ChristianMatch
 


Forum

Dagelijkse bemoediging.
Ga naar pagina Vorige 1 ... 22 23 24 25 26 27 28 ... 57 Volgende
ChristianMatch forum index » Christelijk leven
Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 17 maart 2012, 07:46
 
Zaterdag 17 Maart, Psalm 34: 1-7; Van mijn angst gered.

Je zou er gek van worden… Opgejaagd door angst: niet geaccepteerd door je schoonfamilie. Geen rust vinden omdat je altijd maar door anderen wordt opgejaagd. Dat is het verhaal van David, achtervolgd door Saul. Hij neemt uit heiligdom in Nob de toonbroden mee én het zwaard van Goliath. Zo komt hij in het Filistijnse Gat, bij koning Achis, in het hol van de leeuw! Dat is geen slimme beslissing. David! Gat wordt een Zwart Gat, een angstaanjagende spelonk van wanhopigheid. Lakeien herkennen David als de man die Goliath doodde. Uit angst gaat David gek doen, gaat hij als een waanzinnige tekeer, krast hij op deuren van de stadpoort; hij kwijlt en zelfs in zijn baard, zo angstig is hij. Angst is angina, engte, benauwdheid. Angina pectoris is ‘beklemming van het hart’. David weet van gekkigheid niet meer wat hij doet. Maar zal God me daar dan een beetje naar zo’n halve gek luisteren? ‘Hij gaf antwoord.’ Hoe dan? ‘Hij heeft mij van alle angst bevrijd.’ David bereikt wat hij wilde: de ‘gek’ wordt vrijgelaten. En dan zingt hij een lofzang op de Eeuwige, vanwege die uitredding. ‘Mijn mond is altijd vol van zijn lof.’ Waarom? ‘Hij heeft mij van alle angst bevrijd.’
Gek doen in een zwart gat. Wat nemen wij mensen soms toch onverstandige beslissingen! Al gauw krijg je spijt als haren op je hoofd. Knettergek word je van zelf: de verkeerde baan, het verkeerde huis, de verkeerde partner! Je wordt bang van alles en iedereen, je wordt bang van jezelf. Maar… dat behoeft nog niet het einde van alles te betekenen! Er is er Eén die ons uit onze angsten redt!

‘heb naar den Heer gevraagd
en Hij beantwoordt mijn gebed.
Hij heeft mij van angst gered,
en mijn verlossing daagt.
Die opzien naar den Heer,
zij zullen blinken in het licht,
geen schaamrood is op hun gezicht,
nooit slaan zij d’ ogen neer.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 18 maart 2012, 09:29
 
Zondag 18 Maart, Psalm 34: 8-11; Zien en proeven.

David bij de Filistijnen, David en het Zwarte Gat. Gered, bevrijd uit zijn angst! Hoe? Heeft hij het te danken aan zijn onconventionele oplossing? Heeft David, door toe te geven aan zijn angst, zijn vijanden de schrik op het lijf gejaagd, door zich aan te stellen als een kwijlende, op deuren bonkende gek? Redt God ons dan door dit soort praktijken? Wie zal het zeggen…De Allerhoogste kan zelfs onze angst gebruiken om ons uit al onze angsten te bevrijden! Hoe dan ook, David klimt uit het zwarte gat, uit dat vijandelijke Gat waarin hij zichzelf begeven had. En nu proeft hij hoe goed God is, hoe gelukkig de mens is die bij Hem schuilt!
In de klassieke liturgie (al bij Augustinus) hoort deze psalm bij het avondmaal. Dat is natuurlijk vanwege de psalmtekst van vandaag. Proef de goedheid van God! Let wel, er staat niet: zie hoe goed wij zijn… Gód is goed! Proef zijn liefde, geniet van Hem! Alsof God de beste wijn zou zijn… En dat ís Hij! Zijn goedheid heeft de geur van de lente, de smaak van de zomer. Mens, doe niet zo gek en stel je niet zo aan! God zal je helpen! Ook al heb je spijt als haren op je hoofd, ook al nam je de domste beslissing, ook al zocht je zelf het Zwarte Gat, er is een Redder die je bevrijden zal. Jezus is zijn Naam! Hoe ik nu zo plotseling op Jezus kom? Omdat wij bij uitstek aan zijn tafel kunnen proeven hoe goed God is. Brood en wijn: het zijn de tekenen van de redding die was en is en komen zal. Het zijn de symbolen van Golgotha, maar ook van Pasen. Het zijn voorproefjes van de grootste maaltijd die eens wordt aangericht, voor allen die zich uit hun angsten laten redden…

Komt nader, ziet en proeft,
opdat men smake naar waardij
des Heren goedheid. Zalig hij
die veilig bij Hem toeft.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 19 maart 2012, 22:47
 
Maandag 19 Maart, Psalm 34: 12-15; Sticht vrede metterdaad.

Vrij van angst, ziet de dichter scherp waar het in het leven op aankomt. Nu hij in de ruimte staat, is het alsof hij een nieuw begin wil maken, met God, met zichzelf, met de mensen om hem heen. Hij roept zijn kinderen op te luisteren. Bedoelt hij zijn biologische kinderen of heeft hij leeftijdsgenoten, lotgenoten op het oog? In elk geval cirkelt wat hij zeggen wil om dat ene geheim: ontzag voor de Eeuwige, eerbied, respect voor God. Wie zich daardoor leiden laat, zal goede jaren genieten. En dan volgen praktische aanwijzingen, vaderwoorden, denk na voordat je er iets uitflapt. Zorg ervoor dat je na verloop van tijd geen spijt behoeft te hebben over wat je ooit hebt gezegd. ‘Mijd het kwade, doe wat goed is, streef naar vrede, jaag die na.’
Vrede. Wie wil er geen vrede? De wereld snakt ernaar. Maar of we er werkelijk naar streven, die vrede najagen – dat is nog maar de vraag. Jezus spreekt niet de mensen zalig die over vrede praten. Zalig zijn zij die vrede stíchten – en dat is anders. Praten over vrede, dat is zo moeilijk niet. Maar aan vrede bouwen, stenen aandragen die een huis van sjaloom kunnen vormen, dat vraagt geduld, inspanning, volharding. Dat vraagt bovenal: opofferingsgezindheid. Je behoeft jezelf niet geheel en al weg te cijferen, daar is de wereld nog nooit beter van geworden. Maar vrede vraagt wel: offers. Vrede ligt op de schaal van geven en nemen altijd aan de kant van het geven. Wie neemt, is bedelaar. Wie geeft, is koning: vredevorst.

Komt kinderen, hoort mij aan.
Wie vindt een leven, lang en goed?
Hij die Gods wil met vreugde doet
en in zijn dienst wil staan.
Weerhoud uw tong van kwaad
zodat gij niemand schade doet.
Wijk van het kwade en doe goed,
Sticht vrede metterdaad.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 20 maart 2012, 17:19
 
Dinsdag 20 Maart, Psalm 34:16-23; Gebrokenen van hart.

