christenmens alles op alles te zetten om vrede te stichten. Er is al lang genoeg veel te vlug naar wapens gegrepen. Het is bepaald niet christelijk er vlotjes op los te slaan. Maar het lijkt mij ook niet christelijk om lijdzaam toe te blijven zien hoe onschuldige mannen, vrouwen en kinderen worden afgeslacht door de een of andere nietsontziende vijand. Dan mag je, dan móet je doen wat eenmaal ook de Allerhoogste zelf zal doen: er een eind aan maken. Ja, in die verwachting leven wij: dat God triomferen zal en, hoe dan ook, de vijand zal verslaan.

Wie voert mij met een vaste hand
Tot in het hart van ’s vijands land?
O God, die ons verstoten had,
Trek met ons uit, wijs ons het pad,
Want mensenhulp is ijdelheid.
Nu God ons bijstaat in de strijd
Is elke heldendaad te wagen.
De vijand wordt door Hem verslagen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
ZEELAND736





Berichten: 4863

BerichtGeplaatst: vrijdag 21 september 2012, 10:09
 
MARIO216 schreef:
Woensdag 19 September, Psalm 108: 1-5; In U gerust.

Jazeker, u hebt gelijk: deze psalm hebben we al een keer gehad. Op 13 mei lazen we zo ongeveer dezelfde tekst, die ook in psalm 57 voorkomt. En in psalm 60 lazen we al wat we in het vervolg van psalm 108 zullen tegenkomen. Wonderlijk, zon psalm die twee delen uit andere liederen selecteert en aan elkaar plakt. Ik zit er niet mee. Het geeft ons een nieuwe kans om tot rust te komen. En dat al vroeg in de morgen! Dat wil zeggen: de dichter van deze psalm wil de dageraad wakker maken, spelend en zingend – zó gerust is hij in God. Heel de wereld mag het horen, alle volken wil hij in zijn vreugde laten delen. Van een ochtendhumeur heeft de dichter blijkbaar geen last. ‘Mijn lied begroet het morgenrood.’ Je vraagt je af: hoe komt zo’n man aan zoveel geestelijke energie? Je zou er jaloers op worden! Het antwoord geeft de dichter zelf: ‘Hemelhoog is uw liefde, tot aan de wolken reikt uw trouw.’
Misschien slapen wij daarom zo onrustig, zijn we dag en nacht in de weer met duizend en een dingen: omdat we die vriendschap van de Eeuwige, die liefde van de Allerhoogste maar niet in ons hart kunnen krijgen. Je wilt het wel, maar het lukt zo slecht. Steeds weer zijn er allerlei andere overwegingen die de gedachte aan Gods liefde blokkeren: twijfels, aanvechtingen, droombeelden, verleidingen, oude wrok en nieuwe woede. Badend in het zweet word je uit een nachtmerrie wakker. Het morgenrood roepen? De dageraad vervloeken, zul je bedoelen… Of zou ik het nog één keer proberen en zodra ik wakker word God loven in mijn lied?

Mijn hart is, Heer, in U gerust.
Uw lof te zingen is mijn lust.
Maakt, harp en luit, den Here groot.
Mijn lied begroet het morgenrood.
Ik breng mijn lof, o Heer, U toe
onder de volken en ik doe
in ieder land mijn psalm weerklinken,
daar ‘k hemelhoog uw trouw zie blinken.

PRACHTIG!!!!!

Was voor mij weer even een aanwijzing...
Maar tevens een bemoediging!!!
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

ChristianMatch forum index » Christelijk leven
Ga naar pagina Vorige 1 ... 28 29 30 31 32 33 34 ... 57 Volgende
Pagina 31 van 57