Je bent er helemaal kapot van, helemaal kapot. Het hield maar niet op. Ze beukten op je in, ze dramden maar door, ze sloegen je links en rechts om de oren. En nu zit je verdwaasd voor je uit te kijken, bij de brokstukken van je bestaan. Wat is ervan over? Scherven, puin, meer niet. Alles voorbij en jijzelf kapot, helemaal kapot.
Zo ongeveer moeten zij zich voelen aan wie de dichter denkt. In zijn oren klinken de kreten van de rechtvaardigen, de mensen die gelijk hebben maar in het ongelijk worden gesteld, de slachtoffers van nietsontziende drift en drammerige wraakzucht. Is hijzelf één van hen? Is hier David aan het woord, op de vlucht voor zijn schoonvader, koning Saul? Klinkt hier de stem van een man die sinds zijn overwinning op Goliath ongewild de prooi werd van koninklijke jaloezie? Saul moest hem wel als schoonzoon accepteren, maar kon de gedachte niet verkroppen dat de favoriete David zijn opvolger zou zijn. De meisjes en vrouwen van Jeruzalem zagen hem niet meer staan, maar David konden ze wel om de hals vallen! Vandaar die verbittering, die vijandschap. En vandaar Davids ellende, zijn wanhoop, zijn schreeuw naar God.
En de Allerhoogste? David is er zeker van: Hij zal mij horen! Hij zal mij bevrijden uit de nood. Je kunt nog zo kapot zijn, er is er Eén die je kan maken en de hoogmoed van de tegenpartij zal breken. Dat te weten is al een heerlijkheid!

Wie God roept hoort Hij aan
en Hij verlost wie is benard.
Hij zal gebrokenen van hart
in gunst terzijde staan.
Wie ’s Heren recht betracht
vindt in de wereld droefenis,
maar God, die zijn verlosser is,
blijft op zijn heil bedacht.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 21 maart 2012, 20:53
 
Woensdag 21 Maart, Psalm 35: 1-10; Wie is aan u gelijk.

Voor wat hoort wat. Als U, o God, mij helpt en redt, dan zal ik tegen iedereen die het maar horen wil, zeggen dat U de beste bent, dat er niemand is zoals U! Moet ik dat sympathiek vinden van de dichter van deze psalm? Mag ik daar misschien een vraagtekentje bij zetten? Ruikt dit niet allemaal heel erg naar de wereld van omkoperij en chantage? Bovendien: zo is geloven nogal gemakkelijk. Zo kan ik het ook! Als God me nou maar netjes helpt, dan zal ik op mijn beurt over Hem een paar aardige dingen zeggen… Maar dat kun je toch geen geloven meer noemen? Dat is toch gewoon een deal, een contract, een zakelijke relatie tussen een hulpvrager en een hulpgever? Wat moet ik met zo’n psalm?
Het is in deze psalm weer een eens het oude liedje. Vijanden, bestrijders, kwaaddoeners – noem maar op. ‘Ze’ hebben het weer eens gedaan! Ze staan de dichter naar het leven, ze hebben een net gespannen, een kuil gegraven… Daarom roept de dichter God te hulp. En mocht nu de Allerhoogste als een unieke God te zien, ongelijk aan elke andere godheid.
Of is het anders? Ja, het is anders! De dichter voorziet hoe het gaan zal. Hij wéét het, diep vanbinnen. Hij voorvoelt het: God zál hem bevrijden. Hij zal de vijand het zwijgen opleggen. En dán zal het loflied klinken: niemand is aan U gelijk!

Zo zal mijn hart zich voor den Heer
vrolijk verhogen tot zijn eer,
en al mijn vlees en bloed zal zingen:
Geen macht kan met U mededingen.
O Heer, wie is aan u gelijk,
die den ellendige bevrijdt
en onze nooddruft veilig stelt
voor onderdrukking en geweld.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 22 maart 2012, 16:48
 
Donderdag 22 Maart, Psalm 35: 11-18; Mijn grote dankbaarheid.

Halverwege de psalm begint de dichter gewoon weer opnieuw, als een dreinend kind dat zich door een snoepje niet laat troosten. Maar is niet heel ons leven vol van dat soort herhalingen? Zo kinderachtig is het toch niet: het leven is vol ups en downs, vol hoogten en diepten. Soms denk je: nu ben ik eer weer bergen verzetten – maar even later is het weer mis, kun je niets meer, lig je uitgeteld. De klaagzang gaat verder. Valse getuigen staan tegen de dichter op, vergelden goed met kwaad. Het tragische gevolg? ‘Ik voel mij van ieder verlaten… Je bad, toen zij ziek waren. Je behandelde hen als je eigen familie, als vrienden. Maar nu jíj in de problemen zit… En misschien is dan de grootste angel nog wel: hun leedvermaak! Medicijnen kennen ze niet. Ze hebben pret voor tien, nu jij in de troubles zit. Moet je die grijns op hun gezichten eens zien!
Wat je dan doet? Dan roep je tot God. Dan roep je Hem wakker! God, U kunt toch niet werkeloos blijven toekijken? Sta op, doe er wat aan! Geef mij weer een reden om U te prijzen, als ik weer samen ben met allen die U liefhebben. En publique zal ik U loven, om wat Gij hebt gedaan!
Je vraagt je af: zou ikzelf daar wel voldoende uitdrukking aan geven, aan mijn eigen dankbaarheid? Als ik in de narigheid zit, dan weet ik God te vinden, dan schreeuw ik mijn longen stuk. Maar als er reden tot vreugde is, ruimte na een tijd vol angst, blijdschap na verdriet, richt ik mij dan ook tot Hem? Ik moest mijn leven op dit punt maar eens corrigeren…

Ik zal in tegenwoordigheid
van al het volk uw majesteit
mijn grote dankbaarheid bewijzen
en U voor aller ogen prijzen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 23 maart 2012, 09:26
 
Vrijdag 23 Maart, Psalm 35: 19-28; Vrolijk zingen.

Je krijgt in deze psalm het gevoel dat het de dichter niet eens zozeer gaat om zijn eigen gelijk, maar om Góds gelijk! Dat is een gedachte, die wellicht de moeite waard is om verder bij stil te staan.
Nog één keer doet de dichter een dringend beroep op de Eeuwige om in te grijpen. Het wordt nu toch echt te dol. Zijn vijanden zijn valsaards – het woord vrede kennen zij niet. God heeft het allemaal gezien en gehoord, maar doet tot nu toe niets. Dat kan zo niet langer! Met alle kracht die in hem is, roept de dichter de Allerhoogste tot de orde. ‘Verhef u, ontwaak, mijn God en mijn Heer, verdedig mij, vecht voor mijn zaak.’ God moet nu echt maar eens wakker worden, opstaan, er iets aan doen. Het is toch te gek voor woorden dat die vijanden moeiteloos de spot met hem drijven en zich verheugen in zijn ondergang!
Dat moet afgelopen zijn! Maar waarom? Natuurlijk, vanzelfsprekend: omdat de dichter onder dit alles lijdt. Maar er is een dieper motief. Vurig hoopt hij dat er een tijd aan zal breken waarin zijn vrienden en medestanders reden zullen hebben m te juichen en om God groot te maken! Om het eens een beetje ouderwets te zeggen: door alles wat hij aan tegenwerking moet meemaken, komt God niet aan zijn eer. Dát zit hem dwars en daarin moet verandering komen. En dát brengt mij tot de gedachte: wat zou dat mooi zijn, wanneer wij er niet zozeer naar zouden verlangen dat óns zou worden rechtgedaan, maar wanneer ons diepste verlangen zou zijn dat de wereld een goede reden heeft om de Eeuwige te prijzen…

Laat vrolijk zingen, maak verblijd
wie lust heeft in gerechtigheid.
Zij overal de Heer aanbeden,
want Hij geeft zijn dienaren vrede!
Dan zal ik tot uw lof en prijs
bezingen op een nieuwe wijs
uw recht dat ik op aarde zag,
uw heil, den gansen lieven dag!
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 24 maart 2012, 08:09
 
Zaterdag 24 Maart, Psalm 36: 1-7; Als de hemel hoog.

Dat is voor ons, bouwers van wolkenkrabbers, lanceerders van raketten van de maan, maar een kleinigheid: wolken hangen soms zo laag dat je met de fiets doorheen rijdt. Met een vliegtuig ben je in elk geval in luttele seconden op het niveau van het wolkendek. Maar voor de dichter van de psalm is dat allemaal anders – voor hem is de hemel mateloos hoog en vormen de wolken de wollige randen van zijn gezichtsveld. Hoger kun je niet. En zo hoog is nu Gods trouw, zo hoog is zijn liefde!
Dat klinkt als een liefdesverklaring, als woorden van een verliefd jongmens opo een mooie lentedag. Hoog als de hemel is jouw liefde… Het is in elk geval andere taal dan het begin van de psalm laat horen. Daar gaat de dichter weer eens tekeer tegen de goddeloze. En dat is dan niet een randkerkelijke die niet of zelden naar de synagoge gaat. Daar wordt de schurk, de schoft, de crimineel mee bedoeld, de mens die de liederlijke lasteraars mee, de chagrijnige sujetten die zich van God noch zijn gebod ook maar iets aantrekken. Angst voor God kennen zulke lieden niet, eerbied voor de Heilige is hun vreemd. Volstrekt onbetrouwbaar zijn ze!
Hoe anders is de Eeuwige! Hij is, de Betrouwbare, Hij sujetten die zich van God noch zijn gebod ook maar iets aantrekken. Angst voor God kennen zulke lieden niet, eerbied voor de Heilige is hun vreemd. Volstrekt onbetrouwbaar zijn ze!
Hoe anders is de Eeuwige! Hij is, de Betrouwbare, Hij spreekt geen laster en geen leugen. Zijn woord spreekt van hulp en van heil. Zijn genegenheid kent geen grenzen, hoog als de hemel is zijn vriendschap! En dat niet alleen voor mensen, maar ook van dieren. Over mens en dier wil Hij zijn vleugelen spreiden. Bij Hem is heel de schepping veilig. Zou je zo’n God niet liefhebben met alles wat in je is? ‘Bij U te wonen, Heer is Goed!’

Uw heil is als de hemel hoog,
uw trouw verheft zich voor ons oog
tot in de hoogste wolken.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 25 maart 2012, 09:38
 
Zondag 25 Maart, Psalm 36: 8-13; Licht.

‘In uw licht zien wij het licht.’ Zo las ik het, jarenlang, in de vertaling van die stamt uit 1951. Zo stond het trouwens ook al in die oude Statenvertaling. Er is weinig op tegen, maar in het Hebreeuws staat dat ene woordje ‘het’ er eigenlijk niet. En dan ligt een andere vertaling meer voor de hand: in uw licht zien wij licht. Dat is nóg sterker, nog krachtiger uitgedrukt wat hier door de psalmdichter gezegd wil zijn. In Gods licht is niet alleen hét licht te zien, het licht der wereld, het ware licht of hoe je dat verdere nu maar omschrijven wilt. Nee, het gaat nog dieper, het reikt nog verder: in het licht van de Allerhoogste zien zij lícht. Anders gezegd, er is geen licht dan alleen dit licht. Dit licht is niet zozeer uniek licht. Het is het enige licht dat de naam verdient. Het is alsof de dichter een zucht van verlichting slaakt: eindelijk, het werd hoog tijd – in uw licht zien wij lícht! Eindelijk licht!
Tegenover de ontrouw van de goddelozen, bezingt deze psalm hier de trouw van de Eeuwige. En de dichter doet dat in hoogverheven taal. ‘Hoe kostbaar is uw liefde, o God! Hij beschrijft hoe mensen in de schaduw van Gods vleugels komen schuilen, hoe men zich laaft aan de overvloed van zijn huis. En dan komt hij tot die mystiek ontboezeming: ‘Bij u is de bron van het leven, door uw licht zien wij licht.’ Mooier, fijnzinniger, diepzinniger kun je het niet zeggen. Zó is God voor wie Hem liefhebben. Niet alleen maar ‘een’ levensbron, maar dé bron van het leven zelf. Niet maar ‘een’ licht dat in het donker brandt, maar ‘het’ licht dat het duister overwint. Sterker nog: er is geen licht dan het zijne. Alles wat de naam licht verdient, is ten diepste liefde:
God zelf.

Bij U, Heer, is de levensbron,
Gij doet ons klaarder dan de zon
het licht der wereld schouwen.
Schenk toch uw heil dat leven doet
en wees voor wie U kennen goed,
bevestig ons vertrouwen.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 26 maart 2012, 20:25
 
Maandag 26 Maart, Psalm 37: 1-11; Hij maakt het wel.

In deze psalm vind je het complete alfabet van de verborgen omgang met God! Letterlijk, omdat elk vers begint met een volgend letter uit het Hebreeuwse alfabet. Figuurlijk, omdat in deze psalm breed uitgemeten wordt waar het in het leven met God op aan komt: te vertrouwen op Hem.
Er is – zo zegt de dichter – reden tot jaloezie. Er zullen er altijd zijn die je de ogen uitsteken met hun brallerige humbug, hun opschepperij over bezittingen, producties en prestaties. Er zullen er altijd zijn die om het minste en geringste hun toevlucht nemen tot zwaarden, messen, bommen en granaten. Dat laatste staat natuurlijk niet in de psalm; dat vul ik, mens van de 21e eeuw, maar aan. Deze psalm is werkelijk een lied van alle eeuwen!
En wat nu te doen als de vijandschap je omringt, als de jaloezie je naar de keel grijp? Niets. Helemaal niets. Wachten. Verwachten. Vertrouwen op de Eeuwige. ‘Zoek je geluk bij de Heer, hij zal je geven wat je hart verlangt.’ Maar mijn hart verlangt zoveel wat ik nog nooit gekregen heb… Dat zal waar zijn. Maar wees kritisch naar jezelf en vraag je af of je die verlangens ook hebt als je je geluk zoekt bij God. Hem, zijn in feite al mijn hartewensen al in vervulling gegaan! Wat zou ik meer wensen dan bij Hem te zijn, Hem te hebben en door Hem te worden bemind?

Verlustig u, mijn ziel, in God den Here.
Hij maakt het wel voor wie op Hem vertrouwt.
De Heer vervult uw diepste zielsbegeren.
Wentel op Hem al wat u weg benauwt.
Uw recht zal eenmaal helder triomferen,
zoals het middaglicht zijn intocht houdt.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 27 maart 2012, 21:23
 
Dinsdag 27 Maart, Psalm 37: 12-20; Bij Hem te gast.

Nu hoor ik al de protesten van menige psalmlezer in mijn oren: ‘Klopt niets van, spoort niet met de realiteit! Ga maar kijken in Afrika, in Azië, in Zuid-Amerika! Nog altijd komen er mensen om van de honger: onschuldigen, mensen die hun dagen ver beneden de armoedegrens hebben doorgebracht. Wat wil je nou met zo’n psalm, over een God die zich het lot van onschuldigen aantrekt? Die psalm slaat de plank volledig mis, die psalm klopt niet.’
Nu kan ik mij in duizend bochten wringen om deze psalm en het complete christelijke geloof zo goed en zo kwaad als het gaat toch te verenigen met wat wij nu van God in onze wereld ervaren. Ik kan mij ook mijn toevlucht nemen in bespiegelingen over het eeuwige oordeel waarin de Allerhoogste uiteindelijk recht zal doen en zal afrekenen met de onderdrukkers, ten gunste van hen die in dit leven op aarde slecht hebben gehad. Ik zal dat alles niet doen. Niet omdat ik geloof dat er niet iets zinnings te zeggen is over al die standpunten, maar omdat ik van mening ben dat het in de psalm ten diepste over iets anders gaat. De psalm roept God niet op het matje. De psalm roept hulpverleners op het matje: laat niet stikken, al die verdrukten die blijven vertrouwen op de Eeuwige! Hij zal recht doen, een, op zijn tijd; Hij denkt aan allen die er ellendig aan toe zijn. Hoe? Ik ben een vrome huichelaar als ik dit alleen maar keurig opschrijf en niet ook zelf twee handen uitsteek in de wereld van de honger te redden. De tafel waaraan Gods gasten welkom zijn, is de mijne.

Is niet het schamel deel van de oprechten
meer dan het goud, door bozen opgetast?
God breekt en maakt. Hij ondersteunt zijn knechten.
Hij kent hun tijd, hun heil staat bij Hem vast.
Als zorg hun kwelt, Hij zal hun zaak beslechten.
Als honger dreigt, zij gaan bij Hem te gast.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 28 maart 2012, 21:11
 
Woensdag 28 Maart, Psalm 37: 21-26; Nemen en geven.

Het hele geloof is een kwestie vaan geven en nemen. Dat wil zeggen, wie niet gelooft neemt, wie wel gelooft, geeft. Zo simpel is het eigenlijk. Met dit verschil bepalen tussen gelovigen en ongelovigen. Gelovigen geven. Ongelovigen némen. ‘De zondaar vraagt te leen en brengt niet terug, de rechtvaardige geeft, uit mededogen.’
Wie met dit scheepmaatje een willekeurige kerk zou beoordelen, mag tevoren wel een plekje op de hartbewaking van het dichtstbijzijnde ziekenhuis reserveren. Je zou je – plat gezegd – doodschrikken! Waarschijnlijk zou blijken dat vele ‘gelovigen’ helemaal geen rechtvaardigen zijn, maar krampachtig hun hand op de knip houden. Ik heb ooit eens een (naamloos!) overzicht gezien van de aantallen gemeenteleden die kleine, iets grotere en forse bedragen schonken aan de jaarlijkse actie Kerkbalans. Het scheelde niet veel of ik had ook zelf aan de monitor gelegen… Ongelofelijk: hoe groot blijkt dan het percentage mensen dat zich met een fooi van het kerkenwerk afmaakt! Zouden zij al hun giften aan andere goede doelen geven, ten behoeve van het werelddiaconaat bij voorbeeld? Als dat zo is, heb ik niets gezegd – maar ik vrees het ergste. En ik vrees ook dat de hemel heel anders oordeelt over de vraag wat geloven nu eigenlijk is, dan wij dat doen. ‘Geloven’ is vertrouwen – en wie dát doet, laat los, z’n wrok, z’n jaloezie, en ook zijn geld. Wie geen fiducie heeft in de God van Israël, die klaagt en claimt, die neemt. Maar wie Hem vertrouwt, geeft, royaal, met een gelovig hart.

Zij gaan te gronde die den Heer bekrijgen.
Groen is hun gras, maar ’t wordt met vuur verbrand.
Zij houden wat zij lenen als hun eigen,
maar wie God kent geeft mild als uit eigen hand.
Wien God vervloekt, vervluchtigt voor zijn dreigen.
Wien God bewaart, zal wonen in het land.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 29 maart 2012, 20:18
 
Donderdag 29 Maart, Psalm 37: 27-33; Mijd het kwaad.

Een plek om in te wonen, voor altijd. Dat is een droom! Wie wil dat nu niet: een huis, een thuis, waar je altijd kunt blijven wonen? Een stukje land dat je nooit meer behoeft af te staan… Dat ideaal koestert Israël, door de eeuwen heen. Is het vreemd? Geen wonder: altijd maar weer opgejaagd, nadat een vreemde stem Abram riep om weg te gaan uit het Ur der Chaldeeën. Van Ur naar Kanaän. Van Kanaän naar Egypte. Van Egypte weer terug. Toen naar Babel. En weer terug naar Jeruzalem. En dan: de grote ballingschap, eeuwen en eeuwen, tot in onze dagen. Een eigen stukje land: een ideaal, een droom die niet vervaagt.
Wat je dan moet doen, Israël? Het kwade mijden. Dat zal ook wel van alle andere volken gelden. Het is een oeropdracht en een oerbelofte. Het geldt Israël, maar ook Ismaël, het geldt voor alle volkeren bruin en blank, zwart en wit. Mijd het kwaad. Doe het goede! Als je dat niet doet, zul je nooit rust vinden, zul je in elk geval nooit de vrede van de Eeuwige vinden. Mijd het kwaad! Opvallend: de psalm raadt ons niet alleen aan het goede te doen. Dat is logisch, dat spreekt vanzelf.
Ook met het kwade moet ik iets doen. Ik moet het mijden. Ik moet me ervan onthouden. Niet als een struisvogel – dat nooit. Maar wel als een mens die zich niet inlaat met louche praktijken. Houd je erbuiten, participeer niet in kwade zaken. Laat het filosofisch vergif, de theologische terreur, de economische discriminatie geen deel worden van je eigen leven. Wil je een plekje onder Gods hemel, voor altijd? Mijd het kwaad – en gebruik je handen en je hoofd om er iets goeds van te doen!

Houd van het kwaad u ver en doe het goede,
dat gij een woonstee hebt in eeuwigheid.
God die het recht mint, zal de rechten hoeden,
maar Hij verdelgt het ras dat Hem bestrijdt.
Hij zal zijn volk als kindren van den bloede
het land tot woonplaats geven voor altijd.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 30 maart 2012, 09:46
 
Vrijdag 30 Maart, Psalm 37: 34-40; Schuilen bij Hem.

De dichter van de psalm is er heilig van overtuigd: de Eeuwige staat aan de kant van de oprechte, de rechtvaardige. En hoe het dan ook moge lopen, door welke dalen de weg van Gods volk mag gaan, eens zal die weg toch over de hoogste toppen lopen. Eens zal de Eeuwige zorgen voor uitredding, voor bevrijding – het recht zal zegevieren, de vernederde wordt verhoogd! ‘De rechtvaardige vinden redding bij de Heer, hij is hun toevlucht in tijden van nood.’
Weer sta ik met mijn mond vol tanden. En Auschwitz dan? mompel ik. En al die keren dat ik stond bij het open graf van jonge mensen? Maar ook nu moet ik eerlijk bekennen: de psalm zelf kent dit soort vragen niet. Die komen wel voor in de Bijbel. Sterker nog: in het psalmenboek staan niet weinig psalmen waaruit die vragen ten hemel schreien! Maar in deze psalm ontbreken ze. De ene psalm is de andere niet. Deze psalm is de andere niet. Deze psalm is er heilig van overtuigd dat God ooit op een dag recht zal doen. Dan zal heel de wereld zien hoe Hij de rechtvaardige zal belonen en de zondaar zal straffen. Aan die overtuiging houdt de dichter zich vast. Vanuit die verwachting prijst hij allen die hun toevlucht zoeken bij deze God. En in het spoor van deze psalm wil ik niet anders doen. Het is voor mij nog maar de vraag of wij al bij ons leven zullen zien hoe God recht doet op aarde. Ik heb er zo mijn aarzelingen bij. Maar met de dichter van de psalm blijf ik geloven dat ooit op een dag recht gedaan zal worden, hoe dan ook. Niet voor niets spreekt Jezus over het laatste oordeel. God laat niet alles alles over zijn kant gaan. Een zal hij het kwade keren, uitroeien als onkruid uit zijn tuin. Het goede zal Hij plukken – en het zal een ongelofelijk groot boeket van rode rozen zijn!

Sla de oprechte ga, zie hoe de vrome
die vrede wil ook in zijn kindren bloeit,
maar wie de strijd met God heeft opgenomen
zal met zijn nakroost worden uitgeroeid.
God doet zijn volk de vijandschap ontkomen.
Het schuilt bij Hem, veilig en ongemoeid.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 30 maart 2012, 09:47
 
Zaterdag 31 Maart, Psalm 38: 1-11; Met terneergeslagen ogen.

In deze psalm ontmoeten wij niet iemand uit wat denigrerend wel een ‘zwartekousenkerk’ wordt genoemd. Hier is geen man aan het woord die vanwege traditionele overwegingen dagelijks een zwart pak aantrekt. Hier is een man aan het woord die oprecht verdrietig is. Niet vanwege het verlies van een geliefde, maar vanwege het verlies van zijn eigen gezondheid. Hij spreekt van stinkende wonden. Zijn ellende komt als etter zijn lichaam uit. Maar bij dit alles piekert hij er niet over daar God de schuld van te geven. Integendeel: hij geeft zichzelf de schuld en ziet zijn lot als een verdiende straf van God. En in die misère roept hij nu de Eeuwige aan. Om genezing durft hij nauwelijks bidden. Met terneergeslagen ogen smeekt hij om uitredding, om een antwoord, om hulp van boven.
Zulke mensen kom je niet vaak tegen. Dan kan ook haast niet meer, want wij maken elkaar wijs dat ziekte niet van God komt en dat je beter naar een witte jas kunt omzien dan naar een zwarte kleding bevorderen, maar wel een houding die je als ‘schuldbewust’ kunt typeren. Vanzelfsprekend heb ik dan niet het oog op een kleuter die ongelukkig valt en een been breekt. Ik denk aan drukke doeners, die de wekelijkse rustdag gebruiken om alvast enkele gecompliceerde rapporten te schrijven en nieuwe afspraken te maken. Je zou er ziek van worden! En inderdaad, daar worden we dan ook ziek van… Soms is er wél een verband tussen ziekte en zonde, een oorzakelijk verband. En wat is het dan een zegen als je, zo zwart als je bent, de weg mag vinden naar God.

Boven ’t hoofd groeit mij het kwade
van mijn daden,
al te zwaar werd hun gewicht.
Met terneergeslagen ogen,
diep gebogen,
kom ik voor uw aangezicht.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 30 maart 2012, 09:47
 
Zondag 1 April, Psalm 38: 12-33; Handhaaf mij.

Ik aarzel. Is het wel om wat de dichter heeft misdaan, dat hij ziek is geworden? Is het niet een gevolg van pressie, van buiten? Is hij misschien slachtoffer van wat vijanden hem aandoen? Hij spreekt in zijn klaaglied over belagers, over leugenaars, over vrienden die vijanden blijken te zijn. Dat gaat je ook niet in je koude kleren zitten! Ook daar kun je ziek van worden… Doodziek. Zulke kwade bejegeningen word je op een dag spuugzat, je moet ervan kokhalzen. Je maag raakt van streek, je bloeddruk stijgt, je hart slaat ervan over, je hoofd bonkt, je handen trillen van nauwelijks ingehouden woede – en zo zou ik nog wel wat lichamelijke verschijnselen kunnen noemen. De dokter heeft er vast wel pilletjes tegen. Maar de Arts aller zielen heeft een nog beter medicijn! Om dat geneesmiddel bidt de dichter. ‘Haast u mij te helpen, Heer, u bent mijn redding!’
Zou er in de psalm ook een verwijzing naar zo’n geneesmiddel te vinden zijn? Ja! ‘Ik wil u mijn schulden belijden, door mijn zonden word ik gekweld.’Dus toch: eigen schuld? Het lijkt er wel op… Ook vijandschap, onvriendelijke bejegening, pesterijen van familieleden, buren en bekenden, kunnen het gevolg zijn van je eigen gedrag. Vind je het gek wanneer je na verloop van tijd koekjes van eigen deeg krijgt geserveerd? God dank: de dichter van de psalm doorziet de cirkel waarin hij is terechtgekomen. Hij belijdt zijn schuld. En dat is, het verder ook moge gaan, het begin van de genezing! Niets is zo helend, zo helpend, als een hart waaruit nooit beleden schuld is opgeruimd. Wie met zo;’n hart bid, zal veilig zijn!

Haast U mij te hulp en red mij,
Heer, ontzet mij,
o mijn heil wees mij nabij.
Laat uw trouw mij niet begeven,
stel mijn leven
bij U veilig, handhaaf mij!
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 2 april 2012, 20:52
 
Maandag 2 April, Psalm 39: 1-5; Een wacht bij ieder woord.

De psalm die we nu gedurende drie dagen zullen lezen, is niet bepaald een vrolijk liedje. Er is geen sprake van enig halleluja, de lofprijzing is geheel afwezig en van enig uitzicht op een stralende toekomst is ook al niet te bespeuren. Eigenlijk is het allemaal kommer en kwel is deze psalm. De dichter voelt zich slachtoffer van Gods toorn. Zijn leven is vol butsen en builen, slagen en plagen – en al die ellende ervaart Hij als een straf van de Allerhoogste vanwege zijn zonde. Wat hij dan zoal verkeerd heeft gedaan, wordt niet gezegd. Maar aan elk woord proef je: hier is een mens aan het woord die het leven bepaald niet als een lolletje ervaart, maar als een straf van God. Het was aanvankelijk de bedoeling dat hij daarover geen woord zou zeggen. De dichter had zich voorgenomen zijn mond te houden. Hij zette een wacht bij ieder woord. Want wat zouden de goddelozen er niet van zeggen als hij, een gelovig mens, zo tegen zijn God tekeer zou gaan! Maar zolang houdt hij het niet uit. Al die opgekropte gevoelens maken de pijn in zijn ziel alleen nog maar erger. Als een vuur brandt het in zijn binnenste. Daarom gooit hij het er uiteindelijk toch allemaal uit. En wat komt er dan? Geen verwijt. Geen ‘waarom’. Alleen de vraag: wanneer houdt het nu eens op, o God?
Dappere dichter! Hij maakt van zijn hart geen moordkuil. Hij probeert die binnenbrand niet te blussen met een miezerig straaltje vromigheid. Hij schrobt ook niet zijn eigen straatje schoon alsof hij helemaal geen straf verdiend zou hebben. Hij vraagt alleen: Wanneer komt er nu eens een eind aan, Here God? En dat lucht op ! Het is goed een wacht te zetten bij elk woord. Maar een schildwacht die de koning kent, weet ook welke woorden hij door mag laten…

Ik zeide wel: Nu let ik op mijn weg
en zet een wacht bij ieder woord,
ik zorg, dat ik mijn mond een breidel leg,
zolang wie God niet kent mij hoort.
Ik heb bedwongen wat ik heb gevoeld,
maar ’t is weer in mij opgewoeld.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 3 april 2012, 21:04
 
Dinsdag 3 April, Psalm 39: 6-9; Alleen op U.

De dichter heeft geen hoge pet op van de kwaliteit van zijn leven. En ook over de kwantiteit van zijn leven. En over de kwantiteit, de duur van zijn aards bestaan, is hij niet erg optimistisch. Het is niets dan een handbreed lang, het is allemaal lege lucht, een vluchtige schaduw. Zo komt hij dan tot zijn uitroep: ‘Wat heb ik dan te verwachten, Heer? Mijn hoop is op u gevestigd.’ Dat laatste klinkt opeens weer hoopvol! God kan hem helpen – daar ziet de dichter naar uit, daar hoopt hij op. Maar wat hoopt hij dan precies? Dat God hem van al zijn zonden zal bevrijden en hem zo de spot en de hoon van de goddelozen zal besparen. Met andere woorden, hij hoopt dat hij nu eindelijk eens verlost zal worden van de oorzaak waarom God hem wel straffen moet, zodat ook het hoongelach van zijn tegenstanders verstommen zal. Daar ziet hij nog het meest naar uit: dat zijn schuld wordt uitgewist, zijn zonde verzoend, zijn ziel gezuiverd.

In die hoop ga ik vandaag heel dicht bij deze dichter staan. Alleen op U, o God, vestig ik mijn hoop! Er gebeuren in dit leven zoveel verschrikkelijke dingen… En het gaat zo snel voorbij! Gisteren was ik nog een kind, vandaag sta ik midden in het leven en morgen nadert al mijn einde. Lucht is het leven, een schaduw die verglijdt. Maar daar is mee te leven! Daar behoef ik niet op stuk te lopen, als ik maar weten mag dat er Eén is die mij van mijn schuld bevrijdt. Die zekerheid wordt mij in het evangelie geboden! Juist die hoop mag ik hebben, dankzij die Ene, die op zijn God hoopte, toen Hij omringd werd door de duisternis van hemel en aarde. Dankzij Hem weet ik: de pijn die mij in dit leven zo af en toe overkomt, mag lijken op een straf van God, maar is goedbeschouwd de barenswee van een nieuwe tijd.

En nu, mijn Heer, wat rest mij nog voor hoop?
Gij blijft alleen mijn toeverlaat.
Verlos mij, schoon ik telkens U ontloop,
stel voor de dwaas mij niet tot smaad.
Ik sluit mijn mond voor U, ik ben verstomd,
Want Gij zijt God, van wien het komt.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 4 april 2012, 20:14
 
Woensdag 4 April, Psalm 39: 10-14; Zoals een vreemdeling.

Opeens zie ik hem staan: de verloren zoon. Hij is – bij wijze van spreken – de dichter van deze psalm! Hij is het: die jongste van de twee zonen uit dat aangrijpende verhaal van Jezus! In den vreemde schaamt hij zich voor zijn vrienden. Had hij ze trouwens nog wel? Waren ze niet allemaal op de loop gegaan zodra zijn geld op was en hij niet langer kon feesten en beesten maar bij de varkens leven moest? In zijn gebroken hart brandt een vuur van schuldbesef. Pijnlijk beseft hij hoe leeg het leven is zonder thuis, zonder zijn vader. Misschien kan hij als knecht nog een plekje bij hem krijgen… Daar komt hij, bedeesd, vertwijfeld, compleet kapot vanwege wat hij heeft misdaan. Op zijn rug, loodzwaar, een pak vol eigen schuld – een verslagen mens, een vreemdeling. Juist dát besef vervult ook de dichter van de psalm, waarvan we vandaag het einde lezen.
Net als zijn voorouders voelt hij zich een vreemde, een gast op aarde, een bijwonder – geen huisgenoot, geen kind. Hoe komt dat? Dat komt door dat schuldbesef, door dat knagende zelfverwijt: alles verkeerd gedaan, alles verprutst, alles verknoeid, bij de beesten af geleefd, geld en goed verkwanseld, mijn leven vergooid – o God, help me toch!
En helpt God? Als een vader staat Hij op de uitkijk, met uitgebreide armen! Mijn kind, mijn zoon – dood was je, levend zul je wezen! Welkom thuis! Eet en drink, brood en wijn, word bekleed met de mantel der gerechtigheid en geniet naar hartelust – jij bent mijn beminde! Had de dichter van de psalm deze gelijkenis maar gekend… Of komt ook hij, dankzij zijn klaaglied, zingend thuis? Vast en zeker.

Hoor mijn gebed, Heer, neem mijn smeking aan
en laat mij tot U naderen.
Gelijk een vreemdling klop ik bij U aan,
Een gast, als al mijn vaderen.
Laat van mij af, opdat ik vreugd verwerf,
Voordat ik henenga en sterf.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: donderdag 5 april 2012, 20:48
 
Donderdag 5 April, Psalm 40: 1-4; Vaste grond.

Vaste grond! Daar kan je de hemel voor danken, als je bang was in het drijfzand weg te zinken... Op je blote knieën prijs je de Allerhoogste, zodra je niet meer bang hoeft te zijn dat je voor altijd weg zult zinken in een bodemloze put, in een modderstroom die je aan alle kanten insluiten zal. God dank: een rots! Vaste grond!
Op allerlei manieren kan het gebeuren: dat de vaste grond onder je voeten wegzakt. Het verlies van een geliefde, de verbreking van een relatie, ontslag, werkeloosheid – er zijn duizenden oorzaken die kunnen leiden tot een ontworteld bestaan, een leven op drift. Burnout is ook zo’n valkuil. Jarenlang kon je het allemaal uitstekend aan. Je deed alles wat er gedaan moest worden, met liefde en vreugde en met het grootste gemak. Maar opeens was alles uit en over. Alsof de aarde onder je openspleet! Alsof je op water wandelen moest… Alsof je elk moment weg kon zakken in een beerput van ellende! En ga dan maar eens verder… ‘Je moet zien dat je gauw weer opkrabbelt’, hoor je een stem in jezelf zeggen. Maar van opkrabbelen is geen sprake. Krabbelen is het enige dat nog overschiet: krabbelen langs dichte muren en gesloten deuren, krabbelen als een gek. En God? Die is weg. Nergens te bekennen. Geen vriend meer. Een vijand. Geen bevrijder meer. Een loerende beer, een keiharde rechter. Totdat – wie weet hoe? – die beer een Heer blijkt te zijn, die rechter je redder! En dat kun je alleen nog maar zingen, een loflied voor Hem!

Met heel mijn hart heb ik de Heer verwacht,
Hij heeft gehoord naar mijn gebed,
mij uit de modderpoel gered,
mijn voet weer op een vaste grond gebracht.
Hij heeft mij doen herleven,
mij in de mond gegeven
een nieuw lied tot zijn eer.
Laat ieder die het zag
stil zijn van diep ontzag
en hopen op de Heer.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: vrijdag 6 april 2012, 08:14
 
Vrijdag 6 April, Psalm 40: 5-9; Gelukkig.

‘Gelukkig’, zeggen de mensen dan. ‘Gelukkig dat je nog gezond bent. Gelukkig dat je nog auto kunt rijden. Gelukkig dat je nog werk hebt. Gelukkig dat je…’ Maar wat is eigenlijk ‘geluk’? Wanneer is een mens werkelijk gelukkig? Als ie tevreden is? Sommige mensen zijn met weinig tevreden. Andere mensen zijn nooit tevreden. Hangt ‘geluk’ helemaal af van mijn eigen, toevallige stemming? Is er in het geheel geen objectieve thermometer waaraan je kunt aflezen in welke mate iemand gelukkig is? Ja! De psalm van vandaag biedt ons zo’n geluksthermometer aan. Gelukkig is de mens die op de Eeuwige vertrouwt. Daar kun je aan aflezen in welke mate iemand gelukkig is! Maar dan wel goed lezen: er staat in de psalm niet: Gelukkig is de mens die vertrouwt op God. Er staat: ‘Gelukkig de mens die vertrouwt op de Heer.’ Vier letters, vier hoofdletters – wat een kapitaal! Het zijn vier letters van de Godsnaam in het Hebreeuws, de veelzeggende karakteristieken van die ene, specifieke, wonderbaarlijke God van Israël. Hij mag geen Naam hebben! Niemand kan Hem kennen. Deze verborgen God laat zich alleen kennen met een werknaam: Ik ben die Ik ben. Je moet mij nemen zoals Ik ben. Maar ook: Ik zal bij je zijn, Ik zal je ziel bewaren! Pas echt gelukkig ben je als je in deze God fiducie hebt…

Zalig is de man die op de Heer vertrouwt.
geen acht slaat op de eigenwaan
van die hun eigen wegen gaan,
maar die leugen uit zijn leven houdt.
Mijn God, ik wil U roemen
en al uw daden noemen,
niets is aan U gelijk.
Wil ik ze tellen, Heer,
ik zie er telkens meer,
’t gaat boven mijn bereik.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zaterdag 7 april 2012, 07:39
 
Zaterdag 7 April, Psalm 40: 10-13; Met een blijmoedig hart.

De dichter hangt het aan de grote klok, de hele wereld mag het weten: dat God goed is, liefdevol en trouw. Frank en vrij zegt hij het aan heel het verzamelde Godsvolk, vrolijk verkondigt hij de vreugdevolle tijdlijn van Gods bevrijding. Hij doet het zelfs, zo zegt de psalmberijming, ‘met een blijmoedig hart.’
Die laatste uitdrukking is weer zo’n verrukkelijke stoplap. Dat wil zeggen, de psalmberijming – ik verwijt hem niets! – had nog een regeltje nodig om zijn couplet af te ronden. En wat doe je dan? dan varieer je nog even door op een bekend thema. Dat thema is in deze psalm: niet zwijgen over Gods goedheid! En voortdurend op dat thema ziet de berijmer de oorspronkelijke dichter als een mens ‘met een blijmoedig hart’. Van zulke blijmoedige harten zou je er nog wel wat meer willen hebben in de kerk. En niet alleen in de kerk, ook buiten de kerk! Je zou willen dat met meer blijmoedigheid het evangelie zou worden verkondigd, her en der en overal. En dan bedoel ik met ‘blijmoedigheid’ niet dat quasi opgewekte gedoe van hemels kijkende goodwillers die als op commando weer eens een uurtje gemeenschappelijk blijmoedig staan te doen… nee, ik bedoel er échte blijdschap mee, innerlijke vreugde die doorstraalt door alles wat je denkt, zegt en doet. Het is die blijmoedigheid, die ons zelfs in tijden van tegenslag moet geeft voor morgen.

Ik breng de blijde boodschap van uw recht
aan al wie U zijn toegedaan,
dat zij uw wonderen verstaan
in ’t woord dat Gij mij op de lippen legt.
Ik spreek dat woord met klaarheid,
opdat uw trouw en waarheid
door elk begrepen wordt.
Heer, ik weerhoud mij niet,
maar loof U in mijn lied
met een blijmoedig hart.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: zondag 8 april 2012, 00:31
 
Zondag 8 april, Psalm 40: 14-18; Kom.

Soms denk ik: ik begrijp God niet. Nu zijn er al eeuwen en eeuwen mensen zoals de dichter van deze psalm, mensen die vurig verlangen naar Hem. We hopen op de dag waarop Hij recht zal doen op aarde. We doen wat ook in deze psalm overluid wordt gedaan: we smeken, soebatten of God niet langer wil wachten maar eindelijk, nú, nu direct zal doen wat Hij belooft. Sinds de komst van Jezus op aarde, roept de kerk: ‘Kom, Heer Jezus, kom haastig!’ Maar het lijkt wel alsof de hemel als een winkel is: dicht wegens vakantie. Of: wegens verbouwing tijdelijk gesloten.
Dat laatste is misschien nog niet eens zo’n gekker gedachte: wegens verbouwing tijdelijk gesloten. Soms zie je dat een winkelier tijdens een verbouwing zijn zaak elders, zo goed en kwaad als het gaat, voortzet. Zo – zou je kunnen zeggen – heeft God zijn werkterrein verplaatst: van de hemel naar de aarde. Min of meer incognito werkt Hij, niet alleen onder mensen, maar ook door mensen. Door mensen heen komt Hij tot ons. Terwijl in de hemel druk gebouwd wordt aan de nieuwe stad, het hemelse Jeruzalem, zet Hij hier op aarde zijn werk voort. Wat zou God graag gratis en voor niets ons zijn liefde verkopen! Maar we herkennen Hem niet, wij zien medemensen niet als zijn winkelbedienden aan, maar hooguit als radeloze klanten. En intussen roepen wij: Wacht niet langer, kom! Maar in Christus ís Hij gekomen. En in mensen komt Hij nog steeds tot ons. Ook vandaag.

Laat wie uw heil beminnen hier en nu
in U verheugd zijn, U ter eer
uitroepen: groot is onze Heer!
Laat wie U zoeken jubelen in U!
Al leef ik in ellende,
de Here zal het wenden,
de Heer ziet naar mij om.
Gij die mijn helper zijt,
mijn God die mij bevrijdt,
o toef niet langer, kom!
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: maandag 9 april 2012, 10:05
 
Maandag 9 April, Psalm 41; Het bloed der bitterheid.

Er schuilt een geweldige kracht in deze psalm. De zieke mens die dit lied geschreven heeft, kan maar niet geloven dat God hem aan zijn bittere lot zal overlaten. Zo is God niet! De Eeuwige zal niemand die zelf heeft laten omgezien naar wie hulp nodig had, wanhopig en hulpeloos laten creperen. Op zijn ziekbed zal Hij hem tot steun zijn. ‘Hoe lang hij ook ziek ligt, u keert zijn lot ten goede.’
Dat moet je dan wel geloven, als je lang ziek bent… Vanzelfsprekend is dat niet. De dagen kruipen voorbij, de uren zijn niet meer te tellen. Je ligt er je ligt. Of je zit, in je leunstoel, in je rolstoel. En God? In geen velden of wegen te bekennen. Je bidt de hemel blauw, je soebat alle hemelse hulptroepen bij elkaar – niets helpt, geen verandering te bespeuren. En intussen lachen je goddeloze collega’s achter jouw rug; ‘Zie je nu wel, dat hele geloof in die God van hem stelt niets voor, helemaal niets. Hij is zo ziek als een hond en dat zal ie wel blijven ook. Jammer voor hem, maar je kunt er wel iets van leren: dat het geloof je ook geen centimeter verder brengt.’ En zo laten ze je alleen achter, in je’ En zo laten ze je alleen achter, in je misère: zelf je beste vrienden. Vanouds heeft de kerk bij deze psalm aan Judas gedacht. At hij niet met Jezus nog samen van het brood, voordat hij zijn Heer overgaf in de handen van wie Hem haatten? Van je vrienden moet je het maar hebben…

En toch: ‘U keert zijn lot ten goede!’ Hoe bitter dat ziekbed moge zijn, bij voorbaat proeft de dichter al het zoet van de genezing: het licht van Pasen!

Heil hem die de geringe helpt in nood,
hem helpt in nood de Heer.
De Heer bewaart zijn leven voor de dood,
herstelt hem in zijn eer.
Wat deert hem of zijn vijand hem bespot,
als Gij de redder zijt?
De Heer is hem een groot en helpend God
op ’t bed der bitterheid.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: dinsdag 10 april 2012, 18:41
 
Dinsdag 10 April, Psalm 42: 1-6; Moede hinde.

Waar is nu dat hert gebleven, dat hert uit de oude berijming, dat hijgende hert uit de oude berijming, aan de jacht ontkomen? Dat hert is uit de psalm weggelopen en dat is maar goed ook, want in heel psalm 42 komt dat hert niet meer voor. De psalm spreekt van een hinde. Als een hinde is de ziel. Niet als zo’n heldhaftig hert, het gewichtige gewei fier op de kop! Mijn ziel is zo dapper niet, mijn ziel is een hinde – geen machtige man, maar een gevoelige vrouw. En die o zo tere ziel in mij smacht als een hinde naar levend water, naar water dat klaar is, helder en fris, stromend water, kletterend van de rotsen. Zo smacht mijn ziel naar God. Nee, dat staat er niet. ‘Naar U, o God’ – dat staat er. Hier gaat het niet over God. De psalm spreekt tót God.
Wat is er precies aan de hand, in deze psalm? Wat is de reden van die diepe droefheid? Ach, het is allemaal voorbij, voorgoed voorbij. De pelgrimsweg naar de tempel, de blijde stoet van opgetogen feestgangers, de beurtzang, het loflied, de dans en de muziek – het is allemaal voorbij en nooit, nooit meer komt het nog terug. Vind je het dan vreemd dat je ziel als een hinde is, zo moe, zo sterk verlangend naar het klare water, zo smachtend naar een teugje van God?

Evenals een moede hinde
naar het klare water smacht,
schreeuwt mijn ziel om God te vinden,
die ik ademloos verwacht.
Ja, ik zoek zijn aangezicht,
God van leven, God van licht.
Wanneer zal ik Hem weer loven,
Juichend staan in zijn voorhoven?
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
JOL252





Berichten: 4097

BerichtGeplaatst: woensdag 11 april 2012, 09:11
 
http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=18p8OyYgUhU#!
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
XABIA794





Berichten: 634

BerichtGeplaatst: woensdag 11 april 2012, 17:32
 
JOL252 schreef:

http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=18p8OyYgUhU#![/quote]
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
XABIA794





Berichten: 634

BerichtGeplaatst: woensdag 11 april 2012, 17:41
 
XABIA794 schreef:
]http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=18p8OyYgUhU#!
[/url][/quote]

ik heb jou link even tussen de URL geplaatst dan kan men die gelijk aanklikken... mooie link
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
JOL252





Berichten: 4097

BerichtGeplaatst: woensdag 11 april 2012, 19:10
 
XABIA794 schreef:
[/url]
ik heb jou link even tussen de URL geplaatst dan kan men die gelijk aanklikken... mooie link[/quote]

thanks! Lachende smiley
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

Auteur Bericht
MARIO216





Berichten: 4992

BerichtGeplaatst: woensdag 11 april 2012, 19:51
 
Woensdag 11 April, Psalm 42: 7-12; Vleugellam.

Twee keer komt het refrein in psalm 42 voor. En dan ook nog aan het slot van de volgende psalm, psalm 43 – de psalm die eigenlijk met psalm 42 één psalm vormt. Telkens wanneer de dichter zich in wanhoop tot God keert of in moedeloosheid in zichzelf naar binnen keert, is daar dat refrein. En wat zegt, wat zíngt dat refrein? Dat het nu eens afgelopen moet zijn! Waarmee? Met dat geweeklaag van de dichter! En dan is het niet een ander, een medemens of de Allerhoogste, die de dichter tot de orde roept, nee, het is de dichter zelf. Hij neemt zijn eigen ziel tot drie keer toe eens flink onder handen. Nu moet het maar eens afgelopen zijn! Stoppen jij! Wat zit je toch te miezeren,man? Wat ben je bedroefd, mijn ziel? Wat ben je toch onrustig in mij? Kijk omhoog! Kop op! Hoop toch eens op God! ‘Eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt.’
Zeker, de dichter van deze psalm weet heel goed waar zijn heil te vinden is. Hij moet alleen zichzelf er telkens weer aan herinneren. Hij moet zichzelf onder handen nemen, toespreken, toezingen. En dat doet hij dan ook. Dat doet hij tot drie keer toe. Eigenlijk moet je daar nooit mee ophouden. Dan moet je leven lang doorgaan, die toespraak tot je eigen ziel. Wee je gebeente als je op een dag die toespraak achterwege laat. Dan is pas echt het einde in zicht! Je mag, je moet, je zúlt de hoop nooit opgeven. Nooit!

Hart, onrustig, vol van zorgen,
vleugellam geslagen ziel,
hoop op God en wees geborgen.
Hij verheft wie nederviel.
Eens verschijn ik voor den Heer,
vindt mijn ziel het danklied weer:
Hij, mijn God, Hij heeft mijn leven
altijd aan de dood ontheven.
Naar boven
Bekijk gebruikers profiel Stuur privé bericht

ChristianMatch forum index » Christelijk leven
Ga naar pagina Vorige 1 ... 22 23 24 25 26 27 28 ... 57 Volgende
Pagina 25 van 57